IEF 22374
14 november 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Endstra

 
IEF 22373
14 november 2024
Uitspraak

Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer

 
IEF 22332
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IEF 17576

Ernstig schadelijke verkrachtingsvideo afgeschermd van jongeren met technisch maatregel

Rechtbank Gelderland 13 mrt 2018, IEF 17576; ECLI:NL:RBGEL:2018:1112 (Autoplay geweldadig, seksuele video)), https://ie-forum.nl/artikelen/ernstig-schadelijke-verkrachtingsvideo-afgeschermd-van-jongeren-met-technisch-maatregel

Rechtbank Gelderland 13 maart 2018, IEF 17576; ECLI:NL:RBGEL:2018:1112 (autoplay geweldadig, seksuele video) Uit het Persbericht: Het Commissariaat voor de Media heeft [na beslissing op bezwaar, IEF 15896] een online mediadienst een boete opgelegd van 75.000 euro, omdat de mediadienst video’s met gewelddadige porno niet voor minderjarigen had afgeschermd. Het betreft twee video’s met expliciete verkrachtingsporno op twee websites. Er was geen enkele (technische) maatregel getroffen om deze video’s af te schermen voor jongeren onder de zestien jaar. Bovendien speelden de video’s direct af bij het openen van de pagina. De rechter heeft deze week geoordeeld dat het Commissariaat de boete terecht heeft opgelegd. De rechter maakt hiermee duidelijk dat het de verantwoordelijkheid is van online mediadiensten om kinderen actief te beschermen tegen schadelijke content. Vanwege het feit dat de zaak lang onder de rechter is geweest heeft de rechter de boete verlaagd met 10.000 euro.

IEF 17575

Geen schadevergoeding voor plaatsing foto van T390 oldtimer caravan op verenigingssite

Kantonrechter 15 jan 2018, IEF 17575; ECLI:NL:RBAMS:2018:133 (Stichting tot behoud van de oldtimer caravan tegen Constructam Caravan Club), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-schadevergoeding-voor-plaatsing-foto-van-t390-oldtimer-caravan-op-verenigingssite

Ktr. Rechtbank Amsterdam 15 januari 2018, IEF ; ECLI:NL:RBAMS:2018:133 (Stichting tot behoud van de oldtimer caravan tegen Constructam Caravan Club) Auteursrecht. Foto een werk, geen professionele fotograaf of commercieel belang, geen schade. CCC houdt zich bezig met het organiseren van bijeenkomsten voor kennisoverdracht van bouw, herstel en onderhoud van de Constructam-caravan middels lezingen en demonstraties. CCC heeft een foto van een T390 caravan geplaatst op haar site. De Stichting is op grond van artikel 1 Auteurswet en vordert met succes verklaring voor recht dat inbreuk is gemaakt op de T390 foto. Gelet op het feit dat de foto niet is gemaakt door een professionele fotograaf en geen commercieel belang is gemoeid met de foto kan niet worden ingezien dat het genoemde tarief van €600 een redelijke prijs is voor het publiceren van de foto.

IEF 17574

Conclusie AG ingezonden door Alexander de Leeuw, Paul Marcelis, Richard Ebbink, Brinkhof en Thijs van Aerde, Houthoff.

Conclusie AG: Gegrondbevinding van de rechtsklacht proceskosten over ingetrokken IE-kortgeding

Hoge Raad 2 mrt 2018, IEF 17574; ECLI:NL:PHR:2018:163 (Becton Dickinson tegen B. Braun Melsungen), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-gegrondbevinding-van-de-rechtsklacht-proceskosten-over-ingetrokken-ie-kortgeding

Conclusie AG HR 2 maart 2018, IEF 17574; ECLI:NL:PHR:2018:163 (Becton Dickinson tegen B. Braun Melsungen) IE-procesrecht. Art. 1019h Rv bij gehonoreerd procedureel niet-ontvankelijkheidsverweer. In dit octrooi-inbreuk kortgeding over intraveneuze katheters is de Haagse voorzieningenrechter [IEF 16045] tot afwijzing gekomen wegens gebrek aan spoedeisend belang. Vervolgens heeft Braun te laat geappelleerd. In cassatie gaat het alleen om een proceskostenvraag: kon het hof de kosten gemoeid met de ontvankelijkheidsvraag in appel buiten art. 1019h Rv om begroten volgens het liquidatietarief – over (alleen) de tardieve appellering heeft een aktewisseling en pleidooi plaatsgevonden? Lagere rechtspraak is verdeeld. Mogelijk kan (overigens in kortgeding niet verplichte) prejudiciële verwijzing naar Luxemburg worden overwogen, indien geoordeeld wordt dat niet buiten redelijke twijfel is of de IE-proceskostenregeling zich ook uitstrekt tot deze ontvankelijkheidsvraag binnen dit octrooigeschil. Vanwege de parallel met de situatie van de kosten bij een ingetrokken IE-kortgeding1 en de ongerijmde gevolgen die de nu bestreden hofuitspraak volgens mij heeft, geloof ik dat buiten redelijke twijfel is wat de juiste uitleg is en kom ik tot gegrondbevinding van de rechtsklacht op dit punt. Ik teken daar wel bij aan dat anders dan in [A]/GIA de aspecten uit onze zaak ook buiten kortgeding spelen.

IEF 17573

Nationaal IT-rechtcongres (29 maart 2018) - ochtendprogramma

Het programma van het Nationaal IT-rechtcongres is samengesteld door mr. Peter van Schelven (Bij Peter – wet & recht) en mr. Hendrik Struik (CMS). Het uitgewerkte ochtendprogramma:

10.05 uur Software contracten - de updated evergreens: opschorting, verzuim, doormodderen en agile– Hendrik Struik (CMS)
Contracten over IT (-projecten) geven regelmatig aanleiding tot procedures. Veelal worden die beslist, niet (alleen) op basis van beoordeling van de technische prestaties maar op basis van hoe partijen hun contractuele verhouding hadden ingericht en de wijze waarop zij (al of niet correct) hebben gebruik gemaakt van hun contractuele rechten. Hendrik Struik bespreekt enkele veel voorkomende issues aan de hand van recente rechtspraak. Daarnaast ook aandacht voor contracten over Agile softwareontwikkeling: (hoe) past die in de gebruikelijke contractuele kaders?
IEF 17572

Uitspraak ingezonden door Rik Lambers, Richard Ebbink, Mark van Gardingen, Paul Marcelis, Alexander de Leeuw, Brinkhof.

Geen staking van executie inzage door deskundigen rondom bedrijfsgeheimen

Hof Den Haag 20 mrt 2018, IEF 17572; (Organik tegen Dow), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-staking-van-executie-inzage-door-deskundigen-rondom-bedrijfsgeheimen

Hof Den Haag 20 maart 2018, IEF 17572 (Organik tegen Dow) Bedrijfsgeheimen. De grieven van Organik treffen geen doel en het vonnis moet worden bekrachtigd. Door de inzender: In zijn eerdere arresten bepaalde het hof [IEF 16638, IEF 16142] dat Dow ex art. 843a Rv inzage kreeg in een deel van bij Organik wegens misbruik van Dows bedrijfsgeheimen in beslag genomen materiaal en dat het beslag op een ander deel diende te worden opgeheven. Ter uitvoering van die opheffing en inzage stelde het hof twee deskundigen aan (namelijk een IT-deskundige en een chemisch deskundige: prof. Hungenberg). Nadat de executie van de arresten was aangevangen, verzocht Organik de Rotterdamse voorzieningenrechter die executie (deels) te staken, en stelde Organik verschillende vorderingen in m.b.t. de wijze van inzage door de deskundigen. De Rotterdamse Voorzieningenrechter heeft het door Organik gevorderde in al haar onderdelen afgewezen [ECLI:NL:RBROT:2017:7041]. Het hof verwerpt de grieven van Organik en bekrachtigt het hof het vonnis van de Rotterdamse voorzieningenrechter. Het hof overweegt o.a. dat:

IEF 17571

Conclusie AG ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Gertjan Harryvan, De Brauw Blackstone Westbroek.

Conclusie AG: De rechtspraktijk weet zich met de bestaande rechtspraak omtrent substantiële investering goed te redden

Hoge Raad 16 mrt 2018, IEF 17571; ECLI:NL:PHR:2018:254 (Pearson tegen Bär Software), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-de-rechtspraktijk-weet-zich-met-de-bestaande-rechtspraak-omtrent-substanti-le-investeri

Conclusie AG HR 16 maart 2018, IEF 17571; IEFbe 2514; ECLI:NL:PHR:2018:254 (Pearson tegen Bär Software) Databankenrecht. Na Hof 'Derden mogen add-ons maken op niet-beschermde normtabellen met normgegevens'' [IEF 16386]. Cassatieberoep moet worden verworpen. Geen prejudiciële vragen. In deze zaak is in geschil welke kosten meegenomen kunnen worden om te bepalen of aan het vereiste van 'substantiële investering' is voldaan.

4.34. Deze klacht, die onder III(a) nader wordt uitgewerkt, slaagt niet. Hiervoor is al toegelicht dat het hof de onder i) en ii) beoogde investeringen op goede grond buiten beschouwing heeft gelaten. Het gaat hier om investeringen die zijn gedaan in de totstandkoming van de normgegevens en in de controle in de fase waarin de normgegevens worden gecreëerd. Wat de investeringen onder iii) betreft, wijs ik er nogmaals op dat het hof niet heeft beoogd dat investeringen in het plaatsen van gegevens in de normtabel uitgesloten zijn. Het combineren van de drie elementen vindt niet plaats op het moment van het plaatsen van de gegevens in de normtabellen, maar daaraan voorafgaand bij het vaststellen van de normgegevens die vervolgens in de normtabellen worden opgenomen. In haar schriftelijke toelichting onder 78 wijst Bär Software er nog op dat het hof meer bijzonder met betrekking tot deze laatste categorie van investeringen heeft overwogen dat het niet voor de hand ligt dat daarmee substantiële investeringen gepaard zijn gegaan, nu het gaat om relatief eenvoudige in een handleiding afgedrukte tabellen, waarin cijfers worden weergegeven. Zoals eerder overwogen, geeft genoemd oordeel in zoverre niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Onbegrijpelijk is het al evenmin.

IEF 17570

Uniebeeldmerk LaMafia vergoelijkt illegale activiteiten, het merk beledigt elke persoon met een gemiddelde gevoeligheids- en tolerantiedrempel

Gerecht EU (voorheen GvEA) 15 mrt 2018, IEF 17570; ECLI:EU:T:2018:146 (La Mafia SE SIENTA A LA MESA), https://ie-forum.nl/artikelen/uniebeeldmerk-lamafia-vergoelijkt-illegale-activiteiten-het-merk-beledigt-elke-persoon-met-een-gemid

Gerecht EU 15 maart 2018, IEF 175 ; IEFbe 2514; ECLI:EU:T:2018:146 (La Mafia SE SIENTA A LA MESA) Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Uniebeeldmerk La Mafia SE SIENTA A LA MESA ('De Mafia gaat aan tafel'). Absolute weigeringsgrond. Strijdigheid met de openbare orde of de goede zeden. De maffia in verband brengen met voorstellingen van gezelligheid en ontspanning die door het gezamenlijk nuttigen van een maaltijd worden verbeeld, draagt er zodoende toe bij dat de illegale activiteiten van deze criminele organisatie worden vergoelijkt. Zoals het EUIPO en de Italiaanse Republiek aanvoeren, kan de associatie van het woordelement „la mafia” met de andere elementen van het betwiste merk daarom een in zijn geheel positief beeld schetsen van de daden van de maffia en de waarneming van de criminele activiteiten van die organisatie vergoelijken. Het betwiste merk schokt of beledigt niet alleen de slachtoffers van die criminele organisatie en hun gezinsleden maar ook elke persoon die op het grondgebied van de Unie met dat merk wordt geconfronteerd en een gemiddelde gevoeligheids- en tolerantiedrempel heeft.

 

IEF 17569

Paul Geerts - noot onder HvJ EU Acacia tegen Audi en Porsche

P.G.F.A. Geerts, Noot onder HvJ EU 20 december 2017 (Acacia/Audi en Porsche), IEF 17569; IEFbe 2512; eerder gepubliceerd in IER 2018/6, p. 38-51. 1. Op welke onderdelen van een samengesteld voortbrengsel is de reparatieclausule (art. 110 GModVo) van toepassing? Dat is de centrale vraag in dit arrest.

2. Over het antwoord op die (door het HvJ EU geformuleerde eerste prejudiciële) vraag waren de meningen verdeeld. In zowel Duitsland als Engeland werd verdedigd dat de werkingssfeer van de reparatieclausule beperkt werd tot onderdelen waarvan de vorm wordt opgelegd door de vorm van het samengestelde voortbrengsel. Onderdelen die als resultaat van een gekozen design een zelfstandige en onafhankelijke stilistische functie hebben waar het design van de rest van het voortbrengsel geen afbreuk aan doet, zoals velgen en wieldoppen voor motorvoertuigen, kwamen volgens deze opvatting niet voor een geprivilegieerde behandeling in aanmerking. Een ander geluid (in jurisprudentie en literatuur) was met name uit Italië te horen. Daar heeft men zich in het belang van de vrije mededinging uitgesproken tegen een restrictieve interpretatie van de beschermingshindernis in de zin dat die zich zou beperken tot vormgebonden onderdelen. 1

IEF 17568

Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert, Leeway.

Geen sprake is van een met een rapport onderbouwde omzetprognose Size Zero

Rechtbank Midden-Nederland 14 mrt 2018, IEF 17568; (Size Zero tegen S&S hodn Size Zero Utrecht), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-sprake-is-van-een-met-een-rapport-onderbouwde-omzetprognose-size-zero

Rechtbank Midden-Nederland 14 maart 2018, IEF 17568 (Size Zero tegen S&S hodn Size Zero Utrecht) Contractenrecht. Geen dwaling omtrent prognose franchisegever. Size Zero is een afslankconcept rondom de Easy Shape Trainer. Er zijn drie eigen salons en sinds 2015 wordt een franchiseformule geëxploiteerd. S&S hebben aan de direct laten weten serieuze interesse te hebben in een franchisecontract voor Utrecht. In haar reactie schrijft Elbaz “(..) met je salon zet je al gauw zo’n 8000 euro per maand om, regelmatig ook meer.” De franchisegever in beginsel niet verplicht is om voorafgaand aan het sluiten van de franchise-overeenkomst aan de (potentiële) franchisenemer een omzetprognose te verstrekken. De rechtbank constateert dat in elk geval geen sprake is van een met een rapport onderbouwde omzetprognose. De door Elbaz genoemde € 8.000,- is voorts, onder de door haar genoemde randvoorwaarden van openingstijden en personele inzet, niet zonder meer onhaalbaar. S. Sharifi is verantwoordelijk voor de wijze waarop zij haar onderneming vorm geeft, waaronder ook valt de keuze voor openingstijden en inzet van personeel. Of dit leidt tot een winstgevende situatie of niet, behoort tot het ondernemersrisico. Het feit dat S. Sharifi franchisenemer is maakt dat niet anders. Size Zero vordert met succes de achterstallige franchise fee's tot de datum van beëindiging van de onderneming.

IEF 17567

Terugvordering vooruitbetaalde door Powned, omdat presentator door misdrijf om het leven is gekomen

Kantonrechter 16 mrt 2018, IEF 17567; ECLI:NL:RBAMS:2018:1493 (Powned tegen Mooblix), https://ie-forum.nl/artikelen/terugvordering-vooruitbetaalde-door-powned-omdat-presentator-door-misdrijf-om-het-leven-is-gekomen

Ktr. Rechtbank Amsterdam 16 maart 2018, IEF 17567; ECLI:NL:RBAMS:2018:1493 (Powned tegen Mooblix) Mediarecht. Partijen hebben een overeenkomst waarbij Mooblix redactionele items, verzorgd en gepresenteerd door de heer X, ex-crimineel, tegen betaling leveren aan PowNed. X is daarna door een misdrijf om het leven gekomen, vóórdat de items gemaakt waren, zodat Mooblix ze niet meer kon leveren. Er is vooruitbetaald voor 3 items. De kantonrechter verklaart voor recht dat de overeenkomst van opdracht tussen PowNed en Mooblix is geëindigd met de dood van de heer X en dat op Mooblix dientengevolge een verplichting rust om de vooruitbetaalde vergoeding onder de overeenkomst terug te betalen. Ter zitting is aan de orde geweest dat PowNed €5.300,00 exclusief btw zal betalen voor het reeds geleverde en uitgezonden item over de begrafenis van X, zodat dit bedrag in mindering gebracht zal worden op het toe te wijzen bedrag. Mooblix dient € 10.600,00 exclusief btw aan PowNed te betalen.