IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 2590

Het hangende oortje

hngr.bmpMeestal is Dick Bruna de eiser in inbreukzaken, maar Boekblad bericht dat het nu uitgeverij Clavis is die overweegt actie te ondernemen tegen Mercis/Bruna.

"Afgelopen maandag tijdens Vers voor de Pers was Anthony Vavrinek, commercieel directeur van uitgeverij Clavis, onaangenaam verrast toen hij bij de stand van Mercis/Bruna een nieuwe uitgave zag liggen met de titel Hangoor. Het boekje gaat over Daan, een nieuw konijntje in de klas, dat vanwege zijn ene hangoor wordt gepest.

Meteen sprong in het oog dat het konijn met het hangende oortje een sterke gelijkenis vertoonde met Rikki, de hoofdpersoon uit de succesvolle serie boeken van Clavis-auteur Guido van Genechten. 'Toen de dame van Mercis/Bruna zag dat ik van Clavis was,' aldus Vavrinek, 'reageerde ze lichtelijk gegeneerd door te zeggen: “O, u bent van Clavis, ja, wij krijgen veel reacties in de trant van: hé, dat lijkt Rikki wel!”'

Lees hier meer (alleen abonnees).

IEF 2589

Mosa Trajectum

mtrj.bmpActualiteit Rechtbank Amsterdam, 8 september 2006: Naam en portret van Cruijff niet meer verbonden aan project in Spanje.“De betrokkenheid van Johan Cruijff bij het project Mosa Trajectum in Spanje is beëindigd.

Dit is de uitkomst van een kort geding dat Cruijff met zijn bedrijven Interclarion en Inter 2000 tegen een in Spanje wonende Nederlandse zakenman en diens bedrijf Colmar bij de rechtbank Amsterdam had aangespannen.

De naam Cruijff en het portret van Cruijff mogen niet meer in verband worden gebracht met het project, dat volgens de oorspronkelijke plannen zou moeten resulteren in een sportpark met de naam Johan Cruijff Golf & Sports Resort.”

Lees hier iets meer (nog geen vonnis).

IEF 2588

Twijfelachtig of dubieus

Persbericht Voedsel en Waren Autoriteit (VWA): “De VWA heeft de marketing van voedingsmiddelen gericht op kinderen van 1 tot 12 jaar ('kidsmarketing') onderzocht. Gebleken is dat producenten hierbij soms teksten gebruiken die twijfelachtig of dubieus zijn.”

Lees hier meer.

IEF 2587

Werkt goed? Kan beter..

eh.bmpEbba Hoogenraad (Steinhauser Hoogenraad Advocaten): Reactie op de evaluatie van de FNLI van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (eerder bericht hier).

“Uit de evaluatie van het FNLI blijkt dat er geen overtredingen van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen zijn geregistreerd. Hieruit zou je de conclusie kunnen trekken dat deze Code goed werkt. In de praktijk blijkt echter dat marketing managers van levensmiddelenfabrikanten en hun reclamebureaus regelmatig voor problemen komen te staan. Veel van deze problemen zijn te wijten aan onduidelijkheden in de tekst van de Code en het feit dat een samenloopregeling met de Reclamecode voor Zoetwaren ontbreekt.

Zoals ik in mijn artikel in Journaal Warenwet heb aangegeven, is het te hopen dat de evaluatie wordt aangegrepen om de code grondig bij te schaven, onduidelijkheden op te helderen en de Code voor Zoetwaren te integreren, zodat de praktijk weet waar hij aan toe is. Dat uit de evaluatie naar voren komt dat beide Codes moeten worden samengevoegd is al een stap in de goede richting.”

Lees het artikel in Journaal Warenwet hier.

IEF 2586

Pam Pam Pam Pim

pampim.bmpGvEA , 7 september 2006, zaak T-133/05.Meric / OHMI - Arbora & Ausonia (Pam-Pim's Baby-Prop) 

Oppositieprocedure o.g.v. oudere nationale woord  en beeldmerken Pam-Pam tegen Gemeenschapsmerkaanvraag voor woordmerk Pam Pim’s Baby-Prop, beiden voor
wegwerpluierbroekjes van papier of cellulose. Volgens het Gerecht heeft het OHIM heeft de oppositie terecht toegewezen.

De merken stemmen visueel en fonetisch overeen en er zijn geen begripsmatige verschillen dit ongedaan kunnen maken. De door de conflicterende merken aangeduide waren zijn bovendien dezelfde, waardoor de verschillen tussen de betrokken tekens ook nog eens aan belang inboeten. Het relevante publiek is, althans ten dele, hetzelfde.

De woordcombinatie „pam-pim’s” is het dominerende bestanddeel van het aangevraagde merk. De betrokken consument onthoudt gemakkelijker de termen „pam-pim’s”, die in het Spaans behalve als uitdrukking uit de kindertaal geen bijzondere betekenis hebben en bovendien aan het begin van het aangevraagde merk Pam-Pim’s Baby Prop staan. De woordcombinatie „baby-prop” in het aangevraagde merk kan niet in die mate de aandacht van het bestanddeel „pam-pim’s” afleiden dat het publiek erdoor een andere perceptie van het merk krijgt.

Het Gerecht herinnert eraan dat het in de kledingsector vaak voorkomt dat hetzelfde merk verschillende verschijningsvormen heeft al naargelang van het erdoor aangeduide type waren. Ook is het gebruikelijk dat eenzelfde onderneming ter onderscheiding van haar verschillende productlijnen gebruik maakt van submerken, dat wil zeggen tekens die zijn afgeleid van een hoofdmerk en met dit merk een dominerend bestanddeel gemeen hebben

 Zo gezien is het denkbaar dat het relevante publiek de door de conflicterende merken aangeduide waren als twee afzonderlijke, doch van dezelfde onderneming afkomstige productlijnen beschouwt. Het OHIM heeft dus terecht geconcludeerd dat er gevaar van verwarring van de betrokken merken bestaat

Lees het arrest hier.

IEF 2585

Zogenoemd

O.a. Trouw bericht dat  “De Avro wil dat de Publieke Omroep stopt met het zonder toestemming verspreiden van Avro-programma's. Aanleiding is hetzonder toestemming  doorgeven van programma's aan KPN voor de website uitzendinggemist.nl. De Avro vindt dat de Publieke Omroep hiermee inbreuk maakt op de zogenoemde intellectuele eigendomsrechten.”

Lees hier iets meer.

IEF 2584

Laarsgympen

lgmp2.JPGVoorzieningenrechter Rechtbank Den Haag, 7 september 2006, KG ZA 06-813, Converse Inc. en Kesbo Sport B.V. tegen Tom Tailor GmbH en Footwear International B.V.

 Over niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen, auteursrechtelijke landen van oorsprong en proceskostenveroordelingen.

Converse brengt in de Benelux een laarsgymp op de markt onder de naam All Star Chuck Taylor en met typenaam Detachable X-Hi. De gymp ziet eruit als een hoge basketballgymp met daarop een gebreide bovenkant. Tom Tailor en Footwear brengen ook een laarsgymp op de markt in Europa, resp. de Benelux, met een gebreide bovenkant. Converse vordert een verbod tot inbreuk op haar (niet-ingeschreven) Gemeenschapsmodelrechten in de EG en op haar auteursrechten in Nederland op de X-Hi, en daarnaast een verbod tot onrechtmatig handelen.

Tom Tailor voert gemotiveerd verweer en wijst op verschillen tussen de beide laarsgympen.

De voorzieningenrechter oordeelt met betrekking tot het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel dat "de laars van TomTailor naar voorlopig oordeel geen andere algemene indruk wekt bij de geïnformeerde gebruiker dan de X-Hi". "Weliswaar zijn er zeker ook verschillen aan te wijzen tussen beide modellen, maar die maken niet dat de algemene indruk van beide laarzen werkelijk een andere wordt."

Met betrekking tot het auteursrecht:

Tom Tailor stelt dat de Converse laarsgymp voor het eerst in de V.S. openbaar is gemaakt. Dit zou dan op basis van artikel 2 lid 7 Berner Conventie betekenen dat Converse geen bescherming krachtens auteursrecht toekomt, omdat in de V.S. geen auteursrecht zou toekomen aan voorwerpen met een gebruiksfunctie. Dit verweer wordt verworpen omdat Converse volgens de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat niet de V.S., maar Nederland dan wel België als land van oorsprong aan te merken is.

De X-Hi komt voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking, aldus de voorzieningenrechter. De totaalindrukken van de X-Hi en het model van Tom Tailor verschillen, gelet op de auteursrechtelijk beschermde trekken, in zo geringe mate, dat de Tom Tailor laars niet als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt en van ontlening sprake is.

De vorderingen van Converse worden toegewezen en Tom Tailor en Footwear worden veroordeeld in de proceskosten ad EUR 8.633,15. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking, dat "Tom Tailor en Footwear hun eigen procureurssalaris in totaal hadden geraamd op ongeveer EUR 35.000, derhalve (aanzienlijk) hoger dan het bedrag dat Converse terzake heeft gevorderd".

Lees het vonnis hier.

IEF 2583

Provisionele vistripjes

Gerechtshof 's-Gravenhage, 24 augustus 2006,  LJN: AY7534. Wilhelm Layher Vermögungsverwaltungs-GmbH tegen Scafom International B.V.

Oorspronkelijk een octrooizaak. Samenvatting rechtspraak.nl:  “Art. 223 en art. 843a Rv. Hof: vordering tot afgifte van stukken is niet als een provisionele vordering aan te merken, daar bij de gevorderde maatregel niet gesproken kan worden van een voorziening die werking heeft voor de duur van het bodemgeschil. De vordering tot afgifte van de (originele) tekening(en) is zonder nadere gronden niet voor toewijzing op grond van artikel 843a Rv vatbaar.”

Lees het arrest hier. Vonnis rechtbank hier.

IEF 2582

Rockband

kanekani.JPGRechtbank ’s Gravenhage, 7 september 2006, KG ZA 06-833 Urban Trends Trading BV, Karl Kani International Inc. tegen Kane B.V. (eerder bericht hier).

Kane B.V. (‘houdt  zich onder meer bezig met het verzorgen en doen uitvoeren van muzikale optredens door een rockband onder de naam Kane’) mag het merk Kane niet gebruiken voor kleding.

De Voorzieningenrechter oordeelt in kort geding dat het jongere merk Kane inbreuk maakt op het oudere merk Kani. De auditieve en visuele overeenstemming tussen het merk Kani en het teken Kane zijn ‘evident'.

Het verweer van Kane dat het merk alleen zou zijn geregistreerd 'voor merchandising' ('watKane B.V. met dat laatste ook mag bedoelen'), doet in elk geval niet af aan de vastgestelde merkinbreuk. Het komt aan op een vergelijking van het teken met het merk zoals gedeponeerd. (Tentamenvraag: Mag Kane nu nog wel bandshirts met de naam KANE verkopen tijdens concerten?)

De Voorzieningenrechter wijst de werkelijk gemaakte proceskosten toe, begroot op € 9.578,73.

Lees het vonnis hier.

IEF 2581

Geen geurmerk

odnb.JPGGvEA, 6 september 2006, zaak T-168/04. L & D SA tegen  OHIM/Julius Sämann Ltd.

Oppositie op grond van diverse boompjes-beeldmerken. tegen  het beeldteken met het woordmerk "aire limpio" (bovenste boompje).

Het GvEA oordeelt dat het oudere gemeenschapsmerk een bijzonder onderscheidend een bijzonder onderscheidend vermogen heeft verkregen op grond van het langdurig gebruik van een ander ingeschreven merk, te weten het merk Arbre Magique, alsmede wegens langdurig gebruik in Italië, waar dat merk als bekend kon worden aangemerkt. De verkrijging van onderscheidend vermogen kan immers ook voortkomen uit het gebruik van een merk als onderdeel van een ander ingeschreven merk.

Bij het onderzoek naar de bekendheid van Abre Magique heeft de kamer van beroep kunnen oordelen, dat uit latere omstandigheden conclusies konden worden getrokken over de situatie die zich voordeed op de datum van indiening van de aanvraag tot inschrijving.

Een marktaandeel van 50 % in 1997 en 1998 kan slechts geleidelijk zijn verworven. De kamer van beroep heeft dus niet gedwaald door in wezen te overwegen dat de situatie in 1996 niet aanmerkelijk anders was. De omstandigheid dat het zou gaan om gegevens die dateerden van na de indiening door verzoekster van de aanvraag, op 30 april 1996, tot inschrijving van het merk, volstaat dus niet om deze gegevens hun bewijskracht voor de bekendheid van het oudere te ontnemen.

Met betrekking tot de overeenstemming van de merken oordeelt het GvEA  dat de totaalindruk die door het grafisch beeld wordt gewekt niet die van een komisch figuurtje, maar duidelijk die van een afbeelding die op een dennenboom lijkt.De komische, levendige toets die tot uiting komt in de gedaante van dit figuurtje geeft de grafische afbeelding van de dennenboom een fantasievolle indruk, zodat het merk waarvoor inschrijving is aangevraagd door het publiek kan worden beschouwd als een grappige, levendige variant van het oudere merk.

Het merk waarvoor inschrijving is aangevraagd is dus samengesteld uit een teken waarvan het dominerende element een silhouet is dat lijkt op een dennenboom, die het oudere merk vormt. Dit is het element dat door de consument hoofdzakelijk zal worden gepercipieerd en zijn keuze zal bepalen, temeer daar het in casu gaat om gangbare consumptiegoederen die worden verkocht in zelfbedieningszaken."

Lees het arrest hier.