Uitspraak ingezonden door Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger en Samantha Janssen van Buma/Stemra.
Afspelen muziek in zorginstellingen vereist vergoeding
Hof Arnhem-Leeuwarden 23 maart 2021, IEF 19852, ECLI:NL:GHARL:2021:2727 (Dagelijks Leven tegen Sena en Buma) In deze zaak gaat het om de vraag of woonzorgvoorziening Dagelijks Leven voor het afspelen van muziek in de woonkamers van haar zorginstellingen een vergoeding dient te betalen aan Sena en Buma, die namens de rechthebbenden op de auteursrechtelijk beschermde muziek de vergoeding incasseert. De vraag dient wat betreft het Europees geharmoniseerde recht aan de hand van de rechtspraak van het HvJEU met betrekking tot “mededeling aan het publiek” moet worden beantwoord. Het gaat hier om volledige harmonisatie, zodat een aanvullend beroep op artikel 12 lid 4 Aw en artikel 2 lid 7 Wnr niet mogelijk is. Het hof komt daarmee tot hetzelfde oordeel als de kantonrechter, namelijk dat Dagelijks Leven de vergoeding moet betalen.
Gerecht EU: uiterlijk LEGO-blokjes is wel beschermd
Gerecht EU 24 maart 2021, IEF 19850, IEF 3197; ECLI:EU:T:2021:155 (Lego tegen Delta Sport Handelskontor) Delta Sport Handelskontor is een Duitse speelgoedmaker die o.a. langwerpige, rechthoekige blokjes produceert die met rondjes en puntjes in elkaar kunnen worden geklikt. Lego is van mening dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op hun eigen iconische blokjes. Het Bureau voor intellectueel eigendom van de Europese Unie (EUIPO) oordeelde in 2019 dat deze inmiddels niet meer worden beschermd. Het Europees Gerecht is het daar niet mee eens en oordeelt dat het hoe dan ook moeilijk is te voorkomen dat andere speelgoedbedrijven ook blokjes maken die op een of andere manier aan elkaar bevestigd kunnen worden, maar dat de specifieke manier waarop Lego dat doet uniek is. Zij legt hiermee de nadruk van de bescherming op de rondjes en puntjes van het kliksysteem waar de blokjes over beschikken.
Louwers versterkt Haagse vestiging met komst Marijn Rooke
Marijn Rooke heeft in maart de overstap gemaakt van Eversheds Sutherland in Rotterdam naar Louwers IP|Technology Advocaten in de ‘Rode Olifant’ aan het Malieveld in Den Haag. Bij Eversheds heeft hij veel ervaring opgedaan met het adviseren en procederen over met name privacy- en IT-recht voor nationale en internationale cliënten.
Met de komst van Marijn bestaat het kantoor uit tien advocaten die vanuit Eindhoven en Den Haag zowel door nationale als internationale cliënten goed gevonden worden. Binnen het domein van de IT en privacy staat het kantoor zowel afnemers als leveranciers bij, variërend van grote corporates, high-end scale-ups tot organisaties in het (semi-)publieke domein.
Lees verder.
Aankondiging IE-C commentaar art. 12 Auteurswet - Antoon Quaedvlieg
Binnenkort verschijnt het commentaar op artikel 12 Auteurswet, geschreven door Antoon Quaedvlieg, op IE-C.
Art.12 Aw behandelt de openbaarmaking van een werk. In zijn commentaar gaat prof. mr. A.A. Quaedvlieg onder andere in op:
- Het nationale en Europese recht uitgelegd in het licht van
het internationale Verdragsrecht;
- Het begrip openbaar maken als koepelbegrip;
- Het recht van eerste openbaarmaking; verbreiden;
- Openbaarmaking in materiële vorm;
- Immateriële vormen van openbaarmaking;
- Recht van Mededeling aan het publiek in de Auteursrechtrichtlijn.
Artikel ingezonden door Syb Terpstra, bureau Brandeis.
Noot Syb Terpstra bij HvJ EU Atresmedia
Syb Terpstra (bureau Brandeis), noot onder HvJ EU 18 november 2020, zaak C147/19, ECLI:EU:C:2020:935 (Atresmedia) [IEF 19610] en [IEFbe 3152], gepubliceerd in IER 2021/6.
Inleiding
1. Een geluidsopname verliest zijn status als fonogram zodra die met toestemming van de naburig rechthebbenden is samengevoegd met beeld. Degene die het samengevoegde audiovisuele werk vervolgens openbaar maakt, hoeft daarvoor niet de in art. 8 lid 2 Verhuurrichtlijn genoemde billijke vergoeding te betalen.
2. Dit is in twee zinnen de uitkomst van het Atresmedia-arrestvan het Europese Hof van Justitie. Die uitkomst is verstrekkend voor de zogenaamde syncpraktijk. Voordat ik het arrest en de gevolgen daarvan bespreek, leg ik eerst in een notendop uit wat syncing is.
Lees verder.
Inhoudsopgave Jurisprudentie Geneesmiddelen (JGR)
Inhoudsopgave van het tijdschrift Jurisprudentie Geneesmiddelenrecht (JGR). Aflevering 1 – 25 maart 2021 - jaargang 22.
Apotheker
1. ‘Lidstaten kunnen nationale regels stellen aan onlineverkoop van receptvrije geneesmiddelen, mits deze aantoonbaar in het belang zijn van de volksgezondheid.’ Hof van Justitie van de Europese Unie, 1 oktober 2020, C-649/18, ECLI:EU:C:2020:764 met annotatie van mw. mr. dr. M.D.B. Schutjens.
Geheimhouding
2. ‘Beperkte kennisneming van processtukken die door College ter Beoordeling van Geneesmiddelen zijn ingebracht wordt deels toegewezen, deels afgewezen.’ Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23 maart 2020, 201904167/4/A3, ECLI:NL:RVS:2020:827. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/4.
3. ‘Beperkte kennisneming van interne stukken van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen is terecht.’ Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 3 november 2020, 202003610/2/A3, ECLI:NL:RVS:2020:2584. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/4.
4. ‘Beperkte kennisneming van een bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen ingediende zienswijze over openbaarmaking documenten wordt afgewezen’. Afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, 3 december 2020, 202002708/2/A3, ECLI:NL:RVS:2020:2841. Met annotatie van dhr. mr. drs. J.A. Lisman onder «JGR» 2021/2, «JGR» 2021/3 en «JGR» 2021/4.
Nieuw commentaar Auteurswet en BVIE op IE-C
Nieuw commentaar gepubliceerd in de databank Intellectuele Eigendom Commentaren (IE-C). Het commentaar, geleverd door Willem Grosheide en Merel Teunissen, heeft betrekking op artikel 10 Deel II Auteurswet. Het commentaar, geleverd door Peter Blok, heeft betrekking op artikelen 4.5 t/m 4.8 BVIE. Het commentaar is te vinden op www.ie-c.nl.
Audi heft derdenbeslag met succes op
Vzr. Rechtbank Rotterdam 16 maart 2021, IEF 19841, C/l01613305 / KG ZA 21-109 (Audi tegen Dejavu) De vof 'Dejavu' houdt zich bezig met de detailhandel in auto-onderdelen, waaronder bumpers en verlichting. Audi heeft in mei 2019 via een beschikking een inbreukverbod weten op te leggen aan Dejavu, wat uiteindelijk leidde tot beslagleggingen van Audi op zaken van Dejavu. Deze heeft Dejavu op haar beurt weer op weten te heffen. Uiteindelijk heeft Dejavu derdenbeslag weten te leggen op een aantal zaken ten laste van Audi. Audi vordert hier opheffing van. De voorzieningenrechter verklaart dat de dwangsommen die Audi zijn opgelegd niet zijn verbeurd waardoor de opheffing kan worden toegewezen.
Mijlpaal: Raiffeisen- und Volksbanken tegen Centrale Raiffeisen-Bank
HR 6 januari 1967, IEF 19840, ECLI:NL:HR:1967:AB3883 (Raiffeisen- und Volksbanken tegen Centrale Raiffeisen-Bank) De Centrale Raiffeisen-Bank, een van de banken die later zijn gefuseerd tot de Rabobank, was in een handelsnaamconflict beland met de Raiffeisen- und Volksbanken. Laatstgenoemde had een bijkantoor in Zevenaar bekend onder de naam: "Raivo Verzekering Maatschappij". De Centrale Raiffeisen-Bank was van mening dat zowel de naam van het bijkantoor als die van de Raiffeisen- und Volksbanken verwarringsgevaar veroorzaken als bedoeld in art. 5 Handelsnaamwet. Het Hof verklaarde dat de mate van afwijking voldoende gering was om te kunnen spreken van verwarring. Dit wordt vervolgens door de Hoge Raad bekrachtigd.
In dit arrest zijn twee belangrijke regels naar voren gekomen met betrekking tot het handelsnaamrecht:
Uitspraak ingezonden door Ernst-Jan Louwers en Esmée Fonville, Louwers IP|Technology Advocaten.
Geen inbreuk op handelsnaam en woordmerk, wel inbreuk op beeldmerk
Vzr. Rechtbank Gelderland 18 maart 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:2661 (Welson tegen gedaagde) Welson is een bedrijf dat zich hoofdzakelijk bezighoudt met het verkopen, plaatsen en onderhouden van zwembaden. Welson is tevens als woord- en beeldmerk geregistreerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Gedaagde drijft eveneens een onderneming die zich bezighoudt met het plaatsen en onderhouden van zwembaden. Sinds december 2020 opereert zijn onderneming onder de naam 'Wellux'. Welson ziet dit als inbreukmakend op haar handelsnaam, woordmerk en beeldmerk en vordert van gedaagde om haar onderneming niet meer onder deze naam te drijven. De voorzieningenrechter oordeelt dat er van te weinig overeenstemming tussen de namen 'Welson' en 'Wellux' sprake is om een inbreuk op de handelsnaam en het woordmerk van de eerstgenoemde te constateren. Wel verklaart deze dat er sprake is van inbreuk op het beeldmerk, wegens een grote mate van overeenstemming tussen de logo's.