IEF 22236
13 september 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Levola/Smilde

 
IEF 22234
12 september 2024
Artikel

Hoe kan een merkenaudit uw wereldwijde marktstrategie ondersteunen?

 
IEF 22233
12 september 2024
Artikel

Aankondiging jaarlijkse BIE-scriptieprijs

 
IEF 17674

Erwin Angad-Gaur - Reflecties: Pieken en dalen

Erwin Angad-Gaur, Reflecties: Pieken en dalen, Sena Performers Magazine 2018-1, p. 14-15. De belangstelling en waardering van de Nederlandse politiek voor het auteursrecht en naburige rechten kent pieken en dalen. Waar zijn artiesten het meeste mee gediend? In dit magazine vertelt Willem Wanrooij (pagina 24) over de totstandkoming van de Nederlandse Wet op de naburige rechten. We waren, zoals
vaak, een van de laatste landen in Europa die een uitbreiding van het recht invoerden. Jarenlang was er daarnaast weinig politieke belangstelling voor het auteursrecht of, na de invoering in 1993, het naburig recht. An sich zag men de waarde van een vergoeding voor het gebruik van de werken van auteurs en van uitvoerenden wel in. Men stond niet te springen om uitbreidingen, maar leek overwegend positief gestemd. Tot dit na de eeuwwisseling omsloeg.

IEF 17691

Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Nanette Janssen en Quirine Koburg, Kennedy Van der Laan.

Vertoning beelden Eredivisiewedstrijden moet worden gestaakt

Rechtbank Noord-Holland 26 apr 2018, IEF 17691; (Eredivisie), https://ie-forum.nl/artikelen/vertoning-beelden-eredivisiewedstrijden-moet-worden-gestaakt

Vzr. Rechtbank Rotterdam 26 april 2018, IEF 17691 (Eredivisie); Vzr. Rechtbank Rotterdam 13 april 2018; Vzr. Rechtbank Noord-Holland 11 april 2018; Vzr. Rechtbank Rotterdam 13 april 2018 Auteursrecht. Vier Eredivisie vonnissen van gelijke strekking. De verschillende gedaagden vertoonden ieder beelden van eredivisiewedstrijden in een horecagelegenheid en maken daarmee inbreuk op de auteursrechten van Eredivisie Media c.s. Ieder van de gedaagden wordt beveeld om het uitzenden van wedstrijdbeelden te staken en gestaakt te houden. Zelfs als het initiatief tot het vertonen van deze beelden uitgaat van de klanten, dan neemt dat niet weg dat sprake is van een inbreuk. De gedaagde bepaalt / staat toe wat er op de televisie in zijn onderneming valt waar te nemen. Ook met het voor korte duur vertonen van de wedstrijdbeelden wordt een inbreuk gemaakt op het auteursrecht van de Eredivisie.

IEF 17690

Ingezonden door Dirk-Jan Ridderinkhof, Hogan Lovells

Ook andere vormen van pemetrexed vallen binnen de beschermingsomvang

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17690; ECLI:NL:GHDHA:2018:1105 (Lilly tegen Fresenius; Lilly tegen Teva), https://ie-forum.nl/artikelen/ook-andere-vormen-van-pemetrexed-vallen-binnen-de-beschermingsomvang

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17690; LS&R 1606; ECLI:NL:GHDHA:2018:1105 (Lilly tegen Fresenius); ECLI:NL:GHDHA:2018:1106 (Lilly tegen Teva) Octrooirecht. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep (IEF17211; LS&R1523).  Lilly brengt onder meer het kankergeneesmiddel Alimta® op de markt en is houdster van EP 1 313 508 (EP 508). Het actieve bestanddeel in Alimta® (na oplossing) bestaat uit pemetrexed anionen. In Alimta® zijn de anionen gebonden aan natriumionen en wordt daarmee het pemetrexed dinatriumzout gevormd. Binnen Europa lopen verschillende procedures tussen Lilly en aanbieders van generieke varianten van Alimta®, waaronder Fresenius en Teva. Het was voor de vakman duidelijk dat ook andere vormen van pemetrexed binnen de bredere uitvindingsgedachte van EP 508 vielen, terwijl de beschrijving geen aanleiding gaf te veronderstellen dat er voor de octrooihouder een technische reden was zich niettemin tot de dinatrium zoutvorm te beperken. Derden mochten niet veronderstellen dat Lilly vanwege een technische reden bewust voor pemetrexed dinatrium heeft gekozen. Het pemetrexed dizuur met tromethamine in het product van Teva / Fresenius moet worden beschouwd als technisch equivalent aan pemetrexed dinatrium.

IEF 17672

Tevens in privé gesloten franchiseovereenkomst is voor specifieke bepalingen, niet voor financiën

Rechtbank Rotterdam 28 mrt 2018, IEF 17672; ECLI:NL:RBROT:2018:2913 (Plimsoll tegen Semath), https://ie-forum.nl/artikelen/tevens-in-priv-gesloten-franchiseovereenkomst-is-voor-specifieke-bepalingen-niet-voor-financi-n

Rechtbank Rotterdam 28 maart 2018, IEF 17672; ECLI:NL:RBROT:2018:2913 (Plimsoll tegen Semath) Contractenrecht. Handelsnaamrecht. Uitleg franchiseovereenkomst: "De heer [gedaagde sub 2], handelend in privé, dan wel via de besloten vennootschap Semath management bv, gezamenlijk verder te noemen Franchise Nemer (FN)". De facturen zijn steeds uitsluitend aan Semath B.V. gericht en zijn ook steeds door Semath B.V. betaald. De overeenkomst is tevens in privé gesloten voor de specifieke bepalingen in de overeenkomst die hem wel tevens in persoon aangaan, zoals concurrentiebeding en verbod tot handelsnaamgebruik. Er is geen hoofdelijke aansprakelijkheid van franchisenemer in privé voor de financiële aansprakelijkheid. Artikel 1:88 lid 1 sub c BW mist toepassing op grond van het bepaalde in lid 5 van dat artikel.

IEF 17689

Uitsrpaak ingezonden door Charlie Engels, Höcker Advocaten.

Auteursrechten van programmamakers dienen te worden beschermd

Rechtbank Limburg 18 apr 2018, IEF 17689; (Videma tegen Animo), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechten-van-programmamakers-dienen-te-worden-beschermd

Rechtbank Limburg 18 april 2018, IEF 17689 (Videma tegen Animo) Auteursrecht. Animo exploiteert een hotel en heeft op de hotelkamers de mogelijkheid gecreëerd voor gasten om televisie te kijken. Videma vordert onder meer dat de openbaarmaking van door hun vertegenwoordigde televisieprogramma's wordt gestaakt
. Nu Animo weigert om een licentie af te nemen, dient zij de daardoor door Videma geleden schade te vergoeden. Waar het om gaat is dat de auteursrechten van de diverse programmamakers beschermd dienen te worden en dat Videma die wettelijk verankerde rechten namens de programmamakers handhaaft. De vordering wordt toegewezen.

IEF 17671

Uitgesproken wens om franchisesamenwerking te beëindigen is nog geen rechtsgeldige opzegging

Rechtbank Overijssel 21 mrt 2018, IEF 17671; ECLI:NL:RBOVE:2018:1335 (Mooi tegen A), https://ie-forum.nl/artikelen/uitgesproken-wens-om-franchisesamenwerking-te-be-indigen-is-nog-geen-rechtsgeldige-opzegging

Vzr. Rechtbank 21 maart 2018, IEF 17671; ECLI:NL:RBOVE:2018:1335 (Mooi tegen A) Contractenrecht. Franchise. Mooi is als franchisegever actief op de drogisterij- en parfumeriemarkt. Al vanaf maart 2017 heeft [A] de wens om de samenwerking met Mooi zo spoedig mogelijk te beëindigen. Zij had daarvoor de franchiseovereenkomsten kunnen opzeggen met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen. Gesteld noch gebleken is dat [A] dat heeft gedaan. Vordering tot betaling van franchisefee's totdat de franchiseovereenkomsten rechtsgeldig zijn geëindigd, wordt toegewezen. De voorzieningenrechter veroordeelt [A] per 1 maart 2018 ten aanzien van haar vestigingen de maandelijkse franchisefee’s ter grootte van 4% over de door haar gerealiseerde omzet exclusief btw te voldoen aan Mooi, totdat de franchiseovereenkomsten rechtsgeldig zijn geëindigd.

IEF 17670

Staking inbreuk op het HP inkjetcartridge-octrooi

Rechtbank Den Haag 25 apr 2018, IEF 17670; ECLI:NL:RBDHA:2018:4810 (HP tegen Benson c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/staking-inbreuk-op-het-hp-inkjetcartridge-octrooi

Rechtbank Den Haag 25 april 2018, IEF 17670; ECLI:NL:RBDHA:2018:4810 (HP tegen Benson c.s.) Octrooirecht. HP is houdster van EP 1 330 360 getiteld 'Inkjet printhead'. De nieuwheids- en inventiviteitsaanvallen falen.Inbreuk aangenomen op het octrooi van Hewlett Packard: staking en nevenvorderingen toegewezen. De reconventionele vordering tot opheffing van beslagen en monsterneming zijn reeds vervallen wegens niet (tijdig) instellen van een hoofdvordering ex 1019i Rv.

IEF 17669

Gemeente Emmen meldt terecht dat een inwoner 50 tot 60 overlastzaken aanhangig heeft gemaakt

Rechtbank Noord-Nederland 26 apr 2018, IEF 17669; ECLI:NL:RBNNE:2018:1486 (eiser tegen Gemeente Emmen), https://ie-forum.nl/artikelen/gemeente-emmen-meldt-terecht-dat-een-inwoner-50-tot-60-overlastzaken-aanhangig-heeft-gemaakt

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 26 april 2018, IEF ; ECLI:NL:RBNNE:2018:1486 (eiser tegen Gemeente Emmen) Mediarecht. De uitlating van De Gemeente in het Dagblad van het Noorden van 14 maart 2018, naar aanleiding van vragen van een journalist, dat er bij De Gemeente sinds 2015 zo'n 50 tot 60 zaken door eiser aanhangig zijn gemaakt, is niet onrechtmatig jegens eiser. Het artikel 'Eén Emmenaar, zestig zaken' opent als volgt: "Op het gemeentehuis van Emmen zijn ambtenaren bezig met in totaal zestig zaken, aangespannen door één inwoner." Eiser heeft onvoldoende gesteld voor de conclusie dat de uitspraken niet waar zijn. De Gemeente heeft in het gewraakte krantenartikel een uitleg gegeven over wat zij bedoelt met het begrip zaken. Verder heeft zij aan de hand van een uitdraai uit haar registratiesysteem uitgelegd hoe ze bij het genoemde aantal komt. De vordering tot rectificatie wordt afgewezen.

IEF 17688

Uitspraak ingezonden Paul Kreijger en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger, Bart van der Wiel en Thijs van Aerde, Houthoff.

HR: In stand houden van onrechtmatige wetgeving door onjuiste implementatie Databankenrichtlijn

Hoge Raad 4 mei 2018, IEF 17688; ECLI:NL:HR:2018:677 (TMG tegen Staat der Nederlanden), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-in-stand-houden-van-onrechtmatige-wetgeving-door-onjuiste-implementatie-databankenrichtlijn

HR 4 mei 2018, IEF 17688; ECLI:NL:HR:2018:677 (TMG tegen Staat der Nederlanden) Verjaring. Vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige wetgeving (onjuiste implementatie Databankenrichtlijn). Aanvang korte verjaringstermijn art. 3:310 lid 1 BW. Onbekendheid met of onzekerheid over juridische beoordeling; grond voor later aanvangsmoment?  Het hof heeft miskend dat niet alleen het invoeren, maar ook het in stand houden van onrechtmatige wetgeving een onrechtmatige daad vormt. Dit onderdeel is gegrond. Verjaring van voortdurende onrechtmatige daad. Vernietiging van Hof Den Haag [IEF 16276], verwijzing naar Hof Amsterdam.

IEF 17687

Geen rectificatie van artikel over zaaddonor die zwijgt over Asperger

Rechtbank Amsterdam 21 mrt 2018, IEF 17687; ECLI:NL:RBAMS:2018:1543 (eiser tegen De Persgroep), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-rectificatie-van-artikel-over-zaaddonor-die-zwijgt-over-asperger

Rechtbank Amsterdam 21 maart 2018, IEF 17687 ; ECLI:NL:RBAMS:2018:1543 (eiser tegen De Persgroep) Onrechtmatige perspublicatie artikel in het AD en op haar website. Niet onrechtmatig jegens eiser. Dat eiser als spermadonor verzwijgt dat bij hem de diagnose Asperger is gesteld is een maatschappelijke misstand. Zie eerder de afgewezen klacht bij de RvdJ [2011/78]. Bij eiser is in 2008 de diagnose ‘syndroom van Asperger’ gesteld en biedt via internet aan als zaaddonor te fungeren en gebruikt daarbij afwisselend zijn drie officiële voornamen. AD publiceert artikelen (2011) met als titel: “Zaaddonor (30) zwijgt over ziekte” en "Asperger-patiënt [eiser] heeft zeker twintig donorkinderen". Hoewel onduidelijk is in welke mate het syndroom van Asperger enige erfelijke component kent. De blote betwisting van eiser is onvoldoende om dit te ontkrachten. Nu deze informatie voor wensmoeders echter wel relevant is, is sprake van een misstand waaraan de Persgroep c.s. in beginsel aandacht heeft mogen besteden. Vordering tot rectificatie wordt afgewezen.

Misstand?
4.9. Vaststaat dat [eiser] in zijn gesprekken met wensmoeders niet – althans niet altijd – heeft verteld dat bij hem de diagnose syndroom van Asperger is gesteld. Dit strookt ook met zijn standpunt dat hij vindt dat deze informatie niet behoeft te worden gedeeld met de wensmoeders. Nu, zoals hiervoor reeds is overwogen, deze informatie voor wensmoeders echter wel relevant is, is sprake van een misstand waaraan de Persgroep c.s. in beginsel aandacht heeft mogen besteden in het kader van haar taak informatie en ideeën van publiek belang te verspreiden en haar vitale rol van publieke waakhond te spelen. Dit is slechts anders, indien in dit geval het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [eiser] zwaarder zou moeten wegen. Ter beantwoording van die vraag wordt het volgende overwogen.

4.15. De conclusie is dan ook dat de inhoud van de publicaties voldoende steun in het ten tijde van de publicatie beschikbare feitenmateriaal vindt. Voor zover al van enige feitelijke onjuistheid in de publicaties sprake zou zijn, is die niet van zodanige aard dat daarmee de belangenafweging in dit geval in het voordeel van [eiser] zou moeten uitvallen.

Wederhoor?
4.16. Ten aanzien van het betoog van [eiser] dat geen deugdelijke wederhoor heeft plaatsgevonden, wordt het volgende overwogen. Vaststaat dat voorafgaand aan de publicaties een telefoongesprek heeft plaatsgevonden tussen de journalist van het AD en [eiser] . In dat telefoongesprek is [eiser] gehoord. Dat, zoals [eiser] stelt, afgesproken zou zijn dat hij ook nog voorafgaand aan de publicatie(s) inzage zou hebben in het artikel, heeft de Persgroep c.s. betwist en heeft [eiser] niet voldoende onderbouwd. Maar ook als dat anders was, wordt bij gebrek aan belang geen gevolg gegeven aan het bewijsaanbod dat [eiser] ter gelegenheid van de comparitie ten aanzien van dit geschilpunt heeft gedaan. De rechtbank acht het, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, namelijk niet waarschijnlijk dat [eiser] de Persgroep c.s. ervan had kunnen overtuigen dat haar voorgenomen publicaties zó onjuist waren dat die publicaties achterwege dienden te blijven of minst genomen anders moesten worden geredigeerd. De situatie zou dus niet anders zijn geweest, indien [eiser] de concepttekst had kunnen inzien. Een eventueel verzuim op dit punt kan daarom niet tot de gevolgtrekking leiden dat de Persgroep c.s. onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld.

Mate van inbreuk
4.17. [eiser] is door de opgenomen afbeelding waarbij zijn ogen en een groot deel van zijn gezicht door middel van blokjes zijn afgeschermd, slechts in kleine kring herkenbaar. De Persgroep c.s. heeft ter zitting naar voren gebracht dat [eiser] bij het boodschappen doen in de supermarkt niet zal worden herkend. [eiser] heeft dit niet betwist. Wel zal hij - in overeenstemming met een van de doelen die de Persgroep c.s. met de publicaties heeft gehad - door de combinatie van zijn op internet gebruikte namen, woonplaats en leeftijd worden herkend door de wensmoeders die met hem in contact zijn getreden en bij wie de inseminatie al heeft plaatsgevonden, respectievelijk die nog overwegen tot inseminatie over te gaan. De rechtbank acht deze herkenbaarheid in kleine kring een beperkte inbreuk op de privacy van [eiser] . Bovendien weegt het maatschappelijk belang dat met de publicaties is gediend - in het bijzonder het waarschuwend effect op de wensmoeders - in dit geval zwaarder.

4.18. Ten overvloede wordt nog overwogen dat de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting niet van toepassing is op de pers. [eiser] doet dan ook tevergeefs een beroep op de daarin opgenomen waarborgen ter bescherming van de privacy van een zaaddonor.