DOSSIERS
Alle dossiers

Rechtspraak  

IEF 22965

Geen verwarringsgevaar tussen “Charlies” en “Charleys” door verschillen in type horeca en doelgroep

Rechtbank Midden-Nederland 16 sep 2025, IEF 22965; ECLI:NL:RBMNE:2025:5031 (Charlies Burger/Take Out tegen Charleys), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-charlies-en-charleys-door-verschillen-in-type-horeca-en-doelgroep

Rb. Midden-Nederland 16 september 2025, IEF 22965; ECLI:NL:RBMNE:2025:5031 (Charlies Burger/Take Out tegen Charleys). Een horeca onderneming exploiteert in [plaats] twee zaken: Charlies Burger, een American-dinerachtig restaurant in het centrum, en Charlies Take Out, een afhaal- en bezorglocatie in [plaats]-Noord. Een andere ondernemer heeft in [plaats]-Noord een koffie- en lunchroom geopend onder de naam Charleys. De eerste ondernemer stelt dat deze naam te veel lijkt op haar handelsnaam “Charlies” en daardoor verwarring bij het publiek veroorzaakt. Zij voert aan dat de toevoegingen “Burger” en “Take Out” in de praktijk vaak niet worden gebruikt, waardoor het publiek beide ondernemingen kan verwarren. Op grond van artikel 5 Handelsnaamwet vordert zij in kort geding een verbod op het gebruik van de naam Charleys en de domeinnaam charleys.nl, op straffe van een dwangsom.

IEF 22967

P-G: Handelsnaam­bescherming vereist geen inschrijving – Tandem verliest tegen Tendum

Hoge Raad 19 okt 1976, IEF 22967; ECLI:NL:PHR:1976:AC5861 (Tandem tegen Tendum), https://ie-forum.nl/artikelen/p-g-handelsnaam-bescherming-vereist-geen-inschrijving-tandem-verliest-tegen-tendum

Parket bij de Hoge Raad 19 oktober 1976, IEF 22967; ECLI:NL:PHR:1976:AC5861 (Tandem tegen Tendum). In deze zaak bestrijdt Tandem Kommunikatie Konsepten een uitspraak waarin zij werd verboden haar handelsnaam te voeren wegens verwarringsgevaar met de naam Tendum Visuele Kommunikatie. Tandem voerde in cassatie meerdere rechtsklachten aan. Zij stelde onder meer dat Tendum geen onderneming in de zin van de Handelsnaamwet (Hnw) zou zijn, omdat Tendum niet als vennootschap is opgericht, niet staat ingeschreven in het handelsregister en volgens Tandem geen economische eenheid vormt die duurzaam aan het rechtsverkeer deelneemt. Ook meende Tandem dat de bescherming van de Handelsnaamwet alleen zou gelden voor ingeschreven ondernemingen en dat bij de beoordeling van verwarringsgevaar alleen de klantenkring van partijen in aanmerking genomen mag worden, niet andere groepen uit het publiek.

IEF 22933

RME maakt geen inbreuk op de IE-rechten van PMC

Rechtbank Den Haag 16 sep 2025, IEF 22933; ECLI:NL:RBDHA:2025:17010 (PMC tegen RME), https://ie-forum.nl/artikelen/rme-maakt-geen-inbreuk-op-de-ie-rechten-van-pmc

Vzr. Rb. Den Haag 16 september 2025, IEF 22933; ECLI:NL:RBDHA:2025:17010 (PMC tegen RME). Promotion Care (hierna: PMC) wil met dit kort geding dat RME Solutions (hierna: RME) per direct stopt met het schenden van auteursrechten, de merk- en handelsnaamrechten van PMC. PMC houdt zich bezig met het ontwerpen, ontwikkelen en verhandelen van bedrijfswageninrichtingen. Klanten kiezen uit een aantal standaarden, op basis daarvan ontwerpt PMC een inrchting op maat. PMC is houder van twee Benelux merken (waaronder het woordmerk 'Transportainer'). RME is in mei 2023 opgericht en houdt zich bezig met het vervaardigen van werkplaatsinrichtingen en het vervaardigen van de inrichting van bedrijfswagens. PMC heeft RME op 30 december 2024 gesommeerd de inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten te staken en gestaakt te houden. Volgens PMC maakt RME met het aanbieden van haar bedrijfswageninrichtingen en onderdelen daarvan inbreuk op de auteursrechten van PMC. Mocht er geen sprake zijn van auteursrechtelijke bescherming, dan is sprake van onrechtmatige slaafse nabootsing van de bedrijfswageninrichtingen van PMC door RME. Daarnaast maakt RME inbreuk op de merkrechten en handelsnaamrechten van PMC door het teken ‘Transportainer’ te gebruiken in haar Google-advertenties. 

IEF 22877

Handelsnaam 'De Jongens HvH' maakt inbreuk op 'De Jongens'

Rechtbank Rotterdam 27 aug 2025, IEF 22877; ECLI:NL:RBROT:2025:10388 (DJR tegen Dwaard), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaam-de-jongens-hvh-maakt-inbreuk-op-de-jongens

Rb. Rotterdam 27 augustus 2025, IEF 22877; ECLI:NL:RBROT:2025:10388 (DJR tegen Dwaard). DJR B.V. heeft sinds 2013 een restaurant in de regio Rotterdam. Dat doet ze onder de naam 'De Jongens'. Dwaard B.V. gebruikt sinds 2022 de naam 'De Jongens HvH', ook in dezelfde regio. Volgens DJR zorgt dat voor verwarring en maakt Dwaard daarmee inbreuk op haar handelsnaam. Ze vraagt de rechtbank om een bevel: Dwaard moet haar handelsnaam veranderen op straffe van een dwangsom. Om te bepalen of er verwarring ontstaat tussen handelsnamen, kijkt de rechter naar wat de bedrijven doen en waar ze gevestigd zijn. Maar dat is niet alles, zo kan er ook sprake zijn van verwarringsgevaar wanneer het publiek een (economische of juridische) band tussen beide ondernemingen veronderstelt. Niet in geschil is welke handelsnaam ouder is, 'De Jongens' van DJR is ouder. De toevoeging 'HvH' bij de handelsnaam van Dwaard is ondergeschikt aan 'De Jongens'. De rechtbank stelt vast dat de handelsnaam van Dwaard slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam van DJR. Dwaard voert het verweer dat er anderen zijn die al langer gebruik maken van de handelsnaam 'De Jongens' dan DJR, waardoor het gebruik van DJR onrechtmatig zou zijn. De rechtbank verwerpt dit verweer. Het enkel feit er mogelijk een andere onderneming is die al eerder de handelsnaam 'De Jongens' voert levert nog geen overtreding van art. 5 Hnw op.  

IEF 22831

Gebruik van handelsnaam “Avance” niet onrechtmatig wegens onvoldoende verwarringsgevaar

Rechtbank Utrecht 2 jan 1997, IEF 22831; ECLI:NL:RBUTR:1997:5 (Avance V.O.F. tegen Avance Detachering B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruik-van-handelsnaam-avance-niet-onrechtmatig-wegens-onvoldoende-verwarringsgevaar

Rb. Utrecht 2 januari 1997, IEF 22830; ECLI:NL:RBUTR:1997:5 (Avance V.O.F. tegen Avance Detachering B.V.)Uitspraak uit 1997, gepubliceerd in 2025. Sinds 1992 (via haar rechtsvoorganger) werkt eiseres onder de naam Avance. Met kantoren in Maastricht en Venlo detacheert zij technisch personeel – ook buiten Limburg. Gedaagde, Avance Detachering B.V., ontstond in 1996 en richt zich op de detachering van IT-professionals, vooral in de Randstad. Deze activiteiten zijn voortgekomen uit Avance Software Services B.V., onderdeel van Avance Groep B.V. Eiseres vordert in kort geding dat gedaagde de naam “Avance” uit haar handels- en statutaire naam verwijdert, met uitzondering van de naam “Avance Software Services”. Zij stelt dat het gebruik van deze naam verwarring wekt bij het publiek en daarmee in strijd is met artikel 5 van de Handelsnaamwet. Gedaagde voert aan dat er geen verwarringsgevaar bestaat vanwege het verschil in regio en marktsegment, en stelt bovendien dat de naam “Avance” onvoldoende onderscheidend vermogen heeft.

IEF 22828

Voorzieningenrechter wijst IE- en domeinnaamvorderingen toe aan medeoprichter adviesbureau

Rechtbank Midden-Nederland 18 jul 2025, IEF 22828; ECLI:NL:RBMNE:2025:3542 (Eiser tegen gedaagde c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/voorzieningenrechter-wijst-ie-en-domeinnaamvorderingen-toe-aan-medeoprichter-adviesbureau

Rb. Midden-Nederland 18 juli 2025, IEF 22828; ECLI:NL:RBMNE:2025:3542 (Eiser tegen gedaagde). Eiser is een advies- en onderzoeksbureau dat zich bezighoudt met het versterken van compliance-, risico en integriteitsmanagement binnen organisaties. De onderneming is opgericht door [A] en [gedaagde sub 1] en werd bestuurd door hun vennootschappen [bedrijf] BV en [gedaagde sub 2] (hierna, samen met [gedaagde sub 1: gedaagde c.s.]). [gedaagde c.s.] heeft in juni 2025 de samenwerking opgezegd. Hierbij heeft hij meegedeeld dat het merk, de domeinnamen, content en auteursrechten zijn eigendom blijven en dat [eiser] haar naam moet wijzigen en het merk [eiser] niet meer mag gebruiken. [Gedaagden c.s.] heeft in dit kader de wachtwoorden die nodig zijn voor het beheer van de website overgedragen en gewijzigd zodat [eiser] geen toegang meer heeft. [eiser] is van mening dat [gedaagde c.s] geen recht heeft op de handelsnamen en domeinnamen en dat hij het beheer over de websites van de onderneming en de toegang daartoe aan haar moet overdragen. Hij doet daarbij beroep op het handelsnaamrecht, het domeinnaamrecht en het merkenrecht. [gedaagde c.s.] verweert en stelt dat er auteursrecht rust op de handelsnamen. Dit wordt door [eiser] betwist. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [eiser] grotendeels toe.

IEF 22727

Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Coda Advocaten.

Gedaagde heeft rechtscheppend handelsnaamgebruik voorafgaand aan merkdepot niet aannemelijk gemaakt

Rechtbank Gelderland 27 mei 2025, IEF 22727; (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/gedaagde-heeft-rechtscheppend-handelsnaamgebruik-voorafgaand-aan-merkdepot-niet-aannemelijk-gemaakt

Vzr. Rb. Gelderland 27 mei 2025, IEF 22727; C/05/450383 (Eiser tegen gedaagde). Kort geding. Beide partijen drijven een eenmanszaak op het gebied van verpleging in Zutphen. Eiser, handelend onder de naam Cocon Parfumerie, heeft met gedaagde ooit een samenwerking besproken om parfums onder de naam Cocon aan te bieden. Deze samenwerking is niet tot stand gekomen. Eiser heeft zelf de naam Cocon wel doorgevoerd, onder andere in verschillende domeinnamen, het handelsregister en ze heeft het merk Cocon Parfumerie ingeschreven als Benelux woordmerk. Het geschil tussen partijen is ontstaan doordat gedaagde eveneens met de naam Cocon naar buiten is getreden, onder andere op haar Instagram pagina en website. Beide partijen stellen dat zij de naam Cocon als eerste hebben bedacht. In dit kort geding vordert eiser dat gedaagde wordt veroordeeld om binnen twee dagen de inbreuk op het merk Cocon te staken en gestaakt te houden, onder andere in de tekst van de website, de domeinnaam en het e-mailadres. De grondslag is inbreuk in de zin van art. 2..20 lid 2 sub a dan wel sub b en ook sub d van het BVIE. Subsidiair stelt eiser dat gedaagde door het voeren van de handelsnaam Cocon Perfume inbreuk maakt op haar handelsnaam Cocon Parfumerie. Meer subsidiair beroept eiser zich op onrechtmatige daad. 

IEF 22691

Handelsnaam ‘Taxi Troost en de Boer’ rechtmatig overgedragen aan rechtsopvolger TTB

Rechtbank Noord-Nederland 12 mei 2025, IEF 22691; ECLI:NL:RBNNE:2025:1776 (Holding tegen Trobo), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaam-taxi-troost-en-de-boer-rechtmatig-overgedragen-aan-rechtsopvolger-ttb

Vzr. Rb. Noord-Nederland 12 mei 2025, IEF 22691; ECLI:NL:RBNNE:2025:1776 (Holding tegen Trobo). Holding is enig aandeelhouder van de besloten vennootschap Taxi Troost en de Boer BV (hierna: TTB). De handelsnaam ‘Taxi Troost en De Boer’ maakte deel uit van de activa die de curator aan gedaagde 1 heeft verkocht, waarna gedaagde 1 deze is gaan gebruiken via Trobo B.V., hoewel de curator expliciet geen garantie gaf over eventuele eerdere of gelijktijdige rechten van anderen op deze naam. Holding vordert, voor zover relevant, dat Trobo naar buiten brengt dat zij ten onrechte de naam ‘Troost en de Boer’ in haar ‘Taxi Troost en de Boer’ heeft opgenomen en onder een andere handelsnaam verder zal gaan. Holding voert aan dat Trobo in strijd handelt met artikel 2 Hnw, aangezien de handelsnaam ‘Taxi Troost en de Boer’ niet los van de gehele onderneming overgedragen kan worden. De handelsnaam valt immers onder de bezittingen van de onderneming en de onderneming bestaat uit Holding en TTB. Eveneens heeft Holding geen toestemming voor het gebruik van de handelsnaam gegeven. 

IEF 22671

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen IMPRO B.V. en Impro Techniek B.V.: voldoende onderscheid in werkzaamheden

Hof Arnhem-Leeuwarden 14 jan 2025, IEF 22671; ECLI:NL:GHARL:2025:103 (IMPRO B.V. tegen Impro Techniek B.V. ), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-handelsnamen-impro-b-v-en-impro-techniek-b-v-voldoende-onderscheid-in-werkzaamheden

Hof Arnhem-Leeuwarden 28 april 2025, IEF 22671; ECLI:NL:GHARL:2025:103. IMPRO B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland op 17 april 2024. Volgens IMPRO B.V. handelt Impro Techniek B.V. onrechtmatig door in strijd met de Handelsnaamwet de naam IMPRO Techniek te voeren. De bestuurder van IMPRO drijft sinds 1 september 2009 een eenmanszaak onder de handelsnamen ‘Impressive Projects & Productions’ en ‘IM-PRO’, ook wel onder de naam IMPRO. Op 5 april 2022 is die eenmanszaak ondergebracht in IMPRO B.V, gevestigd in Hengelo. Sinds januari 2020 drijft Impro Techniek B.V. een onderneming onder de handelsnaam ‘Impro Techniek’, waarvan het kantoor is gevestigd in Utrecht. IMPRO B.V. heeft Impro Techniek B.V. verzocht die handelsnaam te staken, maar Impro Techniek B.V. weigert dit. Daarom heeft IMPRO B.V. de kantonrechter verzocht om Impro Techniek B.V. te veroordelen tot wijziging van de handelsnaam IMPRO Techniek. In dit hoger beroep verzoekt IMPRO B.V. dit tevergeefs.

IEF 22604

Dezelfde handelsnaam, maar aard van de onderneming te verschillend

Rechtbank Amsterdam 11 mrt 2025, IEF 22604; ECLI:NL:RBAMS:2025:1477 (Stichting Casa Latina tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/dezelfde-handelsnaam-maar-aard-van-de-onderneming-te-verschillend

Vzr. Rb. Amsterdam 11 maart 2025, IEF ; ECLI:NL:RBAMS:2025:1477 (Stichting Casa Latina tegen gedaagden). Kort geding. De Stichting Casa Latina is een culturele organisatie die een podium biedt voor Latijns-Amerika. Met haar activiteiten probeert de stichting de participatie van Latijns-Amerikaanse vrouwen in de Nederlandse en in het bijzonder de Utrechtse samenleving te bevorderen. In dat kader organiseert zij culturele activiteiten, workshops, taal- en danslessen en speciale thema-avonden. Gedaagden, bestaande uit meerdere gedaagden die samen de bedrijfsstructuur vormen, is een organisatie die concerten, evenementen en bijeenkomsten organiseert. Dit doet zij onder de naam Casa Latina. Dat beide organisaties dezelfde handelsnaam gebruiken staat centraal in dit geschil. De stichting vordert staking hiervan, omdat de handelsnamen identiek zijn en beide partijen zich richten op Latijns-Amerikaanse bezoekers van evenementen.