Voor jou
"Leuke les te geef! Weet je dat er ook een speciaal lespakket is dat nog veel meer vertelt over popmuziek, websites, tv-programma's en over jouw auteursrechten? Dat daar ook een vetgave videoband in zit waarin Di-rect gevolgd wordt bij het maken van hun laatste cd? Dat daar ook een magazine bij hoort, helemaal voor jou, met interviews, feiten en weetjes? Dat jouw docent dit GRATIS kan bestellen bij Uitgeverij Zorn? Inclusief een docentenhandleiding, zodat het een leuke maar ook interessante les wordt? Dat dit lespakket speciaal gemaakt is voor de vakken CKV, maatschappijleer, Nederlands en economie?
Stuur jouw docent naar deze website. Dan kan 'ie er zelf over lezen!"
Rule of reason-excepties
Kabinetsreactie op SER advies diensten in de interne markt. Met betrekking tot de verhouding tussen de dienstenrichtlijn en het EG-Verdrag (IE-exceptie) wordt het volgende opgemerkt:
"Het Hof van Justitie EG heeft, op basis van het Verdrag, de lidstaten de mogelijkheid geboden om beperkingen op te leggen aan het vrij verkeer van diensten indien dit gerechtvaardigd is om dwingende redenen van algemeen belang. Deze zogenaamde ‘rule of reason’ excepties komen bovenop de al in het EG-Verdrag zelf voorziene excepties uit hoofde van bijvoorbeeld de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid. In het kader van de rule of reason kunnen lidstaten nationaal beleid rechtvaardigen met thans een achttiental excepties, waaronder een beroep op (...) bescherming van de intellectuele eigendom (...). Met de dienstenrichtlijn worden de uitzonderingsgronden beperkt tot de uitzonderingsgronden genoemd in het Verdrag, waarmee een beroep op de genoemde ‘rule of reason’ excepties niet meer mogelijk zou zijn.
De SER is van mening dat deze inperkingen acceptabel zijn, mits er een zekere fasering wordt betracht en de aanbevelingen op het terrein van flankerende maatregelen worden gerealiseerd. De Raad van State daarentegen is geen voorstander van het categorisch uitsluiten van de ‘rule of reason-jurisprudentie’ van het Hof van Justitie.
Het Kabinet is van oordeel dat de mogelijkheid om de door het Hof van Justitie ontwikkelde of nog te ontwikkelen rule of reason-excepties in te roepen, onverkort moet blijven bestaan. Het gaat daarbij immers er niet om de dienstenmarkt af te schermen, maar veeleer om de bevoegdheid en het behoud van de mogelijkheid om met wezenlijke belangen rekening te kunnen blijven houden." Lees hier meer.
Geharmoniseerde processen
Bruno Vandermeulen (Bird & Bird): "Harmonisation of IP litigation practice: still a long road ahead." Artikel gepubliceerd in JILP, september 2005.
"This article will address these issues by way of providing answers to three important questions that show the dividing lines that run throughout the court systems in the European Union. To address these issues in a comprehensive manner, this article describes these dividing lines along the following themes : (1) the collection of evidence and the use of that evidence across the national boundaries (2) the duality between validity and infringement issues (particularly relevant for patents) (3) the question of whether a court grant an injunction reaching beyond its own national borders (4) use of so-called “torpedo” actions (5) recovery of attorney’s fees and (6) protection of confidentiality or proprietary information or business interests during a litigation." Lees hier meer.
uit een oogpunt van efficiëntie
uit een oogpunt van efficiëntie
Vrijdagmiddagberichten
The examples show the original logo and define its source and then the rip-off logo created by LogoWorks.com. (Baddesignkills, via boingboing.net, a directory of wonderful things).
-Maar liefst 77 procent van de medewerkers van de internationale organisaties in Den Haag en omgeving wil weg uit Nederland. Dit blijkt uit een uitgelekte interne opiniepeiling van IOSA-NL. Aan de enquete hebben o.a. medewerkers van het Europees Octrooibureau in Rijswijk meegedaan. De IOSA-NL benadrukt dat de uitkomsten bij de diverse internationale organisaties sterk op elkaar lijken. (Planet)
Kennisbescherming
Uit de MvT bij de Vaststelling begrotingsstaten Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2006; Kamerstukkken 30300 XIII, nr. 2. 2e Kamer 2005-2006, p. 32 onder A: Overzicht 'Kennisbescherming': Samenvatting van motieven, instrumenten, infrastructuur en activiteiten.
"Motivering: Om een sterk innovatievermogen te gelde te maken via een goed intellectueel eigendomsysteem. Het gaat daarbij met name om het vinden van een juiste balans tussen kennisbescherming en vrij gebruik van kennis."
Instrumenten: Deelname aan internationale organisaties: WTO, WIPO, EU, EOO, Benelux. In de World Trade Organisation (WTO), World Intellectual Property Organisation (WIPO), Europese Unie (EU), Europese Octrooi Organisatie (EOO) en Benelux komen de internationale afspraken (verdragen, verordeningen, richtlijnen) tot stand die het (wettelijke) kader vormen van het intellectuele eigendomsbeleid.
Infrastructuur: OCNL, BMB, BTMB, EOB, OHIM Octrooicentrum Nederland (OCNL) is de organisatie die het Nederlandse octrooisysteem uitvoert en het gebruik ervan stimuleert. In de organisaties Benelux Merken Bureau (BMB), Benelux Tekeningen of Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 hoofdstuk XIII, nr. 2 31 Modellen Bureau (BTMB), Europees Octrooi Bureau (EOB) en het Bureau Harmonisatie van de Interne Markt (OHIM) vervult EZ bestuursfuncties.
Belangrijkste wetgeving: ROW 1995, BMW, BTMW, EOV, EG, TRIP’s EZ oefent invloed uit op afspraken die in internationaal verband worden gemaakt. Belangrijke voorbeelden zijn de Benelux Merken Wet (BMW) en Benelux Tekeningen of Modellen Wet (BTMW), het Europees Octrooiverdrag (EOV), de EG-Verordeningen enrichtlijnen voor merken, modellen en het auteursrecht, verdragen in het kader van de WIPO als ook het Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights (TRIP’s) in het kader van de WTO. EZ heeft een directe verantwoordelijkheid voor de Rijksoctrooiwet 1995 en de genoemde Benelux-wetten.
Activiteiten: Rijksoctrooiwet 1995 (ROW 1995) De ROW 1995 wordt in 2005 geëvalueerd om te bezien of bijvoorbeeld het zesjarige Nederlandse registratie-octrooi voldoet aan het oorspronkelijke uitgangspunt om daarmee doelgroepen als het MKB en uitvinders een laagdrempelige entree te verschaffen tot het octrooisysteem.
Kosten van octrooiering: In 2005 vindt een internationaal vergelijkend onderzoek plaats naar de kosten van het gebruik van het octrooisysteem, daarin worden ook begepen indieningstaksen, kosten van inhuur octrooigemachtigde en instandhoudingstaksen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden mogelijk beleidsaanpassingen doorgevoerd.
Benelux-Verdrag betreffende merken, modellen en tekeningen. Het nieuwe Benelux-verdrag treedt naar verwachting op 1-1-2006 in werking. In 2006 wordt gewerkt aan onder andere implementatie van richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectueel eigendom.
Europees merken- en modellenrecht: In 2006 vindt een verkenning plaats naar de toekomstige positie van het Benelux Merken Bureau, waarbij de dienstverlening ten opzichte van gebruikers een belangrijke invalshoek zal zijn.
Europees octrooisysteem. Dit EOV-systeem zal de nodige aandacht krijgen. Het gaat daarbij met name om het Vertalingenprotocol en het Litigation Agreement, de centrale rol van het EOB (ten opzichte van nationale octrooibureaus) en de kwaliteitsnormen die moeten gelden voor de octrooiverlening.
EG-Verordening voor dwanglicenties: in verband met de productie van geneesmiddelen voor derde-wereldlanden Als de lidstaten het eens worden over deze Verordening zullen in 2006 de ROW 1995 en de nu bestaande beleidsregel in dat verband (Stcrt 2004, nr. 246, p. 11) aangepast worden.
Doelgroepen: Bedrijven, kennisinstellingen, universiteiten en particuliere uitvinders.
Verwijzingen beleidsstukken: EG-verordening voor dwanglicenties in verband met de productie van geneesmiddelen voor derde-wereldlanden.
Open deur
Er zijn van die dingen die iedereen al weet, maar die toch weer iedere week in de krant staan. "Twee op de drie Nederlanders kopieert films en muziek van internet, uitsluitend zonder ervoor te betalen. In driekwart van de huishoudens wordt af en toe onbetaald gedownload. Dit blijkt uit een onderzoek dat Intomart GfK heeft uitgevoerd onder 1359 Nederlanders." (Parool)
Wie de schoen past (3)
Vonnis Vzngr. Rechtbank Amsterdam, 22 september 2005, KG 05-1361. Jan Jansen Schoenen tegen Giorgio Armani (eerder bericht hier). Underdog Jansen haalt zijn gelijk en wint het van kledingimperium Armani, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Omstandigheden van het geval en het geding doen de rechter besluiten het geëiste verbod toe te wijzen, maar alleen voor Nederland en rectificatie acht de rechter niet nodig, niet alleen omdat het tijdschrift waarin geadverteerd werd niet meer bestaat, maar ook omdat 'Armani in de desbetreffende bladen niet met zoveel woorden heeft beweerd dat hij de ontwerper van de schoen is' en omdat de zaak al voldoende aandacht heeft gekregen en, zo verwacht de rechter, naar aanleiding van dit vonnis ook nog zal krijgen (suggesties voor kop: ‘Slechts eer Jansen gered’, 'Goliath komt er goed vanaf' of ‘Lichte taakstraf voor plagiërend Armani’). En aangezien Armani de inbreuk op Jansens ‘Tutti Piede’ al gestaakt had, is gestaakt houden ook geen probleem. Al met al voor Armani geen slecht vonnis, hoewel het allemaal wel genoteerd staat natuurlijk. Lees vonnis hier (met dank aan Klos Morel Vos & Schaap).
Aanvullend opmerking: Zibb bericht dat Jansen "af ziet van een bodemprocedure om een schadevergoeding van Armani los te krijgen. 'Zo'n procedure kost jaren. Dat houd ik niet vol. Meneer Armani kan tien advocaten betalen, ik maar één. Dat is een verloren zaak. Een kort geding lag wel binnen de mogelijkheden. Dat heb ik gewonnen en dat is voor mij voldoende."
Bepaalde bescheiden
Vzngr. Rechtbank Den Haag, 21 september 2005, KG 05/845. Wijbenga Machines tegen Eisenkolb. In dit kort geding doet eiseres, Wijbenga Machines, een verrassend en succesvol beroep op artikel 843a Rv (de exhibitieplicht). Gedaagden, Eisenkolb en Inprotec, hebben een Europees octrooi ingeroepen tegen Wijbenga waarover door Eisenkolb en Inprotec in het recente verleden een procedure is gevoerd tegen hun eigen octrooigemachtigde.
Inzet van die procedure, waarin op 28 april 2004 vonnis is gewezen, was de aansprakelijkheid van de octrooigemachtigde voor de aan Eisenkolb en Inprotec toegebrachte schade tengevolge van de mogelijke nietigheid van het Octrooi. Door de publicatie van het modeldepot voor het geoctrooieerde product vóór de prioriteitsdatum, en ook nog eens door terinzagelegging van een eerder Nederlands octrooi voor dezelfde uitvinding, zou de nieuwheid van het octrooi van Eisenkolb en Inprotec zijn geschaad.
Wijbenga stelt nu dat Eisenkolb en Inprotec onrechtmatig handelen door een octrooi tegen haar in te roepen waarvan al in de eerdere procedure tegen de octrooigemachtigde (nota bene ook door Eisenkolb en Inprotec zelf!) is aangenomen dat het nietig is, en vordert afgifte van een kopie van alle processtukken uit deze eerdere procedure.
Het verzoek van Wijbenga is succesvol. De voorzieningenrechter volgt Wijbenga in haar stelling dat een rechtsbetrekking uit onrechtmatige daad een rechtsbetrekking is in de zin van artikel 843a Rv en dat het inroepen van een octrooi in de wetenschap dat dit octrooi (waarschijnlijk) nietig is een onrechtmatige daad is. Bovendien is volgens de voorzieningenrechter geen sprake van de 'fishing expedition, omdat het verzoek voldoende bepaald is.