Mediarecht  

IEF 18356

Geen sekspop Patricia Paay, geen toewijzing openlijke excuses

Rechtbanken 16 jan 2019, IEF 18356; ECLI:NL:RBOBR:2019:49 (Sekspop Patricia Paay), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-sekspop-patricia-paay-geen-toewijzing-openlijke-excuses

Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 16 januari 2019, IEF 18356; ECLI:NL:RBOBR:2019:49 (Sekspop Patricia Paay) Mediarecht. Portretrecht. Aantasting eer en goede naam van een bekende Nederlander door in de media het voornemen bekend te maken een sekspop van haar op de markt te brengen. Gedaagde heeft misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin Paay na verspreiding van de plasseksvideo verkeerde, uitsluitend met het doel om zijn eigen commerciële belang en publicitaire doel te dienen. Er komt geen sekspop, "nu blijft het prototype in ieder geval in de doos". Schadevergoeding is bedoeld om het leed dat is aangedaan, enigszins te verzachten, en niet zozeer punitief van karakter. Er is een vonnis aangehaald waarbij € 30.000 aan schadevergoeding is toegekend, daar was echter sprake van een aanmerkelijk grovere inbreuk. Een bedrag van € 2.000,00 wordt als billijke schadevergoeding vastgesteld. Gevorderde openlijke excuses wordt afgewezen, excuses geven uiting aan persoonlijke gevoelens van spijt, welke naar hun aard niet bij vonnis kunnen worden afgedwongen.

IEF 18355

HR: toepassing 81 RO voor het houden van domeinnaam ok.nl met beroep op sub d

Hoge Raad 21 dec 2018, IEF 18355; ECLI:NL:HR:2018:2362 (OK OLIECENTRALE B.V., als rechtsopvolger van Fuelplaza tegen Gaos), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-toepassing-81-ro-voor-het-houden-van-domeinnaam-ok-nl-met-beroep-op-sub-d

HR 21 december 2018, IEF 18355; ECLI:NL:HR:2018:2362 (OK OLIECENTRALE B.V., als rechtsopvolger van Fuelplaza tegen Gaos) Art. 81 lid 1 RO. Merkenrecht. Domeinnaam. Art. 2.20 lid 1 onder d BVIE (ander gebruik). Domeinnaam. Centraal in dit hoger beroep staat de vraag of het houden van de domeinnaam ok.nl door Gaos is aan te merken als gebruik waartegen Fuelplaza op grond van artikel 2.20 lid 1 onder d BVIE kan optreden. Het Hof [IEF 16821]: Jarenlang niets doen met domeinnaam ok.nl is geen onrechtmatig gebruik. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering. Proceskosten: 90% van werkzaamheden had betrekking op de IE-grondslag. Indicatietarieven in IE-zaken 2017 is het maximumsalaris €20.000, dus gevorderde €8.634,52 wordt toegewezen.

IEF 18343

Van der Spek mag beelden gemaakt met verborgen camera niet uitzenden

Gerechtshoven 26 mrt 2019, IEF 18343; ECLI:NL:GHAMS:2019:981 (X tegen Simpel Media B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/van-der-spek-mag-beelden-gemaakt-met-verborgen-camera-niet-uitzenden

Hof Amsterdam 26 maart 2019, IT 2731; ECLI:NL:GHAMS:2019:981 (X tegen Simpel Media B.V.) Mediarecht. Opnames met verborgen camera; verbod tot gebruik beeld- en/of geluidmateriaal waarin appellant zichtbaar en/of hoorbaar is in het programma 'Van der Spek ontmaskert' over pedofilie en/of een kinderprostitutienetwerk in de Filipijnen en/of in dat programma te refereren bij naam, woonplaats en/of beroep aan appellant. Nu Simpel Media B.V. niet de volledige beelden en geluidsfragmenten ter beschikking heeft gesteld is onvoldoende aannemelijk dat adequate maatregelen zijn genomen om in toereikende mate tegemoet te komen aan de belangen van appellant. Derhalve wordt het vonnis in eerste aanleg vernietigd, en mogen de beelden niet worden uitgezonden.

IEF 18329

Verwerping cassatie onjuiste publicatie op voorpagina Arubaans dagblad

Hoge Raad 22 mrt 2019, IEF 18329; ECLI:NL:HR:2019:402 (Centrale bank van Aruba tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/verwerping-cassatie-onjuiste-publicatie-op-voorpagina-arubaans-dagblad

HR 22 maart 2019, IEF 18329;  ECLI:NL:HR:2019:402 (Centrale bank van Aruba tegen gedaagde). Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Is publicatie op voorpagina dagblad over (onjuist gebleken) mededeling anonieme bron dat geld zou zijn verdwenen uit kluis Centrale Bank onrechtmatig? De rechter concludeerde in eerste aanleg [IEF 16220] dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen, nu de betreffende journalist zich gehouden heeft aan de algemeen aanvaarde journalistieke code van hoor en wederhoor. De conclusie van de Advocaat-Generaal op 26 februari 2019 [ECLI:NL:PHR:2019:94] strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad volgt deze conclusie. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden, geen motivering ex art. 81 lid 1 RO.

IEF 18328

Geen publicatieverbod voor boek #jehebtaltijdeenkeuze#

Rechtbanken 21 mrt 2019, IEF 18328; ECLI:NL:RBOVE:2019:966 (Ex-man tegen #jehebtaltijdeenkeuze#), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-publicatieverbod-voor-boek-jehebtaltijdeenkeuze

Ktr. Rechtbank Overijssel 21 maart 2019, IEF 18328; ECLI:NL:RBOVE:2019:966 (ex-man tegen #jehebtaltijdeenkeuze#) Mediarecht. Eiser en gedaagde zijn van 2000 tot 2010 getrouwd geweest. Gedaagde heeft een boek geschreven over onder andere deze relatie met de titel #jehebtaltijdeenkeuze#. Het boek wordt uitgegeven door uitgeverij Droomvallei. Op de voor- en achterkant van het boek staat een foto van gedaagde waarop de helft van haar gezicht zichtbaar is. De tekst op de achterkant van het boek luidt onder andere: “In #jehebtaltijdeenkeuze# beschrijft X hoe het kwam dat ze zo lang in deze verstikkende relatie bleef hangen.” In diverse media en op de eigen website van gedaagde is aandacht besteed aan de lancering van het boek. Op haar website heeft gedaagde passages uit het boek gepubliceerd, die kort gezegd verwijzingen bevatten naar haar huwelijk met eiser, waarin zij psychisch en lichamelijk zou zijn mishandeld door eiser, die een narcist zou zijn. De vordering van eiser om de publicatie en verspreiding van het boek per direct te staken wordt door de rechter afgewezen. Het boek dient te worden beschouwd als een autobiografie, geschreven vanuit het perspectief en de ervaringen van gedaagde, en in het boek staat de persoonlijke ontwikkeling van gedaagde centraal. Dat het boek ook over eiser gaat is onvermijdelijk aangezien ze tien jaar getrouwd zijn geweest. De voorzieningenrechter volgt eiser niet in zijn stelling dat gedaagde geen belang heeft bij de publicatie van het boek. Publicatie van het boek is een logisch vervolg op de carrière van gedaagde die als ervaringsdeskundige trainingen en lezingen geeft over huiselijk geweld en dikwijls in de media optreedt. De publicatie van het boek voorziet in dezelfde behoefte als waarin de andere activiteiten van gedaagde voorzien, namelijk het verwerven van inzicht in situaties van huiselijk geweld. Publicatieverbod wordt afgewezen.

IEF 18298

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam

Herhaalde uitzending met epiloog is niet onrechtmatig

Gerechtshoven 12 mrt 2019, IEF 18298; ECLI:NL:GHARL:2019:2233 (X tegen RTL en Simpel Media), https://ie-forum.nl/artikelen/herhaalde-uitzending-met-epiloog-is-niet-onrechtmatig

Hof Arnhem - Leeuwarden 12 maart 2019, IEF 18298; ECLI:NL:GHARL:2019:2233.(X tegen RTL en Simpel Media). Mediarecht. Rechtmatige publicatie. In navolging op IEF 5132. Bekrachtiging vonnis Rechtbank Midden-Nederland d.d. 2 augustus 2017 (IEF 17015). X is in hoger beroep veroordeeld wegens het plegen van een of meer zedendelicten en heeft zeven jaar gevangenisstraf opgelegd gekregen. In het RTL-televisieprogramma Op de vlucht is aandacht besteed aan de zaak. In dit hoger beroep staat de vraag centraal of de herhaalde uitzending met korte epiloog over ontwikkelingen in de strafzaak van X onrechtmatig is. Het hof onderschrijft het oordeel van de kantonrechter, dat gelet op de omstandigheden, het recht op vrijheid van meningsuiting van RTL c.s. zwaarder weegt dan het belang van X om 'alleen gelaten te worden'. Het onderwerp en de veroordeling van X betreft een misstand die de samenleving raakt. Het recht op vrijheid van meningsuiting brengt mee dat RTL c.s. ter uitoefening van haar journalistieke functie daar na de onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling van X in hoger beroep opnieuw aandacht voor kan vragen, ook al is sinds die veroordeling inmiddels bijna een jaar verstreken. Over de epiloog oordeelt het hof dat het RTL c.s. vrij stond informatie over de zaak van X onder de aandacht te brengen op de wijze en in de vorm die haar goeddunkt. Het opleggen van beperkingen of voorwaarden aan de inhoud daarvan komt neer op het beperken van de uitingsvrijheid van RTL c.s. die niet is gerechtvaardigd. Dat RTL c.s. X niet om een reactie heeft gevraagd en deze niet in de uitzending heeft verwerkt, rechtvaardigt in geen geval de beperking van de uitingsvrijheid van RTL c.s.

IEF 18264

Prejudicieel gestelde vraag aan HvJ EU: Zijn nationale bepalingen persoonsgegevens uitsluitend journalistieke, artistieke of literaire doeleinden in strijd met Handvest?

HvJ EU 15 okt 2018, IEF 18264; (Associated Newspapers), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-aan-hvj-eu-zijn-nationale-bepalingen-persoonsgegevens-uitsluitend-journa

Prejudicieel gestelde vraag aan HvJ EU 15 oktober 2018, IEF 18264; IEFbe 2829; IT 2718; C-687/18 (Associated Newspapers) Via MinBuza: Verweerster is uitgeefster van de kranten van onder andere de Daily Mail. Verzoeker heeft gedurende meerdere jaren geklaagd over uiteenlopende artikelen die verweerster had gepubliceerd. Verzoeker heeft ook geklaagd over het feit dat de Daily Mail persoonsgegevens had verzameld, opgeslagen en gebruikt.  Verzoeker heeft bij de Britse rechter beroep ingesteld tegen verweerster met betrekking tot de door verweerster gepubliceerde artikelen. Verweerster heeft op grond van section 32 DPA (Data Protection Act, dit artikel geeft een mogelijkheid om af te wijken van artikel 9 van de richtlijn 95/46/EG) een vordering tot schorsing van het geding ingediend. Volgens lid 4 van dit artikel moet de nationale rechter het rechtsgeding schorsen wanneer de persoonsgegevens worden verwerkt voor uitsluitend journalistieke, artistieke of literaire doeleinden en met het oog op de publicatie door een persoon van journalistiek, literair of artistiek materiaal dat 24 uur voor de peildatum niet eerder door de voor de verwerking verantwoordelijke was gepubliceerd. In casu staat vast dat aan beide voorwaarden is voldaan. Verzoeker verzet zich tegen de schorsing omdat deze in strijd zou zijn met het Unierecht (richtlijn 95/46/EG en Handvest van de grondrechten). 

IEF 18255

Uitspraak ingezonden door Bas Evers, Groot & Evers.

Publicatieverbod Bild rechtmatig in het licht van art. 8 EVRM

Duitse Gerechten 4 dec 2018, IEF 18255; ECLI:CE:ECHR:2018:1204DEC006272113 (Bild GmbH & Co. KG and Axel Springer v. Germany), https://ie-forum.nl/artikelen/publicatieverbod-bild-rechtmatig-in-het-licht-van-art-8-evrm

EHRM 4 december 2018, IEF 18255, IEFbe 2826; ECLI:CE:ECHR:2018:1204DEC006272113 (Bild GmbH & Co. KG and Axel Springer v. Germany). Artikel 8 EVRM. Een bekende Zwitserse journalist was gearresteerd en in voorlopige hechtenis genomen op verdenking van de verkrachting en aanranding van zijn voormalige vriendin. Enige maanden later publiceerde Bild, een Duits tijdschrift en klager in onderhavige zaak, een artikel met twee foto's, waarvan er één - het onderwerp van het geschil - de journalist met een ontbloot bovenlijf op de binnenplaats van een gevangenis liet zien omringd door andere gevangenen. Uiteindelijk werd de journalist vrijgesproken. De journalist is een zaak tegen Bild gestart om een verbod op verdere publicatie af te dwingen. De Duitse rechter heeft toen geoordeeld dat de publicatie en distributie van de foto onwettig was. Klager heeft geklaagd dat de Duitse rechter het recht op vrijheid van meningsuiting heeft geschonden. Het Hof is van oordeel dat de Duitse rechter het recht van klager op vrijheid van meningsuiting en het recht op respect voor het privéleven van de journalist naar behoren heeft afgewogen. De rechter heeft acht geslagen op het feit dat de foto zonder toestemming was genomen, er geen link was tussen de foto en een nieuwe relevante gebeurtenis, de foto geen informatiewaarde had en was genomen op een plaats waar de journalist niet had hoeven te verwachten dat hij gefotografeerd zou worden. Gelet op de beoordelingsmarge die aan de lidstaten is toegekend, ziet het Hof geen duidelijke redenen op grond waarvan haar mening zou moeten verschillen van de Duitse rechter. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard.

IEF 18224

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jurian van Groenendaal, Van Kaam.

Ziggo hoeft gegevens van abonnementhouders niet af te staan aan Dutch Filmworks

Rechtbank Midden-Nederland 8 feb 2019, IEF 18224; ((Dutch Filmworks B.V. tegen Ziggo c.s.) ), https://ie-forum.nl/artikelen/ziggo-hoeft-gegevens-van-abonnementhouders-niet-af-te-staan-aan-dutch-filmworks

Rechtbank Midden-Nederland 8 februari 2019, IEF 18224; IT&R 2712 (Dutch Filmworks B.V. tegen Ziggo c.s.) Privacyrecht. Mediarecht. Dutch Filmworks vordert van Ziggo c.s. de (identificerende) gegevens van de abonnementhouders van IP-adressen die gebruikt zijn bij het illegaal uitwisselen van de film 'The Hitman's Bodyguard' via BitTorrent-netwerken. Ziggo c.s. handelt volgens DFW onrechtmatig door deze gegevens niet af te geven. Voor de beantwoording van de vraag onder welke omstandigheden deze gegevens door Ziggo c.s. moeten worden afgegeven wordt door de voorzieningenrechter getoetst aan de hand van het toetsingskader van het arrest Lycos/Pessers. Als uitgangspunt heeft daarbij volgens de voorzieningenrechter te gelden dat degene die via een BitTorrent-netwerk de Film illegaal downloadt onrechtmatig handelt jegens de intellectueel eigendomsgerechtigde. Om effectief te kunnen optreden tegen illegale downloaders heeft DFW in beginsel ook een reëel belang bij het verkrijgen van de gegevens van de houder van de IP-adressen, via welke de Film illegaal gedownload is. DFW heeft ter zitting voldoende aannemelijk gemaakt dat een minder ingrijpende mogelijkheid om de NAW-gegevens te achterhalen niet aan de orde is. De onduidelijkheid wat de abonnementhouders te wachten staat nadat DFW over hun gegevens beschikt maakt dat de belangenafweging alsnog in het nadeel van DFW uitvalt. De vordering tot afgifte wordt om die reden afgewezen.

IEF 18201

Perspublicatie politie rechtmatig, voorlichting huiszoeking voor de hand liggend

Gerechtshoven 15 jan 2019, IEF 18201; ECLI:NL:GHDHA:2019:8 (Perspublicatie politie), https://ie-forum.nl/artikelen/perspublicatie-politie-rechtmatig-voorlichting-huiszoeking-voor-de-hand-liggend

Hof Den Haag 15 januari 2019, IEF 18201; IT 2708 (Perspublicatie politie) Mediarecht. Privacy. Geïntimeerde is in zijn woning aangehouden op verdenking van heling van autoradio's. Na aanhouding is zijn woning met toestemming van de R-C doorzocht. De politie heeft hierover een persbericht geplaatst. De rechtbank stelt dat de politie deze bevoegdheid heeft maar rekening dient te houden met de belangen van de verdachte, in bijzonder zijn eer en goede naam en persoonlijke levenssfeer. Onschuldpresumptie door persbericht niet geschonden. Voorlichting over de huiszoeking en aanhouding, was gelet op de onrust in de gemeente, voor de hand liggend, terwijl transparantie over de aard van de (voor de directe omgeving kenbare) huiszoeking mede in het belang was van geïntimeerde. De politieactie had immers kunnen leiden tot speculatie bij buurtgenoten dat sprake was van een ernstiger verdenking dan (schuld)heling. Deze mogelijke speculatie is door de perspublicatie in de kiem gesmoord. Verder geldt dat de herleidbaarheid tot geïntimeerde bij zijn straatgenoten zijn oorzaak vindt in het rechtmatige politieoptreden. In ieder geval is er geen enkele aanwijzing dat, los van de (rechtmatig bevonden) huiszoeking en aanhouding, de identiteit van geïntimeerde was af te leiden uit het persbericht. Grieven slagen (gedeeltelijk).