DOSSIERS
Alle dossiers

Wet- en regelgeving  

IEF 1493

Prioriteit (3)

Voor de volledigheid en in aansluiting op deze eerdere berichten over prioriteiten in het auteursrechtbeleid, hierbij nog het kamerstuk waarin de eerder gepubliceerde gestelde vragen en gegeven antwoorden worden samengevoegd.

Kamerstuk 29838, nr. 2, 2e Kamer. Auteursrechtbeleid; Verslag schriftelijk overleg over beleidsprioriteiten. Lees het kamerstuk hier.

IEF 1486

Objecten van siersmeedkunst

Kamerstuk 29912, nr. B, 1e kamer, 16 januari 2006. Aanpassing van de Auteurswet 1912 ter implementatie van de Volgrecht Richtlijn. Memorie van antwoord.

Antwoord van minister Donner op vragen van de eerste kamer. Over de toepassselijkheid op objecten van siersmeedkunst, over de onvervreemdbaarheid en uitsluiting van afstand van het recht door de maker, over rechten die toekomen aan de werkgever, over in consignatie gegeven kunstwerken, over huurkoop, over werken ondergebracht in een BV, over verjaringstermijnen, over rechthebbenden uit derde landen en over geharmoniseerde drempelbedragen en collectieve beheersorganisaties. Lees hier meer.

IEF 1433

Als bedoeld in de Auteurswet

Kamerstuk 30300 VI, nr. 103, 2e Kamer, 3 januari 2006. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2006; Gewijzigde motie over vrijstelling van leenrecht voor kleine niet-openbare bibliotheken.

 “De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat een groot aantal kleinere bibliotheken die zich richten op een specifieke doelgroep in hun bestaan worden bedreigd door de vordering van leenrechtvergoedingen, die bovendien met terugwerkende kracht plaatsvindt; overwegende, dat deze bibliotheken hierdoor onevenredig zwaar worden getroffen, mede omdat zij werken met vrijwilligers en zij veelal niet gesubsidieerd worden; overwegende, dat dergelijke vrijwillige initiatieven met het oog op het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid in de samenleving en het beleid van leesbevordering juist ondersteuning verdienen; verzoekt de regering te bevorderen dat hiervoor een oplossing wordt gevonden: – door te beoordelen of er werkelijk sprake is van publiek toegankelijke instellingen als bedoeld in de Auteurswet; – door bijvoorbeeld het schrappen van terugwerkende kracht en/of, indien er sprake is van publiek toegankelijke instellingen, het bevorderen van een gelijkwaardige toegang tot subsidiemogelijkheden in vergelijking met reguliere (openbare) bibliotheken, en gaat over tot de orde van de dag. Van der Staaij Rouvoet Van Haersma Buma.”

IEF 1422

Onder plaatsing van de aanduiding

Kamerstuk 29680, nr. 5, 2e Kamer.  Voorstel van wet van de leden Örgü en Bakker tot wijziging van de Mediawet en de Auteurswet (regeling verstrekking programmagegevens); Voorstel van wet zoals gewijzigd naar aanleiding van het advies van de Raad van State.

ARTIKEL I:  Aan artikel 15b van de Auteurswet 1912 wordt, onder plaatsing van de aanduiding “1.” voor het enige lid, een lid toegevoegd, luidende: 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op gegevens van programma’s, uit te zenden door instellingen die zendtijd voor de landelijke omroep hebben verkregen, met dien verstande dat ten aanzien van deze werken het auteursrecht niet kan worden voorbehouden.

ARTIKEL II:  De Mediawet wordt als volgt gewijzigd: A:  Artikel 58 wordt vervangen door:

Artikel 58

 1. De instellingen die zendtijd voor landelijke omroep hebben verkregen stellen alle gegevens van de door hen uit te zenden programma’s voor zover deze nodig zijn voor de opgaven van de uit te zenden programma’s in de programmagidsen ter beschikking van de Stichting.
 2. De Stichting stelt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, ter verveelvoudiging en openbaarmaking tijdig en om niet ter beschikking van de omroepverenigingen die zendtijd hebben verkregen en van dag-, nieuws-, of weekbladen of tijdschriften, of andere media die dezelfde functie vervullen en die daarom verzoeken.

B: De artikelen 59 en 71w vervallen.

IEF 1384

The absence of choice

In aansluiting op dit bericht van gisteren over het Proposal for a regulation of the european parliament and the council on the law applicable to contractual obligations (Rome I), hierbij nog article 4 en een link naar de verordening.

Article 4 – Applicable law in the absence of choice

1. To the extent that the law applicable to the contract has not been chosen in accordance with Article 3, the contract shall be governed by the law determined as follows:

f) a contract relating to intellectual or industrial property rights shall be governed by the law of the country in which the person who transfers or assigns the rights has his habitual residence;
g) a franchise contract shall be governed by the law of the country in which the franchised person has his habitual residence;
h) a distribution contract shall be governed by the law of the country in which the distributor has his habitual residence.

2. Contracts not specified in paragraph 1 shall be governed by the law of the country in which the party who is required to perform the service characterising the contract has his habitual residence at the time of the conclusion of the contract. Where that service cannot be identified, the contract shall be governed by the law of the country with which it is most closely connected.

IEF 1349

Auteursrechtbeleid

Auteursrechtbeleid; Verslag schriftelijk overleg over beleidsprioriteiten; Kamerstuk 2005-2006, 29838, nr. 2, Tweede Kamer

"De leden van de PvdA-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van de brief van het kabinet. Zij vinden het jammer dat het kabinet wederom concludeert dat het auteursrecht inmiddels aangepast is aan de nieuwe uitdagingen van de voortschrijdende technologie en dat er dus niets hoeft te veranderen. De opstelling van het kabinet lijkt deze leden naïef. Het kabinet erkent toch dat het auteursrecht op grote schaal wordt overtreden en dat handhaving nauwelijks nog mogelijk is?"
"De leden van de PvdA-fractie vroegen op welke wijze wordt vastgesteld of tarieven ongeoorloofd hoog zijn. Hoe kan, aldus deze leden, worden vastgesteld of er bij de in Nederland gehanteerde tarieven sprake is van normale marktwerking dan wel van het ongeoorloofde gebruik van een economische machtspositie?

De Minister: "In meer algemene zin geldt dat «content» – en daarmee de economische waarde ervan – een steeds prominentere plaats inneemt bij de ontwikkelingen van allerlei nieuwe digitale diensten. Ik zie dan ook geen redenen om de auteursrechtelijke vergoedingen door middel van sterkere regulering van bovenaf vast te stellen. Een van de uitgangspunten van het Nederlandse auteursrechtbeleid is contractsvrijheid en zelfregulering."

Tevens geeft de Minister antwoord op vragen over de duur van het auteursrecht en de digitale ontsluiting van collecties door musea.
Lees hier het schriftelijk overleg.

IEF 1309

Prioriteit (2)

Kamerstuk, TK 29838, Reactie van de Minister van Justitie op vragen en opmerkingen vanuit de fracties naar aanleiding van de brief van de minister van Justitie d.d. 13 oktober 2004 over de prioriteiten in het auteursrechtbeleid (eerdere berichten hier en hier).

In zijn antwoorden gaat de Minister uitgebreid in op de actuale discussies met betrekking tot de handhavingsproblematiek, technologische ontwikkelingen, toegang tot informatie (creative commons), digitaal rechtenbeheer en collectief beheer, tarieftransparantie en billijke vergoeding, auteurscontractenrecht, de thuiskopievergoeding, consumentenbelangen, europese en internationale ontwikkelingen, voorlichting en piraterijbestrijding.

Lees de reactie hier

Enkele passages uit de reactie:

"Op grond hiervan meen ik dat de toegang tot informatie, algemene publieke belangen, de toegang tot Internet en de belangen van rechthebbenden op passende wijze met elkaar verenigd zijn. Dat laat uiteraard onverlet dat, zoals de leden van de CDA-fractie terecht opmerken, toekomstige digitale ontwikkelingen niet te voorspellen zijn. Mochten technologische ontwikkelingen onverhoopt een adequate toegang tot informatie in het gedrang brengen, dan zal ik niet aarzelen daarvoor in internationale fora aandacht te vragen en zonodig, met inachtneming van onze Europese en internationale verplichtingen, passende maatregelen nemen om die toegang te garanderen op grond van artikel 29a, vierde lid, Auteurswet, artikel 19, derde lid, Wet op de naburige rechten dan wel artikel 5a, derde lid, Databankenwet." (p. 3)

"Internethandel kan inderdaad leiden tot complicaties bij de handhaving van het stelsel van thuiskopievergoedingen (vgl. bijvoorbeeld de kortgedinguitspraak van de Rechtbank Den Haag van 16 september 2005, zaaknr. 247005, Stichting De Thuiskopie tegen Opus Supplies BV). De hoogte van die vergoedingen is eind 2004 voor 2005 en 2006 vastgesteld (Stcrt. 13 december 2004, nr. 240); de tarieven zijn grosso modo ongewijzigd gebleven, afgezien van een neerwaartse bijstelling van de tarieven voor dvd’s. De vraag naar de hoogte van de vergoeding, en de factoren die daarbij in aanmerking moeten worden genomen, is momenteel inzet van een juridische procedure tussen importeurs en fabrikanten van blanco dragers, enerzijds, en Stichting De Thuiskopie en de Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoedingen, anderzijds. Vanwege de grensoverschrijdende effecten van Internet en de goede werking van de interne markt zijn alle betrokkenen uiteindelijk het meest gebaat bij een Europese oplossing" (p. 18/19)

IEF 1297

General Public License v3 (3)

De herziening van de General Public License (die o.a. gebruikt wordt voor het programma Linux) begint meer vorm te krijgen (eerder bericht hier en hier). Volgens Gigalaw zal het eerste concept op 16 /17 januari 2006 op een conferentie bij het Massachusetts Institute of Technology gepresenteerd worden. Het tweede concept staat gepland voor de zomer van 2006. Meer informatie over de wijze waarop men deel kan nemen aan het herzienings proces is binnenkort beschikbaar op de site www.gplv3.fsf.org

IEF 1294

Neerslag

Staatscourant 29 november 2005, nr. 232 / pag. 11. Vaststellingen selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000. Alle vaststellingen hebben vrijwel dezelfde tekst. 

- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Defensie beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Buitenlandse Zaken beleidsterrein beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Justitie beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Economische Zaken beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Financiën beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beleidsterrein Auteursrecht
- Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beleidsterrein Auteursrecht

Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Verkeer en Waterstaat beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000  Vaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945–2000. 15 september 2005/Nr. C/S&A/05/1921

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995; De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 20 juli 2005, nr. arc-20005.02444/3); Besluiten:

Artikel 1 De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Auteursrecht over de periode (1912) 1945–2000’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.

Artikel 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 15 september 2005. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze: de Algemene Rijksarchivaris, M.W. van Boven.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, namens deze: de Directeur Personeel, Informatie en Organisatie, L.W.F. Nix.

Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer. OCW, VROM

Artikel 5 Archiefwet 1995

1. De zorgdrager is verplicht tot het ontwerpen van selectielijsten waarin tenminste wordt aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging in aanmerking komen.

2. De lijsten worden, nadat Onze minister de Raad voor cultuur, bedoeld in artikel 2a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid, heeft gehoord, vastgesteld, voor zover het betreft:
a. archiefbescheiden van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de andere Hoge Colleges van Staat en het Kabinet der Koningin: bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze minister, in overeenstemming met het betrokken overheidsorgaan;
b. archiefbescheiden van de ministeries: door Onze minister en Onze minister wie het mede aangaat;
c. archiefbescheiden van andere overheidsorganen: door Onze minister.

3. De vastgestelde lijsten worden gepubliceerd in de StaatscoVaststelling selectielijst neerslag handelingen Minister van VROM beleidsterrein Auteursrecht periode (1912) 1945-2000 

Uit: Staatscourant 29 november 2005, nr. 232 / pag. 11

IEF 1292

Woensdag Thuiskopiedag (2)

Minister Donner kondigde vandaag tijdens het Algemeen Overleg aan dat hij erop vertrouwt dat de SONT niet tot een heffing op MP3 spelers en videorecorders met een harde schijf zal besluiten. Vooralsnog ziet Donner geen reden om in te grijpen in de kwestie. Pas als de huidige zelfregulering niet goed werkt is er volgens Donner reden om te "corrigeren." Dit zou moeten blijken uit een besluit, en dat is er dus nog niet. Volgens Minister Donner en de Tweede Kamer is het niet zinvol om per land een vergoeding voor musici in te voeren. De apparaten kunnen namelijk makkelijk via internet in een land worden aangeschaft waar zo'n heffing niet bestaat. De Minister geeft aan dat ook SONT wacht op een voorstel van de Europese Commissie. (nu.nl)

Commissioner McCreevy gaf in zijn toespraak van 29 november reeds aan dat de Commissie momenteel werkt aan een in 2006 te verschijnen Recommendation on copyright levies in the information society (eerder bericht hier). In dezelfde speech uitte hij zijn bezorgdheid over het toepassen van heffingen op "multi-function devices": "I am also concerned that levies are being increasingly deployed on multi-function devices such as personal computers, hard disks and even printers. We are now carrying out an impact study and collecting empirical evidence on what needs to be done to give both the new technologies and their producers a fair deal in Europe. In the course of 2006, we will come forward with proposals to determine when and how the availability of DRM should trigger the phase-out of equipment levies."