Uitspraak ingezonden door Helen Maatjes, The Legal Group.
Inbreuk op delicatessenmerk
Vzr. Rechtbank Amsterdam 24 november 2020, IEF 19606; C/13/691561 / KG ZA 20-939 CdK/LO (Delicious Food c.s. tegen Enrico) Merkenrecht. Delicious Food produceert en verkoopt diverse delicatessen. Met haar producten onder de merknaam ‘Delicious’ richt zij zich voornamelijk op producenten van kerstpakketen en delicatessenwinkels. Enrico brengt eveneens delicatessen op de markt voor kerstpakketten en gebruikt de aanduiding ‘Delizioso’. Delicious Food vordert kortgezegd Enrico te veroordelen iedere inbreuk op het merkenrecht van Delicious Food te staken. Er is sprake van een met het merk overeenstemmend teken dat wordt gebruikt voor dezelfde waren. De totaalindruk van beide tekens die zowel visueel, auditief als begripsmatig gelijkenis vertoont, levert gevaar voor verwarring op. Delicious Food heeft bovendien aangetoond dat verwarring ook daadwerkelijk is opgetreden. Wel speelt het tijdsverloop tussen het moment dat Delicious Food op de hoogte raakte van het gebruik van het teken en het verzenden van de eerste sommatie een rol. Om Enrico nog te gebieden voor het kerstseizoen van 2020 haar producten uit de handel te halen, dan wel van andere etiketten te voorzien wordt disproportioneel geacht. Het verbod zal daarom pas gelden vanaf 1 maart 2021.
Vordering tot staking gebruik logo afgewezen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 1 oktober 2020, IEF 19605; ECLI:NL:RBMNE:2020:4154 (Kickboxing Institute tegen gedaagde) Kort geding. Merkenrecht. Auteursrecht. Kickboxing Institute heeft diverse kickboxingscholen in Nederland. Gedaagde is in het verleden franchisenemer geweest van Kickboxing Institute. Over de ontbinding van de franchiseovereenkomst loopt een geschil bij de rechtbank. Gedaagde is na de breuk een eigen onderneming gestart. Volgens Kickboxing Institute maakt gedaagde met zijn logo inbreuk op zowel haar merkenrecht als haar auteursrecht. Van een gelijk of overeenstemmend teken is echter geen sprake, zodat geen sprake is van een merkenrechtelijke inbreuk. Evenmin komt een inbreuk op het auteursrecht op het logo vast te staan. Het logo is ontworpen naar aanleiding van een soort ontwerp-competitie die gewonnen is door iemand in Indonesië. Kickboxing Institute heeft dit standpunt van gedaagde niet gemotiveerd weersproken. Subsidiair stelt Kickboxing Institute dat gedaagde het logo slaafs heeft nagebootst. Vooropgesteld wordt dat het beoordelingskader van slaafse nabootsing uitgaat van stoffelijke producten. Voor zover dit van toepassing is op logo’s, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter te weinig gelijkenis tussen beide logo’s om van nabootsing te kunnen spreken. De vorderingen worden afgewezen.
Lancering online databank Jurisprudentie Onrechtmatige Uitingen (JUROU)
Jurisprudentie Onrechtmatige Uitingen (JUROU) is een online databank die wordt uitgegeven door deLex Media. De databank wordt dagelijks bijgehouden met jurisprudentie op het gebied van onrechtmatige uitingen. Bronnen die hiervoor worden gebruikt zijn onder meer uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de European Court of Human Rights, berichten van het expertisecentrum Europees Recht van het ministerie van Buitenlandse Zaken, IE-Forum.nl, het tijdschrift Mediaforum en Rechtspraak.nl.
Lees meer over JUROU en de mogelijkheden om gebruiker te worden van deze databank.
Artikel ingezonden door Paul Steinhauser, jurist IE.
Paul Steinhauser: de relatieve geldigheid van het merk
Het blijkt niet eenvoudig om met de wetgeving in de hand te beoordelen of het ene merk te dicht in de buurt komt van het andere merk. Of het nu gaat om een oppositie of een inbreukprocedure, meer dan eens wordt in hoger beroep anders geoordeeld dan in eerste aanleg. De betreffende artikelen van de UMV en de Merkenrichtlijn 2015 (hierna: MR) dienen als checklist bij het beoordelen van de criteria om de kans van slagen te beoordelen.
Wat de juiste uitleg is van de wettelijke criteria volgt met name uit de rechtspraak van het HvJ EU (hierna: het Hof). Belangrijkis dat het Hof in het kader van de uitleg van artikel 8 lid 1, onder b UMV heeft duidelijk gemaakt dat de toelaatbaarheid van een merk in het licht van een overeenstemmend ouder merk in twee fasen (of twee stappen, zo je wilt) moet worden beoordeeld.
Lees verder.
Uitspraak ingezonden door Nanda Ruyters en Anniek Schalekamp, BRight Advocaten.
Domeinnaam moet overgedragen worden aan KVK
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 23 oktober 2020, IEF 19598, IT 3331; ECLI:NL:RBNHO:2020:8538 (Kamer van Koophandel tegen BV) Domeinnaamrecht. Handelsnaamrecht. Kort geding. Gedaagde is een BV die zich richt op het aannemen van bouwwerken. Gedaagde is houder van de domeinnaam 'zakelijkuittreksel.nl'. Op die website worden uittreksels uit het Handelsregister van de KVK aangeboden. De KVK heeft een geschillenprocedure bij het WIPO ingediend. Daarin heeft het WIPO bevolen dat KVK de domeinnaamhouder wordt. Gedaagde ontkent enige bemoeienis met de website te hebben en beroept zich in feite op identiteitsfraude. De voorzieningenrechter acht dit verweer niet als onaannemelijk. Om hierover te kunnen oordelen is echter nader bewijs nodig. Voor zover de vorderingen van KVK zien op haar merk- en handelsnaamrechten, kunnen deze niet worden toegewezen. Wat betreft de inbreukmakende domeinnaam, heeft gedaagde niet weersproken dat deze op diens naam staat geregistreerd. Gedaagde wordt veroordeeld om al hetgeen te doen wat van haar zijde nodig is om te bewerkstelligen dat de domeinnaam 'zakelijkuittreksel.nl' aan KVK wordt overgedragen. Indien gedaagde daaraan niet voldoet, treedt dit vonnis in de plaats van de voor de overdracht noodzakelijke wilsverklaring, zodat het vonnis dezelfde kracht heeft als een akte.
Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, voorzitter Platform Makers.
Platform Makers lanceert Engelstalige voorlichtingswebsite
Eind vorig jaar lanceerde Platform Makers twee korte animatiefilms en het boekje “De waarde van het Auteursrecht”, alle bereikbaar via de voorlichtingssite www.auteursrechtuitleg.nl. Vandaag verschenen in vervolg daarop, met name op verzoek van het kunstvakonderwijs, de Engelstalige versies van voorlichtingsfilms en de Engelse vertaling van de voorlichtingswebsite: www.copyrightexplained.nl
De animatiefilms kwamen tot stand dankzij een bijdrage van het Ministerie van OCW op voorspraak van de Regiegroep Arbeidsmarktagenda (Culturele en Creatieve Sector).
Angad-Gaur: ‘Het auteursrecht lijkt aanweziger en dichterbij dan ooit. Maar toch is het – in al zijn details en nuances – vaak onbekend, bij consumenten, bij beleidsmakers, maar ook bij veel makers zelf, voor wie het een essentieel onderdeel en voorwaarde vormt van hun verdienvermogen. Zeker ook in de huidige tijden van maatschappelijke beperkingen. Wij hopen met onze publicaties bij te dragen aan verdere professionalisering op dit punt.’
Aanmelden voor het Nationaal Mediarechtcongres kan nog steeds
Actueler dan ooit, het Nationaal Mediarechtcongres 2020. We gaan online, met een interactief programma, met voldoende pauzes en onderling contact. Martijn van Dam licht de digitale strategie toe van de NPO, Remy Chavannes behandelt de Digital Services Act en Anke Strijbos en Roland Wigman geven een overzicht van het nieuwe Auteurscontracten- en vergoedingenrecht, mede na de implementatie van de Online Omroeprichtlijn. Met een paneldiscussie over nieuwe verplichtingen voor producenten staat ons een boeiend middagprogramma te wachten.
Het programma:
Kamerbrief over evaluatie Wet auteurscontractenrecht
Minister Dekker stuurde op 18 november jl. het evaluatieonderzoek van de Wet auteurscontractenrecht [IEF 19532] naar de Tweede Kamer. Hij geeft daarbij zijn eerste reactie op het onderzoek.
‘Ik kan mij op hoofdlijnen vinden in de geconstateerde aandachtspunten en aanbevelingen van het onderzoek. Bij een aantal artikelen geven de onderzoekers aan dat deze in de praktijk weinig problemen oproepen c.q. dat de bepalingen door de praktijk als positief worden ervaren. Bij een aantal andere artikelen constateren de onderzoekers dat er nog weinig gebruik van is gemaakt c.q. dat de bepalingen in de praktijk weinig heeft veranderd. Hoewel, zoals de onderzoekers zelf aangeven, het nog te vroeg is om een algeheel oordeel te geven over de effectiviteit van de wet, zie ik hierin toch aanleiding om wijziging van de wet te overwegen.’
Lees de volledige Kamerbrief op de website van de Rijksoverheid.
Roderick Chalmers gepromoveerd op de Handelsnaamwet
Vorige week is AKD-partner Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op een bijna honderd jaar oude wet: de Handelsnaamwet. De wet is bedoeld om ondernemingen van elkaar te kunnen onderscheiden en om verwarring over namen te voorkomen. Lang functioneerde de wet prima, maar onder meer de opkomst van het internet maakt dat de wet niet meer van deze tijd is.
Roderick: “De wet stamt uit een tijdperk waar de lokale melkboer nog aan de deur kwam, maar lijkt niet meer aan te sluiten bij de nieuwe (digitale) realiteit. In mijn proefschrift doe ik daarom een voorstel voor aanpassing van de wet.”
Het proefschrift getiteld ‘De Handelsnaamwet onder de loep’ is te verkrijgen via de boekhandel en online boekhandels als Bol.com en deLex.nl.
Foto zonder toestemming en naamsvermelding op website
Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 28 oktober 2020, IEF 19596, IT 3330; ECLI:NL:RBMNE:2020:4624 (Eiser tegen exploitant website) Auteursrecht. Eiser is een professioneel fotograaf. Hij biedt zijn foto’s op zijn website aan tegen een vaste licentievergoeding van € 250,00 per jaar. Gedaagde exploiteert een website. Sinds 2015 staat een foto van eiser op de website, zonder zijn toestemming en naamsvermelding. Met eiser was hiervoor geen licentieovereenkomst gesloten. Aan de sommaties van eiser om de foto te verwijderen, geeft gedaagde geen gehoor. Gedaagde stelt dat zij sinds 2010 niet de houder of eigenaar van de domeinnaam is, omdat zij die handelsnaam niet meer voert. Dit verweer faalt. Voor het exploiteren van een website is niet vereist dat sprake is van een daartoe ingeschreven handelsnaam bij de KvK. Gedaagde wordt veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding voor de winstderving, het mislopen van exposure als gevolg van het ontbreken van de naamsvermelding en de gemaakte kosten voor het opsporen van de auteursrechtinbreuk.