IEF 22236
13 september 2024
Uitspraak

IE-klassieker: Levola/Smilde

 
IEF 22234
12 september 2024
Artikel

Hoe kan een merkenaudit uw wereldwijde marktstrategie ondersteunen?

 
IEF 22233
12 september 2024
Artikel

Aankondiging jaarlijkse BIE-scriptieprijs

 
IEF 17625

Bijdrage ingezonden door Bernt Hugenholtz, IViR.

Bernt Hugenholtz - Gecombineerde noot onder vier HvJ EU-arresten over het mededelingsrecht

Gecombineerde noot gepubliceerd onder vier arresten van het HvJEU over het mededelingsrecht: The Pirate Bay (Brein/Ziggo), Filmspeler, GS Media en Svensson, NJ 2018/114, p. 1700-1705. 1.1. de introductie van het world wide web (het wereldwijde web) in het begin van de jaren negentig was een ware revolutie. Oudere NJ-lezers herinneren zich nog het internet van voor die tijd: geen mooi opgemaakte webpagina’s, maar kale tekst waar nergens op te klikken viel. Het WWW maakte het mogelijk om met behulp van een webbrowser gemakkelijk door het snel groeiende informatieaanbod van het internet te navigeren. daarbij speelde de hyperlink, een verwijzing in ‘hypertext’ naar het webadres van een document, een essentiële rol. Voortaan konden internetgebruikers door het aanklikken van een link direct naar andere pagina’s op het web worden geleid, waar deze zich ook bevonden. Zo werd de hyperlink een belangrijke bouwsteen van het moderne internet.

1.2. de hierboven afgedrukte vier arresten van het HvJ EU betreffen de vraag of en onder welke omstandigheden het zonder toestemming van de auteursrechthebbende geoorloofd is naar een document te hyperlinken. Jarenlang werd er in auteursrechtkringen voetstoots van uitgegaan dat linken gewoon is toegestaan. Een hyperlink, zo werd algemeen aan genomen, is weinig anders dan een digitale literatuurverwijzing. Voor een voetnoot is toch ook geen toestemming van de auteur vereist? Bovendien, als voor iedere hyperlink toestemming zou moeten worden gevraagd, kon het world wide web wel sluiten. de enkeling die over deze kwestie anders dacht, werd destijds nauwelijks serieus genomen (G. Brunt, ‘Is de hyperlink hyperlink?’, IT&Recht 1997‑I, p. 1‑2).

 

IEF 17624

Wet bescherming bedrijfsgeheimen met amendement over toepassen van redelijke en evenredige gerechtskosten aangenomen

Met aanname van amendement 9, 10 en 13(gewijzigd), wordt het voorstel van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen aangenomen. De amendementen omvatten uitbreiding van de mogelijkheden voor proceskostenveroordeling [nr. 9], uitbreiden van bescherming voor bedrijfsgeheimen [nr. 10] en een expliciete verwijzing naar Wet Huis voor klokkenluiders voor invulling algemeen belang [34 821, nr. 13]. Na het voorgestelde artikel 1019id wordt een artikel toegevoegd, luidende: Artikel 1019ie Rv

IEF 17623

In het bezit zijn van telefoonlijst, betekent nog niet dat X (mede)verantwoordelijk is voor verspreiding van Quote-artikel

Rechtbank Overijssel 23 mrt 2018, IEF 17623; ECLI:NL:RBOVE:2018:1242 (SolidNature-RevealRox tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/in-het-bezit-zijn-van-telefoonlijst-betekent-nog-niet-dat-x-mede-verantwoordelijk-is-voor-verspreidi

Vrz. Rechtbank Overijssel 23 maart 2018, IEF 17623; ECLI:NL:RBOVE:2018:1242 (SolidNature-RevealRox tegen X) Lastercampagne. Art. 843a Rv. Bewijsbeslag. Bij verstekvonnis zijn Twitter en Wordpress veroordeeld tot verwijdering van de GABME-berichtgeving [IEF 17436] . De voorzieningenrechter van beveelt Your Hosting B.V. tot het ontoegankelijk maken van de website www.gabme.org en het verstrekken van gegevens van de domeinhouder [IEF 17452]. De voorzieningenrechter heeft in het vonnis voorshands geoordeeld dat de website onderdeel is van een constructie met een onrechtmatig karakter. Er waren echter geen aanknopingspunten om aan te nemen dat Quote op onrechtmatige wijze ongefundeerde ernstige beschuldigingen zou gaan publiceren [IEF 17604]. Er is, met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank conservatoir bewijsbeslag gelegd, ten laste van [X] en A vordert om aan de gerechtsdeurwaarder (Groot & Evers) en DigiJuris toestemming te verlenen afschriften van de Beslagen Bescheiden aan hen te verstrekken. Beoordeeld moet worden of een redelijk vermoeden van onrechtmatig handelen (constructie van de anonieme GABME) kan worden afgeleid. Er zijn geen aanknopingspunten waarmee enig verband tussen X en de publicatie van de GABME-berichten kan worden gelegd. De vordering wordt afgewezen. Dat X in het bezit was van de telefoonlijst van SolidNature impliceert nog niet dat die gegevens zijn doorgespeeld aan Quote, laat staan dat X (mede)verantwoordelijk is voor de verspreiding van het Quote-artikel.

IEF 17621

Internetconsultatie wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties

Internetconsultatie wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten, 12 april - 7 juni 2018. Het wetsvoorstel vergroot de slagvaardigheid en doelmatigheid van het toezicht van het CvTA op collectieve beheersorganisaties en onafhankelijke beheersorganisaties. Verder regelt het voorstel dat het toezicht niet meer volledig uit de algemene middelen wordt bekostigd, maar deels wordt bekostigd door de sector.

IEF 17620

Uitspraak ingezonden door Ton Artz, Leijnse Artz.

'Reinigt beter'-elektrische tandenborstelreclame is niet ongeoorloofd

Rechtbank Rotterdam 12 apr 2018, IEF 17620; ECLI:NL:RBROT:2018:2964 (Philips tegen Proctor & Gamble), https://ie-forum.nl/artikelen/reinigt-beter-elektrische-tandenborstelreclame-is-niet-ongeoorloofd

Vzr. Rechtbank Rotterdam 12 april 2018, IEF 17620; RB 3120; ECLI:NL:RBROT:2018:2964 (Philips tegen Proctor & Gamble) Reclamerecht. Contractenrecht. Philips (Sonicare) en P&G (Oral-B) brengen beide elektrische tandenborstels op de markt. P&G lanceert een reclamecampagne 'Reinigt beter' met een verwijzing naar publicatie in wetenschappelijke tijdschriften. De tv-commercial laat de tekst heel de tijd in beeld. Diverse gerechtelijke procedures hebben geleid tot vaststellingsovereenkomst. Philips stelt dat de reclamecampagne ongeoorloofd is in de zin van 6:194a lid 1 BW onder a, c en e, en tevens in strijd wordt gehandeld met de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst. De voorzitter wijst de vorderingen af. De tekst is voor een persoon met een normaal gezichts- en leesvermogen te lezen. De disclaimer, bestaande uit de tekst "vs gewone manuele tandenborstel", waarop de consument door middel van een asterisk achter de claim "rond reinigt beter" wordt geattendeerd, is daarentegen ongeveer drie seconden in beeld.

IEF 17619

Oranjeborrel INTA Seattle 2018

Je kunt er maar beter vroeg bij zijn. Tijdens de INTA 2018 in Seattle (19-23 mei) organiseert Chiever uiteraard weer de traditionele Oranjeborrel ®. Het recept is bekend: een informele borrel op de eerste zaterdag van de INTA, 19 mei. Start 17.00 uur - Einde onbekend. De locatie wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt. Uitgenodigd is iedereen die werkzaam is in de IE, vrienden en vijanden, concurrenten en collega’s, advocaten en gemachtigden, dames en heren. Er is slechts 1 basisvereiste: de deelnemers moeten in het bezit zijn van een Nederlands paspoort.

IEF 17618

Niet in strijd met de op haar rustende ‘artikel 6:2 lid 1’-verplichting om een concreet product van een variant te verlangen na inbreukvonnis

Hof Den Haag 14 nov 2017, IEF 17618; ECLI:NL:GHDHA:2017:4156 (Ruby Decor-Aparto tegen Basic Holdings), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-in-strijd-met-de-op-haar-rustende-artikel-6-2-lid-1-verplichting-om-een-concreet-product-van-ee

Hof Den Haag 14 november 2017, IEF 17618; ECLI:NL:GHDHA:2017:4156 (Ruby Decor-Aparto tegen Basic Holdings) Octrooirecht. Executie. In de kern gaat het onderhavige geschil over de vraag of Basic Holdings gehouden was de vraag van Ruby Decor, of Basic Holdings van mening was dat Ruby Decor dwangsommen zou verbeuren uit hoofde van Vonnis I indien zij met een sfeerhaard conform Variant 1, 2 of 3 op de markt zou komen, te beantwoorden. De op grond van artikel 6:2 BW door de redelijkheid en billijkheid beheerste rechtsverhouding tussen partijen die ontstaat na betekening van een vonnis waarin een inbreukverbod is opgelegd, is beperkt tot de reikwijdte van dat verbod. Ruby Decor heeft aan Basic Holdings voorgelegd of de Varianten 1, 2 of 3 volgens Basic Holdings onder de reikwijdte van het opgelegde inbreukverbod vielen, maar er waren slechts een beperkt aantal (één per variant) zeer abstracte tekeningen gevoegd. BH heeft on concreet product gevraagd, maar niet ontvangen. De grieven die erop zijn gebaseerd dat de voorzieningenrechter heeft miskend dat Basic Holdings ongerechtvaardigd heeft geweigerd duidelijkheid te verschaffen over de te innen dwangsommen voor Varianten 1, 2 of 3 dwangsommen zou innen, slagen niet.

IEF 17617

Verslag aan de Europese Commissie inzake Multi Territoriale Licentieverlening in Nederland

Op 6 april 2018 bracht het CvTA verslag uit aan de Europese Commissie over de situatie in Nederland met betrekking tot het verlenen van de zogeheten Multi Territoriale Licenties voor online muziekgebruik. Het CvTA voldeed hiermee aan artikel 38, lid 3 van de Europese Richtlijn betreffende het collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten (Richtlijn 2014/26/EU), waarin de lidstaten wordt opgedragen een dergelijk verslag op te stellen. U kunt het verslag, inclusief bijlage, hier inzien.

IEF 17616

Uitspraak ingezonden door Yves Janssen, Huver advocaten.

Niet iedere graad van verwarring tussen Addcomm en Appcomm rechtvaardigt een gebod tot naamswijziging

Rechtbank Amsterdam 11 apr 2018, IEF 17616; ECLI:NL:RBAMS:2018:2558 (Addcomm tegen Appcomm), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-iedere-graad-van-verwarring-tussen-addcomm-en-appcomm-rechtvaardigt-een-gebod-tot-naamswijzigin

Vzr. Rechtbank Amsterdam 11 april 2018, IEF 17616; ECLI:NL:RBAMS:2018:2558 (Addcomm tegen Appcom) Handelsnaamrecht. AddCom is in 1996 opgericht en verleent fysieke en online marketing, zoals online applicaties. Appcomm is in 2013 opgericht en verleent eveneens online diensten met op maat gemaakte apps. De handelsnaam Appcomm wijkt zowel visueel als auditief slechts in geringe mate af van AddComm. De namen zijn niet louter beschrijvend, immers zijn ze samengesteld uit afkortingen (enerzijds Add van advertisement en App van application en anderzijds Comm van communication) die geen beschrijving van de onderneming geeft. Het palet aan diensten van AddComm is ruimer, maar ze begeven zich in beperkte mate op dezelfde markt. Klanten hebben een hoger dan gemiddeld niveau van oplettendheid. In geringe mate is verwarringsgevaar te duchten, maar niet iedere graad van verwarring rechtvaardigt een gebod tot naamswijziging.

IEF 17615

Uitspraak ingezonden door Otto Swens en Tjerk Sigterman, Vondst.

Fulvestrant formulation-octrooien toch niet inventief

Rechtbank Den Haag 11 apr 2018, IEF 17615; ECLI:NL:RBDHA:2018:4127 (Sandoz tegen Astrazeneca), https://ie-forum.nl/artikelen/fulvestrant-formulation-octrooien-toch-niet-inventief

Rechtbank Den Haag 11 april 2018, IEF 17615; LS&R 1593; ECLI:NL:RBDHA:2018:4127 (Sandoz tegen Astrazeneca) Octrooirecht. AstraZeneca is houdster van EP 1 250 138 B2 en EP 2 266 573 die behoren tot de octrooifamilie "Fulvestrant formulation" en een preparaat NL 1 1017 075 C2. Anders dan de rechtbank met een inbreukverbod en gebod tot verwijdering uit de G-standaard [IEF 16152] en door het Hof bekrachtigd [IEF 17231]), oordeelt de bodemrechter dat deze octrooien niet inventief zijn. Vakman zou op zoek gaan naar formulering waarvan hij weet dat klinische tests goede resultaten gaven, zou tweede document vinden en met redelijke verwachting van succes formulering daar genoemd testen. De rechtbank vernietigt het Nederlandse deel van het Europese octrooi EP 138 en EP 573 en verklaart voor recht dat het Nederlandse octrooi NL 075 sinds 11 februari 2015 niet de in de artikelen 53, 53a, 71 en 73 ROW bedoelde rechtsgevolgen heeft.