Gepubliceerd op maandag 1 juni 2015
IEF 14974
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Voldoende inspanning door opdracht te geven tot verwijderen

Hof Amsterdam 19 mei 2015, IEF 14974; ECLI:NL:GHAMS:2015:1934 (Money4Wheels)
Executiegeschil. Domeinnaamrecht. Na einde van de samenwerking, staat in de vaststellingsovereenkomst dat appellant onder de naam money4wheels.com doorgaat. Bij vonnis in kort geding is geïntimeerde veroordeeld tot staking van domeinnamen met money4wheels erin. Het gebruik van de genoemde aanduidingen dient appellant te beëindigen en niet om de aanwezigheid van die aanduidingen op het internet ongedaan te maken. Appellant bevestigt dat hij niet heeft gevorderd de aanwezigheid van de naam Money4Wheels van het internet te (doen) verwijderen of ongedaan te maken. De veroordeling kan niet in ruime zin worden opgevat. Er is direct opdracht gegeven aan de samenwerkende partij om vermeldingen en merk/handelsnaam te verwijderen van de site. Geïntimeerde heeft zich voldoende ingespannen om aan veroordeling te voldoen; bekrachtiging.

3.3.2. Zoals door [appellant] gevorderd, heeft de voorzieningenrechter in het vonnis van 11 juni 2013 om redenen als hiervoor onder 2.1.7 vermeld [geïntimeerde] veroordeeld om ieder gebruik van de naam Money4Wheels (en/of een afgeleide daarvan) en van de domeinnamen www.money4wheelsautoverpanden.nl en www.money4wheelsverpanden.nl te staken en gestaakt te houden, alsmede om in de toekomst ieder gebruik van een domein-en/of handelsnaam, direct of indirect, met daarin een combinatie van de woorden Money4Wheels te staken en gestaakt te doen houden.
[appellant] heeft desgevraagd tijdens het pleidooi bevestigd dat hij niet heeft gevorderd de aanwezigheid van de naam Money4Wheels van het internet te (doen) verwijderen of ongedaan te maken, zodat de veroordeling dan ook niet in die (ruime, door [appellant] gewenste) zin kan worden opgevat. Daarom falen beide grieven.

3.4. (...)  Daarom is in de visie van [appellant] de conclusie van de voorzieningenrechter onjuist dat op dit moment onvoldoende duidelijk is of de gewraakte advertenties na het vonnis ondanks de inspanningen van [geïntimeerde] (met behulp van Searchtrends en Vanimedia) op het internet zijn blijven staan, dan wel dat deze later zijn geplaatst, waarbij het de vraag is of dat door [geïntimeerde] dan wel door [appellant] is gedaan (rov. 4.10).

3.4.1
Evenals in eerste aanleg is ook in hoger beroep onvoldoende duidelijk geworden wanneer en door wie de gewraakte advertenties op het internet zijn geplaatst. [appellant] heeft tijdens het pleidooi desgevraagd geantwoord dat niet valt na te gaan wanneer de advertenties zijn geplaatst. Hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd over het gebruik van metatags en de mogelijkheid deze te manipuleren vereist nader onderzoek, waarvoor de kortgedingprocedure zich niet leent. Tegen die achtergrond heeft de voorzieningenrechter terecht en op goede gronden belang gehecht aan de verklaringen van [Y] en [Z] van Searchtrends dat zij na de uitspraak in kort geding in juni 2013 op verzoek van [geïntimeerde] alle vermeldingen van de naam Money4wheels in advertenties op websites en/of als zoekterm die verwezen naar sites van [geïntimeerde] hebben opgespoord en verwijderd evenals aan de verklaring van [A] van Vanimedia dat hij in juli 2013 op verzoek van [geïntimeerde] heeft gecontroleerd of deze inderdaad waren verwijderd. De grieven hebben geen succes.

3.6.1
Gelet op de hiervoor onder 2.1.8 tot en met 2.1.12 weergegeven correspondentie en de door [appellant] in dit hoger beroep niet weersproken verklaringen van [Y] en [Z] van Searchtrends en [A] van Vanimedia is naar het voorlopig oordeel van het hof voldoende aannemelijk geworden dat [geïntimeerde] zich wel degelijk heeft ingespannen om de veroordeling na te komen. Het hof is niet gebleken van een welbewust weigeren van [geïntimeerde] om de domeinnamen www.money4wheelsautoverpanden.nl en www.money4wheelsverpanden.nl aan [appellant] over te dragen. In dat verband verwijst het hof naar het (onherroepelijk geworden) vonnis van 11 juni 2013, waarin de voorzieningenrechter in rov. 6.7 heeft overwogen dat de vordering van [appellant] tot overdracht van voornoemde domeinnamen niet voor toewijzing vatbaar is nu deze domeinnamen niet door [geïntimeerde] (maar door een derde) zijn geregistreerd.

Op andere blogs:
DomJur