Conclusie P-G: verwerping cassatie onrechtmatige publicatie

Parket bij de Hoge Raad 31 januari 2020, IEF 19051; ECLI:NL:PHR:2020:92 (Medewerkster tegen oud-rechter) In deze zaak vordert een voormalig rechter schadevergoeding van een voormalig medewerkster. Zij zou hem in een anonieme brief aan een journalist en later in getuigenverklaringen hebben beschuldigd van onvoldoende onpartijdigheid als rechter. Het gerechtshof besliste dat de medewerkster onrechtmatig heeft gehandeld jegens de oud-rechter. Over de omvang van de schade zal nog worden beslist in een schadestaatprocedure. De p-g concludeert nu tot verwerping van het cassatieberoep. Onder meer de klachten over het oordeel over de onrechtmatigheid van de afgelegde verklaringen als getuige falen.
Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Russchen Advocatuur.
Opschorting van werkzaamheden door Persistence wordt afgewezen

Vzr. Rechtbank Overijssel 21 februari 2020, IEF 19048, IT 3053 (Aditum c.s. tegen Persistence) Aditum houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software. Aditum wordt al dan niet direct bestuurd door X en Y en hun ondernemingen. Persistence houdt zich bezig met het verlenen van diensten, het geven van adviezen en het verrichten van werkzaamheden op het gebied van informatietechnologie, met name softwareontwikkeling, alsmede het in- en verkopen van hard- en software. Persistence wordt bestuurd door de onderneming van X. Tussen X en Y is een businessplan opgesteld op basis waarvan zij een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten tussen hun ondernemingen. Eind 2019 is tussen partijen een geschil ontstaan over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst, onder meer met betrekking tot de ontwikkelingskosten van de software en de overdracht daarvan door Persistence aan Aditum.
‘Naming and shaming’ via social media is onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Gelderland 2 maart 2020, IEF 19049, IT 3054; ECLI:NL:RBGEL:2020:1387 (X tegen Damcon) Kort geding. Damcon is een boomkwekerijcentrum en heeft naar aanleiding van een inbraak een bericht geplaatst in een afgesloten WhatsApp-groep en op 4 oktober 2019 op haar Facebookpagina. Op 24 oktober 2019 heeft Damcon nogmaals een bericht geplaatst op haar Facebookpagina, ditmaal met een foto van eiser X. X eist verwijdering en rectificatie van de Facebookberichten en immateriële schadevergoeding, omdat de Facebookberichten voor hem vervelende consequenties hebben gehad. Damcon beroept zich op vrijheid van meningsuiting, maar verwijdert het Facebookbericht van 24 oktober 2019 (met daarbij de foto van eiser). Het Facebookbericht van 4 oktober 2019 wordt niet verwijderd. In dit kort geding staat centraal de vraag of Damcon onrechtmatig heeft gehandeld door de WhatsApp- en Facebookberichten te plaatsen.
Eerste evenement Jonge Privacy Advocaten Nederland

Jonge Privacy Advocaten Nederland (JPAN) gaat van start! De nieuwe vereniging biedt jonge advocaten op het gebied van privacyrecht de mogelijkheid om het netwerk uit te breiden en kennis en ervaringen te delen. Advocaten van allerlei divisies binnen het privacyrecht, zij het compliance, litigation, privacy in de media, op de werkvloer of andere expertises zijn welkom. JPAN zet de jonge advocaat centraal. Verwacht dan ook niet alleen lezingen en borrels, maar ook mogelijkheden om te sparren en over je eigen praktijk te vertellen.
Margriet Koedooder: dit kunnen we leren van de zaak Garrix

Margriet Koedooder, partner bij De Vos & Partners Advocaten, analyseert in Entertainment Business de uitspraak in de zaak Martin Garrix versus Spinnin’ Records [IEF 18905].
'Naburige rechten zijn overbodig in de dancesector. Dat is het betoog van auteursrechtprof. mr P. Bernt Hugenholtz. Zijn artikel is gepubliceerd op 31 augustus 2019. Een paar maanden later verscheen er een arrest van het Gerechtshof Amsterdam in de Martin Garrix vs. Spinnin zaak. Ook in deze zaak is aandacht besteed aan het naburige recht van (met name) de fonogrammenproducent. Wat kunnen met name platenlabels en producenten van EDM uit dat arrest en het artikel van mr Hugenholtz leren?'
Lees verder op Entertainment Business.nl.
Rabobank mag naam fundr gebruiken voor online dienst kredietaanvraag

Vzr. Rechtbank Amsterdam 25 februari 2020, IEF 19045; ECLI:NL:RBAMS:2020:1237 (Fundr tegen Rabobank) Kort geding. Fundr is een handelsnaam van Funding Innovation, dat zich onder meer bezighoudt met (fiscale) advisering op het gebied van management en bedrijfsvoering. Funding Innovation heeft op 28 februari 2019 het woordmerk fundr ingeschreven bij het BOIP. Rabobank biedt financiële diensten aan onder de naam Fundr - één loket voor alle financieringsmogelijkheden voor MKB-bedrijven - en heeft in april 2019 domeinnamen gofundr.nl en fund-r.nl geregistreerd. Op 27 mei 2019 heeft Fundr c.s. Rabobank bij e-mail verzocht het gebruik van de merknaam fundr te staken. Rabobank heeft op 4 juni 2019 bovenstaande beeldmerk met een spoedaanvraag ex artikel 2.8 Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE) gedeponeerd bij het BOIP. Rabobank handelt niet in strijd met artikel 5 Hnw en ook niet anderszins onrechtmatig jegens Fundr, alle daarop gebaseerde vorderingen van Fundr c.s. worden afgewezen. De term fundr is in enige mate beschrijvend, en heeft een lagere beschermingsomvang. Verwarringsgevaar tussen merk en handelsnaam is niet aannemelijk, de diensten van Fundr en Rabobank stemmen niet zover overeen en de wijze waarop zij zich tot het relevante publiek richten is verschillend. Rabobank mag de naam fundr blijven gebruiken voor haar online dienst voor kredietaanvraag voor ondernemers.
Deel uw mening over de Rijksoctrooiwet

Hoe kan het nationale octrooisysteem verbeterd worden? U kunt nog tot en met 16 maart 2020 reageren op voorstellen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en Octrooicentrum NL die de Rijksoctrooiwet 1995 toegankelijker moeten maken voor het mkb.
Raadpleeg de tekst van de Beleidsnota: “naar een mkb-vriendelijke Rijksoctrooiwet 1995" en vul uw reactie direct in.
Uitingen op Facebook in strijd met code of conduct Greenpeace

Ktr. Rechtbank Amsterdam 20 februari 2020, IEF 19043, IT 3048, ECLI:NL:RBAMS:2020:1163 (Greenpeace tegen werknemer) Een werknemer van Greenpeace uit zich op Facebook in strijd met de ´code of conduct´. Tijdens een gesprek hierover neemt de werknemer het standpunt in dat niet van hem verlangd kan worden dat hij zich aan de code conformeerd. Greenpeace verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden en stelt – kort gezegd – dat een arbeidsrelatie grenzen stelt aan de vrijheid van meningsuiting. Nu Greenpeace onder meer het bevorderen van vrede als missie heeft, hoeft zij niet te accepteren dat de werknemer oproept tot agressie en geweld en het ontwikkelen van kernwapens. De arbeidsovereenkomst wordt dan ook per 1 april 2020 ontbonden, vanwege verwijtbaar handelen. Van Greenpeace kan in redelijkheid niet langer verlangd worden dat zij het dienstverband voortzet. Het handelen van de werknemer is niet ernstig verwijtbaar. Er is geen sprake van het doelbewust en rechtstreeks benadelen van Greenpeace International. Greenpeace is de werknemer een transitievergoeding verschuldigd.
EUIPO moet nieuwe beslissing nemen over aanvraag Constantin

HvJ EU 27 februari 2020; IEF 19042, IEFbe 3042; ECLI:EU:C:2020:118 (Constantin Film Produktion tegen EUIPO) Constantin Film Produktion wilde het woordteken „Fack Ju Göhte”, tevens de titel van haar succesvolle Duitse komedie, als Uniemerk bij het EUIPO inschrijven. Het aangevraagde woordteken werd door het EUIPO in strijd met de „goede zeden” geacht. Het gaat in deze zaak om verduidelijking, welke juridische toets moet worden verricht om te oordelen of een merkaanvraag op grond van artikel 7, lid 1, onder f), van verordening nr. 207/2009 dient te worden afgewezen: wanneer kan een merkaanvraag „in strijd met de openbare orde of de goede zeden” worden geacht? Voorts wordt verzocht de draagwijdte te preciseren van de op het EUIPO rustende verplichting om een beslissing die als afwijkend van eerdere beslissingen in soortgelijke zaken kan worden beschouwd, met redenen te omkleden. Zie ook de conclusie van a-g Bobek op 2 juli 2019, ECLI:EU:C:2019:553. Het Hof vernietigt het arrest van het Gerecht en de beslissing van het EUIPO. Er is onvoldoende rekening gehouden met het feit dat het gaat om de titel van een komische film, de perceptie van de Engelse uitdrukking 'Fuck you' van het Duits sprekende publiek is niet noodzakelijkerwijs dezelfde als die van het de Engelstalige publiek, ook al is de uitdrukking goed bekend bij het Duitstalige publiek. Gevoeligheid in de moedertaal kan zelfs groter zijn dan in een vreemde taal.
Benelux Merkencongres 2020

Trots op het nieuwe programma van het Benelux Merkencongres 2020, op donderdag 11 juni, lichten we voor u graag alvast een tipje van de sluier!
Diverse experts uit bedrijfsleven, advocatuur en de rechterlijke macht geven acte de présence, met onder meer de volgende onderwerpen (en deze keer een internationaal tintje):
- Merkdepots te kwader trouw, vanuit het gezichtspunt van rechter Sir Richard Arnold (High Court of Justice/Court of Appeal)
- Merkwaardering in de praktijk, een uiteenzetting door experts van Duff & Phelps
- Hoe verder na Red Bull/adidas/Hartwell? Bas Kist (Chiever) biedt perspectief
- Verwijzend merkgebruik; nieuwe wetgeving en nieuwe jurisprudentie, door Adonna Alkema