DOSSIERS
Alle dossiers

Overig  

IEF 4294

Orichinees

Nieuw begrip in de zomercolumn van het NOS Journaal van vanochtend. Correspondente Hennah Draaibaar belicht de handel in goedkope merkartikelen in Suriname (Louis Vuitton en Chaneltassen voor een tientje etc.). De producten zijn afkomstig uit China en worden in Suriname door Chinezen verhandeld, wat heeft geresulteerd in het neologisme ‘orichinese merkproducten’.

Bekijk de zomercolumn hier.

IEF 4260

Verlaag de tarieven zoveel als het kan

jc.gifKorte reactie van Jerry Considine (Considine Merkengemachtigde & Advocaten): op Bas Kist (Shield Mark): Kosten EU-registratie merken niet verlagen. (zie: IEF 4225, 24 juni 2007 en FD 21 juni 2007).

Bas Kist maakt zich zorgen over een toename van onnodige conflicten als een Europees Merkendepot aanzienlijk goedkoper wordt. Ik ben van mening dat deze zorgen ongegrond zijn.

Een Europees merkendepot is nu al in verhouding tot een nationaal depot niet overdreven duur. Gemiddeld betaal je voor een Beneluxdepot rond de € 650,-- en voor een Europees Merkendepot rond de € 1.600,-- euro. Een verschil van minder dan duizend euro om een poging te wagen op bescherming in nog 26 landen. Wanneer een Europees Merkendepot de toetsing op absolute gronden en de oppositiefase overleeft, dan kan men tot inschrijving overgaan. Een kostenpost van gemiddeld nog zo'n € 1.600,--. Daarmee kost een Europese inschrijving in totaal rond de € 3.200,-- euro. Uiteraard veel duurder dan een Beneluxinschrijving, maar gelet op wat je meer krijgt beslist niet duur. Zeer goedkoop, zelfs. (Nu in de praktijk ook nog blijkt dat enigszins zwakkere merken in Alicante veelal veel milder worden behandeld dan in de Benelux [en dus eerder worden geaccepteerd], is de Europese weg ook om andere redenen verhoudingsgewijs zeer aantrekkelijk!)

Wanneer de taksen  worden verlaagd, dan zal dit niet gelden voor het component van het honorarium van de merkengemachtigde, die in de bovengenoemde voorbeelden is opgenomen. Dus als de taksen voor een aanvraag (inschrijving) van € 750,-- naar, bijvoorbeeld, € 400,-- worden verlaagd, dan kost een Europese inschrijving via een gemachtigde toch nog zo'n  2 x € 1.250,-- . Na 30 jaar in het vak weet ik dat de prijselasticiteit van een merkendepot niet bepaald een steile curve vertoont. Prijsstunters zijn er dan ook nauwelijks, of ze richten zich tot een zeer arm publiek!

Maar er is nog een reden. Bas Kist meent dat vele bedrijven, die slechts een nationale interesse hebben, toch een Europees merk zullen aanvragen en daarmee onnodige obstakels in andere landen zullen opwerpen. Als zij dat in de praktijk ook doen, dan ben ik het met hem eens dat de situatie moeilijker zal worden. Maar ik verwacht niet dat er een toename van dat soort aanvragen zal zijn. Immers, wie slechts een nationaal belang heeft doet er niet verstandig aan om een Europees merk aan te vragen, omdat men dan zelf mogelijk met obstakels in 26 landen wordt geconfronteerd waar men eigenlijk geen daadwerkelijk belang bij heeft. Dan pas wordt het duur – een geweigerde Europese aanvrage, die men eventueel tegen het volle nationale tarief kan converteren naar een nationale aanvraag. Dat is dubbel betalen!

Dus doe maar, OHIM: verlaag de tarieven zoveel als het kan! Het bedrijfsleven is er naar mijn mening wel degelijk bij gebaat.

Jerry Considine

IEF 4225

Een overbevolkt register

bk.JPGBas Kist (Shield Mark): Kosten EU-registratie merken niet verlagen. (Eerder gepubliceerd in het FD van donderdag 21 juni 2007).

Op het eerste gezicht lijkt verlaging van het tarief van Europese merkregistratie aantrekkelijk, maar zal op langere termijn nadelig uitwerken voor ondernemers. Een forse tariefverlaging zal leiden tot een enorme toevloed van Europawijde merkregistraties, waardoor het in de toekomst bijna ondoenlijk wordt om een naam te vinden die nog 'vrij' is. Daarnaast heeft het tot gevolg dat er veel kostbare juridische conflicten zullen ontstaan.

Kortgeleden namen de Europese ministers van justitie in Brussel het besluit om het tarief van een Europese Merkregistratie fors te verlagen. De reden hiervoor is dat het Europese Merkenbureau in Alicante veel te veel geld verdient. Het in 1996 opgerichte bureau, waar bedrijven hun merken Europawijd kunnen registreren, heeft nu al 120 miljoen euro op de bank staan en als het zo doorgaat hebben ze over een jaar of drie meer dan 300 miljoen in kas. Blijkbaar is het tarief dat bedrijven voor hun Europese merkregistratie betalen veel meer dan kostendekkend.

In een persbericht laat de voorzitster van de Brusselse bijeenkomst, de Duitse minister Brigitte Zypries, weten dat het om 'significantly lower costs' zal gaan. Daar voegt zij aan toe dat deze tariefverlaging natuurlijk heel goed is voor alle ondernemers die hun merken in Europa willen registreren.

Dat mag op korte termijn zo zijn, maar naar mijn mening is deze kostenverlaging op lange termijn voor ondernemers zeer ongunstig.

Naast een Europawijde registratie via het merkenbureau in Alicante, hebben ondernemers ook de mogelijkheid om hun merken nationaal per land te registreren. Elk land heeft nog steeds zijn eigen merkenregister. En dat is maar goed ook want heel veel ondernemers zijn eigenlijk alleen actief in een paar landen en zitten helemaal niet te wachten op registratie in alle 27 Europese landen. De kosten van zo'n nationale merkregistratie bedragen nu gemiddeld een zesde van die van een Europese registratie.

Als het Europese tarief, zoals nu gepland is, flink naar beneden gaat en het tarief van de nationale registraties dicht zal naderen, zullen veel ondernemers ervoor kiezen om hun merk Europees te registreren, zelfs als ze maar in twee of drie landen op de markt zijn. Voor een paar honderd euro meer krijg je immers bescherming in 27 landen in plaats van in één land en zo'n voordeeltje laat natuurlijk niemand lopen.

Gevolg is dat het Europese register vol zal lopen met Europawijde merkenclaims van bedrijven die eigenlijk maar in een heel klein deeltje van de EU-landen belangen

hebben. Voor bedrijven die een nieuw merk willen introduceren zal het hierdoor steeds moeilijker worden om namen te vinden die nog 'vrij' zijn. Dat is op dit moment al niet eenvoudig en het wordt straks met zo'n overbevolkt register echt een ramp.

Daarnaast zullen er ook veel meer kostbare juridische conflicten ontstaan. Conflicten die nooit waren ontstaan als iedereen zich zou beperken tot registratie van zijn merk in de landen waar het merk daadwerkelijk gebruikt wordt.

Al met al voldoende reden om op zoek te gaan naar een andere nuttige bestemming voor het miljoenenoverschot van het Europese Merkenbureau.

Bas Kist

IEF 4202

Merk, God en Verbod

cvw.gifPromotie Caspar van Woensel: Merk, God en Verbod. Oneigenlijk gebruik en monopolisering van tekens met een grote symbolische betekenis. Universiteit Leiden, dinsdag 19 juni 15.00 uur, promotor: prof.mr. D.W.F. Verkade.

“Het boek ‘Merk, God en Verbod. Oneigenlijk gebruik en monopolisering van tekens met een grote symbolische waarde’ gaat over symbolen in de context van het recht. Voorbeelden van symbolen van nationale, cultuurhistorische en religieuze aard zijn: de Nederlandse Leeuw, de Nachtwacht en Michiel de Ruyter, en Kruistekens. Commercieel gebruik van tekens met een grote religieuze symboolwaarde, bijvoorbeeld, kan als aanstootgevend of als misbruik worden ervaren. Voorbeelden te over: een chocolade Jezus als alternatief voor paaseitjes, hindoe-god Ganesh op een wc-bril, spotprenten over de profeet Mohammed. Hoe ver gaan het burgerlijk recht en het strafrecht met de bescherming van symbolen en daaraan verbonden behoeften van mensen, in het licht van de vrijheid van meningsuiting? Ook symbool-monopolisering kan een probleem vormen. Een voorbeeld: de naam van een belangrijke hindoegod als merk voor erotische dvd’s, mag dat? Is monopolisering uit te sluiten? Maakt de aard van symbolen – nationaal, cultuurhistorisch of religieus – daarbij verschil? De beide invalshoeken vertellen in ‘Merk, God en Verbod’ één verhaal over tekens die voor mensen van de meest wezenlijke betekenis zijn.”

Lees hier meer. 

IEF 4200

Naar eigen zeggen

Benelux merkenrecht? Wie het vonnis in deze zaak heeft mag het mailen. De Belgische krant  De Morgen bericht:  “De nieuwe directie van de culinaire gids Henry Lemaire heeft naar eigen zeggen gelijk gekregen van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel. De vorige uitgever, Hugo Van Mossevelde, had de distributie van de editie 2007 kunnen tegenhouden door het eigendomsrecht op de gids aan te vechten en aan te voeren dat vorige edities "namaak" waren. De rechtbank oordeelde dat Van Mossevelde zich ten onrechte uitgaf als auteur en eigenaar van de gids.”

Lees hier meer.

IEF 4068

Forumshoppen in China

Danny Friedmann (student IVIR en editor IP Dragon): How to work within China’s IPR enforcement system for trademark and design rights. (Eerder gepubliceerd in BMM Bulletin 2007-1, p.8-12).

“However, on the ground the enforcement is still inadequate, due to a lack of transparency, lack of a rule of law, lack of an independent judiciary, lack of a uniform application of law widespread corruption and local protectionism1, and lack of expertise in and respect for IPR. Within such a difficult environment one should tread carefully. Which enforcement approaches should one take in what situation? The administrative, criminal and civil enforcement routes, relevant to trademark and design rights will be navigated below. Besides, the controversial implementations of some TRIPs provisions will be explored, to shed light on possible enforcement challenges.”

Lees het gehele artikel hier

IEF 4051

Verwarring te duchten

1977.gifVerkiezingsmerkenrecht met alle elementen van het reguliere merkenrecht; ouder inschrijvingen, onderscheidend vermogen, overeenstemming, eigennamen, freihaltebedürfnis en verwarringsgevaar.

“Staatscourant 23 mei 2007, nr. 97: “Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft in zijn vergadering van 14 mei 2007 besloten het verzoek tot opneming van de aanduiding ‘Ons Fortuin Punt NL’ in het register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal af te wijzen op grond van het feit dat de aanduiding in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering en daardoor op grond van artikel G 1, vierde lid, onder b, van de Kieswet verwarring te duchten is.”

Lees de gehele afwijzing hier.

IEF 4022

Pand

Over openbare registers en openbare conclusies. De Telegraaf bericht: “Het door financiële problemen achtervolgde Spyker Cars heeft zijn merknaam begin deze maand verpand aan de Friesland Bank. Dit blijkt uit het merkenregister van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Spyker bevestigt de verpanding. "Het is onderdeel van de kredietovereenkomst die vorig jaar met de Friesland Bank werd gesloten" , meldt de onderneming.

(…) VEB-directeur Peter-Paul de Vries noemt de verpanding van het merk Spyker " een teken aan de wand". De Vries vermoedt dat de verpanding voortkomt uit een actie van de bank om haar belangen veilig te stellen.”

Lees hier meer.

IEF 3998

Meeting of WIPO's Standing Committee

Samenvatting WIPO van de "meeting of WIPO's Standing Committee on the Law of Trademarks, Industrial Designs and Geographical Indications (SCT), from May 7 to 11, 2007

Industrial Designs:  This exercise is intended to map the industrial design protection landscape of member states and to explore the borderlines between marks, industrial designs and copyright.

Protection of State Emblems and Names and Abbreviations of Non-Governmental Organizations: At this occasion, the secretariat demonstrated a test version of a new on-line searchable database containing some 2,400 records of protected state emblems and names, abbreviations and emblems of intergovernmental organizations. Lees hier verder.

IEF 3994

Staand comité

wiporoze.gifSamenvatting WIPO van de "meeting of WIPO's Standing Committee on the Law of Trademarks, Industrial Designs and Geographical Indications (SCT), from May 7 to 11, 2007:  

Industrial Designs:  This exercise is intended to map the industrial design protection landscape of member states and to explore the borderlines between marks, industrial designs and copyright.

Protection of State Emblems and Names and Abbreviations of Non-Governmental Organizations: At this occasion, the secretariat demonstrated a test version of a new on-line searchable database containing some 2,400 records of protected state emblems and names, abbreviations and emblems of intergovernmental organizations.

New Types of Marks: This exchange, which will continue at the forthcoming 18th session in respect of other types of marks, such as motion marks, position marks, hologram marks, slogans, smell, feel and taste marks, is expected to result in a set of practices for member states relating to the representation of those types of marks in trademark office procedures.

Trademark Opposition: Delegates worked on the grounds of opposition, and examined the experience of SCT members with regard to pre-registration or post-registration opposition. Other issues that were addressed in that context include third-party observations made in the course of opposition procedures, cooling off periods allowing for settlement negotiations, member states' experience with introducing new opposition systems and the effect the abolition of office examination as to prior rights can have on the number of oppositions filed.

Lees hier meer.