IEF 22155
25 juli 2024
Uitspraak

Boska kaasschaven niet auteursrechtelijk beschermd

 
IEF 22153
25 juli 2024
Uitspraak

Vorderingen EUR tegen platform Studeersnel afgewezen

 
IEF 22152
25 juli 2024
Uitspraak

Verzoek om schorsende werking afgewezen

 
IEF 17704

Handhaving last onder dwangsom voor afspraken NPO met concert- en evenementenorganisaties om concerten en nieuwe CD’s te promoten

CvdM 19 apr 2018, IEF 17704; kenmerk 686015/704730 (NPO inzake acties 3FM en Radio 2), https://ie-forum.nl/artikelen/handhaving-last-onder-dwangsom-voor-afspraken-npo-met-concert-en-evenementenorganisaties-om-concerte

Beslissing op bezwaar CvdM 19 april 2018, kenmerk 686015/704730 (NPO inzake acties 3FM en Radio 2) Mediarecht. Dienstbaarheidsverbod. Uit het persbericht: Het Commissariaat voor de Media handhaaft de aan de NPO opgelegde last onder dwangsom, die is opgelegd om te voorkomen dat de NPO afspraken zou blijven maken die concert- en evenementenorganisaties een platform zouden bieden op NPO Radio 2 en 3FM om onder andere concerten en nieuwe CD’s te promoten. Het Commissariaat blijft van oordeel dat de NPO de concert- en evenementorganisaties een concurrentievoordeel heeft gegeven en daarmee het zogenoemde dienstbaarheidsverbod heeft overtreden. Dat verbod stelt dat derde partijen uit de samenwerking met een publieke omroep niet een meer dan normale winst of andere concurrentievoordelen mag behalen. De NPO heeft de verantwoordelijkheid om het niet-commerciële karakter van het publieke bestel te verzekeren.

IEF 17703

Uitspraak ingezonden door Richard Ebbink, Paul Marcelis en Alexander de Leeuw, Brinkhof en Thijs van Aerde, Houthoff.

HR: Argumenten pleiten ervoor dat werkzaamheden verband houdend met zuiver processuele kwestie vallen onder artikel 1019h Rv

Hoge Raad , IEF 17703; https://ie-forum.nl/artikelen/hr-argumenten-pleiten-ervoor-dat-werkzaamheden-verband-houdend-met-zuiver-processuele-kwestie-vallen

HR 18 mei 2018, IEF 17703; ECLI:NL:HR:2018:721 (Becton Dickinson tegen B. Braun Melsungen) Procesrecht. Octrooizaak. Conclusie AG IEF 17574 en voorzieningenrechter IEF 16045. Art. 1019h Rv is van toepassing op werkzaamheden die uitsluitend betrekking hebben op de vraag of de overschrijding van de appeltermijn verschoonbaar is. De argumenten die "ervoor pleiten ook de werkzaamheden verband houdend met een zuiver processuele kwestie als de onderhavige onder de werkingssfeer van art. 14 Handhavingsrichtlijn en art. 1019h Rv begrepen te achten, wegen zodanig zwaarder dan de tegenargumenten, dat in dit kort geding daarover geen prejudiciële vragen aan het HvJEU zullen worden gesteld." De kosten van het cassatieberoep over de toepassing van art. 1019h Rv, valt onder het liquidatietarief.

IEF 17702

Bijdrage ingezonden door Bjorn Schipper, Schipper Legal.

Bjorn Schipper - Kleine juridische kroniek van het muziekrecht 2017: Spraakmakende rechtszaken

Bjorn Schipper, 'Kleine juridische kroniek van het muziekrecht 2017: Spraakmakende rechtszaken', Muziekwereld 2018/1, p. 26-29. Traditiegetrouw blikken we aan het begin van het jaar terug op het afgelopen muziekjaar. De streaming-markt zit stevig in de lift en blockchain-technologie wint steeds meer terrein. Ook zien we artificial intelligence (AI) toegepast worden in de muziekstudio, met als resultaat de eer- ste kunstmatige intelligentie-hitplaat van Taryn Southern en talloze interessante nieuwe rechts- vragen1 . Net als in 2012 t/m 20172 sta ik in deze eerste editie van Muziekwereld in 2018 in de vorm van een kleine juridische kroniek van het muziekrecht stil bij een aantal spraakmakende zaken uit 2017. De selectie van deze zaken is op basis van dezelfde uitgangspunten als voorgaan- de edities gemaakt. Lees verder

IEF 17701

Bijdragen ingezonden door Lisbeth Depypere, CMS.

Lisbeth Depypere - Hof van Justitie verduidelijkt de techniekrestrictie in het modellenrecht

Kort commentaar bij HvJ EU, IEF 17542; IEFbe 2492; (Doceram tegen CeramTec). Technologische innovatie is een hoog goed en zou dus niet mogen worden gehinderd door bescherming van intellectuele rechten zoals merken en modellen. Daarom bestaat in het merkenrecht en in het modellenrecht de “techniekrestrictie”. De techniekrestrictie beoogt kort samengevat dat technische oplossingen enkel als octrooi kunnen worden beschermd, niet als merk of model. De vraag hoe (ruim) de techniekrestrictie moet worden uitgelegd, leidde in het verleden tot verschillende strekkingen.

Hoe de techniekrestrictie in het merkenrecht moet worden geïnterpreteerd, werd door het Hof van Justitie al meermaals verduidelijkt (zie Philips/Remington (C-123/45) en Lego (C-48/09)). In het merkenrecht geldt dat het voor de beoordeling van de vraag of de vorm noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, niet van belang is dat er voor die vorm alternatieven bestaan waarmee hetzelfde technische resultaat wordt bereikt (de “apparaatgerichte leer”).

Maar in het modellenrecht bleef een dergelijke verduidelijking van de techniekrestrictie vooralsnog uit. Met het arrest van 8 maart 2018 in de zaak Doceram/CeramTec werd daar nu verandering in gebracht.

IEF 17700

Uitspraak ingezonden door Armand Killan, Bird & Bird.

Geen dreigende schade in Nederland op nog niet verleend octrooi, geen locus damni

Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, IEF 17700; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-dreigende-schade-in-nederland-op-nog-niet-verleend-octrooi-geen-locus-damni

Vzr. Rechtbank Den Haag 15 mei 2018, IEF 17700; LS&R 1609; ECLI:NL:RBDHA:2018:5809 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Octrooirecht. Vordering: gedaagde dient brief aan EOB te sturen met verzoek tot opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure in een aangevraagde divisional EP 006 A. Artikel 6 aanhef en onder e Rv (jo artikel 13 Rv). Voorzieningenrechter is niet bevoegd van de vordering kennis te nemen. Geen (dreigende) schade in Nederland. Overigens ontbreekt de vereiste nauwe band tussen de vordering van eiseres en Nederlands grondgebied en is de vordering van eiseres grensoverschrijdend van aard, terwijl de voorzieningenrechter o.b.v. artikel 6 aanhef en onder e Rv niet grensoverschrijdend bevoegd is.

 

IEF 17699

Update! Pleidooi in smaakzaak - Eéndaagse studiereis naar het HvJ EU in Luxemburg op 4 juni a.s.

[Update 22 mei 2018 - 16:00]. Let op: Wegens zeer grote belangstelling onder studenten, komen studenten die zich nu nog aanmelden op een wachtlijst.Wel zijn er nog plaatsen beschikbaar tegen betaling. Stuur een mailtje naar info@delex.nl. Op maandag 4 juni 2018 organiseert uitgeverij deLex in samenwerking met de Universiteit Leiden en het Instituut voor Informatierecht een ééndaagse studiereis naar het HvJ EU in Luxemburg. Op die dag vindt in Luxemburg het pleidooi plaats in de zaak over de vraag of er auteursrecht kan rusten op smaak. Hof Arnhem-Leeuwarden stelde hierover vragen van uitleg. Zie ECLI:NL:GHARL:2017:6697. De zaak wordt op initiatief van het Hof bepleit voor de Grote Kamer. Het wordt zonder twijfel belangrijkste uitspraak van het Hof EU over het object van auteursrecht ooit.

IEF 17698

IE in Bedrijf - deel 5 - Online

, IEF 17698; https://ie-forum.nl/artikelen/ie-in-bedrijf-deel-5-online

Marjolein Driessen en Theo-Willem van Leeuwen, IE in Bedrijf deel 5 - Online, IE-inbedrijf.nl 2018. Persbericht 15 mei 2018: Nu te downloaden en binnenkort als hard cover verkrijgbaar: ‘Online’, deel 5 van IE in Bedrijf: dé serie handboeken over intellectueel eigendom voor ondernemers en bedrijven. Vandaag verschijnt ‘Online’, het vijfde deel in de achtdelige serie IE in Bedrijf en het vervolg op de succesvolle en positief ontvangen eerdere delen ‘Handelsnamen en merken’, ‘Bescherming van ideeën’, ‘Vormgeving’ en ‘Reclame’. De serie IE in Bedrijf is speciaal geschreven voor ondernemers en bedrijven die graag willen weten hoe zij hun intellectueel kapitaal kunnen beschermen en optimaal gebruiken. Het zijn praktische handboeken, geschreven in begrijpelijke (niet-juridische) taal. De boeken worden uitgegeven door Legaltree/Abcor.

IEF 17697

HvJ EU: Het aanbrengen van een klein etiket bij parallelimport is geen ompakking

HvJ EU 17 mei 2018, IEF 17697; ECLI:EU:C:2018:322 (Junek Europ-Vertrieb tegen Lohmann & Rauscher International), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-het-aanbrengen-van-een-klein-etiket-bij-parallelimport-is-geen-ompakking

HvJ EU 17 mei 2018, IEF 17697; LS&R 1608; ECLI:EU:C:2018:322, (Junek Europ-Vertrieb tegen Lohmann & Rauscher International) Merkenrecht. Uitputting. Lohmann & Rauscher International is houder van het Uniemerk “Debrisoft” (nr. 8852279). Junek Europ-Vertrieb is gevestigd in Oostenrijk en verhandelt in Duitsland via parallelimport medische hulpmiddelen van Lohmann & Rauscher International. Junek Europ-Vertieb heeft op de doos een klein etiket aangebracht met hun contactgegevens, een streepjescode en een centraal farmaceutisch nummer. Het etiket maakte het merk van Lohmann & Rauscher International niet onzichtbaar. Er is geen sprake van ompakking, omdat de oorspronkelijke verpakking van het betrokken medisch hulpmiddel verder niet is geopend. De houder van een merk kan zich niet ertegen verzetten dat een medisch hulpmiddel in zijn oorspronkelijke binnen‑ en buitenverpakking verder wordt verhandeld door een parallelimporteur, wanneer deze een klein etiket heeft aangebracht. De aan het merk verbonden rechten zijn uitgeput.

Artikel 13, lid 2, van [UniemerkVo] moet aldus worden uitgelegd dat de houder van een merk zich niet ertegen kan verzetten dat een medisch hulpmiddel in zijn oorspronkelijke binnen‑ en buitenverpakking verder wordt verhandeld door een parallelimporteur, wanneer deze een extra etiket zoals het etiket dat in het hoofdgeding aan de orde is, heeft aangebracht dat gezien zijn inhoud, functie, formaat, presentatie en plaatsing geen risico vormt voor de garantie van de herkomst van het medische hulpmiddel dat van dat merk is voorzien.

IEF 17696

Ingezonden door Thierry van Innes, Van Innis & Delarue

Hema veroordeeld tot schadevergoeding van 4,5 miljoen euro wegens merkinbreuk

Belgische gerechten 14 mei 2018, IEF 17696; (Levi Strauss tegen Hema), https://ie-forum.nl/artikelen/hema-veroordeeld-tot-schadevergoeding-van-4-5-miljoen-euro-wegens-merkinbreuk

FR Rechtbank van Koophandel Brussel 14 mei 2018, IEF 17696; IEFbe 2570 (Levi Strauss tegen Hema) Merkenrecht. Levi Strauss is houder van het zogenaamde Arcuate-beeldmerk. Hema heeft ruim 220.000 broeken verkocht met tekens die lijken op het beeldmerk van Levi’s. De tekens die door Hema worden gebruikt zijn niet identiek aan die van Levi’s. Hema gebruikt niet twee maar drie gebogen lijnen, die ook niet in het midden van een vijfhoekige tekening ontmoeten, maar iets aan de linkerkant. Aangezien de tekeningen verschillend zijn, kan er dus geen sprake zijn van het gebruik van identieke tekens. De tekens van Hema vertonen echter wel significante gelijkenissen met het Arcuate-beeldmerk. Gebruik van de tekens levert daardoor verwarringsgevaar op. Hema maakt merkinbreuk en wordt verboden de tekens te gebruiken. Hema wordt veroordeeld tot schadevergoeding van €4.432.060.

IEF 17695

Bijdrage ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Leiden University.

Charlotte Vrendenbarg - Reactie op reactie van Hayke Veldman

Charlotte Vrendenbarg - Reactie op reactie van Hayke Veldman: waarom het amendement de doelstelling van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen dreigt te ondermijnen. VVD-kamerlid Hayke Veldman reageerde op dit forum (IEF 17686) op mijn artikel in het FD van 24 april (IEF 17651). In dat artikel liet ik mij uit over het voorstel van Veldman een redelijke en evenredige proceskostenveroordeling op te nemen in het wetsvoorstel bescherming bedrijfsgeheimen. De reactie van Veldman zelf wordt gewaardeerd en onderstreept de relevantie van het onderwerp. Maar de inhoud van de reactie maakt ook duidelijk dat de proceskostenproblematiek te complex is om in een amendement te vatten, zonder voorafgaand onderzoek en zonder onderliggende parlementaire stukken die de praktijk houvast bieden.