Voor kinderen
Rechtbank Amsterdam, 12 oktober 2006, KG 06-1529 P. Stichting Een Hart Voor Kinderen tegen Stichting Hart Voor Kinderen – Care For Kids.(Met dank aan Wendela Veenhoven, Versteeg Wigman Sprey)
Voornamelijk handelsnaamrechtelijk geschil. Amsterdams KG vonnis met richtlijnconforme proceskostenveroordeling (in tegenstelling tot dit Amsterdamse KG vonnis, waarin zo’n veroordeling in KG nog werd uitgesloten)."
Eiseres, opgericht op 9 juni 2004, is een charitatieve stichting met als doelstelling het bevorderen van de ontwikkeling en het welzijn van hoog sensitieve kinderen en voert de (handels)naam ‘Een Hart voor Kinderen’. Eiseres heeft Beneluxregistraties van twee beeldmerken. Gedaagde heeft tot doel het bieden van hulp aan (kans)arme kinderen in derdewereldlanden en voert de (handels)naam ‘Stichting Hart voor kinderen’, waaraan zij sinds medio 2006 ‘Care for Kids’ heeft toegevoegd.
De stichtingen zijn aan te merken als een ondernemingen in de zin van artikel 1 van de Handelsnaamwet, maar volgens de voorzieningenrechter is verwarringsgevaar onvoldoende aannemelijk.
“(…)Een hart voor kinderen” moet dan ook als beschrijvend worden aangemerkt voor een stichting die zich inzet voor kinderen. Eiseres kan dan ook niet door het gebruik van deze woorden als handelsnaam deze woorden monopoliseren. Nu eiseres eerder dan gedaagde onder de naam “Een hart voor kinderen” naar buiten optrad, mag van gedaagde wel verwacht worden dat zij ter voorkoming van verwarring bij het gebruik van deze woorden in haar eigen handelsnaam zoveel mogelijk afstand van de handelsnaam van eiseres houdt. Gedaagde heeft dit gedaan door het weglaten van het lidwoord “een” en door de toevoeging van de woorden “Care for Kids” aan haar eigen naam.
Nu partijen zich bovendien richten op een andere doelgroep (hoog sensitieve kinderen in Nederland of kansarme kinderen in derdewereldlanden) en niet in dezelfde plaats gevestigd zijn, is onvoldoende aannemelijk dat er gevaar voor verwarring tussen beide stichtingen te vrezen valt. Het beroep op de handelsnaam wordt dan ook verworpen.”
“Eiseres heeft een beeldmerk gedeponeerd. Anders dan zij meent kan niet worden aangenomen dat aan de woorden in dat beeldmerk bescherming toekomt los van het daarbijbehorende beeld. Voorshands wordt aangenomen dat de woorden dusdanig beschrijvend zijn dat wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen de inschrijving van ‘Een Hart voor Kinderen’ als woordmerk zou zijn geweigerd. Toewijzing van de vordering op grond van artikel 2.20 BVIE zou erop neerkomen dat via de omweg van een beeldmerk bescherming zou worden geboden aan een woordcombinatie, die niet als woordmerk is en hoogstwaarschijnlijk ook niet kan worden ingeschreven.”
“(…) onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat gedaagde haar naam gebruikt om in te haken op de bekendheid van eiseres bij het publiek.
Eiseres zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. De vergoeding voor advocaatkosten zullen, conform de richtlijn 2004/48/EG, worden vastgesteld volgens de door gedaagde overgelegde, en door eiseres niet betwiste, specificatie.
Lees het vonnis hier.
Gerechtshof Arnhem, 25 juli 2006, LJN: AY5841. Koophuis Nederland B.V. tegen Geïntimeerde. Kort maar krachtig arrest over de handelsnamen Koophuis en KoophuisMarkt
Rechtbank Haarlem, 5 juli 2006, HA ZA 05-1450. L* c.s. tegen L* c.s. Interessant vonnis over schending van een geheimhoudings – en relatiebeding na de verbreking van een samenwerking en over de vraag of het gebruik van de naam van de oorspronkelijke naamgever in emailverkeer kan worden beschouwd als het voeren van een handelsnaam.
Rechtbank Zwolle, 20 juni 2006, KG ZA 06-185. Vastgoed Zwolle B.V. tegen Arnold van Born B.V. en de heer Van Born (Met dank aan Ernst-Jan van de Pas,
Gerechtshof Amsterdam, 6 april 2006, LJN: AY3520. Sinin tegen Sky Holding B.V.
Rechtbank Almelo, 7 juli 2006, KG ZA 06-131,. Sport en Fitnmess H. Fridt V.O.F. tegen Life Fit Centre Hengelo B.V.
Rechtbank Leeuwarden, 2 juni 2006, KG ZA 06-155. Fotox B.V. tegen MijnAlbum V.O.F. c.s. (Met dank aan Maarten Russchen,
Rechtbank ’s-Gravenhage, KG ZA 06-5 73, 21 juni 2006. A.M. Carbonell tegen Auto Motoren Centrum Van Veldhuisen B.V., & AMC-Engineparts B.V.