DOSSIERS
Alle dossiers

Overig  

IEF 2354

Het betreffende bloempatroon

Vrijdag dient het kort geding voor de Rechtbank Amsterdam tussen de Hema en de Blokker. De Hema beticht de branchegenoot van het namaken van onder meer delen van een tuincollectie en 'de versiering op plastic' servies.' Hema claimt het betreffende bloempatroon in 2001 zelf te hebben ontworpen. Ook een schrijfblok van Blokker lijkt in de ogen van Hema te veel op het eigen product', zo meldt zibb.nl.

Het stuk vermeldt ook nog even het trackrecord van de partijen: Schaatsenfabrikant Zandstra daagde de Hema twee jaar geleden voor de rechter vanwege een imitatie Friese doorloper van kunststof en tien jaar geleden moest de Blokker inbreukmakende theelichthouders uit de winkels halen.

Lees hier meer.

IEF 2311

Le fragrances de Mme X

Europees Auteursrecht: Drie dagen voor HR 16 juni 2006 (Kecofa/Lancôme) blijkt het Franse Cour de Cassation ook een uitspraak gedaan te hebben over auteursrecht op een "fragrance".

Helaas voor eiseres Mme X. was de fragrance en question echter onvoldoende oorspronkelijk.


 
Arrêt n° 1006 du 13 juin 2006, Cour de cassation - Première chambre civile . Mme Nejla X.. tegen  société Haarmann et Reimer.

Attendu que Mme X... fait grief à l’arrêt attaqué (Versailles, 5 mars 2002) de l’avoir déboutée de sa demande en indemnisation formée à l’encontre de la société Haarman et Reimer au titre des parfums qu’elle a créés pour cette société, en retenant que de telles créations ne relevaient pas de la protection par le droit d’auteur, alors, selon le moyen, que les dispositions du code de la propriété intellectuelle protègent les droits des auteurs sur toutes les oeuvres de l’esprit, quels qu’en soit le genre, la forme d’expression, le mérite ou la destination ; que le même code prévoit une liste non exhaustive de ce qu’il considère notamment comme des oeuvres de l’esprit ; que la fragrance d’un parfum, création intellectuelle, peut donc, sous réserve d’être originale, être considérée comme une oeuvre de l’esprit protégée par le droit d’auteur ; qu’à ce titre Mme X... a demandé une gratification sur les parfums qu’elle a créés, en application de la protection des oeuvres de l’esprit prévue par le code de la propriété intellectuelle ; qu’en décidant que la création de parfums ne relevait pas de la protection du droit d’auteur, la cour d’appel a violé les articles L. 112-1 et L. 112-2 du code de la propriété intellectuelle ;

Mais attendu que la fragrance d’un parfum, qui procède de la simple mise en oeuvre d’un savoir-faire, ne constitue pas au sens des textes précités, la création d’une forme d’expression pouvant bénéficier de la protection des oeuvres de l'esprit par le droit d’auteur ; d’où il suit que le moyen n’est pas fondé ;

Lees hier iets meer (met dank aan mr. N. van Lingen)

IEF 2227

Hogesnelheidsleed

Rechtbank Breda, 9 juni 2006, T&T Design tegen de Staat Der Nederlanden.

Kort geding over een wijziging van de onmiddellijke omgeving van een werk. Aantasting dan wel wijziging van het werk?

"De vorderingen van T&T zijn gebaseerd op de stelling dat de realisering van de hellingbaan op een afstand van ongeveer zeven meter van de voorgevel van het kantoorgebouw Westerhage primair is aan te merken als een aantasting van dit werk in de zin van artikel 25, eerste lid onder d, van de Auteurswet, en subsidiair als een wijziging van dit werk.

Daarnaast levert de aantasting van het kantoorgebouw een onrechtmatige daad op. Ter toelichting is gesteld dat de hellingbaan zeer kort tegen de gevel van het kantoorgebouw is geprojecteerd, dat het zicht op dit gebouw daardoor gedeeltelijk wordt ontnomen, dat het gebouw niet meer wordt gezien als één geheel en dat haar strakke lijnen worden verstoord."

Gelet op de vormgeving van het kantoorgebouw en de combinatie van materialen die is gebruikt, kan het kantoorgebouw worden aangemerkt als een werk. Het auteursrecht heeft uitsluitend betrekking heeft op de vormgeving van het kantoorgebouw. De plaatsing van het kantoorgebouw in de toenmalige ruimte en de ruimtelijke uitstraling van het gebouw spelen daarbij geen enkele rol.

Aangezien het kantoorgebouw zijn oorspronkelijkheid niet ontleent aan de ruimte waarin het is geplaatst, kan de bouw van de hellingbaan niet worden aangemerkt als een wijziging van dat werk als bedoeld in artikel 25 lid 1 onder c van de Auteurswet.
Om te kunnen spreken van een aantasting van het werk als bedoeld in artikel 25 lid 1 onder d, is essentieel dat de eer of goede naam van de auteur daardoor schade wordt toegebracht.

Op zich is denkbaar dat een wijziging van de onmiddellijke omgeving van een werk kan worden aangemerkt als een aantasting van dat werk. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is daarvan in dit geval echter geen sprake. Het kantoorgebouw Westerhage ligt op een bedrijventerrein, omgeven door bedrijfsgebouwen, geluidsschermen, een rijksweg, een spoorlijn en een hogesnelheids-lijn, en boven deze infrastructuurbundel een fiets- en voetgangersverbinding. Als gevolg van deze omliggende bebouwing is het kantoorgebouw reeds verminderd zichtbaar.

Niet valt in te zien hoe de aanleg van de hellingbaan in deze omgeving nog wezenlijk afbreuk kan doen aan de oorspronkelijkheid van het kantoorgebouw Westerhage. Nog minder aannemelijk is dat deze eventuele inbreuk schade zou toebrengen aan de eer of goede naam van T&T. Dat de hellingbaan afbreuk doet aan de gestelde kwaliteit van het gebouw als zichtlocatie en dat hierdoor een lagere huuropbrengst zal worden gerealiseerd, is een economisch argument dat geen rol speelt in het kader van het auteursrecht."

Ook is de aanleg van de hellingsbaan niet onrechtmatig jegens T&T. De gevorderde voorzieningen worden geweigerd.

Lees het vonnis hier.

IEF 2140

IJsco Ali

Rechtbank Breda, 31 mei 2006, gevoegde zaken 137008/HA ZA 04-1554 en 142555/HA ZA 05-256, Maras-IJs B.V. tegen Ali Genç / Ali Genç tegen Berkers (met dank aan Gino van Roeyen, Banning).

Uitgebreid vonnis in geschil tussen twee ijszaken, waarin een groot aantal IE-rechtsgebieden aan bod komen.
 
Maras houdt zich sinds 1992 bezig met de verkoop van ijs als entertainment. Dit omvat verschillende verkoopacts, zoals de Turkse IJsverkoper, de Italiaanse ijsverkoper en ijsverkopende clowns. Genç, die enige tijd bij Maras in dienst is geweest, begint in 1997 een Turkse ijszaak onder de naam IJsco Ali, waarbij ook optredens plaatsvinden waarin wordt gegoocheld en gejongleerd met Turks IJs.
 
Tussen partijen ontstaat vervolgens een geschil over het merk, de domeinnaam en handelsnaam 'IJsco Ali'. Eveneens in geschil is de vraag of Genç met zijn optredens inbreuk maakt op een auteursrecht op de opvoering van de shows van Maras, alsmede op het promotiemateriaal van Maras.


 
Genç wordt door de Rechtbank grotendeels in het gelijk gesteld. De rechtbank meent Maras inbreuk maakt op merk- en handelsnaamrechten van Genç en dat er geen sprake is van een merkdepot te kwader trouw van Genç. De merkinschrijving IJSCO ALI van Maras wordt doorgehaald en Maras wordt bevolen de domeinnaam ijscoali.nl aan Genç over te dragen.
 
Van een inbreuk op auteursrechten is volgens de rechtbank ook geen sprake. Partijen hebben wat de show betreft niet onderbouwd wat de geestelijke schepping is zodat dit punt buiten beschouwing wordt gelaten. Ook inbreuk op het promotiemateriaal van de shows, dat partijen over en weer stellen, wordt niet aangenomen.

Lees het vonnis hier.

IEF 2138

Een courant gegeven

Rechtbank Tongeren, 22 mei 2006. VZW Cityparade tegen ACW Limburg (de griffie heeft de naam van de partijen in alcoholstift uitgedaan).

Vonnis over de vraag of het concept van een 'dance-parade' auteursrechtelijk is beschermd. Nee, zegt de voorzitter van de rechtbank, 'een evenement waarbij men met een stoet van wagens in het kader van een bepaald thema door een stad trekt langs een vastgestelde route, is een courant gegeven.' Het ingeroepen beeldmerk City Parade wordt helemaal niet door verweerder gebruikt en de vordering inzake de beweerde inbreuk op het merkrecht is dus ongegrond. Dreigende negatieve publiciteit is ook niet aangetoond.

Lees het vonnis hier.

 

IEF 2071

Etiket ontworpen

Vzr. Rb. Leeuwarden, 15 mei 2006, LJN: AX1872, Weda Beheer B.V. tegen Groningse Stadsbrouwerij B.V.

Groningse Stadsbrouwerij heeft omstreeks december 2004 het reclamebureau Retail & More opdracht verstrekt voor het ontwikkelen van etiketten en promotiemateriaal voor een nieuw themabier, geheten 'Kloosterbier'. Weda exploiteert een ontwerpbureau. Zowel Weda als Retail & More zijn door de Groningse Stadsbrouwerij uitgenodigd om deel te nemen aan een pitch, om middels het indienen van ontwerpen mee te dingen naar de definitieve opdracht. Partijen hadden afgesproken dat de werkzaamheden met betrekking tot deze pitch op 'no cure no pay' basis zouden worden verricht.

Weda heeft de door haar vervaardigde ontwerpen op 2 februari 2005 gepresenteerd. Retail & More heeft haar ontwerpen omstreeks 9 februari 2005 gepresenteerd. De door de beide ontwerpbureau's voorgestelde ontwerpen leken niet of nauwelijks op elkaar. Groningse Stadsbrouwerij heeft er uiteindelijk voor gekozen om de opdracht aan Retail & More te verstrekken. Retail & More heeft omstreeks juni 2005 haar definitieve ontwerpen gepresenteerd. Deze ontwerpen waren behoorlijk aangepast en leken erg op de door Weda voorgestelde ontwerpen. Weda spreekt Groningse Stadsbrouwerij hierop aan.

Weda heeft in december 2005 een brief annex factuur aan Groningse Stadsbrouwerij gestuurd waarin zij stelt dat Groningse Stadsbrouwerij inbreuk maakt op de auteursrechten van Weda en dient te betalen voor het gebruik van het ontwerp van Weda. Gronings Stadsbrouwerij heeft de factuur echter nimmer betaald.

Groningse Stadsbrouwerij erkent dat er tussen de door Weda ontworpen etiketten en de etiketten die thans op de bierflesjes gebruikt worden enige gelijkenis bestaat, maar vindt dat deze gelijkenis wordt veroorzaakt door de vele eisen waar de reclamebureaus zich bij het maken van hun ontwerpen aan moesten houden. Voor de reclamebureaus bestond er dan ook weinig ruimte om een uitdrukkelijk stempel van de maker op het werk te drukken. Daarnaast vindt de Groningse Stadsbrouwerij dat de etiketten wezenlijk van elkaar afwijken.

De voorzieningenrechter vindt dat de ontwerpen van Weda zonder meer een 'eigen, oorspronkelijk karakter' bezitten. "Weliswaar is het maken van deze ontwerpen gebonden aan zekere voorwaarden die Groningse Stadsbrouwerij had gesteld, maar binnen deze voorwaarden heeft zij een werk tot stand gebracht dat als oorspronkelijk kan worden beschouwd en het persoonlijk stempel van Weda draagt".

Overweging van de voorzieningenrechter:

"Zowel Retail & More als Weda hebben in februari 2005 door hen ontworpen etiketten gepresenteerd. Geconstateerd moet worden dat de ontwerpen van de beide reclamebureaus toen niet of nauwelijks op elkaar leken. Echter, omstreeks juni 2005 heeft Retail & More haar definitieve etikettenontwerpen gepresenteerd. Het ontwerp van Weda zag er toen niet of nauwelijks anders uit dan hetgeen zij in februari 2005 had gepresenteerd. Het ontwerp van Weda zag er toenniet of nauwelijks anders uit dan hetgeen zij in februari 2005 had gepresenteerd. Het door Retail & More in juni gepresenteerde ontwerp week echter sterk af van haar ontwerp in februari en leek bovendien sterk op het ontwerp van Weda. De totaalindrukken, die de definitieve ontwerpen van Retail & More en Weda maken, verschillen naar het oordeel van de voorzieningenrechter zo weinig van elkaar, dat de ontwerpen van Retail & More niet als een zelfstandig werk kunnen worden aangemerkt."

De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat de definitieve ontwerpen van Retail & More moeten worden aangemerkt als een verveelvoudiging van de ontwerpen van Weda, hetgeen inbreuk oplevert op het auteursrecht van Weda nu zij daarvoor geen toestemming heeft gegeven. Het gebruik van de inbreukmakende ontwerpen van Retail & More door Groningse Stadsbrouwerij moet worden gezien als een openbaarmaking van de ontwerpen van Weda. Dat levert eveneens inbreuk op het auteursrecht van Weda op.

Zie het vonnis hier.

IEF 1989

Woord tegen woord

Rechtbank Almelo, 25 april 2006, LJN AW 3871, Eiser tegen Gedaagde.

Eisers zijn van mening dat gedaagde inbreuk maakt op het door hen ontworpen logo, huisstijl, menu- en wijnkaart, kleding en website.

Eisers stellen dat gedaagde hen in 2004 benaderd heeft met het plan om het cafe dat door de vennootschap van gedaagde geexploiteerd wordt samen over te nemen en te exploiteren. Eisers stellen dat zij een bedrijfsplan hebben opgesteld voor overname van het cafe. Gedaagde is bestuurder en enig aandeelhouder van de vennootschap en hij heeft zich schriftelijk akkoord verklaard met het plan. Op initiatief van gedaagde is besloten dat gedaagde het cafe in eerste instantie alleen zou overnemen.

Uit het handelsregister leidt de rechter af dat de exploitatie van het cafe formeel plaats vindt binnen de vennootschap. De vordering had aldus moeten worden ingesteld tegen de vennootschap, en niet tegen gedaagde.

Ten overvloede overweegt de rechter dat "Eisers hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat partijen enige vorm van samenwerking zijn overeengekomen met betrekking tot de exploitatie van het café, al dan niet in de vorm van een vennootschap onder firma. Gedaagde heeft deze stelling gemotiveerd betwist en uit de overgelegde stukken blijkt dit voorshands onvoldoende. Dat er in de diverse dagbladen artikelen zijn verschenen over een samenwerking van partijen maakt dit oordeel niet anders. Deze artikelen hebben in deze procedure voor het bestaan van enige samenwerking in welke vorm dan ook geen enkele betekenis."

"Van auteursrechten op de huisstijl, de menukaarten, de website en het concept van het café is voorshands evenmin gebleken. Gedaagde heeft ook deze stelling gemotiveerd betwist en eisers hebben hun stellingen hierover niet dan wel onvoldoende met bescheiden onderbouwd. Het is het woord van eisers tegenover dat van gedaagde."

Lees het vonnis hier

IEF 1957

Juridisch niets mis mee (11)

Chr.A. Alberdingk Thijm, Noot bij Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem 16 maart 2006 (NVM e.a. / Zoekallehuizen.nl), gepubliceerd in AMI 2006/3

“Gezien het voorgaande, valt er het nodige af te dingen op de uitspraak. Met het resultaat kan echter ingestemd worden. Het heeft er alle schijn van dat NVM met deze zaak een potentiële concurrent heeft willen uitschakelen. Zij doet dat met een beroep op de vermeende auteurs- en databankrechten van haar leden. Het uitschakelen van concurrenten is echter niet een belang dat door die rechten wordt beschermd. Het leerstuk misbruik van recht wordt zelden toegepast door de rechterlijke macht. Hier lijkt mij daar alle aanleiding toe.” 

Lees de noot hier.

IEF 1930

Eerst even voor jezelf lezen

- Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, 12 april 2006, LJN: AW0392. "Inbreuk op auteursrecht. Grafisch vormgever verzorgt illustratie op menukaart pizzeria. Na verkoop pizzeria aan een derde gebruikt deze derde de illustratie op diverse andere documenten. Verbod op verder gebruik van de illustratie en toewijzing schadevergoeding." Lees het vonnis hier.

- Rechtbank Almelo, 5 april 2006, LJN: AW1835. Pierre Boels B.V.tegen Lemerij B.V. "Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Auteursrecht. Benelux Merkenwet. Handelsnaamwet. De vraag of het merk “verhuurt bijna alles” bescherming geniet als merk en/of als handelsnaam." Lees het vonnis hier.

- Rechtbank Amsterdam, 13 april 2004,  LJN: AW1843 (De ´Trix-tapes´). "Vordering van de vrouw tegen haar echtgenoot om hem te verbieden informatie ontleend aan een heimelijk opgenomen gesprek openbaar te maken wordt toegewezen. De vordering om de band waarop dit gesprek staat af te geven, wordt voorwaardelijk toegewezen. Alle overige vorderingen, ook de vorderingen die door de man in reconventie zijn ingesteld, worden afgewezen." Lees het vonnis hier.

IEF 1894

Vrijdagmiddagberichten

In tegenstelling tot Kalou (zie eerder bericht vandaag) zal Rita Verdonk geen stappen ondernemen tegen de nieuwe commercial van Centraal Beheer. Zij liet in een uitzending op Radio 538 weten de reclame-uiting wel te kunnen waarderen. Lees hier meer.

- Christian Copyright Licensing International Inc., the world's largest provider of Christian music licensing, makes it possible for churches to legally copy and distribute praise-and-worship music to their congregations. "Music is a big deal in our church," said Randy Elrod, creative arts pastor. Lees hier meer. 

- Onderzoek naar de honderd meest waardevolle merken ter wereld. Microsoft blijkt de gelukkige winnaar. De naam van de softwareproducent heeft een waarde van 62 miljard dollar. Goede tweede is General Electric (55,8 miljard). Coca-Cola volgt met 41,4 miljard. Het enige Nederlandse bedrijf in de lijst is ING op plaats 76, met een respectabele waarde van 6,35 miljard dollar. Lees hier meer.

- Shape Blog. Intellectual Property Protection for 3-D Stuff, Design, Fabrication, and other things. Zie hier.

- Onvermoede mogelijkheden van (het onlangs gewijzigde) artikel 15b Aw: Luister naar premier Jan-Peter Balkenende: ,,Ik was de afgelopen dagen/ in Boedapest. Daar zag/ ik een grote kop/in De Telegraaf van zaterdag.//Eerlijk gezegd vond ik/ dat het daarna betrekkelijk/ rustig bleef.'' De bundel verschijnt kort voor Prinsjesdag.

- Verboden voor- en achternamen? Middels pagina grote advertenties in dagbladen maakt Honig duidelijk dat zij een spaaractie heeft waarbij men een oranje shirt met naam en nummer naar keuze kan bestellen. Op de bon in de advertentie in de kranten kan met de gewenste naam invullen. Daarbij staat de volgende tekst: “Max. 15 letters incl. spaties en geen (achter)-namen van bekende voetballers! Zie ook www.honig.nl”.

Op de site is echter niets terug te vinden over deze opmerkelijke extra voorwaarde. Stof tot nadenken. Wat betekent dit? Waarom doet Honig dit? Bang voor claims van de onvermijdelijke Frank en Ronald? Mag iemand die De Boer heet nu wel of niet een shirt met zijn eigen naam bestellen? Zijn alle voor- én achternamen uitgesloten die voorkomen op deze lijst? Wie het weet mag het zeggen. Bestel shirts hier.

- Oplossing voor Videma-rekeningontvangers? Brian Gannon, mine host at the Fisherman’s Inn, was prosecuted by the Federation Against Copyright Theft and convicted for showing the Premier League match between Chelsea and Birmingham at the Hollingworth Lake hostelry in August 2004. The court decided Mr Gannon had not acted dishonestly. The court decided the pub was showing a transmission from Greece not the UK. The criminal offence doesn’t cover broadcasting services from outside the United Kingdom." Lees hier meer.