DOSSIERS
Alle dossiers

Collectieve exploitatie  

IEF 6360

Wisselwerking mededingingsrecht en auteursrechten

Kamerstukken II 2007/08, 31200 XIII, nr. 65. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2008 ; Brief van de minister van Economische Zaken over onderzoek wisselwerking mededingingsrecht en auteursrechten.

"Het onderzoek dat ik voornemens ben te laten uitvoeren ziet echter niet op de financiële positie van CBO’s [collectieve beheersorganisaties]. Het toezicht op de financiële positie van exclusief belaste CBO’s is immers al geregeld in de Wet Toezicht. Dit toezicht wordt door het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet Toezicht verbreed en versterkt. Er komt een nieuwe verplichting voor deze organisaties om een doelmatig financieel beleid te voeren. Hiertoe wordt in het voorgestelde nieuwe artikel 2 bepaald dat voor het bieden van inzicht in het algemene en financiële beleid vereist is dat de beheersorganisaties een jaarrekening en een jaarverslag opstellen. Voorts zullen onder andere de bezoldiging van bestuurders, de beheerskosten, de tarieven, de tariefgrondslagen, de gehanteerde kortingsregelingen en de statuten openbaar gemaakt moeten worden.

Op grond van de Wet Toezicht ziet het CvtA er op toe dat de CBO’s aan hun verplichtingen voldoen. Het herziene toezicht gaat zowel exclusief aangewezen CBO’s als organisaties van vrijwillig collectief beheer omvatten. Tot die tijd zijn de vrijwillige organisaties gehouden tot inachtneming van een op 3 april 2008 in werking getreden gedragscode (zie bijlage). De Vereniging Voice ziet toe op naleving van de gedragscode."

Lees de brief hier

IEF 6358

Uit illegale bron

Reacties op Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008,  HA ZA 05-2233, ACI Adam B.V. c.s. (20 eisers) tegen Stichting De Thuiskopie c.s (IEF 6341).

Arnoud Engelfriet: "Het was wellicht aardig geweest als de rechtbank had toegelicht waarom en met welk punt van de toets er dan strijd zou zijn. Zeker nu de minister zelf heeft aangegeven dat er wel degelijk gedriestaptoetst is."

[Over de thuiskopie uit digitale bron] werden in juli vorig jaar kamervragen gesteld. Toen antwoordde de minister dat deze toets wel degelijk toegepast was: “De drie-stappen-toets is bij de vormgeving van de thuiskopieregeling in acht genomen en ligt besloten in de voorwaarden die aan de inroepbaarheid van de privékopie-exceptie worden gesteld (Kamerstukken II 2002- 2003, 28 482, nr. 5, blz. 18).”

Lees hier meer.

Evert van Gelderen: “Ik vraag me af of deze redenering op kan gaan. De rechtbank overweegt namelijk (punt 3) dat door het bepalen van een vergoeding voor het downloaden van illegaal materiaal, daarmee de handeling niet legaal wordt. Terwijl eerst gezegd wordt dat de thuiskopievergoeding gaat om compensatie van een beperking van het auteursrecht (zie punt 1). Dit rijmt niet met elkaar. Het gaat immers niet om een beperking van het auteursrecht, in die zin dat de betreffende thuiskopie gemaakt mag worden zonder toestemming van de rechthebbende. Dat mocht immers nu juist niet!

Het downloaden van illegaal materiaal zou gezien moeten worden als een inbreuk op het auteursrecht en niet als een beperking. De thuiskopievergoeding ziet echter niet op inbreuken, maar op bij wet voorziene beperkingen door de (legale) thuiskopie. Met andere woorden: is downloaden van illegale content geen thuiskopie, dan ook geen thuiskopievergoeding.”

Lees hier meer.

IEF 6353

Wel illegaal

Het Parool bericht: "Downloaden wel illegaal. Tot nu toe was downloaden op zich niet illegaal, een uitspraak van de rechter verandert de zaak. Foto GPD/Phil NijhuisAMSTERDAM - Het downloaden van films en muziek is wel degelijk illegaal. Mensen die zich hieraan schuldig maken, overtreden volgens een uitspraak van de Haagse rechter de wet. Tot nu was downloaden op zich niet illegaal. Internetters mochten voor eigen gebruik films en muziek via internet ophalen, ook al werd die illegaal aangeboden.”

(…) Volgens deskundigen betekent de uitspraak dat iedereen die een liedje of een film downloadt, daarvoor strafrechtelijk vervolgd kan worden. Met het vonnis in de hand kunnen de piratenjagers van Brein bovendien civiele zaken aanspannen tegen downloaders en hun internetaanbieders.”

Lees hier meer. (vonnis en commentaren vanaf hier).

IEF 6349

Een wat wonderlijke interpretatie van het vonnis

AHent.gifAlexander Hent, voorzitter Stobi, in reactie op Alberdingk Thijm (zie hieronder, IEF 6348) : Betalingsplichtigen winnen hun zaak tegen Stichting De Thuiskopie

Op 25 juni jl heeft de Rechtbank Den Haag bij vervroeging uitspraak gedaan in de zaak van 20 betalingsplichtige bedrijven tegen de Thuiskopie en de SONT. De betalingsplichtigen vroegen op 16 punten een ‘verklaring voor recht’ en vroegen de rechtbank om met inachtneming van die punten de thuiskopievergoeding vast te stellen.

Mr Alberdingk Thijm (de raadman van collectieve belangorganisatie Norma die thuiskopiegelden verdeelt) verkondigt op zijn website: ‘Thuiskopie heeft zijn zaak tegen de betalingsplichtigen van de thuiskopievergoeding gewonnen’. Dat is op zijn zachtst gezegd een wat wonderlijke interpretatie van het vonnis.

De betalingsplichtigen krijgen slechts op één punt de gevraagde verklaring voor recht, maar dat is vooral omdat de rechtbank vaststelt dat de Thuiskopie tijdens de procedure al op tien andere punten had ingestemd met wat de betalingsplichtigen vorderden. Al met al krijgen de betalingsplichtigen dus op elf van de zestien punten gelijk.

Dat éne punt waarop de betalingsplichtigen van de rechtbank (extra) gelijk krijgen is wel ook heel belangrijk: er dient bij de vaststelling van de thuiskopievergoeding geen rekening te worden gehouden met kopieerhandelingen waarvoor de rechthebbende expliciet of impliciet toestemming heeft gegeven. Alles wat legaal op internet wordt aangeboden is bedoeld om te worden gekopieerd voor eigen gebruik, dus daarmee is de (impliciete) toestemming gegeven.

Met dit vonnis is nu voor het eerst in rechte vastgesteld dat bij de vaststelling van de thuiskopievergoeding

1. wel rekening dient te worden gehouden met het feit dat uitsluitend een vergoeding is verschuldigd ter zake van voorwerpen die bestemd zijn om een werk ten gehore te brengen, te vertonen of weer te geven;

2. geen rekening dient te worden gehouden met kopieën die door de natuurlijke persoon voor een derde worden gemaakt;

3. geen rekening dient te worden gehouden met kopieën die voor commerciële doeleinden en piraterij worden gemaakt;

4. geen rekening dient te worden gehouden met kopieën die door rechtspersonen worden gemaakt;

5. geen rekening dient te worden gehouden met het kopiëren van computerprogramma's en databanken;

6. geen rekening dient te worden gehouden met kopieën van materiaal dat tot het publiek domein behoort;

7. geen rekening dient te worden gehouden met kopieerhandelingen waarvoor de rechthebbende reeds betaling in een andere vorm heeft ontvangen;

8. geen rekening dient te worden gehouden met kopieerhandelingen waarvoor de rechthebbende expliciet of impliciet toestemming heeft gegeven;

9. geen rekening dient te worden gehouden met reproducties die van eigen materiaal worden gemaakt;

10. wel rekening dient te worden gehouden met de beschikbaarheid van bescherming die thuiskopiëren kan voorkomen, niet slechts met het daadwerkelijke gebruik dat daarvan wordt gemaakt; en

11. wel rekening dient te worden gehouden met de beschikbaarheid van DRM-technologieën, niet slechts met het daadwerkelijke gebruik dat daarvan wordt gemaakt;

De rechtbank is van oordeel dat op basis van die elf punten (eerst) binnen de SONT onderhandeld moet worden en dat de rechtbank niet bevoegd is om nu (al) de thuiskopievergoeding vast te stellen.

Tot nu toe is bij de vaststelling van de thuiskopievergoeding niet of volstrekt onvoldoende rekening gehouden met deze uitgangspunten. Het ligt dan ook in de rede dat nu op basis van deze uitgangspunten wordt gekomen tot een aanzienlijk lagere thuiskopievergoeding. Met name het punt dat geen rekening dient te worden gehouden met kopieerhandelingen waarvoor de rechthebbende expliciet of impliciet toestemming heeft gegeven is van groot belang. Van alles wat met toestemming van de rechthebbenden (legaal) op internet wordt aangeboden kan immers met recht worden gezegd dat daarmee ten minste impliciet toestemming is gegeven voor alle privé kopieerhandelingen.

Alexander Hent, voorzitter Stobi (Stichting die de betalingsplichtigen van de thuiskopievergoeding vertegenwoordigt)

Persbericht Stobi hier.

IEF 6348

Meer vragen

cat.gifChristiaan Alberdingk Thijm, Solv: Thuiskopie wint zaak over hoogte vergoeding. Korte noot bij Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 juni 2008,  HA ZA 05-2233, ACI Adam B.V. c.s. tegen Stichting De Thuiskopie c.s.

“(…) De verklaring voor recht die is toegewezen heeft betrekking op materiaal dat openbaar wordt gemaakt met expliciete of impliciete toestemming van de rechthebbende. De rechtbank oordeelt dat bij de bepaling van de thuiskopievergoeding geen rekening dient te worden gehouden met kopieerhandelingen van dergelijk materiaal. De rechtbank geeft niet aan wat moet worden verstaan onder materiaal waarvoor de rechthebbende impliciet toestemming heeft gegeven.  

De rechtbank haalt aan wat eisers daaronder mede begrijpen, namelijk ook het verspreiden van een werk zonder gebruik te maken van technische beveiligingsvoorzieningen (hoewel deze beschikbaar zijn), maar laat achterwege te vermelden of zij het met deze interpretatie eens is. Het vonnis geeft op dit punt dus slechts aanleiding tot meer vragen.  

Een andere punt dat meer vragen oproept, is de overweging van de rechtbank dat het maken van een privé-kopie uit een illegale bron niet is toegestaan op grond van de thuiskopieregeling (art. 16c Aw). Dit ondanks de herhaaldelijke bevestiging daarvan door de minister van Justitie. De consequentie die de rechtbank hieraan verbindt, is echter niet dat daarom bij het bepalen van de hoogte van de thuiskopievergoeding geen rekening mag worden gehouden met kopieën uit illegale bron. Integendeel. Dat mag volgens de rechtbank wel.  

(…) De vraag is dan of het thuiskopiëren uit een illegale bron daarmee niet alsnog rechtmatig is geworden. Als er een vergoeding is betaald voor een bepaalde handeling zou de handeling ook geoorloofd moeten zijn.”

Lees de gehele noot hier.

IEF 6307

Verbod om illegale muziek ten gehore te brengen

Rechtbank Zwolle, 28 april 2008, LJN: BD4445, BUMA /STEMRA tegen Gedaagde

BUMA-zaak. Auteursrecht.

“4.4.  De voorzieningenrechter is met Buma c.s. van oordeel dat de in geding zijnde van Audio Player B.V. afkomstige computer met harde schijf waarop muziekwerken zijn vastgelegd, die met behulp van software als achtergrondmuziek ten gehore worden gebracht, een illegaal muzieksysteem kan worden genoemd. Voor de vastlegging van die muziekwerken is de op grond van art. 1 jo. 13 jo. art. 14 Aw en art. 2 en 6 WNR vereiste voorafgaande toestemming door of vanwege Stemra en/of de leden van NVPI niet verkregen.

4.5.  De voorzieningenrechter is tevens van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden sprake is van onrechtmatig handelen door [gedaagde] jegens Buma c.s. doordat [gedaagde] - welbewust - gebruik maakt van het voornoemde illegale muzieksysteem van Audio Player B.V. [gedaagde] is door Buma c.s. op 22 mei en 11 juni 2007 uitdrukkelijk gewezen op het feit dat noch [de heer A], noch [mevrouw C], noch de direct of indirect aan hen gelieerde ondernemingen waaronder Audio Player B.V., over de benodigde licenties van Stemra of NVPI beschikken voor het aan [gedaagde] geleverde muzieksysteem. Daarbij is [gedaagde] ook gewezen op de strafrechtelijke en civielrechtelijke veroordelingen van [de heer A] en [mevrouw C]. Op 5 december 2007 heeft [gedaagde] zelfs een onthoudingsverklaring ondertekend waarin hij verklaart dat hij per 2 januari 2008 het ten gehore brengen van muziekwerken met gebruikmaking van een illegaal muzieksysteem zal staken en gestaakt zal houden (…)  Door deze onthoudingsverklaring niet na te leven en het gebruik van het illegale muzieksysteem niet te staken, maar daarentegen daarmee juist bewust door te gaan, handelt [gedaagde] naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid en daarmee onrechtmatig jegens Buma c.s. en de door hen vertegenwoordigde rechthebbenden.”

Lees het vonnis hier.

IEF 6216

Mevrouw Smeets mist een helikopterview

Kamerstuk 29838, nr. 8, 2e Kamer. Auteursrechtbeleid; Verslag algemeen overleg gehouden op 9 april 2008 over o.a. jaarverslag 2006 College van Toezicht collectieve beheerorganisaties voor auteurs- en naburige rechten.

O.a: “Antwoord van de bewindslieden: “(…) Duidelijk is in ieder geval dat het huidige stelsel van heffingen op uitsluitend blanco dragers onvoldoende draagvlak heeft. Daarbij speelt de vraag een rol hoe ver het moet gaan met de blanco dragers, dus de dragers die men wel kan gebruiken, maar in de regel niet gebruikt voor het thuiskopiëren en de problemen die er zijn als die duurzaam erbuiten worden gelaten. Dit is niet simpel op te lossen. Als de verdeling niet op orde blijkt te zijn, moet worden gedacht aan verlenging van de huidige bevriezing met nog een jaar. In ieder geval is het streven om daar een helderder zicht op te krijgen en een oplossing te vinden. Van belang daarbij zijn de Europeesrechtelijke aspecten en de normale alsook vereiste praktijk in andere EU-lidstaten. De Europese Commissie is een nieuwe consultatieronde gestart en de uitkomsten daarvan zijn ook van belang voor de discussie in Nederland. De minister is van plan om daaraan deze zomer conclusies te verbinden en de Kamer daarover te berichten.

(…)  Het is soms lastig voor consumenten, als zij niet weten of een bron legaal dan wel illegaal is, vooral bij websites waarbij niet duidelijk is of de herkomst (il)legaal is. Daar in dit verband geen onredelijke eisen aan de consument gesteld mogen worden, is er geen reden om daarvoor een nieuwe strafbaarstelling op te stellen.

(…) De minister is vooralsnog geneigd om de geschillencommissie verplicht te houden, evenals streefnormering en de mogelijkheid van een preventieve toetsing. In het wetsvoorstel wordt ook rekening gehouden met een gedragscode. Het ontwerp kent de mogelijkheid om bij AMvB nadere regels te stellen voor de kwaliteit van de organisaties.

(…) Het auteurscontractenrecht houdt verband met het belang en de zwakke positie van de individuele maker. Voor de collectieve tariefafspraken is in overleg met de NMa een tijdelijke oplossing gevonden. Daarover is de Kamer verleden jaar al geïnformeerd. Op het ogenblik hebben bij thuiskopie, toezicht en geschillenbeslechting voorrang. Zodra die projecten in een gevorderd stadium zijn, wordt gekeken naar het wetsvoorstel inzake auteurscontractenrecht. Zoals het er nu naar uitziet, zal dat in 2009 worden ingediend. Intussen is er geen juridisch vacuüm.

(…) De eenfactuurwens is belangrijk: de ondernemer moet daarop kunnen zien waarvoor betaald wordt. (…) Eerst moet aangetoond worden dat het werkt, zodat vervolgens een zo breed mogelijk werkterrein kan worden verwezenlijkt. In de zomer zal het onderzoek naar de economische omvang beschikbaar komen.

(…) De brief over cybercrime wordt nog bewerkt en aangevuld. Het doet hem goed dat over deze brief al goede berichten zijn ontvangen. Het is voorts bekend dat binnen de richtlijn inzake naw-gegevens, mogelijkheden zijn om bevoegdheden aan private actoren te geven. Hierop wordt nader ingegaan in de toegezegde brief. (…) De minister van Economische Zaken beaamt dat niet alles verwacht kan worden van DRM. Zo is een nadeel dat het gekraakt kan worden en vervolgens gekopieerd en via internet verspreid. Het is goed om na te gaan in hoeverre met de nadelen kan worden omgegaan om de acceptatie te bevorderen.

Lees het kamerstuk hier.

IEF 6047

Een intentieverklaring getekend

Een beetje in aansluiting op de discussie in de NRC (zie hieronder, IEF 6045): Persbericht FOBID (het nationale samenwerkingsverband van de landelijke bibliotheekorganisaties en Stichting Auteursrechtbelangen, namens de organisaties van auteurs, uitvoerende kunstenaars, producenten, omroep en uitgevers).

“Eén loket voor digitaliseringprojecten bibliotheken. Op 22 april 2008 is tijdens de eerste manifestatie van Amsterdam Wereldboekenstad door de Nederlandse bibliotheken en de Nederlandse organisaties van auteursrechthebbenden een intentieverklaring getekend over samenwerking bij de digitalisering van collecties van bibliotheken, archieven en musea.

Organisaties van makers, uitvoerende kunstenaars, uitgevers en producenten gaan meewerken aan het digitaliseren van auteursrechtelijk beschermd werk in bibliotheken, voor zover dat cultureel van belang is en voor zover dat mogelijk is zonder economische schade toe te brengen aan rechthebbenden. Partijen streven naar brede beschikbaarstelling van informatie als daar praktisch geen bezwaren tegen bestaan. Als er wel bezwaren (lijken te) zijn, wordt in elk geval beschikbaarstelling on site (dat wil zeggen via het interne netwerk van de betreffende instelling) mogelijk gemaakt. Partijen zullen samen onderzoeken welke problemen zij tegenkomen en hoe zij die moeten oplossen.

De intentieverklaring houdt in dat bibliotheken hun collecties kunnen gaan digitaliseren, mits zij daarover per project overeenstemming bereiken met de desbetreffende organisaties van rechthebbenden over de voor dat project benodigde regelingen. Stichting Auteursrechtbelangen en ‘VOICE’, de nieuwe branchevereniging voor collectieve beheersorganisaties, zorgen voor één loket dat bibliotheken en archieven kan adviseren en kan helpen bij het treffen van benodigde regelingen met Nederlandse rechthebbenden. Zij willen ook een pragmatische oplossing bieden voor de zogenaamde verweesde werken (werken waarvan de rechthebbende niet te achterhalen zijn). Het akkoord voorziet in een gestructureerd gezamenlijk overleg, waarbij per project afspraken worden gemaakt over de werken die gedigitaliseerd mogen worden, de manier waarop die werken vervolgens beschikbaar mogen worden gemaakt en de eventuele vergoeding die daarvoor moet worden betaald.

FOBID en Stichting Auteursrechtbelangen hebben verschillende vertrekpunten en volgen de internationale discussies over dit thema*, maar kiezen voor een pragmatische aanpak, die enerzijds voorkomt dat reële belangen van rechthebbenden worden geschaad, terwijl anderzijds wordt voorkomen dat onnodig hoge kosten moeten worden gemaakt om rechthebbenden te achterhalen.

Amsterdam 22 april 2008

(* Die discussies worden onder meer gevoerd in het kader van het besluit van de Europese Commissie om binnen enkele jaren te komen tot een Europese Digitale Bibliotheek (https://ec.europa.eu/information_society/activities/digital_libraries/index_en.htm); Als referentiepunt voor het te voeren overleg hanteert FOBID de ‘bouwstenen’ die geformuleerd zijn door de Juridische Commissie van FOBID in de notitie ‘Copyright and the Digitasation of Library Materials’ (https://www.fobid.nl/); Stichting Auteursrechtbelangen hanteert als referentiepunt voor het te voeren overleg zijn ‘Beleidsplan inzake digitale ontsluiting cultureel erfgoed’ (https://www.auteursrecht.nl/auteursrecht/pagina.asp?pagnaam=nieuws).

IEF 5990

Incasso veronderstelt repartitie

Kamerstukken II 31200 VI, nr. 128. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008; Verslag schriftelijk overleg over de thuiskopievergoeding

"Met de leden van de CDA-fractie meen ik dat de geïnde thuiskopiegelden ten goede moeten komen aan degenen voor wie zij bedoeld zijn, te weten de makers van creatieve werken. Incasso veronderstelt immers repartitie. Uitkering aan, bijvoorbeeld, artiesten en musici is en blijft ook de inzet van mijn beleid en dat van het College van Toezicht. Dat laat onverlet dat als gelden echt onverdeelbaar blijken, nadat Stichting De Thuiskopie en haar verdeelorganisaties hun overheadkosten en andere inhoudingen hebben verricht en alle bij de organisaties bekende rechthebbenden hun billijke vergoeding hebben ontvangen, het redelijk en billijk is om deze – naar achteraf blijkt teveel geïnde gelden – te laten terugvloeien aan de betalingsplichtigen, t.w. de producenten en importeurs van voorwerpen die bestemd zijn voor het thuiskopiëren. Zoals de aan het woord zijnde leden terecht opmerken, verliest een stelsel waarin wel wordt geïnd, maar onvoldoende wordt uitgekeerd, immers zijn legitimatie."

Lees het verslag hier, bijlage hier.

IEF 5820

Niet bewezen export

Rechtbank Amsterdam, 28 februari , KG ZA 08-113 OdC/LW, Vonk tegen Stichting De Thuiskopie (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

Thuiskopiezaak. Handhaving beslagen. Import- en export blanco gegevensdragers. Relatie tussen gedaagden maakt betrokkenheid aannemelijk.

E-profits (eenmanszaak van eiser Vonk) levert via internet populaire consumentengoederen. De Energiebron (gedaagde 2) handelt (o.a.) in opslagmedia en geheugenproducten.

Direkt Supplies, een in België gevestigde onderneming, heeft een zestal facturen aan E-profits gestuurd voor blanco informatiedragers. E-profits heeft 40.640 blanco informatiedragers van Direkt Supplies afgenomen. De Energiebron heeft de dragers opgeslagen in haar bedrijfsruimte. Vonk heeft de heffing (ter waarde van EUR 31.976,00) niet aan Stichting de Thuiskopie betaald. Hierop heeft de Thuiskopie conservatoir beslag gelegd ten laste van Vonk. De door Vonk cs gevorderde opheffing van de beslagen wordt afgewezen.

Het argument van Vonk dat 40.387 van deze informatiedragers naar Duitsland zijn geëxporteerd, waardoor zij niet langer de heffing zou hoeven betalen, wordt niet gevolgd:

"Immers, niet is gebleken dat het bij de export naar de Duitse ondernemer gaat om de uit België geïmporteerde dragers. Ook uit de door Vonk c.s. overgelegde accountantsverklaring kan dit niet worden afgeleid (...). Hierbij dient te worden opgemerkt dat Vonk de informatiedragers, naar eigen zeggen, voor ruim EUR 20.000,00 heeft afgenomen van Direckt Supplies, terwijl zij voor de 40.387 dragers slechts EUR 10.000,00 heeft gefactureerd aan Heiner Lange. Het is onwaarschijnlijk dat zij genoegen heeft genomen met een verlies van ruim EUR 10.000,00. Bovendien is het niet wel verklaarbaar en daarom onnaannemelijk dat Vonk de van 2005 tot en met 2007 geïmporteerde goederen eerst in november 2007 heeft geëxporteerd, gelet op de technische ontwikkelingen met betrekking tot opslagmedia en de snelheid waarmee goederen verouderen." (ov 4.3)

Ook het verweer van de Energiebron dat de dragers slechts in de bedrijfsruimte van de Energiebron zijn opgeslagen, en dat zij verder niet betrokken zijn geweest bij de import, wordt niet gevolgd. De Energiebron handelt immers via internet op grote schaal in informatiedragers. Zij biedt exact dezelfde merken geluidsdragers aan als degene die Vonk heeft geïmporteerd. Daarbij komt dat Evenhuis de levenspartner van Vonk is en dat hij via Overzet indirect bestuurder is van de Energiebron.(4.4.)

Lees het vonnis hier.