IEF 22183
8 augustus 2024
Artikel

Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025

 
IEF 22180
8 augustus 2024
Uitspraak

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

 
IEF 22179
8 augustus 2024
Uitspraak

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

 
IEF 17392

Indirecte inbreuk op octrooi toiletpapierverdeler

Rechtbank Den Haag 27 dec 2017, IEF 17392; ECLI:NL:RBDHA:2017:15395 (SCA tegen Vialli), https://ie-forum.nl/artikelen/indirecte-inbreuk-op-octrooi-toiletpapierverdeler

Rechtbank Den Haag 27 december 2017, IEF 17392; ECLI:NL:RBDHA:2017:15395 (SCA tegen Vialli). Octrooirecht. SCA is houdster van Europees Octrooi 1 799 083 B1 voor een toiletrol dispenser. SCA treft Vialli op een ISSA beurs. In de stand van Vialli bevinden zich zogeheten K5 toiletrol dispensers. De rechtbank stelt vast dat Vialli hiermee indirect inbreuk maakt op het Europese octrooi van SCA. Bij beoordeling of er sprake is van directe inbreuk heeft SCA onvoldoende belang, aangezien daartoe enkel is aangevoerd dat Vialli op de ISSA beurs aanwezig was met enkele K5 dispensers gevuld met toiletpapier (hetgeen volgens SCA kwalificeert als gebruik voor eigen bedrijf). De rechtbank veroordeelt Vialli tot staking van inbreuk. Vernietiging van de dispensers en reclamemateriaal. Opgaveverplichting. Last onder dwangsom. Schadevergoeding.

IEF 17391

We-Light geen inbreuk op handelsnaam Key-light, maar wel onrechtmatig

Rechtbank Gelderland 17 nov 2017, IEF 17391; ECLI:NL:RBGEL:2017:6842 (Key-Light International tegen We-Light International), https://ie-forum.nl/artikelen/we-light-geen-inbreuk-op-handelsnaam-key-light-maar-wel-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Gelderland 17 november 2017, IEF 17391; ECLI:NL:RBGEL:2017:6842 (Key-Light International tegen We-Light International). Handelsnaamrecht. Zuiver beschrijvende handelsnamen. De niet-beschrijvende elementen van de handelsnamen Key-Light International en We-Light International stemmen begripsmatig en visueel niet overeen, maar wel auditief. De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet aan het vereiste van artikel 5 Hnw is voldaan, omdat de overeenstemmende elementen in combinatie met het beschrijvende woord 'light' geen verwarring oproept. Het gebruik van de handelsnaam is echter wel in algemene zin onrechtmatig. Gedaagde is een ex-werknemer van eiser en werkzaam in dezelfde branche, voor hetzelfde relevante publiek/dezelfde relaties. Het is aannemelijk dat relaties van eiser de naam van gedaagde associëren met Key-Light.

IEF 17389

Handelsnaam 'Royal Dutch' is misleidend gebruik predicaat 'Koninklijke'

Kantonrechter 30 nov 2017, IEF 17389; ECLI:NL:RBDHA:2017:15299 (Stichting tegen Royal Dutch Holding), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaam-royal-dutch-is-misleidend-gebruik-predicaat-koninklijke

Ktr. Rechtbank Den Haag 30 november 2017, IEF 17389; ECLI:NL:RBDHA:2017:15299 (Royal Dutch Holding). Handelsnaamrecht. De kroondrager heeft de mogelijkheid om, bij wijze van respect en waardering, het predicaat: “Koninklijke” te verlenen aan onder meer ondernemingen. Om voor een dergelijke onderscheiding in aanmerking te komen dient een onderneming aan een aantal vereisten te voldoen. Royal Dutch Holding voldoet niet aan deze vereisten. De kantonrechter is van oordeel dat de huidige Nederlandse samenleving is dusdanige mate is geïnternationaliseerd, dat het relevante publiek veel minder onderscheid zal maken tussen "koninklijke Nederlandse" en "Royal Dutch". Derhalve, veroordeelt de kantonrechter de Holding om zodanige wijziging in haar handelsnaam aan te brengen dat de aanduiding “Royal” in de handelsnaam “Royal Dutch Holding" komt te vervallen. 

IEF 17388

Thijs van Aerde benoemd tot counsel bij Houthoff

Per 1 januari 2018 is Thijs van Aerde (1981) benoemd tot counsel bij Houthoff. Van Aerde richt zich op het intellectuele-eigendomsrecht, internet-gerelateerde zaken en procesrechtelijke kwesties. Van Aerde is gespecialiseerd in het procederen bij de Hoge Raad maar vertegenwoordigt ook cliënten bij het Europese Hof van Justitie en bij de Nederlandse gerechtshoven en rechtbanken. Van Aerde treedt regelmatig op voor onder meer farmaceutische ondernemingen, aanbieders en producenten van consumentenelektronica en consumptiegoederen.

IEF 17390

BOIP lanceert nieuwe website

Het zal u vast niet ontgaan zijn dat wij in december onze nieuwe website www.boip.int hebben gelanceerd. We gaan deze in het komende jaar verder doorontwikkelen en verbeteren. Wij horen uiteraard graag uw ervaringen! U kunt uw feedback en suggesties voor verbetering mailen naar website@boip.int.

IEF 17195

Vooraankondiging Zeist en VIE-prijs 2017

Aankondiging VIE-prijs. Tijdens het IE Symposium op 14 maart 2018 zal deze prijs weer worden uitgereikt. Voor de VIE-prijs komen in aanmerking publicaties die een wezenlijke en/of vernieuwende bijdrage leveren aan de kennis en het begrip van het intellectuele eigendoms- of het ongeoorloofde mededingingsrecht in Nederland, door een auteur die op het moment van publicatie niet ouder was dan 35 jaar, in het Nederlands of Engels, die binnen vijftien maanden voorafgaand aan de uitreiking van de prijs zijn gepubliceerd. Proefschriften komen niet in aanmerking.

IEF 17372

Zittingsdata 2018 Vaste Commissie Plagiaat

Aangeslotenen kunnen bij Buma/Stemra ook terecht voor plagiaatgeschillen. Daarvoor is de Vaste Commissie Plagiaat (VCP) ingesteld. De VCP is een onafhankelijke commissie die bestaat uit muzikale deskundigen en juristen. Vastgestelde zittingsdata Vaste Commissie Plagiaat:
- woensdag 28 maart 2018
- woensdag 6 juni 2018
- woensdag 5 september 2018
- woensdag 12 december 2018

IEF 17301

Hof: Onjuiste en onvolledige informatie over werking beurskoerssoftware gegeven aan investeerder

20 dec 2016, IEF 17301; ECLI:NL:GHAMS:2016:5503 ((N.V. tegen Independent Investments Holding)), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-onjuiste-en-onvolledige-informatie-over-werking-beurskoerssoftware-gegeven-aan-investeerder

Hof Amsterdam 20 december 2016, IEF 17301, IT 2421; RB 3039 (N.V. tegen Independent Investments Holding) Reclame. Software. Licentierechten. Onrechtmatige daad. Appellant is adviseur in de financiële sector en gaf een hedge fund index uit. Geïntimeerde is in contact gekomen met een Belgische ingenieur die een softwaresysteem heeft ontwikkeld om beurskoersen te voorspellen. Partijen gaan leningsovereenkomst aan met deelname in wereldwijde licentierechten. Anders dan de eerste rechter oordeelde, is voldoende gesteld dat onjuiste en onvolledige informatie omtrent waarde en werking van het softwaresysteem is gegeven aan de aangezochte investeerster. Geïntimeerde dient het geleende geldbedrag van €400.000 te betalen.

3.4. (...) (ix) Op 17 augustus 2007 is tussen IIH en [A.] een vaststellingsovereenkomst gesloten. In deze vaststellingsovereenkomst is, voor zover van belang, het volgende vastgelegd:
“Partijen stellen als volgt gezamenlijk vast:
- Dat de in het verleden vastgelegde doelstelling(en) om tot een stabiel werkend Forex trading systeem te komen dat zich meerdere jaren stabiel (winstgevend) gedraagt, helaas sinds 22 november 2005 niet tot realisatie is gekomen.
- De financiering loopt na anderhalf jaar tegen haar limieten aan en de vastgestelde waardering van 10 Miljoen Euro van de FX-XL licentie holding lijkt met de huidige operationele systemen geen verdedigbare waardering.
- De betrokken aandeelhouders via The Forex Fellows operationeel en door de gemaakte kosten op verlies staan.”
Het hof acht aannemelijk dat hetgeen partijen op 17 augustus 2007 hebben vastgesteld ook in mei/juni 2007 al bekend was.
(...)

3.6. Uit de onder 3.4 genoemde feiten en omstandigheden volgt dat [geïntimeerde] [appellant 2] onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd over het Softwaresysteem. In weerwil van zijn mededelingen was het Softwaresysteem geen succesvol operationeel en werkend systeem dat (zeer) positieve resultaten boekte over een langere periode van zes maanden. Uit de e-mail onder (v) volgt dat de versie 1.05 begin mei 2007 nog niet Final was en nog niet kon worden gepresenteerd als een Product. De inhoud van de genoemde e-mail staat op gespannen voet met de bewering van IIH c.s. in de memorie van antwoord onder 22 dat op het moment dat de contacten tussen IIH c.s. en [appellanten] tot stand kwamen er sprake was van een operationeel FX 105-systeem en ook met hun bewering tijdens het pleidooi dat met de versie 1.05 werd gehandeld en dat daarmee in de periode maart 2007 tot augustus 2007 positieve resultaten zijn behaald. Voorts is gesteld noch gebleken dat [geïntimeerde] [appellant 2] erop heeft gewezen dat de investering, gezien de resultaten van het Softwaresysteem tot dan toe, aanzienlijke risico’s meebracht. Niet van belang is dat de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden deels betrekking hebben op andere rechtsverhoudingen dan die tussen [appellanten] en [geïntimeerde] of dat sommige gebeurtenissen dateren van na de totstandkoming van de geldlening. Bepalend is dat die feiten en omstandigheden inzicht geven in de (voor [geïntimeerde] kenbare) werking en de waarde van het Softwaresysteem ten tijde van de contacten met [appellant 2] .

3.9. [appellant 1] vordert een bedrag van € 400.000,- aan schadevergoeding van IIH c.s. [appellant 1] heeft via een converteerbare lening aan IIH voor een bedrag van € 400.000,- 4% van de aandelen in de S.A. gekocht. Inmiddels staat als onvoldoende betwist vast dat de waarde van de aandelen in genoemde vennootschap nihil is. [appellanten] hebben gesteld dat, als [geïntimeerde] de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden met betrekking tot de werking en de waarde van het Softwaresysteem niet zou hebben verzwegen, [appellant 2] nimmer met [geïntimeerde] in zee zou zijn gegaan. IIH c.s. hebben ter betwisting van het door [appellanten] gestelde causale verband aangevoerd dat [appellant 2] als geen ander in staat was het Softwaresysteem “op waarde” te schatten en te beoordelen of hij in dit systeem wilde beleggen en voorts dat [appellant 2] wist welke risico’s met investeren gepaard gaan. Het hof gaat daaraan voorbij. Uit hetgeen hiervoor is geoordeeld, volgt immers dat [appellant 2] door toedoen van [geïntimeerde] juist niet in staat was de werking en de waarde van het Softwaresysteem, en daarmee het risico van de investering, te beoordelen. Nu IIH c.s. verder geen gemotiveerd verweer hebben gevoerd tegen de stelling van [appellanten] , dat [appellant 2] , indien hij juist en volledig was geïnformeerd over de werking en de waarde van het Softwaresysteem, niet in het Softwaresysteem zou hebben geïnvesteerd, staat het causale verband tussen de onrechtmatige daad van [geïntimeerde] en de schade van € 400.000,- als onvoldoende betwist vast.

IEF 17386

Beslissing ingezonden door Otto Volgenant, Boekx.

CvB: Te cryptisch verwoord dat Google zoekopdrachten sneller en betere resultaten tonen via internetportal

RCC 21 dec 2017, IEF 17386; Dossiernr: 2017/00341 (Google privacyportaal), https://ie-forum.nl/artikelen/cvb-te-cryptisch-verwoord-dat-google-zoekopdrachten-sneller-en-betere-resultaten-tonen-via-internetp

CvB RCC 21 december 2017, RB 3066; IEF 17386; IT 2448; Dossiernr: 2017/00341 (Google)
Aanbeveling. Vernietiging van afwijzing klacht, aanbeveling strijd met 5 NRC.

5. De werkelijke boodschap van de uitingen zoals die volgens Google is bedoeld, te weten dat de gebruiker via de internet portal kan bepalen dat Google zoekopdrachten niet meer gebruikt om hem sneller betere resultaten te tonen, is zodanig cryptisch in de uitingen verwoord en verwerkt, dat deze de gemiddelde consument waarschijnlijk zal ontgaan. Ook uit de mededeling “Aan of uit? U bepaalt zelf uw privacy-instellingen” en de verwijzing naar het privacy gedeelte van ‘Mijn Account’ op Google.nl volgt dit niet duidelijk. De consument zal daardoor menen dat het uitzetten van de instelling tot gevolg heeft dat in het geheel geen informatie over zijn zoekopdrachten wordt onthouden. Het College oordeelt daarom dat de dagbladadvertentie hierover onvoldoende duidelijk is. Dit geldt voor de online uiting in sterkere mate, nu daarin geen nadere toelichting staat. Over de consequenties van dit oordeel overweegt het College als volgt.