De familie Wachtman, nieuwe roman van Christiaan Alberdingk Thijm
Op 20 januari verschijnt De familie Wachtman de nieuwe roman van Christiaan Alberdingk Thijm, auteur en partner bij bureau Brandeis.
De wetenschappelijke carrière van Philip Wachtman zit in een dip. Zijn promotieonderzoek over de anonimiteit van de spermadonor is overbodig geworden en hij dreigt gepasseerd te worden voor een benoeming tot hoogleraar. Hoe anders vergaat het zijn vriendin, stemactrice Freya de Koning, die zich op het hoogtepunt van haar roem bevindt. Maar er is één groot gemis. Freya is op haar negenendertigste nog kinderloos. Het ligt aan Philip, denkt Freya. Maar hij weet dat de oorzaak niet bij hem kan liggen. Wachtman heeft naar schatting 411 nakomelingen, het gevolg van uit de hand gelopen praktijkonderzoek bij de spermabank. Door een uitspraak van de rechter dreigt hij zijn levenswerk niet langer geheim te kunnen houden.
Achtervolgd door zijn verleden en een opdringerige studente, komt Wachtman gaandeweg tot de conclusie dat hij niet is wie hij dacht te zijn. Een indrukwekkende roman over maakbaarheid, identiteit en privacy.
Ambo|Anthos uitgevers, € 22,99, paperback, 378 blz, ISBN 9789026352508.
Reserveer hier alvast een exemplaar.
Internetconsultatie wijziging Rijksoctrooiwet 1995
Voorstel van de Kamerleden Ellemeet en Ploumen tot wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de introductie van een bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om een dwanglicentie in te zetten.
Lees meer over de consultatie op Overheid.nl.
Reclamerechtcongres op donderdag 28 januari
Onze eerste online editie van het Nationaal Reclamerechtcongres op 10 december was een geslaagd event! Persoonlijk gericht, met ruimte voor discussie en vragen. Binnenkort, op donderdagmiddag 28 januari, volgen we met deel 2. Ook dan komen we weer met nieuwe en boeiende onderwerpen, toegelicht door sprekers uit de praktijk!
Zo vertelt Bernadette van Buchem, lid raad van bestuur en vicevoorzitter van de Kansspelautoriteit, alles over reclame voor kansspelen. Een actueel onderwerp, nu dit voorjaar naar verwachting online kansspelen worden gelegaliseerd. Wat is toegestaan voor gokreclames en hoe ziet men daar op toe? Otto van der Harst, directeur van de Stichting Reclamecode, gaat in op online zelfregulering, de uitdagingen en nieuwe experimenten vanuit de Reclamecode Commissie. Jan-Pieter Hustinx, partner bij Picnic, deelt zijn inzichten over E-commerce vanuit de praktijk.
Tot slot vertellen Tim Claassen (Havas Lemz, VIA) en Baba Touré (Hammerfest, VIA, VEA) hoe reclamebureau’s om kunnen gaan met inclusiviteit en (het voorkomen van) sterotyping in reclame.
De tijden
14.00 – 14.45 Kansspelautoriteit (Ksa)
14.55 – 15.45 E-commerce
15.55 – 16.35 Stichting Reclame Code
16.45 – 17.30 Stereotyping, diversiteit en inclusiviteit in reclame
Kortom: ook nu hebben we een actueel programma, met toezichthouders, advocaten en sprekers uit de praktijk. Mis deze editie niet. Schrijf je hier in en schuif aan!
Uitspraak ingezonden door Armand Killan, Peter van Gemert en Kian Hsia, Bird & Bird.
Geen gebruik estimated data KPN
Rechtbank Den Haag 30 december 2020, IEF 19696, IT 3375; C/09/571729 / HA ZA 19-364 (Assia tegen KPN en Nokia) Vervolg op [IEF 18709]. Assia is de rechthebbende van het octrooi EP 790. Het octrooi heeft betrekking op de werkwijze van een digitaal communicatiesysteem. Het gaat daarbij om de afstemming van individuele parameters, waarbij een problematische parameter wordt gedetecteerd en de waarde ervan wordt gewijzigd om de belemmering te corrigeren of te compenseren. Dit maakt het beheer van het systeem praktischer. In deze werkwijze zijn er twee sleutelbegrippen: prioriteit en haalbaarheid. Prioriteit heeft betrekking op de aantrekkelijkheid van een bepaald doelprofiel en de haalbaarheid heeft betrekking op de feitelijke geschiktheid in de gegeven omstandigheden, die binair wordt bepaald. KPN past de vectorstandaard toe in haar VDSL systemen. Nokia levert daartoe aan KPN onder meer de voor toepassing van haar breedbandarchitectuur essentiele Digital Subscriber Line Access Multiplexer (hierna: "DSLAM"). Volgens ASSIA is daarmee het genoemde octrooirecht, dat is onderverdeeld in verschillende deelkenmerken, geschonden door KPN en Nokia. Assia wordt in het ongelijk gesteld. Het systeem van KNP/Nokia voldoet niet aan één van deelkenmerken van het octrooi, omdat daarin geen sprake is van toepassing van geschatte data.
Uitspraak ingezonden door Joost Becker, Dirkzwager.
Onrechtmatig gebruik van Scios-merk
Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 december 2020, IEF19697; ECLI:NL:RBZWB:2020:6829 (Stichting Scios tegen Inspectieland.nl) Kort geding. Eiseres richt zich op schemabeheer van het kwaliteitsmanagementsysteem op het gebied van inspecties en onderhoud aan onder meer technische installaties. Zij is eigenaar van het kwaliteitssysteem dat is ondergebracht in de Scios-certificatieregeling en is daarmee rechthebbende op de bekende Scios-merken, ingeschreven in de Benelux. Gedaagde is een niet Scios-gecertificeerde onderneming. Op de website van gedaagde werden Scios-merken gebruikt. Eiseres stelt zich op het standpunt dat gedaagde inbreuk maakt op haar merkrechten en stelt dat gedaagde zich schuldig maakt aan misleidende reclame, in de zin van artikel 6:194 BW. Daarop heeft eiseres gedaagde gesommeerd dit handelen direct te staken. Gedaagde heeft daarop de logo's verwijderd en stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van misleiding, omdat via de website opdrachtgevers in contact worden gebracht met gecertificeerde inspectiebedrijven die conform de reglementen werken. Gedaagde wordt bevolen zich van ieder gebruik van de Scios-merken te onthouden en dient hierover een rectificatie op haar website te plaatsen. Er is sprake van merkinbreuk door gedaagde. En dat door het gebruik van dit merk zij zich schuldig hebben gemaakt aan het doen van misleidende mededelingen.
Gerecht EU: geen verwarringsgevaar merk Athlon
Gerecht EU 15 oktober 2020, IEF 19695, IEFbe 3169; ECLI:EU:T:2020:488 (Decathlon tegen Athlon Custom Sportswear PC) Op 14 december 2016 heeft Athlon een aanvraag gedaan bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) voor de registratie van een Uniemerk, in de klassen 25 'kleding, hoeden' en 28 'sportartikelen- en apparatuur'. Op 14 april 2017 heeft Decathlon hiertegen oppositie ingesteld, op grond van artikel 41 van de Verordening (EG) nr. 207/2009. De oppositie wordt gebaseerd op het Unie-woordmerk Decathlon, dat geregistreerd staat sinds 28 april 2004, eveneens voor de klasse 25. In eerste instantie wordt de oppositie gegrond verklaard, omdat er sprake zou zijn van verwarringsgevaar in de zin van artikel 8 lid 1 sub b van de Verordening (EG) 2017/1001. De Kamer van beroep vernietigt echter deze beslissing. Hiertegen richt zich de vordering van Decathlon. Zij eist dat de beslissing op de oppositie in stand wordt gehouden. De vraag is of verwarringsgevaar bestaat tussen de twee merken. De vordering wordt afgewezen. Er zijn weinig visuele gelijkenissen tussen de merken en er is sprake van een weinig onderscheidend vermogen van het merk van Decathlon. Voor het algemene, relevante publiek valt er geen verwarring te duchten.
Onrechtmatige uitlatingen zwarte lijst artsen
Rechtbank Midden-Nederland 8 januari 2021, IEF 19694, IT 3372; ECLI:NL:RBMNE:2021:23 (Stichting SOS tegen SIN.nl) Ten grondslag aan dit kort geding ligt de rechtmatigheid van de zwarte lijst met artsen, die via domeinnaam www.zwartelijstartsen.nl op internet wordt aangeboden door Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland (SIN-nl). Op deze website worden zowel artsen als zorgverleners vermeld en neergezet als plegers van 'medische misdrijven'. Daarop heeft Stiching Stop Online Shaming (Stichting SOS) een vordering ingesteld om SIN.nl deze uitlatingen, die volgens hen in strijd zijn met de Algemene Verordening Gegevensbescherming, te doen laten stoppen. Ook vordert Stichting SOS om gedaagden de ingang te verbieden naar de domeinnaam en om gedaagden een verzoek te laten indienen bij Google, om alle verwijzingen naar de website te laten verwijderen.
Verdiepingsseminar nieuwe Franchisewetgeving op 21 januari
De inwerkingtreding van de nieuwe Franchisewet per 1 januari 2021 heeft aanzienlijke gevolgen voor ondernemers en voor uw rechtspraktijk. Hoe grijpt dit in op bijvoorbeeld contracten? In de komende weken zetten verschillende experts de praktische gevolgen uiteen in een serie korte online seminars.
Op donderdag 21 januari besteedt Esther Brons-Stikkelbroeck in een verdiepend seminar aandacht aan:
Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert en Nini Blom, Leeway Advocaten, en Carja Mastenbroek, Good Law.
Verzoek nietig verklaren vormmerk wordt afgewezen
EUIPO 17 december 2020, IEF 19693, IEFbe 3168; C 40365 (Looplabb tegen Izipizi) Het EUIPO oordeelt dat de door Izipizi geregistreerde verpakking als zodanig (dus zonder vermelding van het woord Izipizi) géén onderscheidend vermogen heeft. Omdat het merk is gedeponeerd met de omschrijving “driedimensionaal merk” en het depot vier kanten van het teken laat zien, is het duidelijk dat het om een vormmerk gaat. Uit de grafische vormgeving blijkt dat het om een doos voor brillen gaat. Voor vormmerken geldt geen verzwaarde eis dat zij onderscheidend vermogen zouden moeten hebben verkregen. De vereisten voor het aannemen van onderscheidend vermogen zijn hetzelfde als voor andere merken. Echter, de perceptie van het publiek kan wel anders zijn, doordat consumenten die de vorm van een product zien daar niet altijd de herkomst uit afleiden. Dit is alleen het geval bij een vorm die aanzienlijk afwijkt van de gebruikelijke norm in de industrie. Het onderscheidend vermogen moet beoordeeld worden ten aanzien van het gehele teken, en met betrekking tot de waren en/of diensten waarvoor het is geregistreerd. Als één element onderscheidend is, kan daarom het hele teken onderscheidend zijn. Het woord IZIPIZI heeft sterk onderscheidend vermogen. Om deze reden is het hele teken onderscheidend. Er hoeft geen onderzoek te worden gedaan naar de mate waarin de vorm afwijkt van de gebruiken in de industrie.
NXP in ongelijk gesteld
HR 8 januari 2021, IEF 19692, ECLI:NL:HR:2021:37 (Infineon tegen NXP) Zie [IEF 18431] en de Conclusie A-G [IEF 19379]. Deze merkenzaak betreft een geschil tussen twee chipfabrikanten. NXP is eigenaar van de ‘zogeheten Mifare-technologie’, die wordt gebruikt in chipkaarten en kaartlezers voor het openbaar vervoer. Met deze technologie is NXP wereldwijd marktleider op het gebied van electronic ticketing. NXP is tevens houdster van diverse Mifare-merken, waaronder twee woordmerken ‘MIFARE’. Infineon brengt kaartchips op de markt, in concurrentie met NXP. Infineon vermeldt bij de productspecificaties van een deel van haar kaartchips dat deze ‘Mifare compatible’ zijn. Volgens NXP vormt een dergelijke uiting een inbreuk op haar merkrechten en een vorm van ongeoorloofde vergelijkende reclame.