IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 2436

Content

De Commissie is een online consultatie gestart  over de wijze waarop  de groei van online content (o.a. juridisch) kan worden gestimuleerd. Onder online content vallen in dit kader  audiovisuele media zoals tv en film, online muziek en radio; online games; online publishing en educatieve content.

EC Commissaris Reding: "Alleen met een grensoverschrijdende markt voor on-line-inhoud waarop auteurs, kunstenaars en makers een eerlijke beloning krijgen voor hun talent en vaardigheden, zal de Europese inhoudsector kunnen concurreren met andere continenten."

Er kan gereageerd worden tot 13 oktober 2006. In de consultatie komen de o.a. volgende onderwerpen aan bod:

- Licensing, rights clearance, right holders remuneration
- Legal or regulatory barriers
- Piracy and unauthorised uploading and downloading of copyright protected works
- Digital Rights Management systems (DRMs)
- Payment and price systems

Lees hier meer. Questionnaire hier.

IEF 2435

Rangorde

Rechtbank Breda, 20 juli 2005, HA ZA 04.169. Zeilstra tegen PM International AG.

Al weer wat ouder vonnis met interessante casus, leuk voor lastige tentamenvragen. Over heropnemingsdepots, anterieuriteit, kwade trouw, misbruik van omstandigheden en terugslag van de geëiste nietigheid. 

Zeilstra brengt sinds 1991 onder de naam Goodlife voedingssupplementen en afslankproducten op de markt. Zeilstra’s recht op het woordmerk Goodlife is op 31 juli 2001 komen te vervallen door het verstrijken van de geldigheidsduur. Op 5 november 2002 heeft Zeilstra het nieuwe woord/beeldmerk Goodlife laten registreren. PM international A.G. heeft op 27 oktober 1999 het woord/beeldmerk Goodlife 2000 geregistreerd bij het BMB.

Vast staat dat Zeilstra zijn in 1991 gedane inschrijving per 31 juli 2001 niet heeft verlengd, zodat de aan zijn depot verbonden rechten per die datum zijn komen te vervallen. Zeilstra heeft zich aanvankelijk op het standpunt gesteld dat zijn hernieuwde inschrijving in 2002 een “heropnemingsdepot” is in de zin van art 4 lid 4BMW. Nu Zeilstra op het moment van de inschrijving door PM International AG nog beschikte over een rechtsgeldige inschrijving is genoemd artikellid niet van toepassing.

Hij kan voorts geen beroep doen op anterieuriteit van de eerdere inschrijving. Volgens vaste jurisprudentie komt immers aan een zogenaamd “heropnemingsdepot” geen terugwerkende kracht toe. Derhalve is de inschrijving door PM International AG in rangorde ouder dan de hernieuwde inschrijving door Zeilstra.

Zeilstra heeft deze rangorde weliswaar erkend, doch hij heeft betwist dat Lifestyle de nietigheid van het depot van Zeilstra kan inroepen. Daartoe heeft hij gesteld dat PM International. AG het depot in april 1999 te kwader trouw heeft verricht waardoor zij ingevolge artikel 4 lid 6 BMW geen merkrecht heeft verkregen en dit depot nietig moet worden verklaard.

De rechtbank is van oordeel dat genoemd artikel in het onderhavige geval toepassing mist, nu het ziet op gebruikers van een merk die dat merk niet hebben gedeponeerd. Zeilstra beschikte, zoals reeds overwogen, ten tijde van de inschrijving door Lifestyle in april 1999 over een geldig merkrecht, zodat hij ter handhaving van zijn rechten de daarvoor bestemde regeling ter zake van de rangorde van depots had kunnen volgen.

Zeilstra heeft tevens gesteld dat Lifestyle geen belang heeft bij het verkregen merkrecht. Hij heeft daartoe gesteld dat het verhandelde product Goodlife 2000, niet zijnde een geregistreerd geneesmiddel, de verboden grondstof Ephedra bevat, zodat de verkoop in strijd is met de huidige wet- en regelgeving.

Door het gebruik van het merk Goodlife door Zeilstra niet te respecteren, maakt Lifestyle zich schuldig aan misbruik van omstandigheden, aldus Zeilstra. Lifestyle heeft gesteld dat het product wel voldoet aan de toepasselijke wetgeving. De verboden stof Ephedra is tijdig uit de producten verwijderd. De rechtbank is van oordeel dat, voor zover al sprake zou zijn van handelen in strijd met de wet- en regelgeving, Lifestyle door de verkoop van haar producten niet onrechtmatig handelt jegens Zeilstra. Immers, de betreffende regelgeving dient het algemeen belang van de volksgezondheid, zodat niet voldaan is aan het
relativiteitsbeginsel.

Voorts geldt voor het hebben van een geldige aanspraak op een merk niet het vereiste dat het product dat onder dat merk wordt verhandeld aan bepaalde vereisten moet voldoen. Het recht op het merk wordt derhalve niet aangetast door de samenstelling van het product Deze is in casu dus ook verder niet relevant.

De rechtbank wijst de vorderingen in conventie af en verklaart in reconventie het depot van Zeilstra nietig en spreekt de doorhaling van de inschrijving van dit depot uit en gebiedt Zeilstra met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere verdere inbreuk op de exclusieve merkrechten van Lifestyle te staken en gestaakt te houden.

Lees het vonnis hier.

IEF 2434

Wat ik het liefste wil

“Het thema van het laatste nummer van Happinez is ‘vrijheid’. Inez van Oord, hoofdredacteur van het ‘mindstyle magazine’, heeft dat wel heel letterlijk genomen. In de rubriek Inspiratie, waarmee het blad opent, put zij naar hartelust uit Hagar Peeters’ gedicht Genoeg gedicht over de liefde vandaag.

Peeters wist nergens van en haar naam wordt niet vermeld in het blad. (…) Hagar Peeters is er op zijn zachtst gezegd niet blij mee. ‘Het is een heel slecht gedicht geworden. Ik vind het heel raar dat een blad dit denkt te kunnen doen. Een rectificatie is niet eens wat ik het liefste wil, ik wil vooral dat mensen zich realiseren dat je respect moet hebben voor andermans intellectueel eigendom.’

'Peeters eist een schadevergoeding van ongeveer 1.000 euro van het tijdschrift. (...) Uitgever Nijsen spreekt van een ‘artistieke verkrachting’. „Je wordt bevangen door plaatsvervangende schaamte als je leest hoe iemand een beetje poëtisch is gaan doen met andermans intellectuele eigendom”, zegt Nijsen. Als Happinez niet binnen twee weken over de brug komt, spant Podium een rechtszaak aan.'

Lees hier en hier meer.

IEF 2433

84,4

Nu.nl bericht ‘Wie een merkproduct koopt op eBay komt vaak bedrogen uit zo blijkt. Onderzoekers van de universiteit van Mainz volgden een maand lang 248 veilingen van het parfum Davidoff Cool Water Deep en kwamen tot de conclusie dat het in 84,4 procent van de gevallen om vervalsingen ging.”

Lees hier meer.

IEF 2432

Uw zaak

Persbericht St. Brein: “In vervolg op de eerder dit jaar uitgebrachte brochure 'piraterij op de werkplek' lanceert Stichting BREIN vandaag de website www.hetisuwzaak.nl. Deze site bevat informatie over piraterij op de werkplek en de risico's die daaraan voor bedrijven en instellingen verbonden zijn. Op de site worden tevens een aantal hulpmiddelen geboden om piraterij te voorkomen. 

Lees hier meer.

IEF 2431

Een haast iconische status

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 2 augustus 2006, HA ZA 04-3785. Inter Ikea Systems B.V. & Ikea B.V. tegen Serboucom B.V.

Over ovalen en kleurcombinaties. In een herkenbare stijl stelt de Haagse Rechtbank dat verwarring uitgesloten moet worden geacht. Afbeeldingen in kleur opgenomen in het vonnis.

Hoewel ook het woordloze logo van IKEA door de specifieke kleurcombinatie blauw/geel als geheel voldoende onderscheidend vermogen bezit, (mogelijk) normaal gebruikt is (ro. 4.4. in ro 4.23 lijken elkaar tegen te spreken op dit punt) en niet in geschil is dat het woordmerk IKEA een bekend merk is (‘al gaat het mogelijk wat ver daaraan een iconische status toe te kennen’), is er geen sprake van verwarringsgevaar met de Multimate-merken en de de door gedaagde gebruikte kleurcombinatie blauw/geel.

Dat ‘ook het woord/beeldmerk IKEA bekend is, laat staan zo bekend als het woordmerk zelf, heeft Ikea niet aangetoond. Voor wat het gebruik van dat woord/beeldmerk betreft is niet veel meer en anders komen vast te staan dan dat dit, op klein formaat, in de afgelopen jaren (maar niet alle jaren) op de voor- en achterkant van de Ikeacatalogus heeft gefigureerd. Serboucom heeft, door overlegging van producties, genoegzaam aangetoond dat Ikea voor haar waren en diensten veeleer haar woordmerk in verschillende kleuren (lang niet altijd in blauw) gebruikt, bijvoorbeeld aan de buitenzijde van haar filialen, en dat zonder het blauw/gele ovale logo.’

‘Van zowel het woord/beeldmerk van Ikea als van het gewraakte teken van Serboucom is het woordelement het meest in het oog lopende en daarmee meest onderscheidende en dominante onderdeel. Deze woordelementen vertonen geen enkele overeenstemming doch uitsluitend visuele, auditieve en begripsmatige verschillen.’

‘Die verschillen zijn zo groot, dat reeds daarom verwarring uitgesloten moet worden geacht. Het is simpelweg ondenkbaar dat de gemiddelde, oplettende consument bij het waarnemen van het teken van Serboucom dat teken direct of indirect met het merk van Ikea zal verwarren, juist nu het overbekende naam van Ikea daarin niet voorkomt doch een daarvan geheel afwijkend woord.’

(…) de weergegeven verschillen tussen het woord/beeldmerk van Ikea en het logo van Serboucom zodanig groot zijn dat, mede gelet op de mate van bekendheid van dat woordbeeldmerk, evenmin sprake is van overeenstemming in de zin van de door Ikea ingeroepen “sub c” bepalingen, zodat ook op die grond de vorderingen van Ikea niet kunnen worden toegewezen.’

‘De slotsom uit het voorgaande is, dat Ikea in het merkenrecht geen genoegzame grondslag heeft kunnen aanwijzen die tot toewijzing van haar verbodsvordering voor wat betreft het teken van Serboucom kan leiden.’

Over de vordering van Ikea, gericht tegen de uitvoering van de Multimatebouwmarkten in de kleuren blauw/geel oordeelt de rechtbank:

‘Deze onderbouwing wekt de indruk dat Ikea zich beroept op kleurmerken. Dergelijke merken heeft zij evenwel niet. Hoewel geen van partijen dat in deze procedure naar voren heeft gebracht, is het de rechtbank ambtshalve bekend dat Ikea onder nr. 3 160 363 op 9 mei 2003 een aanvraag bij het OHIM heeft ingediend voor een Gemeenschaps-kleurmerk, bestaande uit de combinatie geel/blauw. Nadat de examiner van het OHIM het merk wegens gebrek aan onderscheidend vermogen had geweigerd, heeft Ikea op 7 september 2004 tegen die beslissing beroep aangetekend bij de Kamer van Beroep van het OHIM. Die Kamer heeft dat beroep bij beslissing van 1 juli 2005 ongegrond verklaard.’

‘Het lag het op de weg van Ikea nader te onderbouwen waarom het gebruik van de kleurstellingen van de Multimate-vestigingen als zodanig (dus los van het reeds niet-inbreukmakend geachte gebruik van het teken van Serboucom) inbreuk maakt op “de vastgelegde grafische vorm in bepaalde kleuren” die haar beeldmerken uitmaken.

‘Dat heeft zij evenwel niet gedaan, zodat haar vordering die zich richt tegen het gebruik van die kleurstellingen op de thans besproken grondslag (het merkenrecht) in elk geval niet toewijsbaar is.’

‘Tenslotte heeft Ikea betoogd dat Serboucom moet worden verboden de kleurcombinatie geel/blauw bij de uitmonstering van de Multimate-bouwmarkten te gebruiken, omdat dat gebruik jegens haar, Ikea, onrechtmatig is.

(…) Ikea heeft evenwel geen nadere concrete feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan -andermaal gegeven de in dit geding inmiddels als vaststaand aangenomen omstandigheid dat die verwarring in elk geval niet volgt uit het gebruik van het teken van Serboucom- het enkele gebruik van de kleuren geel/blauw door Serboucom inderdaad tot de door Ikea gestelde verwarring zou moeten voeren. Dat betekent dat ook deze grondslag de vordering van Ikea niet
kan dragen.’

Lees het vonnis hier.

IEF 2430

Potvis

Na Nijntje (hier) heeft ook Nemo stappen genomen tegen een minder kindvriendelijke parodie. De eigenaar van een coffeeshop in Rotterdam heeft, na daartoe door Disney gesommeerd te zijn, een blowende Nemo van zijn gevel verwijderd.‘ Disney vond het stuitend om een verantwoord karakter als Nemo in relatie te brengen met softdrugs’.

De eigenaar van de coffeeshop, op de hoek van de Nieuwe Binnenweg en de 's Gravendijkwal, heeft het visje inmiddels vervangen door een potvis. De naam Nemo blift ongewijzigd. Die is, ook volgens Disney zelf, te algemeen om eigendom van Disney te kunnen zijn.

Lees hier of  hier (afbeelding) meer.

IEF 2429

Auteursrecht op normen

Het Technisch Weekblad komt met een interessant bericht over de rafelranden van het auteursrecht: “Ingenieursbureau CBB (Centraal Bureau Bouwtoezicht) spant half augustus een proefproces aan tegen het ministerie van VROM. Het wil daarmee bereiken dat normen waar in wetten naar wordt verwezen, gratis beschikbaar zijn.

Het Bouwbesluit verwijst bijvoorbeeld naar bepaalde normen voor de uitvoering van bouwwerken. Bouwbedrijven moeten deze normen tegen betaling aanschaffen bij Normalisatie-instituut NEN. CBB vindt echter dat deze ‘verwezen normen’ onderdeel zijn van de wet en daarom gratis beschikbaar moeten zijn.

Minister Dekker van VROM stelt in een brief aan de advocaat van CBB dat door verwijzing ‘geen sprake is van een algemeen verbindend voorschrift’. Normen zijn immers vrijwillige afspraken tussen bedrijven. NEN organiseert dat normalisatieproces en heeft daarom het auteursrecht op normen. Ook NEN wijst daarom de eis van CBB voor gratis normen van de hand. (…) De in de norm beschreven methode vormt bovendien slechts één manier om daaraan te voldoen."

Lees hier meer.

IEF 2428

De Broncode

Rechtbank Zutphen, 1 augustus 2006, LJN: AY5342. Medical Computer Support B.V. tegen Gedaagde.

Een op zichzelf interessant geschil over de auteursrechten op software komt in dit kort geding niet goed uit de verf, omdat de claims onvoldoende geconcretiseerd zijn en voor nadere bewijslevering in kort geding geen plaats is.
 
MCS ontwikkelt en levert computerprogrammatuur ten behoeve van ziekenhuizen. MCS heeft vanaf 1996 samengewerkt met gedaagde. 

MCS vordert onder meer dat gedaagde wordt verboden om gebruik te maken van de broncode van enkele computerprogramma's, waarvan zij op basis van artikel 6 van de Auteurswet de auteursrechthebbende zou zijn, omdat de werken onder haar leiding en toezicht gemaakt zouden zijn. De broncodes zouden door gedaagde van de backup-server van MCS zijn gehaald en op zijn eigen computer zijn gezet dan wel door hem in strijd met de gemaakte afspraken op zijn server zijn opgeslagen.

Gedaagde heeft de vorderingen gemotiveerd betwist. Hij zou zelf bepaald hebben over welke eigenschappen de computerprogrammatuur diende te beschikken en het functioneel ontwerp van die programmatuur geheel zelfstandig hebben ontworpen. De auteursrechten op die programmatuur zouden derhalve aan hem toekomen. MCS was niet inhoudelijk betrokken bij de totstandkoming en aanpassing van de programmatuur. Haar rol beperkte zich volgens gedaagde uitsluitend tot het aanbrengen van klanten en het sluiten van gebruiksrecht- en onderhoudsovereenkomsten met die klanten.

De rechtbank concludeert als volgt:

"Op grond van het vorenstaande is zonder nadere bewijslevering - waarvoor in kort geding geen plaats is - voorshands met onvoldoende zekerheid vast te stellen aan wie de auteursrechten van de door MCS bedoelde computerprogrammatuur toebehoren. Daar komt bij, dat ondanks sommatie daartoe MCS heeft nagelaten aan te geven om de broncodes van welke computerprogramma’s het gaat, hetgeen zij ook ter zitting niet heeft verduidelijkt, zodat zij haar vorderingen onvoldoende heeft geconcretiseerd. De vorderingen van MCS moeten daarom worden afgewezen."

Lees het vonnis hier.

IEF 2427

Niets nieuws onder de zon

Hans Bousie begrijpt de opwinding over de zaak Postma niet en spreekt de uitgevers toe in Boekblad (eerdere berichten hier):

“Een contract voor onbepaalde tijd is gewoon opzegbaar, dat zou dus geen nieuws moeten zijn. Dan zou het nog schokkend zijn dat de auteur haar backlist heeft meegekregen. Schokkend, waarom? Als het auteursrecht zou zijn overgedragen blijft het mooi bij de uitgever, dus dat kan het niet zijn. Dan zal het dus in licentie zijn gegeven en waarschijnlijk voor onbepaalde tijd. Dus ook die verbintenis is opzegbaar. Tel daar bij op dat het tussen Postma en Aspekt niet meer boterde en klaar is het vonnis.

(…) Slechts de conclusie dat een contract voor onbepaalde tijd geen waarborg biedt is op zijn plaats, maar als u voldoende kennis van het auteursrecht in huis zou hebben (een must voor een uitgever) dan zou dit geen nieuws voor u moeten zijn. En daar sluit ik dan maar meteen mee af.

(…) Opvallend in het vonnis vind ik dat Pierik van Aspekt zich blijkbaar niet door een advocaat heeft laten bijstaan. Dat is voor mij nog een reden om het vonnis met een korrel zout te nemen. In de keuken geldt: iedereen kan koken, maar slechts weinigen kunnen zich kok noemen.

Lees de column hier.