IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18119

Uitspraak ingezonden door Otto Swens, Vondst Advocaten.

Otto Swens onder UK SC Pregabaline

Overig , IEF 18119; https://ie-forum.nl/artikelen/otto-swens-onder-uk-sc-pregabaline

Otto Swens onder UK SC Pregabaline 14 november 2018 (Pregabaline) Zie eerder [IEF 16315]. In juli 2017 deed de gezaghebbende Engelse Supreme Court (“UKSC”) in de pemetrexed-zaak een belangrijke uitspraak over de beschermingsomvang van octrooien. De uitspraak zorgde voor de nodige ophef: voor het eerst werd in het Verenigd Koninkrijk een equivalentiedoctrine geïntroduceerd. Hoewel het UKSC niet vaak een uitspraak doet op het gebied van het octrooirecht, ligt er nu, een kleine anderhalf jaar later, alweer een belangwekkende octrooiuitspraak, in de pregabaline-zaak. De pregabaline-zaak is één van de meest interessante octrooizaken die momenteel in Europa loopt en naar de uitspraak van de UKSC is reikhalzend uitgekeken. Centraal in de zaak staat de vraag naar inbreuk op zogenaamde Swiss-Type tweede medische indicatieconclusies, momenteel een hot item in het octrooirecht, waarover diverse nationale rechters in Europa zich recentelijk hebben gebogen, waaronder de Nederlandse Hoge Raad. Ook in de literatuur en op congressen is hier de afgelopen jaren veel aandacht aan besteed. De Engelse pregabaline-zaak is echter extra interessant, omdat daarin ook een discussie speelt over het fenomeen ‘plausibiliteit’, wat ook een actueel onderwerp is in zaken voor de Nederlandse rechter en in de Nederlandse literatuur.

IEF 18118

Jurisprudentielunch Octrooirecht - 12 december

De octrooibescherming van een medicijn dat bestaat uit meerdere werkzame stoffen, moet worden beoordeeld vanuit een oogpunt van de vakman naar de stand van de techniek op de datum van indiening of de prioriteitsdatum van dat octrooi. Dit is één van de zaken die behandeld wordt op Jurisprudentielunch Octrooirecht op 12 december a.s., met daarbij een uitgebreide behandeling van relevante en recente rechtspraak. 

In deze kwestie volgt het EU-Hof de opvatting van de Nederlandse regering in een Britse zaak over een middel ter bestrijding van HIV. Door deze uitleg zal het middel waarschijnlijk eerder rechtenvrij geproduceerd kunnen worden. Wat betekent dit voor uw praktijk? En welke andere kwesties zijn relevant? Kijk hier voor een shortlist van de zaken op 12 december die Willem Hoyng en Bart van den Broek op 12 december behandelen.

IEF 18117

Prejudicieel gestelde vraag: kan de ex-merkhouder zich beroepen op een merkinbreuk voor de tijd dat het merk nog gebruikt werd?

HvJ EU 26 sep 2018, IEF 18117; (AR), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-kan-de-ex-merkhouder-zich-beroepen-op-een-merkinbreuk-voor-de-tijd-dat-h

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 26 september 2018, IEF 18117; IEFbe 2794; C-622/18 (AR) Via Minbuza. AR, de oprichter van de onderneming Part des anges die alcohol en gedistilleerde dranken verhandelt, is houder van het Franse woord- en beeldmerk “Saint Germain” dat op 05.12.2005 is aangevraagd. Nadat AR had vernomen dat Cooper International Spirits (samen met twee andere vennootschappen) een vlierbessenlikeur onder de benaming “St-Germain” verhandelde heeft hij op 08.06.2012 de drie vennootschappen gedagvaard wegens merkinbreuk. In een parallelle zaak heeft de rechter bij vonnis van 28.02.2013 de rechten van AR op het woord- en beeldmerk “Saint Germain” met ingang van 13.05.2011 vervallen verklaard voor alcoholhoudende dranken (uitgezonderd bieren). Dit werd bevestigd door een arrest van de rechter in tweede aanleg van 11.02.2014, dat onherroepelijk is geworden. AR heeft zijn vorderingen wegens merkinbreuk gehandhaafd voor de periode die niet viel onder de verjaring (08.06.2009 – 13.05.2011). Bij vonnis van 16.01.2015 heeft de rechterlijke instantie de vorderingen van AR afgewezen na te hebben geoordeeld dat geen enkele exploitatie van het betrokken merk had plaatsgevonden sinds de aanvraag ervan.

IEF 18116

Nationaal Reclamerechtcongres

Wat bracht 2018 en wat brengt 2019 ons op het gebied van het Reclamerecht? Wat waren the greatest hits in vergelijkende en misleidende reclame? Welke privacyregels gelden bij behavioral targeting? Hoe denken Stichting Varkens in Nood, Albert Heijn en Unilever over het thema duurzaamheid in reclame? En: welke acties kunt u verwachten van de Autoriteit Consument en Markt, - en van de sector zelf -, waar het gaat om de positie van on- en offline consumenten?

Dit zijn enkele van de onderwerpen die aan de orde komen tijdens het Nationaal Reclamerechtcongres van deLex op donderdag 13 december 2018. Tijdens deze dag praten vooraanstaande juristen uit advocatuur en bedrijfsleven u bij over actualiteiten in het (inter)nationale reclamerecht. Met in de middag een paneldiscussie over duurzaamheid en reclame, en ter afronding de visie van ondernemer Jip Samhoud op het gebruik van reclame in virtual reality.

De sprekers zijn: Ebba Hoogenraad, Anne-Jel Hoelen, Miranda Top-Sarneel, Soraya Belghazi, Willem Leppink en Jip Samhoud. Aan het panel nemen deel: Anne-Jel Hoelen (ACM), Hans Baaij (Stichting Varkens in Nood), Simone Pelkmans (Unilever), Karen Werger (Albert Heijn)

Het programma is samengesteld door Willem Leppink en Ebba Hoogenraad. Meer informatie over het programma en inschrijven vindt u hier

IEF 18115

Verzoek vader toegewezen, vlogs met zijn minderjarigen niet toegestaan door onbestreden risico's

Rechtbanken 1 okt 2018, IEF 18115; ECLI:NL:RBDHA:2018:13105 (Privacy kinderen vlogs), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-vader-toegewezen-vlogs-met-zijn-minderjarigen-niet-toegestaan-door-onbestreden-risico-s

Rechtbank Den Haag 1 oktober 2018, IEF 18115; IT 2678; ECLI:NL:RBDHA:2018:13105 (Privacy kinderen vlogs) Mediarecht. Privacy. Partijen zijn gehuwd geweest en ouders van twee minderjarige kinderen. Vader verzoekt in verband met recht op privacy van zijn kinderen alle videologboeken ("vlogs") waarin de kinderen (deels) te zien of te horen zijn en welke door de moeder op Youtube en/of Instagram zjin geplaatst, te verwijderen en verwijderd te houden. Vader wil zijn kinderen beschermen tegen het mogelijk worden van object van pedofilie of pestgedrag. Moeder wil, als buitenlandse moeder die in Nederland woonachtig is, laten zien aan haar volgers hoe de Nederlandse cultuur is, en met name de Nederlandse opvoeding. In het begin kreeg ze immers zijn toestemming. Ze stelt dat de kinderen opgroeien in een wereld met social media, waarin de moeder probeert bij te dragen. Of foto's of filmpjes op internet geplaatst worden, is een kwestie waarover de ouders samen dienen te beslissen.  Onvoldoende is bestreden dat het door vader gevreesde risico op pestgedrag en nadelige gevolgen voor het later functioneren in het sociaal maatschappelijk verkeer, en in mindere mate objectivering voor pedofielen, zich voor zal doen. Dit is een risico verre van denkbeeldig. Gelet op de leeftijd van de kinderen, 4 en 2, gaat de rechtbank ervan uit dat hun begripsvermogen en leefomgeving nog niet zodanig zijn dat zij al bewust blootgesteld hebben kunnen worden aan vlogs te herleiden pestgedrag, al zou dit in de toekomst wel kunnen. Vorderingen toegewezen.

IEF 18114

Uitspraak ingezonden door Jan Jacobi, Hofhuis Alkema Groen.

Bevoegdverklaring rechter locus damni ondanks ontbreken toegankelijkheid software voor algemeen publiek

Rechtbanken 19 nov 2018, IEF 18114; (TVS tegen Revo), https://ie-forum.nl/artikelen/bevoegdverklaring-rechter-locus-damni-ondanks-ontbreken-toegankelijkheid-software-voor-algemeen-publ

Vzr. Rechtbank Den Haag 19 november 2018, IEF 18114 (TVS tegen Revo) Auteursrecht. Databankenrecht. Procesrecht. Partijen verhandelen beide versnellingsbakoptimalisatiesoftware (DSG-software). TVS stelt dat Revo inbreukmakend handelt door terbeschikkingstelling van andere DSG-software via een online dealerportaal. Revo betwist voor alle weren de bevoegheid van de voorzieningenrechter van deze rechtbank. In geval van intellectuele eigendomsrechten waarbij wordt gesteld dat de inbreuk heeft plaatsgevonden via gebruik van een website, is de locus actus de plaats waar de eigenaar van de website is gevestigd. In dit geval is dat Daventry, VK, nu dat de vestigingsplaats van Revo dan wel RDL is. Op die grond komt de voorzieningenrechter geen bevoegdheid toe. Revo voert aan dat voor bevoegdheid van de locus damni nodig is dat de software van RDL toegankelijk voor het algemene publiek is in het gebied van de aangezochte rechter. Daarvan is geen sprake omdat de toegang tot Revo Portal beperkt is tot dealers uit het dealernetwerk van RDL die specifieke toegangsgegevens van RDL hebben gekregen. Deze uitleg volgt niet uit de jurisprudentie van de HvJ EU. De website van Revo dan wel RDL was voor Heemskerk, derhalve vanuit Nederland, toegankelijk. De voorzieningenrechter is daarmee relatief bevoegd. Revo stelt ook dat TVS de verkeerde entiteit heeft gedagvaard. Dit blijkt mede uit een "tag" (coderegel) in de vermeend inbreukmakende software. Vorderingen (gedeeltelijk) afgewezen.

IEF 18113

Octrooi elektronische kaartlezer CDVI vatbaar voor vernietiging: in eerdere octrooien zelfde probleem verholpen

Rechtbanken 21 nov 2018, IEF 18113; ECLI:NL:RBDHA:2018:13746 (CDVI tegen Impro c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/octrooi-elektronische-kaartlezer-cdvi-vatbaar-voor-vernietiging-in-eerdere-octrooien-zelfde-probleem

Rechtbank Den Haag 21 november 2018, IEF 18113; ECLI:NL:RBDHA:2018:13746 (CDVI tegen Impro c.s.) Octrooirecht. CDVI levert wereldwijd toegangssystemen en elektronische sloten, Zij is houdster van Europees octrooi EP 1 245 006 B1, een elektronische kaartlezer. CDVI stelt dat Impro c.s. inbreuk maakt in Nederland op conclusie 1 van het octrooi, door het produceren, importeren, verkopen en/of te koop aanbieden van de Impro Producten. Impro c.s. betoogt dat EP 006 nietig is: het is niet inventief. In eerdere octrooien wordt hetzelfde probleem verholpen, waardoor dit tot de algemene vakkennis van de vakman behoort. Octrooi vatbaar voor vernietiging. Vorderingen afgewezen.

IEF 18112

Wijziging van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten: een toekomstbestendig raamwerk?

, IEF 18112; https://ie-forum.nl/artikelen/wijziging-van-de-richtlijn-audiovisuele-mediadiensten-een-toekomstbestendig-raamwerk

Uitnodiging VMC Studiemiddag. Vrijdagmiddag 23 november 2018, 14.30-17.00 uur (inloop vanaf 14.00 uur), Instituut voor Informatierecht (IViR), Nieuwe Achtergracht 166 1018 WV Amsterdam (gebouw REC-A, derde verdieping, ‘moot court’ room, zaalnr. A3.15). Graag nodigen we je uit voor de VMC Studiemiddag van dit najaar, die is gewijd aan het voorstel van de Europese Commissie tot wijziging van de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (AVMSD) is bedoeld om een toekomstbestendig geheel van regels te maken die de markt- en technologische ontwikkelingen weerspiegelen en een gelijk speelveld tot stand te brengen. De richtlijn zal onder meer moeten leiden tot aanpassing van verschillende bepalingen van de Mediawet. Maakt de Commissie met dit voorstel (zoals inmiddels politiek is aangepast en aanvaard door Raad en Parlement) de claim waar hiermee een raamwerk te hebben dat de komende jaren meekan om de verschillende ontwikkelingen in technologie en mediaconsumptie bij te benen? Lees verder

IEF 18105

Rectificatie uitlatingen mede-organisator spookhuisevent The Wall Utrecht onnodig, te lang geleden

Rechtbanken 30 okt 2018, IEF 18105; ECLI:NL:RBGEL:2018:4627 https://ie-forum.nl/artikelen/rectificatie-uitlatingen-mede-organisator-spookhuisevent-the-wall-utrecht-onnodig-te-lang-geleden

Rechtbank Gelderland 30 oktober 2018, IEF 18105; IT 2674; ECLI:NL:RBGEL:2018:4627 (Spookhuisevent The Wall) Mediarecht. Privacy. Gedaagde sub 1 is via A in contact gekomen met eiser sub 1 en sub 2 over het organiseren van een spookhuisevent in winkelcentrum The Wall Utrecht. Na het event is een geschil ontstaan over financiële afwikkeling. Advocaat van eisers heeft bij sommatiebrief aan gedaagde sub 1 en sub 2 geschreven om lasterlijke en beledigende uitingen die zij hebben gedaan, te verwijderen. Zij hebben daar geen gehoor aan gegeven. Gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 zijn live in de radio-uitzending van het programma Zwarte Prietpraat op NPO Radio 1 geweest en hebben zich negatief uitgelaten over eisers. In het AD en de Gelderlander is te lezen dat het spookhuisevent van gedaagde sub 1 is en dat het een zakelijk succes is geweest. De samenwerking duidt niet aan dat het een juridische vorm heeft aangenomen. Zou dat het wel, dan vinden de betitelingen als oplichters geen grond op de feiten. Niet kan worden gezegd of door de publicaties in de kranten dat de eer of goede naam van eiser sub 1 en sub 2 schaden. Een rectificatie van de andere publiekelijke uitlatingen die wel onrechtmatig zijn bevonden is niet nodig en passend. De radio-uitzending was al een tijd geleden en zal waarschijnlijk niet bekend zijn bij het publiek. Gedaagde sub 1 en 2 wordt verboden in de toekomst soortgelijke beschuldigingen te doen. Partijen worden over en weer in het ongelijk gesteld, proceskosten worden gecompenseerd.

IEF 18111

Alfredo dos Santos Gil onder Hof A'dam Ziggo/Lira

, IEF 18111; https://ie-forum.nl/artikelen/alfredo-dos-santos-gil-onder-hof-a-dam-ziggo-lira

Alfredo dos Santos Gil onder Hof Amsterdam 13 november 2018, IEF 18104 (Ziggo tegen Lira) De zaak gaat in de kern over de vraag of Lira namens aangesloten schrijvers rechtenaanspraken heeft op kabelmaatschappijen UPC, Ziggo en Zeelandnet voor de periode van oktober 2012 tot en met 2014, toen deze maatschappijen stopten met het betalen van doorgiftevergoedingen aan Lira. Vanaf begin 2015 werd op grond van het zogenaamde PAM-Rodap-convenant weer betaald aan Lira (en aan Vevam en Norma). Op 1 juli 2015 is er een wettelijke grondslag gekomen voor collectieve aanspraken op een proportionele billijke vergoeding voor lineaire (primaire) kabelverspreiding ten behoeve van scenarioschrijvers, hoofdregisseurs en hoofdrolspelers in artikel 45 d lid 2 Aw. Het arrest komt er samengevat op neer dat in sommige gevallen schrijvers rechten hebben kunnen toevertrouwen aan Lira, zodat Lira in die gevallen een schadevergoeding kan vorderen voor kabeldoorgifte zonder haar toestemming. De schade zal nader moeten worden opgemaakt in een schadestaatprocedure. Lees verder.