Zelf regulerend opgetreden medische professie door zelf een norm te ontwikkelen voor co-auteursrecht
Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 maart 2019, IEF 18384; ECLI:NL:RBAMS:2019:2198 (AMC tegen X) Auteursrecht. Co-auteur. Gedaagde heeft voor het AMC gewerkt en deed in deze hoedanigheid onderzoek naar het eiwit-enzym Creatine Kinase. Naar aanleiding van verschillende onderzoeken zijn verschillende publicaties verschenen, waarvan gedaagde claimt co-auteur te zijn. Het AMC is van mening dat gedaagde geen recht heeft op vermelding als co-auteur. Het AMC heeft het promotieonderzoek gefaciliteerd en gefinancierd, al daarom heeft het een voldoende belang bij zijn vorderingen. In de kern gaat het om de vraag of gedaagde als co-auteur van verschillende publicaties moet worden erkend. Wetenschappelijk onderzoek moet hier namelijk vaak in teamverband worden verricht vanwege de hoge mate van complexiteit, waarbij vanuit verschillende invalshoeken en vakgebieden een bijdrage wordt geleverd, en vanwege de vaak omvangrijke onderzoeksopzet die nodig is voor de representativiteit van de verzamelde gegevens. De Auteurswet regelt deze kwestie niet uitdrukkelijk. Daarom heeft de medische professie hier zelf regulerend opgetreden, door zelf een norm te ontwikkelen die inhoudt dat het auteursrecht toekomt aan diegenen die een wezenlijke intellectuele bijdrage hebben geleverd aan de opzet van het onderzoek of aan de vergaring, analyse en interpretatie van de data die bij het onderzoek worden gebruikt. Bovendien moeten degenen die auteursrecht claimen, hebben bijgedragen aan het schrijven of redigeren van de publicatie, de definitieve tekst hebben goedgekeurd en zich ervan hebben verzekerd dat alle vragen met betrekking tot de juistheid en integriteit van het werk, voldoende zijn onderzocht en opgelost. De norm vertoont enige gelijkenis met het juridische maatschapsbegrip, maar stelt meer specifieke eisen aan de kwaliteit van de inbreng. Deze norm is, als soft law, ook in rechte van belang. Het moet gaan om een bijdrage van wezenlijk belang voor de kwaliteit van de publicatie.
Geen overtreding concurrentiebeding vanwege gebruik houtsoorten
Rechtbank Amsterdam 20 februari 2019, IEF 18391; ECLI:NL:RBAMS:2019:1175 (TTC tegen X) Schending geheimhoudings-, relatie- en concurrentiebeding? TTC is een groothandel in hout en plaatmateriaal.Gedaagde voert een groothandel in hout en plaatmateriaal. Partijen hebben een management-overeenkomst gesloten. TTC is geen (auteurs)rechthebbende op de wijze van schuin lamineren van hout. Er is geen sprake van eigen intellectuele schepping. Er is geen overtreding van het concurrentiebeding omdat er geen bepaling is opgenomen die het gebruik van bepaalde houtsoorten (Meranti en Sapeli) beperkt. Tussen TTC en gedaagde is een nadere mondelinge overeenkomst tot stand gekomen. Hierbij geeft TTC voorwaardelijk toestemming aan gedaagde voor het gebruik van de aan haar toebehorende knowhow op het gebied van schuin lamineren. De voorwaarde hield in dat gedaagde genoemde houtsoorten niet zou gebruiken. Vaststaat dat die door gedaagde niet zijn gebruikt.
Ook foto gemaakt met mobiele telefoon kwalificeert als werk in auteursrechtelijke zin
Ktr Rechtbank Amsterdam 15 maart 2019, IEF 18388; ECLI:NL:RBAMS:2019:1930 (X tegen Rodi Media) Auteursrecht. Inbreuk. Eiseres heeft tijdens een musicalvoorstelling een foto gemaakt. Deze foto is later overgenomen door Rodi Media, een bedrijf dat onder anderen het blad ‘Almere Deze Week’ uitgeeft, zonder de naam van eiseres daarbij te vermelden. De foto kwalificeert als werk, het feit dat deze met een mobiele telefoon is gemaakt doet er verder voor de beoordeling niet toe. Dat er een inbreuk is staat dus vast. Nu eiseres niet als professionele fotograaf kan worden aangemerkt is er onvoldoende aanleiding om bij de tarieven van Foto Anoniem aan te sluiten. Daarom wordt een redelijke schadevergoeding van 426 euro toegewezen.
Conclusie AG: Lidstaten moeten materieel recht vaststellen voor passende schadeloosstelling voor schade geleden door voorlopige maatregelen
Conclusie AG HvJ EU 11 april 2019, IEF18389, IEFbe 2864, LS&R 1700; ECLI:EU:C:2019:324 (Bayer Pharma) Passende schadeloosstelling. Schadeloosstelling voor schade toegebracht door maatregelen die door de rechter later zijn herroepen of wegens enig handelen of nalaten van de eiser later zijn vervallen, of wanneer de rechter later heeft vastgesteld dat er geen inbreuk of dreiging van een inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten was:
1) Artikel 9, lid 7, van [IE-Handhavingsrichtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat de lidstaten zorg moeten dragen voor de vaststelling van materieelrechtelijke regels betreffende het recht van de verweerder op schadeloosstelling voor schade toegebracht door voorlopige maatregelen in de in die bepaling bedoelde situaties, met dien verstande dat die regels de vaststelling moeten waarborgen van een doeltreffende regeling en doeltreffende rechtsmiddelen die de verweerder in staat stellen om een passende vergoeding te krijgen voor alle geleden schade, en dat zij de houder van een intellectuele-eigendomsrecht niet ervan mogen weerhouden om te verzoeken om de in artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn 2004/48 bedoelde maatregelen.
HvJ EU: Inbreuk op testlabel-merk als derde ongerechtvaardigd voordeel trekt
HvJ EU 11 april 2019, IEF 18390, IEFbe 2863; ECLI:EU:C:2019:317 (ÖKO-Test Verlag tegen Dr. Rudolf Liebe Nachf) Merkenrecht.
1) Artikel 9, lid 1, onder a) en b), [UniemerkenVo] en artikel 5, lid 1, onder a) en b) [Merkenrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat de houder van een individueel merk bestaande uit een testlabel zich op grond van die bepalingen niet ertegen kan verzetten dat een derde een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met dit merk aanbrengt op waren die noch dezelfde zijn als noch soortgelijk zijn aan de waren of diensten waarvoor dat merk is ingeschreven.
2) Artikel 9, lid 1, onder c), van verordening nr. 207/2009 en artikel 5, lid 2, van richtlijn 2008/95 moeten aldus worden uitgelegd dat de houder van een bekend individueel merk bestaande uit een testlabel zich op grond van die bepalingen ertegen kan verzetten dat een derde een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met dit merk aanbrengt op waren die noch dezelfde zijn als noch soortgelijk zijn aan die waarvoor dat merk is ingeschreven, indien is aangetoond dat deze derde daardoor ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van dat merk en de derde in dit geval niet heeft aangetoond dat er een „geldige reden” in de zin van die bepalingen is voor het aanbrengen van dat teken.
Geen wilsovereenstemming gebruik foto's op canvas of verwerking tot olieverfschilderij
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 18 maart 2019, IEF 18386; ECLI:NL:OGEAC:2019:53 (X tegen BDC en BDT) Auteursrecht. Deze zaak gaat over het gebruik door BDT (en/of BDC) van foto’s die door eiseres zijn gemaakt en waarvan het auteursrecht bij haar rust. Dat laatste staat tussen partijen niet ter discussie. Verweerder meent echter dat zij met eiseres een overeenkomst heeft gesloten op grond waarvan zij gerechtigd was om de foto’s te gebruiken en af te drukken op canvas dan wel te verwerken tot een olieverfschilderij. Het gerecht concludeert dat tussen partijen geen wilsovereenstemming is ontstaan. Gevorderd wordt de vernietiging van inbreukmakende zaken en schadevergoeding in de vorm van winstafdracht.
Uitspraak ingezonden door Moïra Truijens en Mathijs Peijnenburg, Hoogenraad & Haak.
Geen verwarringsgevaar ondanks identieke namen Sea You restaurant en hotel
Vrz. Rechtbank Den Haag 10 april 2019, IEF 18392 (Sea You tegen Hotel de Ossewa) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Eiseres, Sea You, is op 1 januari 2015 opgericht en runt een restaurant aan de kust in Velsen-Noord. Voor 1 januari 2015 was de exploitatie van dit restaurant ondergebracht in Sea You B.V. In de exploitatie van het restaurant Sea You komt deze term herhaaldelijk voor. Tot 21 september was de voorganger van eiser houder van het woordmerk Sea You. De registratie is vervallen omdat deze niet tijdig is verlengd. Gedaagden zijn eigenaar van een hotel aan de kust in Noordwijk. Dit hotel is sinds het in eigendom overgaan op gedaagden in april 2015 de handelsnaam ‘Sea You Hotel Noordwijk’ gaan voeren. Eiseres vordert stelt dat dit een inbreuk is op haar merkrecht. De handelsnaam is niet beschrijvend van aard. De handelsnaam heeft dus onderscheidend vermogen. Er is geen verwarringsgevaar nu de ondernemingen op verschillende locaties verschillende diensten aanbieden. Er is geen sprake van een merkdepot te kwader trouw, nu enkel het weten van het bestaan van een eerder merk hier onvoldoende grond voor is. Verder is er ook geen sprake van onrechtmatig handelen. Eiseres moet als in het ongelijk gestelde partij de proceskosten vergoeden, haar vorderingen worden afgewezen.
Bijdrage ingezonden door Nine Bennink, Van Kaam advocaten.
Nine Bennink - Noot over 1019h Rv onder drie fotozaken
Nine Bennink, Noot onder drie fotozaken, IEF 18393. Noot onder IEF 18309; IEF 18274 en IEF 18337. (...) Er bestaat helaas na de omzetting in 2006 dus nog geen helderheid over de toepassing van dit artikel. In de tussentijd moeten wij ons zien te redden met casuïstische rechtspraak en verschillende uitleg over de begrippen ‘desgevorderd’, ‘billijkheid’ (slaat op de vraag of de toewijzing van de kostenveroordeling billijk is) en ‘redelijk en evenredig’ (slaat op de vraag of de hoogte van de kosten redelijk en evenredig zijn). Dat valt niet mee, zoals ook de onderhavige vonnissen laten zien. Lees verder
Ook onopzettelijk onrechtmatig gebruik foto is inbreuk op auteursrechten
Ktr. Rechtbank Amsterdam, 26 maart 2019; ECLI:NL:RBAMS:2019:2267 (X tegen De Vinderij) Auteursrecht. Inbreuk. X is een gediplomeerd beroepsfotograaf. De Vinderij biedt een online platform waarop studenten een sociale bijbaan kunnen vinden. In dit kader exploiteert de Vinderij ook de website www.oppastips.nl. Op deze website heeft de Vinderij (zonder licentie) een foto van de hofvijver genomen door X getoond. Dit is een inbreuk op de auteursrechten van X, het feit dat deze inbreuk onopzettelijk is geweest doet daar niets aan af. De vordering tot het staken en gestaakt houden van de inbreuk wordt toegewezen, ondanks dat de website www.oppastips.nl al uit de lucht is, nu De Vinderij nog steeds verantwoordelijk is voor de website. De Vinderij hoeft niet de herkomst van de foto bekend te maken nu deze niet meer te achterhalen is. De te vergoeden schade wordt begroot op 750 euro, om deze vast te stellen is aangeknoopt bij de gederfde licentievergoeding.
Tafelblad van hobbelig gelaten mangohout is creatieve keuze
Rechtbank Midden-Nederland 9 januari 2019, IEF 18380; ECLI:NL:RBMNE:2019:23 (Mangohouten tafelblad) Auteursrecht. Eiseres heeft twee types tafels ontworpen. Beide types tafels zijn verkrijgbaar in verschillende afmetingen. Gedaagde weerspreekt dat aan de tafels auteursrechtelijke bescherming toekomt: de vormgeving is dermate banaal dat er geen sprake kan zijn van een originele oorspronkelijke creatie met het persoonlijk stempel van de maker. De rechtbank is van oordeel dat bij het ontwerp van de tafels creatieve keuzes zijn gemaakt en dat die keuzes samen hebben geleid tot een persoonlijk stempel van de maker op het ontwerp. Doorslaggevend voor het oordeel over een van de tafels is dat het een blad heeft van mangohout, dat hobbelig is gelaten en bewerkt om de indruk van oud hout te geven. Daarnaast wijkt de vormgeving van de hairpin-poten voldoende af van wat al in de markt bestond.