IEF 22155
25 juli 2024
Uitspraak

Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd

 
IEF 22153
25 juli 2024
Uitspraak

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

 
IEF 22152
25 juli 2024
Uitspraak

Verzoek om schorsende werking afgewezen

 
IEF 17767

20 juni - BourgondIEz

Deelnemers bourgondIEz krijgen korting op Benelux Merkencongres (20 juni) of IE-Zomer Forum (28 juni). Op alle terreinen van de intellectuele eigendom ontwikkelt "het Zuiden" zich stormachtig. Kennis, slimme oplossingen, technologie, innovatie, creatie, vormgeving, sterke merken en kunst zijn alom vertegenwoordigd, net als de IE-professionals die zich daarmee bezighouden.

Wat nog ontbreekt, is een voedingsbodem voor deze professionals te leggen en bestendigen van onderlinge contacten, het delen van kennis en het aan elkaar scherpen van de (juridische) zwaarden. En wat biedt een betere en plezierigere voedingsbodem dan een bourgondisch diner voor en door vakgenoten onder de Maas en Waal, met een smakelijke inhoudelijke presentatie door advocaat en hoogleraar mr. Dick van Engelen.

IEF 17765

Franchisegevers niet-ontvankelijk want uitsluitend formele procespartij: de holding is materiële procespartij

Hof 's-Hertogenbosch 5 jun 2018, IEF 17765; ECLI:NL:GHSHE:2018:2370 (Franchisenemers), https://ie-forum.nl/artikelen/franchisegevers-niet-ontvankelijk-want-uitsluitend-formele-procespartij-de-holding-is-materi-le-proc

Hof 's-Hertogenbosch 5 juni 2018, IEF 17765; ECLI:NL:GHSHE:2018:2370 (Franchisenemers) Niet-ontvankelijk. Appellanten stellen dat de franchisenemers auteursrechtinbreuk plegen. De auteursrechten in kwestie berusten bij de holding. Appellant 1 heeft haar vorderingen in reconventie ingesteld als lasthebber van de holding. De rechtbank oordeelde dat voor een gedaagde geldt dat deze in reconventie niet in een hoedanigheid kan optreden die hij in conventie niet heeft of omgekeerd (136 Rv). Indien appellant 1 als lasthebber van de holding ontvankelijk zou worden geacht, dan zou zij in een hoedanigheid optreden die zij in conventie niet heeft. Zij is uitsluitend formele procespartij, die optreedt ten behoeve van holding als materiële procespartij. Appellanten hebben verder niet gesteld en onderbouwd waarom zij hun vorderingen kunnen baseren op de licentie die de holding heeft verstrekt. Appellant 1 is niet-ontvankelijk.

IEF 17766

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, KLOS c.s..

Voeging bij een partij in hoger beroep die niet in het geding is verschenen

Hof Amsterdam 1 mei 2018, IEF 17766; ECLI:NL:GHAMS:2018:1520 (Earth Water inzake Earth Concepts tegen Upstream), https://ie-forum.nl/artikelen/voeging-bij-een-partij-in-hoger-beroep-die-niet-in-het-geding-is-verschenen

Hof Amsterdam 1 mei 2018, IEF 17766; ECLI:NL:GHAMS:2018:1520 en Rechtbank Amsterdam 28 juni 2017 (Earth Water inzake Earth Concepts tegen Upstream) Merkenrecht. Artikel 217 Rv. De rechtbank: Upstream Advertising heeft voldoende onderbouwd dat de registratie van de Benelux-merken Earth Water te kwader trouw heeft plaatsgevonden en dat zij aldus, geen recht op die merken heeft verkregen en dus ook niet bevoegd is om daarover de beschikken. Het hof: Voeging van Earth Water aan de zijde van een partij die niet in het geding is verschenen, failliete Upstream, is mogelijk althans voor de procedure in hoger beroep. Ter onderbouwing van de incidentele vordering tot voeging hebben Earth Water c.s. aangevoerd dat de merken waarvan Earth Concepts de overdracht vordert, al rechtsgeldig door Upstream Advertising zijn overgedragen aan Earth Water c.s. en dat Earth Concepts beoogt in deze procedure de eigendom van de merkregistraties te verkrijgen. Door toewijzing van die vordering zullen Earth Water c.s. nadelig worden getroffen.

IEF 17764

Dirk Visser - Rode Louboutin-zool: geen vorm, wel een merk?

Via Mr. In de zaak over de rode zool van de schoenen van Louboutin – die door schoenenketen Van Haren werd nagemaakt − heeft het HvJ EU op 12 juni 2018 geoordeeld dat de kleur van een zool geen ‘vorm’ is in de zin van een bijzondere weigeringsgrond in het Europese merkenrecht. Volgens die weigeringsgrond mag een vorm niet als merk worden ingeschreven als die vorm ‘een wezenlijke waarde aan de waren geeft’. De kleur van een zool blijkt nu geen vorm, dus hoeft het HvJ zich niet uit te spreken over de vraag of de kleur van die zool ‘een wezenlijke waarde aan de waren geeft’.

IEF 17763

Uitspraak ingezonden door Marleen van den Horst en Claudia Zeri, BarentsKrans.

Combinatie-ABC is in strijd met ratio van de ABC-Verordening verleend

Rechtbank Den Haag 11 jun 2018, IEF 17763; ECLI:NL:RBDHA:2018:6802 (MSD tegen Teva c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/combinatie-abc-is-in-strijd-met-ratio-van-de-abc-verordening-verleend

Vzr. Rechtbank Den Haag 11 juni 2018, IEF 17763; LS&R 1621; ECLI:NL:RBDHA:2018:6802 (MSD tegen Teva c.s) Octrooi. Aanvullend beschermingscertificaat (ABC) combinatieproduct. Onder de merknaam Inegy® brengt MSD een geneesmiddel op de markt dat wordt voorgeschreven ter verlaging van de concentraties in het bloed van LDL-cholesterol en triglyceriden, alsmede ter verhoging van HDL-cholesterol. MSD was houdster van Europees octrooi, later is een ABC verleend. Het mono-ABC verliep op 18 april 2018, een combinatie-ABC is tot en met 1 april 2019. De verlening van het combinatie-ABC is in strijd met de ratio van de ABC-Vo is verleend en om die reden nietig moet worden geacht. Op grond van de afstemmingsregel is de voorzieningenrechter gehouden zijn voorlopig oordeel af te stemmen op eindbeslissingen van de bodemrechter. De door MSD gevraagde voorlopige voorzieningen liggen derhalve voor afwijzing gereed. Geen aanleiding anders te beslissen dan in de bestuursrechtelijke procedure (ECLI:NL:RBDHA:2018:4081). Ambtshalve matiging proceskosten.

IEF 17762

Geen executie voor gebruik Vestival in oude algemene voorwaarden

Rechtbank Den Haag 8 jun 2018, IEF 17762; ECLI:NL:RBDHA:2018:6797 (Havensluis c.s. tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-executie-voor-gebruik-vestival-in-oude-algemene-voorwaarden

Vzr. Rechtbank Den Haag 8 juni 2018, IEF ; ECLI:NL:RBDHA:2018:6797 (Havensluis c.s. tegen gedaagde) Executiegeschil dwangsommen. Onvoldoende aannemelijk dat vonnis van 7 maart [IEF 17545] is overtreden. Het gebruik “Vestival” op websites van derden waren verplichte verwijzing naar 'oude' algemene voorwaarden die raadpleegbaar moeten blijven omdat er tickets zijn verkocht voordat het vonnis is gewezen. In ernst kan worden betwijfeld, of het gebruik van de benaming “Vestival” als metatag moet worden aangemerkt als een schending van het gebod, maar het gebruik van deze metatag is onvoldoende aannemelijk. Havensluis c.s. heeft op sociale media aanzienlijke inspanningen verricht om berichten te verwijderen tot 2014 terug.

 

IEF 17760

Erwin Angad-Gaur - Reflecties: Praten, praten, praten

Erwin Angad-Gaur, Reflecties: Praten, praten, praten, Sena Performers Magazine 2018-2, p. 14-15. Als voorzitter van de sectie Uitvoerende Kunstenaars van Sena, en na twintig jaar secretaris van de Ntb te zijn geweest, kan ik iedereen bevestigen: het werk van bestuurders bestaat uit stukken lezen, stukken schrijven, maar vooral uit praten. Praten on en off the record. Praten om zaken in beweging te krijgen, om vertrouwen op te bouwen, om misstanden aan de kaak te stellen, bij de media of bij instanties. Praten tot je een ons weegt, soms. Lees verder

IEF 17759

Uitspraak ingezonden door Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen en Thierry van Innis, Van Innis & Delarue Margot van Gerwen, Eelco Bergsma en Maarten Rijks, TaylorWessing.

HvJ EU: Louboutins zoolmerk is een geldig merk

12 jun 2018, IEF 17759; ECLI:EU:C:2018:423 (Louboutin tegen Van Haren), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-louboutins-zoolmerk-is-een-geldig-merk

HvJ EU 12 juni 2018, IEF 17759; IEFbe 2598; C-163/16; ECLI:EU:C:2018:423 (Louboutin tegen Van Haren)
Merkenrecht. Uit het persbericht: Een merk bestaande uit een op de zool van een schoen aangebrachte kleur valt niet onder het verbod tot inschrijving van vormen Een dergelijk merk bestaat immers niet „uitsluitend uit de vorm” in de zin van de merkenrichtlijn. HvJ EU:

Artikel 3, lid 1, onder e), iii), van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat een teken bestaande uit een op de zool van een hooggehakte schoen aangebrachte kleur, zoals in het hoofdgeding aan de orde, niet uitsluitend bestaat uit de „vorm” in de zin van deze bepaling.

IEF 17758

Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Gertjan Harryvan, De Brauw Blackstone Westbroek en Martin Hemmer, AKD

HR: Investeringen voor totstandkoming van normgegevens van databank terecht buiten beschouwing gelaten

Hoge Raad 8 jun 2018, IEF 17758; ECLI:NL:HR:2018:856 (Pearson tegen Bär software), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-investeringen-voor-totstandkoming-van-normgegevens-van-databank-terecht-buiten-beschouwing-gelate

HR 8 juni 2018, IEF 17758;  ECLI:NL:HR:2018:856 (Pearson tegen Bär software) Databankenrecht. Na Hof 'Derden mogen add-ons maken op niet-beschermde normtabellen met normgegevens'' [IEF 16386]. De Hoge Raad verwerpt het beroep. Uitgaande dat normgegevens dienen te worden aangemerkt als de zelfstandige elementen bedoeld in artikel 1 lid 1, aanhef en onder a Databankenwet, heeft het hof, de door Pearson gestelde investeringen die betrekking hebben op de totstandkoming van die normgegevens, terecht buiten beschouwing gelaten.

IEF 17757

Bijdrage ingezonden door Lisbeth Depypere, CMS.

Gerecht EU: in geschil tussen EU-merk en oudere Spaanse tekeningen moet worden gekeken naar het Spaanse tekeningen- en modellenrecht

Gerecht EU (voorheen GvEA) , IEF 17757; (Menta y Limón Decoración tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-in-geschil-tussen-eu-merk-en-oudere-spaanse-tekeningen-moet-worden-gekeken-naar-het-spaan

Gerecht EU 24 april 2018, IEF 17757; IEFbe 2597; ECLI:EU:T:2018:213; T-183/17 (Menta y Limón Decoración/EUIPO) In deze zaak diende Menta y Limón Decoración bij EUIPO een vordering tot nietigverklaring in van een EU-beeldmerk van een poppetje (n° 010822013) voor alle waren en diensten van dat merk. De vordering tot nietigverklaring was gebaseerd op verschillende oudere Spaanse tekeningen en modellen.De nietigheidsafdeling verklaarde het EU-beeldmerk effectief volledig nietig. Daartegen werd hoger beroep aangetekend en de kamer van beroep van EUIPO vernietigde de beslissing van de nietigheidsafdeling om de volgende redenen: