Nog enkele plaatsen voor IE-Diner 2019
Ook dit jaar trapt deLex af met het IE-diner, hèt moment voor een goed glas wijn met boeiende tafelgenoten en sprankelende speeches, op een bijzondere locatie in Amsterdam. Peter Blok, Marijn Kingma, Carja Mastenbroek en Rogier de Vrey staan samen met ceremoniemeester Bernt Hugenholtz garant voor een unieke avond. Inschrijven is nu nog mogelijk!
Datum: Donderdag 24 januari 2019, vanaf 18.00 uur
Dresscode: Feestelijk
Locatie: Hotel Arena, in de Kapel
Inschrijven, meer informatie of dieetwensen?
Mail naar info@delex.nl, of schrijf in via de website.
Let op: het aantal plaatsen is beperkt.
Delen vertrouwelijke opname door journaliste rechtmatig, raadslid wordt geacht bewust te zijn van risico
Hof Arnhem-Leeuwarden 11 december 2018, IEF 18195; IT 2707; ECLI:NL:GHARL:2018:10765 (Opnemen telefoongesprek raadslid) Privacy. Mediarecht. Geintimeerde, aanwezig bij telefoongesprek journalist met een raadslid, heeft het gesprek opgenomen terwijl het op luidsprekerstand stond. Ze heeft de opname beschikbaar gesteld aan de gemeenteraad. De rechtbank heeft in een vonnis bewezenverklaard dat journaliste zich schuldig heeft gemaakt aan het zonder toestemming opnemen en dat zij strafbaar is, maar heeft geen straf of maatregel opgelegd. Dat door de journaliste met het schenden van het telefoongeheim strafrechtelijke grenzen zijn overschreden, betekent tot slot nog niet dat aan de verkregen informatie als zodanig geen waarde kan worden toegekend in de hier te maken afweging. De omstandigheid dat het raadslid niet wist dat het gesprek werd opgenomen, doet niet af aan het feit dat hij met het delen van vertrouwelijke informatie uit de school heeft geklapt op een wijze die niet past bij zijn rol als lid van de vertrouwenscommissie en openbaar bestuurder. Zwaarwegend publiek belang bij het naar buiten treden. Geintimeerde kon ook op andere wijze haar boodschap overbrengen, maar zij geniet als journaliste een ruime beoordelingsvrijheid. Als raadslid en fractievoorzitter - dus als publiek persoon bekend met de pers - had hij zich bewust moeten zijn van het risico dat ondanks de door hem gevraagde vertrouwelijkheid (delen van) het gesprek openbaar gemaakt zouden kunnen worden. Grieven falen.
Uitspraak ingezonden door Diederik Stols, Boekx Advocaten.
Geen exclusief forumbeding Music Nations en Illuminata, vordering exclusiviteit Ierse rechter afgewezen
Rechtbank Amsterdam 2 januari 2019, IEF 18194 (Music Nations tegen Illuminata) Procesrecht. Zoom.in verleent diensten aan videomakers die hun eigen content online zetten via YouTube. Illuminata is een zustervennootschap. Music Nations (Brits) richt zich op exploitatie van YouTube-kanalen, gerelateerd aan muziek. Music Nations heeft met Illuminata een Multi Channel Network - Co Management Agreement. Music Nations heeft in 2017 voor de High Court Dublin een spoedprocedure aanhangig gemaakt tegen Illuminata en Zoom.in. In incident vordert Illuminata dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, omdat partijen in de agreement een forumkeuzebeding zijn overeengekomen op grond waarvan de Ierse rechter bevoegd is. Het overeengekomen beding luidt "the parties sumbit to the non-exclusive jurisdiction of the Irish courts", waardoor ook andere gerechten van andere lidstaten als bevoegde rechter kunnen worden aangewezen. Afwijzing incidentele vordering.
Uitspraak ingezonden door Timme Geerlof, Gerard van der Wal en Shar Said, Windt Le Grandh Leeuwenburgh.
Grieven grotendeels afgewezen, merkinbreuk op Abbott c.s. o.g.v. art. 9 lid 4 GMVo
Hof Arnhem-Leeuwarden 15 januari 2019, IEF 18193 (HTG c.s. tegen Abbott C.S.) Merkenrecht. Procesrecht. Zie eerder [IEF 17132] .Verhandeling door HTG c.s. van herverpakte Freestyle Lite test strips in de Verenigde Staten van Amerika. Op grond van artikel 9 lid 4 GMVo kan een merkhouder zich verzetten tegen de binnenkomst in de Unie van oorspronkelijke merkgoederen die zijn geplaatst onder de regelingen extern douanevervoer of douane-entrepot (de zogenoemde T1 status). Aan de hand hiervan inbreuk op Uniemerken Abbott c.s. Vernietiging vonnis eerste aanleg wat betreft de wijze waarop inzage dient te worden verstrekt. Er mocht niet direct inzage worden genomen in alle informatie in het bewijsbeslag, omdat vaststond dat het bewijsbeslag veel bescheiden bevatte die buiten de reikwijdte van het beslagverlof vielen en bij inzage waarvan Abbott c.s. geen rechtmatig belang had. Hoogte opgelegde dwangsomveroordeling verlaagd. Incidenteel appel Abbott c.s. tot veroordeling HTG c.s. tot verstrekking van elektronische kopieën van niet of niet leesbaar verstrekte kopieën van documenten uit de opgave afgewezen. HTG veroordeeld in hogere proceskosten in eerste aanleg.
Uitspraak ingezonden door Dirk-Jan Ridderinkhof, Hogan Lovells.
Vordering Sandoz afgewezen, gekozen vertrekpunt geeft prioriteitsdatum stand van techniek niet aan m.b.t. pemetrexed en foliumzuur
Rechtbank Den Haag 16 januari 2019, IEF 18192; LS&R 1689; ECLI:NL:RBDHA:2019:321 (Sandoz tegen Eli Lilly) Octrooirecht. Sandoz vordert vernietiging van het Nederlandse deel van het Europees octrooi EP 1 313 508 B1 van Lilly, omdat conclusies 1 t/m 9 en 12 t/m 14 wegens een gebrek aan nieuwheid in het licht van Worzella, waaraan de conclusies 10 en 11 niets inventiefs toevoegen omdat de daarin geclaimde varianten voor de gemiddelde vakman voor de hand liggen. Daarbij stelt Sandoz dat het octrooi ook nietig is vanwege een gebrek aan inventiviteit. Lilly heeft bij conclusie van antwoord gemotiveerd aangevoerd dat de tweede-medische-indicatie conclusies (en “mutatis mutandis” de conclusies 12 tot en met 14) van EP 508 hun nieuwheid ontlenen aan het voorgenomen nieuwe therapeutisch gecombineerde gebruik van pemetrexed dinatrium en vitamine B12 (en - kort gezegd - foliumzuur voor conclusie 2), welk therapeutisch gebruik in Worzalla hoe dan ook niet wordt geopenbaard. Verder gaat de rechtbank voorbij aan de stelling van Sandoz dat de toediening van foliumzuur in een combinatietherapie met pemetrexed op de prioriteitsdatum stand van de techniek was, laat staan dat de toepassing van die therapie op die datum als behorend tot de algemene vakkennis kon worden aangemerkt. Geen van de inventiviteitsaanvallen slaagt. Vordering afgewezen.
Uitspraak ingezonden door Daan de Lange en Boukje van der Maazen, Brinkhof.
Vorderingen Searle afgewezen, niet te verwaarlozen kans nietig bevinden ABC darunavir
Vzr Rechtbank Den Haag 8 januari 2019, IEF 18191; LS&R 1688; ECLI:NL:RBDHA:2019:72 (Searle tegen Sandoz) Octrooirecht. Aanvullend beschermingscertificaat. Hoofdzaak na eerder provisioneel vonnis [IEF 18076]. Toepassing Eli Lilly arrest en Gilead arrest. Er bestaat een serieuze, niet te verwaarlozen kans dat het ABC dat is verleend voor darunavir in een bodemprocedure nietig wordt bevonden vanwege strijd met art. 3 sub a ABC-Verordening. Vorderingen afgewezen.
Conclusie AG: beperk verwijderingen koppelingen die exploitanten van zoekmachine moeten uitvoeren tot niveau EU
Conclusie AG 10 januari 2019, IT 2705; IEF 18190; IEFbe 2807; C-507/17; ECLI:EU:C:2019:15 (Google tegen CNIL) Privacy. Domeinnaamrecht. Via het persbericht. AG Szpunar stelt het Hof voor om vast te stellen dat de exploitant van een zoekmachine bij inwilliging van een verzoek tot verwijdering van koppelingen niet verplicht is om deze verwijdering toe te passen op alle domeinnamen van zijn zoekmachine zodat de betrokken koppelingen niet langer verschijnen ongeacht de plaats van waaruit de zoekopdracht op de naam van de indiener van het verzoek wordt uitgevoerd. Daarentegen benadrukt de advocaat-generaal dat zodra een recht op verwijdering van koppelingen binnen de Unie is vastgesteld, de exploitant van een zoekmachine alle mogelijke maatregelen moet nemen om te zorgen voor een doeltreffende en volledige verwijdering van de koppelingen binnen het grondgebied van de Europese Unie, ook via de techniek van „geoblocking”, vanaf een IP-adres dat wordt geacht zich te bevinden in een van de lidstaten, ongeacht de domeinnaam die wordt ingevoerd door de internetgebruiker die de zoekopdracht uitvoert. Lees verder.
Geen onvoorwaardelijke afgifte deliverables afgesproken, vorderingen afgewezen
Vzr. Rechtbank Overijssel 5 december 2018, IEF 18189; IT 2701; ECLI:NL:RBOVE:2018:4833 (Vita Motion tegen Sintecs) Contractrecht. Vita Motion heeft een zorgrobot ontwikkeld. Een deel van de software heeft Sintecs in opdracht van Vita Motion verder ontwikkeld. Na beëindiging van hun samenwerking is tussen partijen discussie ontstaan over de afgifte van intellectuele eigendomsrechten (deliverables). Vita vordert nakoming van de verplichting tot afgifte van de deliverables omdat volgens haar uitdrukkelijk is overeengekomen dat Sintex de deliverables gedurende het project oplevert. Echter blijkt uit de overeenkomst dat de deliverables eerst door Sintecs moeten worden afgegeven wanneer overeenstemming bestaat over de gewerkte en gefactureerde uren. Onvoorwaardelijke afgifte zijn partijen naar oordeel van de voorzieningenrechter niet overeengekomen. Vita heeft voor de afgifte geen zelfstandig belang aangevoerd. De huidige situatie brengt de voortgang van de ontwikkeling van de zorgrobot niet onmiddelijk in gevaar, zodanig dat de verlangde afgifte van de deliverables onmiddellijk is vereist. Vorderingen afgewezen.
Geen auteursrecht op taxibord, uitvoeringen en materialen gebruikelijk in vormgevingserfgoed
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 31 oktober 2018, IEF 18188; ECLI:NL:RBMNE:2018:5237 (Auteursrecht taxibord) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Eiseres sub 1 is een onderneming gespecialiseerd in daklichten en taxiborden. Gedaagde sub 1 houdt zich bezig met de verkoop, installatie en belettering van dakborden voor lesauto's en taxi's. Begin 2018 is zij gestart met het ontwerpen van een nieuw daklicht. Eiseres sub 1 stelt dat gedaagde sub 1 inbreuk maakt op haar auteursrecht. Uit het vormgevingserfgoed blijkt dat de uitvoering en materialen gebruikelijk zijn. Geen auteursrechtinbreuk Door ontbreken oorspronkelijkheid en creativiteit in het taxibord van eiseres is ook niet te zeggen dat het beweerdelijk nagebootste product een eigen plaats heeft op de markt. Geen slaafse nabootsing. Vorderingen afgewezen.
Conclusie AG: Verbod toepassing regels die zoekmachines verbieden fragmenten persproducten aan te bieden zonder voorafgaande toestemming uitgever
Conclusie AG 13 december 2018, IEF 18187; IEFbe 2699; IT 2806; C-299/17; ECLI:EU:C:2018:1004 (VG Media tegen Google) Auteursrecht. Naburig recht. Via het persbericht. In 2013 heeft Duitsland een naburig recht van het auteursrecht ingevoerd voor uitgevers van perspublicaties, zonder de ontwerpwetgeving aan de Commissie mee te delen. In de nieuwe bepalingen wordt vastgesteld dat commerciële exploitanten van een internetzoekmachine (en commerciële dienstenaanbieders die content bewerken) – anders dan andere gebruikers, waaronder commerciële gebruikers – zonder passende toestemming geen fragmenten – behalve losse woorden of zeer korte tekstfragmenten – van bepaalde content in de vorm van tekst, afbeeldingen of video verstrekt door uitgevers van perspublicaties mogen aanbieden. VG Media is een Duitse organisatie voor collectief beheer die auteursrechten en naburige rechten in naam van, onder andere, uitgevers van perspublicaties beheert. VG Media heeft namens haar leden een schadevordering tegen Google ingesteld bij het Landgericht Berlin (rechter in eerste aanleg van Berlijn) met betrekking tot het gebruik dat Google sinds 1 augustus 2013 maakt van tekstfragmenten, afbeeldingen en video’s uit door leden van VG Media geproduceerde pers- en mediacontent, zonder daarvoor een vergoeding te betalen. Lees verder.