IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 480

verbetering van een kennelijke fout

Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 27-04-2005, publicatie 9 juni 2005, 123693 LJN: AT7146.  Wolsky Products tegen WP Suspension. Vonnis in kort geding, houdende verbetering van een kennelijke fout (verzuimd is de termijn als bedoeld in artikel 260 Rv vast te stellen).

Vervolg op eerder vonnis (hier) tusen WP en Wolsky. Wisseling van namen, eigenaar, werknemers en bedrijven doet WP suspension besluiten om distributieovereenkomst te beëindigen. Vzngr oordeelt, o.a. en voorshands, dat het 'voldoende aannemelijk is geworden dat Wolsky Products belangen heeft in c.q. bij HK Suspension, en derhalve betrokken is bij het importeurschap van Wilbers Products, hetgeen in strijd moet worden geacht met artikel 6 van de distributieovereenkomst.' Kortom, rechtsgeldige beëindiging distrubutie-overeenkomst. Staking gebruik woord-, beeldmerk, domeinnaam en emailadres. Lees vonnis.

IEF 479

airfrancesucks cancelled

Air France heeft het geding gewonnen over het domein airfrancesucks.com. Volgens het WIPO Arbitration and Mediation Center is de naam te verwarrend en maakt deze inbreuk op het merkenrecht. In dit geval vinden panelleden niet dat sucks in een domeinaam voor iedereen duidelijk aangeeft dat de houder van de domeinnaam niet gelieerd, maar, au contraire, gebrouilleerd is met de van zuigen beschuldigde merkhouder.

"The Panel is fully aware that there is a split among the UDRP decisions regarding whether a “-sucks” domain name is confusingly similar to the trademark to which it is appended. The majority of the decisions have found confusing similarity. In a minority of decisions, and in some dissenting opinions, Panelists have deemed a “-sucks” addition to a well-known trademark to be an obvious indication that the domain name is not affiliated with that trademark owner. This Panel, however, concurs with the notion that every case must be assessed on its own merits, and the Panel agrees with the remarks by the Complainant, and which has also been stated in previous decisions under the UDRP, that far from all international customers are familiar with the pejorative nature of the term “sucks”, and that a large proportion of internet users therefore are likely to be confused by “-sucks” domain names. This Panel finds that the airfrancesucks.com, domain name is confusingly similar to the established international trademark AIR FRANCE." Uitspraak hier.

IEF 478

Nieuw van Koelman

Noot bij Rb. Den Haag 2 maart 2005 (Uitgevers / De Staat). Computerrecht, pages 143-148, 2005. Hier.

The Levitation of Copyright: An Economic View of Digital Home Copying, Levies and DRM. Entertainment Law Review, pages 75-81, 2005.  Hier.

IEF 477

Prägetheorie geharmoniseerd

Nog niet in het Nederlands: Opinie van AG Jacobs in zaak C-120/04, 9 juni 2005. Medion tegen Thomson multimedia Sales. Betreft een prejudiciële vraag over de de Duitse Prägetheorie en Art. 5(1)(b) MR. 

Naar aanleiding van een zaak over het vergelijk tussen de mogelijke verwarringwekkende merken THOMSON LIFE en LIFE, wil de Duitse rechter wel eens weten wat het HvJ van de tot de Duitse merkenrechtdoctrine behorende Prägetheorie vindt. Volgens de AG komt deze theorie in beginsel overeen met de leer van het Hof, waarbij natuurlijk moet worden opgemerkt dat de leer van het Hof de enige juiste leer is.

The referring court asks essentially whether there is a likelihood of  confusion on the part of the public within the meaning of Article 5(1)(b) where a  composite word or word/figurative sign comprises a company name followed  by an earlier mark which consists of a single word with 'normal  distinctiveness'  and which, although it does not shape or mould the overall  impression conveyed by the composite sign, has an independent distinctive role therein.

The referring court explains the case-law of the Bundesgerichtshof which articulates the Prägetheorie as follows. The starting point in determining trade mark similarity where individual components of conflicting trade marks are the same is the overall impression conveyed by the marks; what must be ascertained is whether the common component characterises the composite mark to the extent that the other components are largely secondary to the overall impression. There will be no likelihood of confusion on the sole ground that the common component merely contributes to the overall impression. Nor does it matter whether a sign incorporated in a composite mark has retained an independent distinctive role. Individual elements in the overall presentation of goods may however have a distinct role that is independent of the distinguishing function of other components; the components are then viewed in isolation and compared. A component of a sign which the trade recognises as designating not the product as such but the undertaking from which it originates is not generally regarded as characterising the sign. Where a designation of an undertaking is recognisable as such it should as a rule be secondary in terms of overall impression because the market concerned identifies the actual product designation from the other component of the sign.  

However, it must be ascertained in each case whether the position might exceptionally be otherwise and whether, from the vantage point of the market concerned, the indication of the manufacturer is predominant. The decisive factors are the specific circumstances and usual practice in the relevant product sector. The Bundesgerichtshof has accepted that in the beer and fashion sectors an indication of the manufacturer is particularly important, which is why in those sectors references to the manufacturer always characterise the overall impression conveyed by the sign.

It appears that the Court of Justice has endorsed an approach similar to the Prägetheorie, which essentially consists in comparing the overall impression conveyed by two conflicting marks one of which is a component of the other. That to my mind is perfectly understandable, since it can be regarded as an application to a particular category of cases of the principles articulated in the Court 's earlier case-law. That case-law, it will be recalled, calls for a global appreciation based on the overall impression given by the marks, bearing in mind, in particular, their distinctive and dominant components. The Court's statement in Matratzen that the overall impression of a composite mark may, in certain circumstances, be dominated by one or more of its components reflects that proposition. The extent to which the overall impression is so dominated is a question of fact for the national court.

In determining whether a composite word or word/figurative sign comprising a company name followed by an earlier mark which consists of a single word with 'normal distinctiveness' and which, although it does not shape or mould the overall impression conveyed by the composite sign, has an independent distinctive role therein is sufficiently similar to the earlier mark to give rise to a likelihood of confusion on the part of the public within the meaning of Article 5(1)(b), a national court must base its assessment on the overall impression given by each mark, bearing in mind, in particular, their distinctive and dominant components, the nature of the public concerned, the category of goods or services in question and the circumstances in which they are marketed. Volledig arrest hier.

IEF 476

Bestektekening simpel met Autocad

Arrest Gerechtshof Arnhem, 31 mei 2005, LJN: AT6749 (Verweij)  Verweij, een architectenbureau, heeft in opdracht van een projectontwikkelaar een bestektekening gemaakt voor te realiseren appartementen. De projectontwikkelaar draagt het pand over aan A en gaat kort daarna failliet. De rekening van Verweij is niet betaald. Verweij stuurt vervolgens wel op verzoek van een bouwbedrijf in opdracht van A de bestektekening aan haar toe tegen onkostenvergoeding in verband met aanpassing raamkozijnen.

Op basis van deze bestektekening wordt voor het appartement een tweede nieuwe bestektekening gemaakt. Deze gebruikt A voor een bouwaanvraag. Voor de Gemeente is de tweede bestektekening niet voldoende, waarna A medewerking vraagt aan Verweij. Verweij was hiertoe bereid tegen betaling van een vergoeding. A ziet hiervan af en de bouwvergunning wordt ingetrokken. In eerste aanleg vordert Verweij van A tot betaling van een bedrag aan schadevergoeding dat toevallig gelijk is aan het bedrag dat zij ooit in rekening had gebracht bij de projectontwikkelaar. De rechtbank heeft deze vorderingen afgewezen. In hoger beroep oordeelt de rechter dat de bestektekening van Verweij niet in aanmerking komt voor auteursrechtbescherming.

Volgens het Hof geeft de bestektekening slechts de feitelijke situatie weer. 'Het is zeer aannemelijk dat twee verschillende architecten tot een vrijwel gelijk resultaat komen, zeker wanneer zij daarbij beiden gebruik maken van hetzelfde bouwkundig computertekenprogramma (Autocad)'

Een beroep op geschriftenbescherming gaat ook niet op; volgens Verweij heeft hij de tekening slechts onder voorwaarden ter beschikking gesteld. Er is geen sprake van een openbaarmaking. Verweij betoogt verder dat A toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst tot gebruik van de bestektekening. Volgens Verweij mocht A de bestektekening uitsluitend gebruiken voor aanpassing kozijnen. Het Hof laat Verweij toe tot bewijslevering dat de bestektekening uitsluitend voor een beperkt doel mocht worden gebruikt en beveelt een getuigenverhoor. Zal een beroep op geschriftenbescherming toch opgaan, wanneer blijkt dat er sprake was van geen enkele beperking van het gebruik van de bestektekening? Lees vonnis.

IEF 475

Was können Eltern tun?

Als Eltern oder Pädagoge haben Sie sicherlich schon Ihre Kinder über „Filesharing“ bzw. „Tauschbörsen“, „Downloads“ oder „P2P“ (peer-to-peer – von Nutzer zu Nutzer) sprechen hören. Das ist ein heißes Thema für Jugendliche. Der einfache Grund hierfür ist Musik. Ein Leitfaden für Eltern.

IEF 474

Directe inbreuk

GWK Travelex beschuldigt de oud-werknemers van inbreuk van haar auteursrecht en schending van de geheimhoudingsplicht. De oud-medewerkers zouden het product 'Contante Betalingen' hebben gekopieerd en het nu via hun bedrijf Qpay als 'Betaal Direct' aanbieden.

Saskia van Opijnen, managing director van GWK: 'Wij staan niet toe dat anderen inbreuk maken op onze rechten. Noch in dit geval, noch in andere gevallen. Wij gunnen iedereen zijn succes, mits op rechtmatige en integere wijze verkregen. Zo niet, dan nemen wij die maatregelen die nodig zijn om onze belangen te verdedigen.' (zibb.nl)

IEF 473

Royale inbreuk

Villamedia bericht dat SBS nu ook juridische stappen overweegt tegen RTV10, merkhouder van het beeldmerk RTV10. Het merk wordt gebruikt voor nieuwsprogramma van het Eindhovense commerciële tv-station Royaal TV.

IEF 472

Als twee druppels water

Het Boliviaanse bedrijf Ingenia bedient zich van een website die als twee druppels water lijkt op die van Speurders.nl, de marktplaats van De Telegraaf. Alleen de naam, 123Ofertas.com, en het logo zijn anders.V olgens Webwereld.nl toonde  Maarten Roelofs van Speurders.nl zich in een eerste reactie 'gevleid' door het plagiaat. "Wat een eer. Dit is geniaal... Het is moeilijk om zaken als vormgeving en kleur vast te leggen. We zijn zelf ook ooit begonnen met een site die wel iets weg had van een bestaande site. Maar als er een grote uitgeverij achter blijkt te zitten die zich ook op de Nederlandse markt wil begeven, zal dat wellicht wel tot problemen leiden."

Vormgeving en naam van Speurders.nl zijn überhaupt in trek. De site opbieden.nl zou een soortgelijke lay-out hebben gehad en ook het woord 'speurders' is populair. Zo kwam de Telegraaf in oktober in actie tegen de site Webauto.nl die het woord 'speurders' in de metatags had gebruikt en ook Sexspeurders.nl werd met succes aangeschreven. Dat domein werd overigens na doorhaling meteen weer door een derde die onbekend was met het conflict geregistreerd.

Wat dat betreft: Zou het ondertussen niet mogelijk zijn, indien wenselijk, om verwijzingen naar vonnissen en geschillen op te nemen in domeinnaam- en merkenregisters? Zodat bij checken of aanvragen aangegeven wordt dat dit merk of deze domainnaam in jaar x het onderwerp van geschil is geweest tussen partij a en b. "Waarschuwing: de door u aangevraagde domeinnaam is in 2004 doorgehaald naar aanleiding van het vonnis in de zaak Nokia tegen Nokta." En als dat allemaal te lastig of te duur blijkt kan misschien ook hiervoor gewoon een heffing worden ingevoerd?

IEF 471

Broncode Windows niet naar Open Source gemeenschap

Hoewel de Europese Commissie in de lopende Microsoft zaak voornemens is "de Windows-broncode beschikbaar te maken voor zowel concurrenten als de open source-gemeenschap, zodat die kan worden gebruikt om integratie te bewerkstelligen tussen Microsoft en andere producten”, biedt zij Microsoft nu toch hulp.

Voor de duur van het hoger beroep hoeft Microsoft de broncode niet ter beschikking te stellen aan de open source gemeenschap. Daar staat tegenover dat Neelie Kroes nu eist dat de sanctie niet alleen in Europa maar wereldwijd uitgevoerd wordt. De uitsluiting van de open source gemeenschap zal worden opgeheven indien de EC het beroep wint. Microsoft is akkoord gegaan met de regeling.