IP-Night
Donderdagavond 7 september: De VIE-Lezingdoor prof. mr Ch. Gielen zal worden gehouden over het onderwerp 'Herleving van de slaafse navolgingsleer' in het gebouw van Van Doorne Advocaten, Jachthavenweg 121 te Amsterdam. De lezing wordt vooraf gegaan door een korte huishoudelijke vergadering van de VIE. De vergadering begint om stipt 20.00. Lees hier meer.
Alternatief of Afterparty: Donderdagavond 7 september 2006 vanaf 21.30 uur: Ten Four in De Heeren van Aemstel . Met in de IE-sectie: Marga Verwoert (Allen & Overy & Zang) - Hugo Van Heemstra (Brinkhof & Piano & Zang) en Arvid van Oorschot (Klos Morel Vos & Schaap & Trompet). Lees hier meer.
Pretty Lady
Gerechtshof ’s-Gravenhage, 31 augustus 2006, 01/1322. Impag Toys Europe B.V. tegen Otto Simon.
Auteursrecht- en slaafse nabootsingszaak over schoonheidssalons voor kinderen.
Arrest is voornamelijk feitelijk van aard; het Hof vergelijkt uitvoerig de schoonheidssalons van Impag en Otto Simon en komt, net als de rechtbank, tot de conclusie dat er geen sprake is van auteursrechtinbreuk of slaafse nabootsing.
Impag heeft een kunststof schoonheidssalon voor kinderen ontworpen, bestaande uit een nagelstudio, een haarvlechtstandaard en een make-up doos, allen geplaatst op kunststof cirkels (zie arrest voor afbeelding). Otto Simon brengt eveneens een schoonheidssalon op de markt, bestaande uit dezelfde onderdelen. Otto Simon betwist dat haar salon een auteursrechtelijk verboden verveelvoudiging is van Impag's salon, onder meer door aan te voeren dat er meerdere van dergelijke salons bekend waren en dat zij de auteursrechtelijke trekken van Impag's salon niet heeft overgenomen.
Het Hof kan zich hierin vinden: "Vast staat voorts dat losse make-up- en haarstudio’s (naar het hof begrijpt inclusief de vlechtstandaard) reeds bekend waren. Het idee om de studio’s samen te brengen tot één geheel is op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermd; het gaat om de wijze waarop dit is vormgegeven. Dat de haarstudio aan de linkerzijde en de make-up studio aan de rechterzijde is geplaatst, is grotendeels functioneel bepaald en evenmin auteursrechtelijk beschermd. Als auteursrechtelijk beschermde trek beschouwt het hof dan ook slechts de vorm waarin de nagel-, haar- en make-upstudio zijn samengebracht tot één geheel, te weten in drie aan elkaar verbonden cirkels van verschillende grootte, waarvan de assen op één lijn liggen en waarvan de middelste cirkel groter is dan de cirkels aan weerszijden, die even groot zijn.
Het hof is van oordeel dat deze auteursrechtelijk beschermde trek niet is terug te vinden in de schoonheidssalon van Otto Simon, die immers bestaat uit een cirkel met aan weerszijden twee gelijkzijdige driehoeken."
Wat de verpakking betreft oordeelt het Hof deze geen eigen oorspronkelijk karakter bezit.
Ook is er volgens het Hof geen sprake van slaafse nabootsing: "Otto Simon stelt onbetwist (conclusie van antwoord onder 26) dat zij reeds een gecombineerde haar- en make-upset aanbood. In het licht hiervan onderscheidt naar het oordeel van het hof de schoonheidssalon van Impag zich slechts van andere producten in de wijze waarop de drie onderdelen zijn samengevoegd, te weten in de vorm van drie cirkels, waarvan de assen op één lijn liggen. Deze wijze van samenvoegen is in de schoonheidssalon van Otto Simon niet overgenomen. Van verwarringsgevaar kan dan ook geen sprake zijn. Reeds om die reden kan de vordering voor zover gebaseerd op art. 6:162 BW niet slagen."
Lees het arrest hier (vonnis eerste aanleg niet gepubliceerd).
De rugleuning boven de zijleuningen
Gerechtshof ’s-Gravenhage, 24 augustus 2006, 05/716. Cassina S.P.A. tegen Seats and Sofa’s B.V.
In 1928 heeft de beroemde architect Le Corbusier (samen met anderen) de zitmeubelen LC2 en LC3 ontworpen. In deze procedure is aan de orde of het model Harvard inbreuk maakt op het auteursrecht op de LC2 en de LC3.
Evenals de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat de Harvard stoel onvoldoende overeenstemming toont met de auteursrechtelijk beschermde trekken van de LC2 en LC3. Doorslaggevend is de wijze waarop de rugleuning boven de zijleuningen uitsteekt met las gevolg dat de Harvard als geheel niet de indruk geeft van een blokvorm zoals wel het geval is bij de LC2 en LC3.
Voorts had Cassina nog geklaagd over het feit dat Seats & Sofa’s naar aanleiding van het vonnis van de Dordrechtse voorzieningenrechter een bericht hadden doen uitgana met de tekst: “Seats & Sofa’s wint wereldwijde rechtzaak!”. Aangezien Seats & Sofa’s hebben toegezegd zulke mededelingen niet meer te doen, alsmede het tijdsverloop acht het Hof een redtificatie niet in de rede liggend.
Lees het arrest hier.
Als het kantelt
Nog een artikel in het nieuwe NJB (nr. 30, 1 september 2006): Als het recht kantelt. Hendrik Gommer (promovendus RUG (en als partij betrokken in de besproken Leguaanzaak).
"Bij het lezen over twee auteursrechtelijke zaken in de Kronieken van hoogleraar Visser, herkende ik zo'n situatie, waarbij je zou kunnen zeggen dat het recht kantelt en weer recht gezet wordt." (Rechtbank. Leeuwarden 19 april 2005, LJN AT4169, Leguaanwoningen en Rechtbank Rotterdam 3 januari 2006, LJN AU9212, Afbeelding huis in advertentie).
“De kantonrechter herstelde indirect een weeffout in de rechtspraak. Kunstenaars waarvoor artikel 18 Aw niet meer toereikend is, kunnen voortaan artikel 6:162 BW aanvoeren. (…) Daarom hoop ik maar dat meer rechters het voorbeeld van de kantonrechter in Rotterdam zullen volgen, want zelfs al is het bedrijfsleven de motor van onze economie, privacy en eigendom zijn elementen die óók het welzijn van de burger bepalen. Dan is het mooi meegenomen als een rechter zich inleeft in de consequenties van zijn uitspraak.
In ons systeem van 'checks and balances' is het gewenst, zo niet noodzakelijk, dat rechters elkaar op zijn minst impliciet durven aanspreken op uitspraken.”
Stoffelijken versus de onstoffelijken
Artikel in het nieuwe NJB (nr. 30, 1 september 2006): Over rode brandweerauto’s en de verkrijging van de eigendom van elektronische bestanden over internet. Reactie van M.N. Groeneveld (bedrijfsjurist) op NJB 2006, nr. 10 E. Neppelenbroek (eerder bericht hier). Met naschrift Neppelenbroek.
“De schrijver meent, als Ik het goed begrijp, dat bij het downloaden van elektronische bestonden door B van de computer van A via internet ‘iets stoffelijks van A naar 13 gaat’ en dat B ‘eigendom verkrijgt’ en wel ‘door natrekking van de bestanden op zijn computer’, dat terwijl het originele bestand nog steeds op de computer van A staat. Het komt mij voor dat deze voorstelling van zaken op tenminste vijf gronden als onjuist kan worden beschouwd.”
“Conclusie: Een overdracht van gegevens, mondeling dan wel via ‘internet, kan niet worden beschouwd als een overdracht van iets stoffelijks. En door de onstoffelijkheid van gegevens kan voorts niet worden gesproken: van een eigendomsoverdracht door natrekking. De gegevens die B ontvangt zijn geheel nieuwe gegevens, identiek aan de gegevens die destijds zijn gebruikt door A Als gevolg van de Overdracht beschikt B over een kopie van de originele vastlegging. “
“Naschrift:.”(…) Er zijn verschillende kampen. Eén waarbinnen wordt verdedigd dat gegevens natuurlijk stoffelijk zijn, dat je gegevens gewoon kunt stelen, kopen en in eigendom overdragen, ook als dat gaat via computernetwerken. Het andere kamp waarbij Groeneveld kennelijk hoort, draagt al geruime tijd de opvatting uit dat gegevens niet stoffelijk zijn, en dat gegevens dus niet gestolen, gekocht of in eigendom overgedragen kunnen worden[de stoffelijken en de onstoffelijken] . (…) Ik bevind me dichter bij het kamp van Groeneveld c.s. dan men wellicht op het eerste gezicht zou denken. De gevolgen van de conclusie dat iedereen eigenaar wordt van gedownloade gegevens heb ik op allerlei manieren gerelativeerd. Het lijkt erop dat de stoffelijke eigendom in de toekomst in de digitale omgeving slechts een aanvullende rol zal kunnen vervullen. De technische bescherming van gegevens, of de juridische via contract of Intellectuele eigendom, zal de boventoon voeren. (…) Het is daarom ook maar goed dat de wetgever de strafrechter niet opzadelt met uitsluitende toepasselijkheid van stoffelijke’ bepalingen als diefstal maar de nadruk legt op bescherming tegen onrechtmatige toegang tot gegevens en strafbaarstelling van schending, van intellectuele eigendomsrechten. Daar gaat het in hoofdzaak om en daarover zijn Groeneveld en ik het, zit het via een andere aanvliegroute, denk ik wel eens.
Lees hier meer.
Eerst even voor jezelf lezen
Gerechtshof ’s-Gravenhage, 31 augustus 2006, 01/1322. Impag Toys Europe B.V. tegen Otto Simon.
Het hof zal aan de hand van de overgelegde foto’s en de gedeponeerde schoonheidssalons oordelen of de schoonheidssalon van Otto Simon inbreuk maakt op het auteursrecht op de schoonheidssalon van Impag.
Lees het arrest hier.
Gerechtshof ’s-Gravenhage, 24 augustus 2006, 05/716. Cassina S.P.A. tegen Seats and Sofa’s B.V.
In 1928 heeft de beroemde architect Le Corbusier (samen met anderen) de zitmeubelen LC2 en LC3 ontworpen. In deze procedure is in de eerste plaats aan de orde of het model Harvard inbreuk maakt op het auteursrecht op de LC2 en de LC3.
Lees het arrest hier.
Zelfgemaakte meetlat
"In de serie de Beeldmerkmeter - 1 x per maand in Adformatie - leggen de ontwerpers Frans van Mourik en Paul Mijksenaar beeldmerken langs een door henzelf gemaakte meetlat. Daarin worden beeldmerken onder meer gewaardeerd op waarneembaarheid, onderscheidbaarheid en herkenbaarheid.Ook vorm, betekenis, kleur en attractie worden beoordeeld."
Lees hier meer (Adformatie).
Licentiestrijd
In aansluiting op o.a dit of dit eerdere bericht (Nederlandse uitspraken) meldt nu.nl: “Duitse autoriteiten hebben tijdens elektronicabeurs IFA mp3-spelers van SanDisk in beslag genomen (...)De licentiestrijd tussen mp3-fabrikanten woedt al geruime tijd. Bedrijven moeten betalen voor licenties die vereist zijn op mp3's te kunnen afspelen. Volgens het Italiaanse bedrijf Sisvel, dat opkomt voor de belangen van licentiehouders, weigert SanDisk te betalen.”
Lees hier meer.
Werkt goed
Via Molblog.nl: “Reclamecode voor Voedingsmiddelen werkt goed (…) Uit een evaluatie van FNLI blijkt dat er geen overtredingen van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen zijn geregistreerd.
‘Bij een controle van reclame-uitingen voor voeding op televisie in de eerste drie maanden van 2006 werden geen afwijkingen geconstateerd. Geen enkele bij de Stichting Reclame Code ontvangen klacht werd toegewezen.’”
Verantwoord (2)
O.a. de Standaard bericht: “De handelsrechtbank van Gent heeft in kort geding beslist dat de Gentse uitgeverij Snoecks haar jaarboek en almanak onder de naam Snoecks mag blijven uitgeven, zo heeft het bedrijf meegedeeld. De in Zwijndrecht gevestigde drukkerij Deckers Druk had de rechtszaak tegen de nv Snoecks aangespannen.”
Wie de uitspraak heeft mag ‘m mailen. Lees hier meer. Eerder bericht hier.