Artikel ingezonden door Raoul Soullié, Simmons & Simmons.
Raoul Soullié: dwanglicentie in het octrooirecht
In het octrooirecht is de dwanglicentie een maatregel die in elke academische cursus wordt besproken, maar die discussie wordt meestal afgesloten met de opmerking: "In de praktijk wordt deze maatregel nooit uitgevoerd". Zal de huidige pandemie daar verandering in brengen?
Lees hier het hele (Engelstalige) artikel In case of a cure: A compulsory licence as the last resort van Raoul Soullié op Leidenlawblog.nl.
Extra nieuwsbrief CvTA
Het CvTA heeft op 26 maart een extra nieuwsbrief uitgestuurd. In deze nieuwsbrief vindt u informatie over de gevolgen van het coronavirus voor het toezicht van het CvTA.
Conclusie A-G in Cooper International Spirits e.a.
HvJ EU Conclusie A-G 18 september 2019, IEF 19105, IEFbe 3059; ECLI:EU:C:2019:755 ( Cooper International Spirits e.a.) Zie eerder [IEF 18117]. De Cour de cassation heeft bij beslissing van 26 september 2018 de behandeling van de voor hem aanhangige zaak geschorst en de volgende prejudiciële vraag gesteld: „Moeten artikel 5, lid 1, onder b), en de artikelen 10 en 12 van [richtlijn 2008/95] aldus worden uitgelegd dat een merkhouder die zijn merk nooit heeft gebruikt en wiens rechten vervallen zijn verklaard bij het verstrijken van de periode van vijf jaar vanaf de publicatie van zijn inschrijving, schadevergoeding wegens inbreuk kan verkrijgen op grond dat de wezenlijke functie van zijn merk is aangetast doordat een derde, vóór de datum de vervallenverklaring is ingegaan, een met dit merk overeenstemmend teken heeft gebruikt voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten als die waarvoor dit merk was ingeschreven?”
Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen AR en de vennootschappen Cooper International, Établissements Boudier en Dalfour over vermeende inbreuken op het ingeschreven Franse merk „SAINT GERMAIN” vóór de vervallenverklaring van dit merk.
Publicatie foto zonder toestemming
Ktr. Rechtbank Amsterdam 12 maart 2020, IEF 19104, IT 3086; ECLI:NL:RBAMS:2020:1721 (Onrechtmatige publicatie foto) Gedaagde heeft op een website een recept geplaatst met een foto. Studio Lipov heeft de foto gemaakt en is de auteursrechthebbende. Eiseres heeft voor Nederland de exclusieve rechten op de foto gekregen.Gedaagde heeft de foto geopenbaard en bijgesneden zonder naamsvermelding en toestemming. Eiseres heeft aan gedaagde voor de foto een licentienota gestuurd, deze is onbetaald gebleven. De foto is inmiddels verwijderd. Gedaagde heeft hierdoor inbreuk gemaakt op de auteursrechten van eiseres en door deze inbreuk heeft eiseres schade geleden die zij vergoed wil hebben. Vastgesteld wordt dat de foto auteursrechtelijk beschermd is en dat eiseres het recht heeft om op te komen tegen het gebruik van de foto. Doordat de foto op de website van gedaagde heeft gestaan, heeft zij de foto geopenbaard en dat is zonder toestemming van eiseres niet toegestaan, zo volgt uit artikel 25 en 27A van de Aw. Dit maakt gedaagde schadeplichtig, ook als de foto in het verleden, zoals gedaagde aanvoert, vrij op internet verkrijgbaar is geweest. Feit blijft immers dat gedaagde geen toestemming heeft gekregen om de foto op haar website te plaatsen.
Werkwijze van de Rechtspraak na 6 april
In verband met de uitbraak van het coronavirus heeft de Rechtspraak besloten vanaf dinsdag 17 maart alle rechtbanken, gerechtshoven en bijzondere colleges te sluiten. Deze situatie zal ook na 6 april worden voortgezet. Urgente zaken gaan wel door. De Rechtspraak heeft een overzicht gepubliceerd van urgente zaken.
Uitspraak ingezonden door Arnoud Martens en Willem Leppink, Ploum.
Merk op verpakkingsdoos suggereert economische band met merkhouder
Rechtbank Den Haag 25 maart 2020, IEF 19102; ECLI:NL:RBDHA:2020:2735 (Coty tegen Easycosmetic) Coty maakt deel uit van de internationaal opererende Coty-groep, welke actief is in de markt van parfumproducten, cosmetica en huidverzorging. Coty is binnen de Coty-groep verantwoordelijk voor de handhaving van intellectuele eigendomsrechten en vervaardigt en verhandelt parfumproducten onder verschillende merken. Zij heeft hiertoe van de houders van deze merken licenties verkregen. Easycosmetic verkoopt via haar website www.easycosmetic.nl parfum- en cosmeticaproducten van ruim 250 verschillende merken. Op de verpakkingsdozen die Easycosmetic gebruikt voor het versturen van bestellingen naar klanten zijn in totaal 80 tekens gelijk aan verschillende merken, waaronder merken waar Coty een licentie van heeft, afgebeeld. Volgens Coty maakt Easycosmetic hiermee inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten.
VPRO hoeft uitlating over Baudet niet te rectificeren
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 25 maart 2020, IEF 19100; ECLI:NL:RBMNE:2020:1070 (Baudet tegen VPRO) In het tv-programma Buitenhof legde de presentatrice uitlatingen van Baudet voor aan een studiogast. Baudet en Forum voor Democratie stellen dat Buitenhof door middel van deze parafrase bewust karaktermoord pleegde op Baudet en dus onrechtmatig handelde. Geoordeeld wordt dat de VPRO de uitzending van Buitenhof, niet hoeft te rectificeren. De parafrase is gebrekkig, maar tegelijkertijd, gelet op alle omstandigheden, handelde de VPRO niet onrechtmatig. Baudet is namelijk een publieke figuur, die actief deelneemt aan het publieke (politieke) debat. Dit betekent dat hij meer moet accepteren dan de gemiddelde burger. Bovendien kan de vraag van de presentatrice worden gezien als een bijdrage aan het publieke debat. Volgens het Europese Hof van de Rechten van de Mens mag het recht op vrijheid van meningsuiting dan minder snel ingeperkt worden, omdat op grond van een op basis van art. 8 en 10 EVRM gemaakte belangenafweging er geen noodzaak is tot beperking van de vrijheid van meningsuiting van de VPRO. Bij de belangenafweging spelen de eerdere door Baudet gedane uitspraken een rol. De door Baudet en Forum voor Democratie gevorderde rectificatie is verder niet toewijsbaar, ook niet omdat niet duidelijk is wat de omvang van de door hen gestelde schade is. Bovendien is door de zelf gezochte publiciteit het eigen standpunt inmiddels voldoende aan het publiek duidelijk gemaakt en heeft de VPRO ook zelf aan nadere berichtgeving gedaan.
Artikel ingezonden door Maarten Russchen, Russchen Advocatuur.
Maarten Russchen: pas op voor nepfacturen na merkregistratie!
Het wordt steeds erger! Al jaren worden er nepfacturen verstuurd aan nieuwe merkhouders. Als je goed leest, gaat het dan om een factuur voor opname van het merk in een bepaald niet-officieel digitaal register. Maar deze gaat een stuk verder.
Hier wordt nota bene het beeldmerk van het Europese Merkenbureau gebruikt om een merkhouder € 910 te laten betalen op een bankrekening beginnend met PL. Een Poolse rekening dus, terwijl het EUIPO in Spanje zit.
Verzoek Audi wordt afgewezen
Vzr. Rechtbank Rotterdam 20 februari 2020, IEF 19098; ECLI:NL:RBROT:2020:1770 (Firma X tegen Audi) Kort geding. Firma X is een detailhandel in auto-onderdelen. Audi is houdster van verschillende Uniemerken. Audi stelt dat Firma X op grote schaal namaakgrillen verkoopt en verhandelt. Audi heeft de voorzieningenrechter op grond van artikelen 9 lid 1 sub a en 11 van de Handhavingsrichtlijn juncto artikel 1019e Rv verzocht dat Firma X wordt bevolen om de inbreuk te staken. De voorzieningenrechter wijst de vordering af wegens het ontbreken van spoedeisend belang en het niet voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. De bevelen worden vernietigd (met terugwerkende kracht).
Conclusie P-G in Spin Master tegen High5
HR Conclusie P-G 18 februari 2020, IEF 19097; ECLI:NL:PHR:2020:168 (Spin Master tegen High5) Zie eerder [IEF 16516], [IEF 17968], [IEF 18077] en [IEF 18694]. Deze cassatie in het belang der wet komt na een prejudiciële verwijzing en gaat over art. 90 GModVo en meer in het bijzonder over de vraag of ook andere dan Haagse voorzieningenrechters bevoegd zijn om kennis te nemen van Gemeenschapsmodelinbreuken. Het HvJ EU heeft inmiddels geoordeeld dat art. 90 lid 1 GModVo als volgt moet worden uitgelegd: rechtbanken van lidstaten die bevoegd zijn voorlopige of beschermende maatregelen te bevelen voor een nationaal model, zijn tevens bevoegd dergelijke maatregelen te bevelen voor een Gemeenschapsmodel. Conclusie: niet enkel Haagse voorzieningenrechters zijn bevoegd om kennis te nemen van Gemeenschapsmodelinbreuken.