Merkenrechtelijk uitgeputte apparatuur en productfoto's van keukenapparatuur

Rechtbank Den Haag 1 juni 2016, IEF 15992; IEFbe 1818; ECLI:NL:RBDHA:2016:5952 (Atag-Intell tegen OfficePro en KitchenPro.nl)
Merkenrecht. Auteursrecht productfoto's. Distributie. Atag is actief op de markt voor (inbouw)keukenapparatuur en witgoed en verkoopt haar goederen via een selectief distributienetwerk onder de merken ATAG, ETNA en PELGRIM. Via OfficePro en KitchenPro.nl worden steeds roulerend de woord-/beeldmerken getoond. Vaststaat dat gedaagde uitgeputte apparatuur van de merken ATAG en PELGRIM aanbood. Niet gebleken is dat ook producten van het merk ETNA worden aangeboden, dus geldt gedaagde niet als wederverkoper en wordt een stakingsverbod opgelegd. Atag's Productfoto's (net voldoende persoonlijke keuzes gemaakt) moeten van de website worden afgehaald.
HvJ EU: Uitzending tv-programma's in revalidatiecentrum zijn mededeling aan het publiek

HvJ EU 31 mei 2016, IEF 15991; IEFbe 1817; ECLI:EU:C:2016:379; C-117/15 (Reha Training tegen GEMA)
Auteursrecht. Collectief beheer. Zie eerder de Conclusie AG [IEF 15714] en de gestelde vragen [IEF 14939 ]. De uitzending van televisieprogramma’s via televisietoestellen die de exploitant van een revalidatiecentrum in zijn ruimtes heeft geïnstalleerd, beoordeeld aan de hand van zowel artikel 3, lid 1, InfoSoc-richtlijn, als artikel 8, lid 2, [uitleen/naburige rechten-richtlijn], en aan de hand van dezelfde uitleggingscriteria, is een „mededeling aan het publiek”.
Geen spoedeisend belang bij vordering over identiteit producenten nu octrooi geëxpireerd is

Hof Den Haag 18 november 2014, IEF 15990; LS&R 1329; ECLI:NL:GHDHA:2014:4703 (Astellas tegen Synthon)
Octrooirecht. Astellas is houdster van EP0661045B1 voor een ‘hydrogelpreparaat met aanhoudende afgifte’. Op de Spaanse markt heeft ze producten aangetroffen waar Synthon als fabrikant is vermeld op de bijsluiters. Synthon bestrijdt met succes het spoedeisend belang tot verkrijging van informatie omtrent de identiteit van de producenten van de Synthon-producten nu het octrooi inmiddels is geëxpireerd. De beslissing rond de proceskostenveroordeling wordt in verband met aanhangige bodemprocedure aangehouden. [red. HR heeft arrest gewezen IEF 15883]
Comparitie voor schadeberekening met eigen verdelingsschaal inkomsten in het buitenland van muziekstuk

Hof Amsterdam 22 december 2015, IEF 15989; ECLI:NL:GHAMS:2015:5382 (bandlid The Cats tegen EMI Music)
Auteursrechten. Inkomsten in het buitenland van een muziekstuk. Geschil over verdeling van die inkomsten conform eigen verdelingsschaal tussen componist/tekstdichter en muziekuitgeefster. Het hof is van oordeel dat, in de verhouding tussen partijen, het ontbreken van historische gegevens omtrent de gedane uitkeringen door de buitenlandse auteursrechtenorganisaties dan wel onduidelijkheden daarin in beginsel voor risico van EMI komt/komen. Los daarvan brengt de omstandigheid dat inmiddels beide partijen uitgaan van ontbinding per 1 juni 2005. Het hof ziet in een en ander aanleiding om een comparitie te gelasten, waarbij de schade(berekening) met partijen nader kan worden besproken. Tenminste twee weken daarvoor wordt van partijen een (zo mogelijk eenstemmig) voorstel verwacht voor een aan te wijzen deskundige en de te stellen vragen. Vordering deels verjaard. Comparitie voor o.m. schadeberekening.
Uitspraak mede ingezonden door Frank Eijsvogels, HOYNG ROKH MONEGIER.
HR creërt rechterlijk overgangsrecht voor de aanhangigheid en proceskosten na intrekken kort geding

HR 3 juni 2016, IEF 15988; IT 2080; RB 2730; ECLI:NL:HR:2016:1087 (Wieland tegen Gia Systems)
Procesrecht. Rechterlijk overgangsrecht. Wieland sommeert GIA tot staken merkgebruik en als nevenvordering rectificatie van merkgebruik en misleidende mededelingen. Nadat het kort geding wordt ingetrokken, wordt een bodemprocedure met nagenoeg identieke vorderingen ingesteld. GIA verzoekt de redelijke en evenredige proceskosten te vergoeden ex 249 jo. 250 jo. 1019h Rv ad € 32.978,00. Hoge Raad beantwoord prejudicieel gesteld vragen [IEF 15098]. dat art. 9.1 van het Procesreglement onverbindend is en stelt eigen regels op, geënt op wettelijke regeling van bodemprocedure. Mogelijkheid tot behandeling van vordering tot proceskostenveroordeling, dat vonnis is vatbaar voor hoger beroep en uitvoerbaarverklaring bij voorraad [deels anders: Conclusie AG].
Persbericht: Boekpresentatie Industriële Eigendom Deel 1 - bescherming van technische innovatie

De Brauw Blackstone Westbroek nodigt u uit voor de boekpresentatie nieuwe druk Industriële Eigendom Deel 1, Bescherming van technische innovatie op maandag 6 juni 2016 in het auditorium van De Brauw Blackstone Westbroek, Claude Debussylaan 80, 1082 MD Amsterdam.
Dit boek vormt het eerste deel van de ‘trilogie van de industriële eigendom’. Het behandelt vooral het octrooirecht, het kwekersrecht, het chipsrecht en de bescherming van bedrijfsgeheimen. De eerste druk van dit deel verscheen in 2002, zodat het hoog tijd was voor een nieuwe druk.
Als u de presentatie wilt bijwonen, verzoeken wij u vriendelijk u uiterlijk 3 juni 2016 bij Maud Akkerman aan te melden via maud.akkerman@debrauw.com
Persbericht: Op 31 mei is IE in Bedrijf - Deel 3 gelanceerd!

Op 31 mei 2016 is IE in Bedrijf – Deel 3 gelanceerd. In dit derde deel, geschreven door Marjolein Driessen (Legaltree) en Theo-Willem van Leeuwen (Abcor), staat vormgeving centraal. Op welke manieren is vormgeving te beschermen (zowel grafische vormgeving als 3D/productvormgeving)? Wat is eigenlijk het verschil tussen auteursrecht en modellenrecht? Welke voordelen geeft het modellenrecht ten opzichte van het merken- en auteursrecht? Hoe voorkom je dat derden met een ontwerp aan de haal gaan, en mocht dit gebeuren welke middelen heb je dan om dit gebruik tegen te gaan? Zoals de voorgaande uitgaven, is ook dit boek geen juridisch naslagwerk maar een echt praktisch boek voor ondernemingen hoe om te gaan met ontwerpen en vormgeving.
Deel 3 is vanaf heden gratis te downloaden via www.ie-inbedrijf.nl. De hardcopy is beschikbaar vanaf medio juni en te bestellen bij o.a. www.bol.com.
Conclusie AG over vervallen beschermingstermijn auteursrecht

Auteursrecht en naburige rechten – Beschermingstermijn – Verval en herleving van het auteursrecht Zie eerder: IEF 14819 en vgl. IEF 14714. Ter beantwoording van de door de Hoge Raad gestelde vragen (ECLI:NL:HR:2013:1881), heeft het Benelux-Gerechtshof zelf vragen aan het HvJ EU gesteld nu zij van mening was dat de beslechting van het geding afhangt van de uitlegging van richtlijn 93/98/EEG aangaande de beschermingstermijn van het auteursrecht en bepaalde naburige rechten. Conclusie AG:
Conclusie AG over tweedehands licentie computerprogramma op niet originele cd-rom

Conclusie AG HvJ EU 1 juni 2016, IEF 15984; IEFbe 1815; IT&R 2079; ECLI:EU:C:2016:384; C‑166/15 (Ranks & Vasiļevičs)
Auteursrecht. Gebruikte licentie. Computerprogramma. Zie eerder IEF 14979. Verzoekers Aleksandrs Ranks en Jurijs Vasiļevičs worden vervolgd wegens illegale verkoop van auteursrechtelijk beschermd materiaal en illegaal en bewust gebruikmaken van andermans merk. De advocaat van de verdachten heeft verzocht aan het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële vraag voor te leggen over de uitlegging van artikel 4, lid 2, en artikel 5, leden 1 en 2, van richtlijn 2009/24/EG betreffende rechtsbescherming van computerprogramma’s. Conclusie AG:
Uitspraak ingezonden door Ranee van der Straaten, BANNING.
Suggestie van namaakparfums levert merkinbreuk op
Rechtbank Den Haag 1 juni 2016, IEF 15983 ECLI:NL:RBDHA:2016:5860 (Chanel c.s. tegen Bargello Parfums) Merkenrecht. Vergelijkingslijsten parfums. Ongeoorloofde vergelijkende reclame. Art. 2.20 (1) c BVIE / Art. 6:194a. (Vgl. ECLI:EU:C:2009:378 l'Oreal / Bellure).
Chanel is houdster van diverse woordmerken waaronder CHANEL, COCO, ALLURE. Chanel c.s. heeft geconstateerd dat Bargello Parfums in haar winkels vergelijkingslijsten gebruikt. Op deze lijsten worden koppelingen met bekende parfums gemaakt. Chanel c.s. vordert o.m. dat voor recht wordt verklaard dat Bargello inbreuk heeft gemaakt op de Chanel-merken, en op de voet van artikel 6:194a BW onrechtmatig heeft gehandeld.
In het arrest l’Óreal / Bellure is uitgemaakt dat het gebruik van vergelijkingslijsten slechts geoorloofde vergelijkende reclame oplevert indien aan alle vereisten van Richtlijn Vergelijkende Reclame is voldaan (o.m. geïmplementeerd in artikel 6:194a BW). Voor zover Bargello Parfums haar parfums voorstelt als vergelijkbaar heeft zij o.g.v. 6:194a BW het recht om de bekende merken te noemen in haar reclame. I.c. is dit gebruik echter niet daartoe beperkt nu bij bepaalde uitingen de suggestie van imitatie wordt gewekt. De rechter is van oordeel dat Bargello o.g.v. art. 2.20 (1) sub c BVIE inbreuk maakt op alle ingeroepen merkrechten en tevens in strijd handelt met artikel 6:194a (2) sub g BW.