Generatieve AI-training is fair use, oordeelt de Amerikaanse rechter

Samenvatting van de redactie van AI-Forum. Voor het eerst heeft een Amerikaanse rechter geoordeeld dat het trainen van een generatief AI-model met auteursrechtelijk beschermd materiaal onder fair use valt. De uitspraak komt in de zaak Bartz v. Anthropic, waarin drie auteurs AI-bedrijf Anthropic aanklagen vanwege het gebruik van hun boeken bij de ontwikkeling van generatief taalmodel Claude. Rechter William Alsup oordeelde dat bepaalde vormen van dit gebruik rechtmatig zijn. Tegelijkertijd is het niet toegestaan om grote hoeveelheden illegale kopieën van beschermde werken te scrapen en te bewaren in een database. In dit artikel bespreken we de feiten van de zaak, de analyse van de rechter en de bredere betekenis van dit vonnis.
Feiten van de zaak
Anthropic heeft de boeken van eisers en vele anderen op twee manieren verkregen: via illegale piratensites (zoals Books3, LibGen en Pirate Library Mirror) en via aankoop van fysieke exemplaren, die vervolgens destructief werden gedigitaliseerd (de pagina’s werden uit de kaft gehaald en ingescand). In totaal verzamelde Anthropic miljoenen boeken in een centrale digitale bibliotheek.
Artikel ingezonden door Dirk Visser.
Artikel: Kritische uitgave oude tekst kan auteursrechtelijk beschermd zijn

Artikel geschreven door Dirk Visser. Kan een kritische uitgave van een werk, die tot doel heeft de tekst van een oud oorspronkelijk werk weer te geven door raadpleging van het manuscript, vergezeld van commentaar en de nodige kritische noten, worden beschermd als een auteursrechtelijk beschermd werk?
Over die vraag heeft het Hof van Justitie te oordelen, nadat A-G Spielmann op 26 juni 2025 in zijn conclusie die vraag bevestigend heeft beantwoord. Een dergelijke kritische uitgave kan een ‘afgeleid werk’ zijn.
“Een afgeleid werk is een werk dat teruggrijpt op een of meer primaire werken of dat zelfs een reeds bestaand werk geheel of gedeeltelijk opneemt en het transformeert of er op zijn beurt een oorspronkelijke schepping van maakt die auteursrechtelijke bescherming geniet. Een dergelijk werk wordt dan als een nieuw werk auteursrechtelijk beschermd, waarbij de redenen voor deze nieuwe autonome bescherming gelegen zijn in de originaliteit of de creativiteit die de auteur van het afgeleide werk in zijn activiteit heeft gebracht. Deze bescherming doet geen afbreuk aan de rechten van de auteur van het oorspronkelijke werk of de oorspronkelijke werken waaraan het afgeleide werk is ontleend” (punt 48).
Conclusie A-G Spielmann: Kritische publicatie van reeds bestaand werk kan auteursrechtelijk beschermd zijn
Conclusie A-G 26 juni 2025, IEF 22768, IEFbe 3927; ECLI:EU:C:2025:488 (Călinescu‑instituut en FNSA tegen TB en VP). Professor Slușanschi heeft een kritische editie gepubliceerd van een oorspronkelijk Latijns werk van prins Cantemir over de geschiedenis van het Ottomaanse hof. Dit werk behoort tot het publiek domein en werd in het Latijn bewerkt. Het Latijnse manuscript van prins Cantemir, waarop de kritische editie van Slușanschi is gebaseerd, werd in 1984 ontdekt aan Harvard University. Naast de kritische publicatie van Slușanschi in het Latijn werd het werk van Cantemir ook in het Roemeens gepubliceerd, in een vertaling van professor Slușanschi. Na het overlijden van professor Slușanschi in 2013 droegen zijn erfgenamen, TB en VP, het gebruiksrecht van zijn transcripties en vertalingen over aan het Călinescu-instituut, dat deze vervolgens ter beschikking stelde aan de FNSA. In 2015 publiceerde de FNSA een tweetalige editie van Cantemirs werk, waarbij de Latijnse tekst was voorzien van kritische noten en waarbij de kritische editie van Slușanschi volledig was overgenomen, inclusief niet-gepubliceerde aanvullingen. TB en VP spanden hiertegen een rechtszaak aan en de rechter stelde een schending van het auteursrecht vast. In hoger beroep werd geoordeeld dat Slușanschi’s kritische editie een "afgeleid werk" is in de zin van de Roemeense auteurswet, aangezien het tot stand kwam door intellectuele inspanning en creatieve keuzes. Het Călinescu-instituut en de FNSA stelden cassatieberoep in. Zij betwisten dat een kritische publicatie als "afgeleid werk" kan worden aangemerkt, stellende dat bij wetenschappelijke teksten in een dode taal geen creatieve keuzes mogelijk zijn en de auteur slechts een technische, nauwkeurige reconstructie nastreeft.
Artikel ingezonden door Dirk Visser.
Trainen van AI is géén ‘fair use’
Artikel van Mr. Online. Het trainen van generatieve AI om te leren schrijven is vaak géén vorm van ‘fair use’ en vormt wél auteursrechtinbreuk, volgens een Amerikaanse rechter. Hij oordeelt daarmee heel anders dan een collega twee dagen eerder. Het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 25 juni 2025 staat in schril contrast met het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 23 juni 2025, waarover eerder in de rubriek Snelrecht werd bericht. De nieuwe uitspraak is van een andere rechter van dezelfde rechtbank, die het duidelijk niet eens is met de uitspraak van zijn collega van twee dagen eerder.
De belangrijkste redenen voor dit andere oordeel zijn dat het ‘transformatieve’ karakter van generatieve AI niet doorslaggevend is en dat de concurrentie door ‘schrijvende’ AI zeer ernstige schade kan toebrengen aan de licentiemarkt voor het originele werk waarop de generatieve AI is getraind.
“No matter how transformative LLM training may be, it’s hard to imagine that it can be fair use to use copyrighted books to develop a tool to make billions or trillions of dollars while enabling the creation of a potentially endless stream of competing works that could significantly harm the market for those books.”
Café-exploitant moet alsnog muziekvergoedingen en bijkomende kosten aan BUMA en SENA voldoen
Rb. Noord-Holland 11 juni 2025, IEF 22766, ECLI:NL:RBNHO:2025:6386 (SENA en BUMA tegen gedaagde). In deze zaak heeft een café-exploitant overeenkomsten gesloten met BUMA en SENA voor het openbaar maken van muziek in zijn horecagelegenheid. Op basis van deze overeenkomsten is de exploitant verplicht vergoedingen te betalen aan beide organisaties. Voor deze betalingen was een betalingsregeling getroffen, waarbij maandelijks een bedrag verschuldigd was. De exploitant heeft echter nagelaten om tijdig aan deze betalingsverplichting te voldoen. BUMA en SENA hebben daarop een procedure gestart bij de kantonrechter. Zij vorderen betaling van het resterende bedrag. Door deze wanprestatie is het volledige (restant)bedrag volgens hen opeisbaar geworden. Daarnaast maken zij aanspraak op wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en vergoeding van de proceskosten.
Negatieve online reviews over energiebemiddelaar niet onrechtmatig

Rb. Den Haag 28 mei 2025, IEF 22765, IT 4895; ECLI:NL:RBDHA:2025:9458 (Fluent Energy tegen gedaagde). Fluent Energy bemiddelt bij de totstandkoming van energieleveringscontracten. Zij sluit namens haar klanten energiecontracten af met energieleveranciers, waaronder de energieleverancier Gulf Gas and Power B.V. (hierna: Gulf). Gedaagde sloot in 2023 via bemiddeling van Fluent Energy een energiecontract af met Gulf. Kort daarna zegde hij dit contract op, waarna zowel Gulf als Fluent Energy hem aanspraken op betaling van een opzegvergoeding. Naar aanleiding hiervan heeft gedaagde tussen 2023 en 2024 meerdere reviews geplaatst op Trustpilot over beide bedrijven. In mei 2023 werd hij door Fluent Energy gesommeerd om de online-reviews te verwijderen, waaraan hij gehoor gaf. In oktober 2024 nam gedaagde deel aan een uitzending van Radar waarin de dienstverlening van Fluent Energy aan de orde kwam. In februari 2005 wees de kantonrechter in Den Haag in een aparte procedure de vordering van Gulf tot betaling van de opzegvergoeding af. De rechtbank stelt voorop dat consumenten op grond van de vrijheid van meningsuiting hun ervaringen met bedrijven, positief of negatief, publiek mogen delen, bijvoorbeeld in online reviews. Daarbij is enige overdrijving of stevige bewoording geoorloofd, met name bij kritiek op zakelijk handelen. De uitlatingen van gedaagde op Trustpilot, waaronder termen als ‘oplichters’, ‘boeven’ en ‘WURGCONTRACT’, worden geplaatst binnen de context van zijn negatieve ervaring met Fluent Energy. Gedaagde heeft zijn bezwaren toegelicht: hij is het niet eens met de handelswijze waarbij namens hem een contract van vijf jaar werd afgesloten met een hoge opzegvergoeding. Omdat deze ervaring feitelijk is onderbouwd, acht de rechtbank de uitlatingen niet onrechtmatig.
Artikel ingezonden door Dirk Visser.
Trainen van AI is ‘fair use’
Artikel van Mr. Online. Het trainen van generatieve AI om te leren schrijven is een vorm van ‘fair use’ en vormt geen auteursrechtinbreuk, aldus een Amerikaanse rechter. De belangrijkste redenen voor het oordeel van de rechtbank in Noord-Californië van 23 juni 2025 zijn het extreem ‘transformatieve’ karakter van generatieve AI en het feit dat de concurrentie door ‘schrijvende’ AI niet het soort concurrentie is waar het auteursrecht bescherming tegen biedt. Die concurrentie is vergelijkbaar met die van schoolkinderen die goed hebben leren schrijven.
“The technology at issue was among the most transformative many of us will see in our lifetimes”.
“Authors contend generically that training LLMs will result in an explosion of works competing with their works — such as by creating alternative summaries of factual events, alternative examples of compelling writing about fictional events, and so on. This order assumes that is so […]. But Authors’ complaint is no different than it would be if they complained that training schoolchildren to write well would result in an explosion of competing works. This is not the kind of competitive or creative displacement that concerns the Copyright Act. The Act seeks to advance original works of authorship, not to protect authors against competition”.
Benelux Merkencongres verplaatst naar 7 oktober – aanmelden weer mogelijk

Het Benelux Merkencongres is dé jaarlijkse ontmoetingsplek voor professionals die zich bezighouden met merkenrecht in de volle breedte. Dit congres brengt academici, advocaten, bedrijfsjuristen, beleidsmakers en merkenspecialisten samen voor een dag vol verdieping, discussie en actualiteit.
Let op: het congres is verplaatst naar dinsdag 7 oktober 2025 en vindt plaats in De Burcht, Amsterdam. Aanmelden is weer mogelijk.
Met een scherp oog voor de nieuwste juridische ontwikkelingen biedt het congres ook dit jaar een programma van hoog niveau, waarin wetenschappelijke diepgang hand in hand gaat met de dagelijkse rechtspraktijk.
Bent u erbij? Er zijn nog een paar plekken vrij – dit congres wilt u niet missen.
Geen taakverwaarlozing bestuur Stichting die auteursrechten beheert, verzoek tot ontslag en benoeming nieuwe bestuurders afgewezen
Rb. Midden-Nederland 19 maart 2025, IEF 22763; ECLI:NL:RBMNE:2025:1061 (Verzoeker tegen de Stichting). Deze zaak betreft een geschil tussen kleinkinderen van een overleden schrijfster, wier auteursrechten ondergebracht zijn in een Stichting. Alle kleinkinderen zijn certificaathouders van de Stichting en hebben daarmee recht op een deel van de opbrengsten. Verzoeker vraagt de rechtbank om twee huidige bestuurders van de Stichting te ontslaan. Hij stelt dat zij hun taken ernstig hebben verwaarloosd door geen jaarvergaderingen bijeen te roepen en geen financiële overzichten op te stellen, zoals voorgeschreven in de statuten van de Stichting. Daarnaast verzoekt hij om zichzelf en twee andere familieleden als nieuwe bestuurders te benoemen. De rechtbank wijst beide verzoeken af. Hoewel in 2023 inderdaad geen jaarvergadering is gehouden, werd deze in 2024 wel georganiseerd. De uitnodiging is naar het bij de Stichting bekende e-mailadres van verzoeker gestuurd. Dat hij dit adres niet meer gebruikte zonder een nieuw adres door te geven, komt voor zijn eigen rekening. De vertraging bij het organiseren van de vergadering in 2024 acht de rechtbank bovendien begrijpelijk vanwege het overlijden van een medebestuurder in dat jaar.
Conclusie van A-G in Pelham II: afbakening van het begrip ‘pastiche’ onder de InfoSoc-richtlijn

HvJ EU Conclusie A-G 17 juni 2025, IEF 22761, IEFbe 3926; ECLI:EU:C:2025:452 (CG en YN tegen Pelham). In Pelham II vraagt het Bundesgerichtshof (BGH) opnieuw prejudiciële uitleg aan het Hof van Justitie in het langlopende geschil tussen Kraftwerk en de producers Pelham en Haas. Centraal staat een twee seconden durende sample uit Metall auf Metall, zonder toestemming verwerkt in het nummer Nur mir (1997). In Pelham I oordeelde het Hof dat dergelijke samples vallen onder het reproductierecht van artikel 2(c) InfoSoc-richtlijn. Nu vraagt het BGH of sampling toch toelaatbaar kan onder de pastiche-uitzondering van artikel 5(3)(k), mede gelet op artistieke vrijheid in artikel 13 EU-Handvest. Deze vraag raakt aan bredere thema’s rond artistiek hergebruik en het evenwicht op auteursrecht en expressievrijheid, zeker in het licht van gebruikerspraktijken op platforms als Youtube en TikTok. Artikel 17(7)(b) CDSM-richtlijn, dat bepaalde vormen van user-generated content (UGC) als “pastiche” toestaat, speelt hierbij ook een rol. De centrale vragen zijn of ‘pastiche’ een vangnet voor artistiek hergebruik vormt, en of een subjectieve bedoeling vereist is of een objectief herkenbaar karakter volstaat.