IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 22217
2 september 2024
Artikel

Artikel Bernt Hugenholtz: Prompts tussen vorm en inhoud: de eerste rechtspraak over generatieve AI en het werk

 
IEF 1935

Verhuurt bijna alles

Rechtbank Almelo, 5 april 2006, LJN: AW1835, Pierre Boels B.V.tegen Lemerij B.V.

Boels stelt dat haar merken "Boels verhuurt bijna alles!" en "Verhuurt bijna alles!" bescherming genieten als merk en als handelsnaam. Als slagzin zouden deze merken en het bijbehorende logo ook auteursrechtelijk beschermd zijn. Boels beschuldigt Lemerij, die adverteert met de slagzin "Lemerij verhuurt bijna alles" van inbreuk op al deze rechten. Beide bedrijven houden zich bezig met de verhuur van allerhande apparatuur, waaronder bouwmaterialen, bestelauto's en boedelbakken. Door het algemene, beschrijvende karakter c.q. het gebrek aan originaliteit van de slagzin "verhuurt bijna alles!" vist Boels bij al deze stellingen achter het net.

Auteursrecht. De slagzin "Verhuurt bijna alles" is naar het oordeel van de rechtbank "zo kort, algemeen en voor de hand liggend is voor een verhuurbedrijf dat de slagzin op zichzelf genomen niet kan worden aangemerkt als een werk met een oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt."De slagzin geniet daarom geen auteursrechtelijke bescherming.

De slagzin "Boels verhuurt bijna alles" wordt door Lemerij niet gebruikt, zodat Lemerij op die slagzin geen inbreuk maakt.

Ten aanzien van de logo's overweegt de rechtbank: "De enige overeenkomst tussen de logo’s van partijen is de letterstijl waarin de slagzin "verhuurt bijna alles" wordt geschreven. Het gaat het daarbij bovendien niet om een bijzondere en herkenbare stijl, maar om een min of meer standaard lettertype dat algemeen wordt gebruikt. Naar het oordeel van de rechtbank verschillen de logo’s zó zeer van elkaar dat zelfs op een afstand van honderd meter of meer duidelijk is of het om een auto of boedelbak van Boels dan wel van Lemerij gaat." Van inbreuk op auteursrecht is dus geen sprake.

Merkinbreuk. Boels beschuldigt Lemerij van merkinbreuk op grond van artikel 13a lid 1 sub b en sub c. Allebei zonder succes.

Naar het oordeel van de rechtbank bestaat ten aanzien van het merk "Boels verhuurt bijna alles!" ten opzichte van "Lemerij verhuurt bijna alles" geen verwarringsgevaar.

Ten aanzien van het merk "verhuurt bijna alles" stelt de rechtbank voorop dat dit een zuiver beschrijvend merk is en van huis uit nauwelijks enige onderscheidingskracht bezit. Onder overlegging van een onderzoeksrapport heeft Boels evenwel gesteld dat dit merk zoveel aan onderscheidingskracht heeft gewonnen, dat het daardoor alsnog een sterk merk is geworden. De rechtbank is door dit rapport niet overtuigd, omdat het niet volledig is overgelegd, niet duidelijk is wie de auteur is en niet vaststaat dat het om een onafhankelijk onderzoeksbureau.

Van verwarringsgevaar is volgens de rechtbank ook bij dit merk geen sprake.

Het verweer van Lemerij dat artikel 13 a lid 1 sub c niet van toepassing, omdat dit slechts van toepassing zou zijn op niét soortgelijke diensten, terwijl het in dit geval gaat om diensten die wél soortgelijk zijn, wordt door de rechtbank gepasseerd onder verwijzing naar vaste rechtspraak (HvJEG 9 januari 2003; IER 2003, p. 126 (Davidoff/Golfkid) en HvJEG 23 oktober 2003; IER, p. 53 (Adidas/Fitnessworld)). Dit mag Boels niet baten, aangezien de rechtbank van oordeel is dat "verhuurt bijna alles!" niet kan worden aangemerkt als een bekend merk in de zin van dit artikel. Naar het oordeel van rechtbank heeft Boels "niets aangevoerd met betrekking tot de investeringen die zij doet om bekendheid aan het merk "verhuurt bijna alles!" te geven. Naar het oordeel van de rechtbank is voorts geen sprake van een zodanige bekendheid van het merk "verhuurt bijna alles!" dat dit gelijk zou kunnen worden gesteld met de bekendheid van merken als Heineken, KPN, Philips, ABN Amro of Shell."

Bovendien bestaat er naar het oordeel van de rechtbank geen gevaar dat dat het publiek door de waarneming van de slagzin "verhuurt bijna alles" in het teken van Lemerij een verband zou leggen met het merk van Boels of dat het publiek daardoor een verband tussen de beide ondernemingen zou leggen. De wijze waarop het teken van Lemerij en het merk van Boels worden gepresteerd verschillen daarvoor te veel van elkaar.

Handelsnaaminbreuk. Aan de orde is enerzijds de handelsnaam "Boels verhuurt bijna alles!" en anderzijds de handelsnaam "Lemerij verhuurt bijna alles". De rechtbank overweegt: "In de handelsnamen zijn de "echte" namen Boels en Lemerij de sterke elementen. De pay-off "verhuurt bijna alles!" is hoofdzakelijk beschrijvend en daarmee een zwak element in de handelsnaam van Boels. Een dergelijk zwak element heeft minder beschermingsomvang dan een sterk element.
De wijze waarop de handelsnamen aan het publiek worden gepresenteerd zijn dermate verschillend dat naar het oordeel van de rechtbank bij het publiek geen gevaar voor verwarring bestaat (zie rechtsoverweging 7.). De rechtbank voelt zich in dit oordeel gesterkt door het feit dat Boels niet heeft gesteld dat in de praktijk van verwarring van enige omvang is gebleken." Bovendien voert Lemerij als sinds 1996 de slagzin "verhuurt bijna alles" in Twente, terwijl Boels pas in 2003 actief is geworden in Twente, terwijl "gesteld noch gebleken is dat de handelsnaam "Boels verhuurt bijane alles!" in 1996 in Twente al enige bekendheid genoot."

Onrechtmatige daad. Het beroep van Boels op onrechtmatige daad door "aanhaking" en dreigende verwatering van het "exclusiviteitsimago" van Boels' merk, is volgens de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Hierbij speelt mij dat Lemerij de slagzin "verhuurt bijna alles" al jaren voert en dat deze slagzin, "weinig origineel en tamelijk voor de hand liggend [is] voor verhuurbedrijven zoals Boels en Lemerij."

Ten aanzien van het merk "Boels verhuurt bijna alles!" ten opzichte van "Lemerij verhuurt bijna alles" bestaat volgens de rechtbank geen verwarringsgevaar.

Ten aanzien van het merk "verhuurt bijna alles" stelt de rechtbank voorop dat dit een zuiver beschrijvend merk is en van huis uit nauwelijks enige onderscheidingskracht bezit. Onder overlegging van een onderzoeksrapport heeft Boels evenwel gesteld dat dit merk zoveel aan onderscheidingskracht heeft gewonnen, dat het daardoor alsnog een sterk merk is geworden. De rechtbank is door dit rapport niet overtuigd, omdat het niet volledig is overgelegd, niet duidelijk is wie de auteur is en niet vaststaat dat het om een onafhankelijk onderzoeksbureau. Ook bij dit merk is daarom geen sprake van verwarringsgevaar

Het verweer van Lemerij dat artikel 13 a lid 1 sub c niet van toepassing, omdat dit slechts van toepassing zou zijn op niét soortgelijke diensten, terwijl het in dit geval gaat om diensten die wél soortgelijk zijn, wordt door de rechtbank gepasseerd onder verwijzing naar vaste rechtspraak (HvJEG 9 januari 2003; IER 2003, p. 126 (Davidoff/Golfkid) en HvJEG 23 oktober 2003; IER, p. 53 (Adidas/Fitnessworld)). Dit mag Boels niet baten, aangezien de rechtbank van oordeel is dat "verhuurt bijna alles!" niet kan worden aangemerkt als een bekend merk in de zin van dit artikel. Naar het oordeel van rechtbank heeft Boels "niets aangevoerd met betrekking tot de investeringen die zij doet om bekendheid aan het merk "verhuurt bijna alles!" te geven. Naar het oordeel van de rechtbank is voorts geen sprake van een zodanige bekendheid van het merk "verhuurt bijna alles!" dat dit gelijk zou kunnen worden gesteld met de bekendheid van merken als Heineken, KPN, Philips, ABN Amro of Shell."

Bovendien bestaat er naar het oordeel van de rechtbank geen gevaar dat dat het publiek door de waarneming van de slagzin "verhuurt bijna alles" in het teken van Lemerij een verband zou leggen met het merk van Boels of dat het publiek daardoor een verband tussen de beide ondernemingen zou leggen. De wijze waarop het teken van Lemerij en het merk van Boels worden gepresteerd verschillen daarvoor te veel van elkaar.

Handelsnaaminbreuk. De rechtbank overweegt: "In de handelsnamen zijn de "echte" namen Boels en Lemerij de sterke elementen. De pay-off "verhuurt bijna alles!" is hoofdzakelijk beschrijvend en daarmee een zwak element in de handelsnaam van Boels. Een dergelijk zwak element heeft minder beschermingsomvang dan een sterk element.
De wijze waarop de handelsnamen aan het publiek worden gepresenteerd zijn dermate verschillend dat naar het oordeel van de rechtbank bij het publiek geen gevaar voor verwarring bestaat (zie rechtsoverweging 7.). De rechtbank voelt zich in dit oordeel gesterkt door het feit dat Boels niet heeft gesteld dat in de praktijk van verwarring van enige omvang is gebleken." Bovendien voert Lemerij als sinds 1996 de slagzin "verhuurt bijna alles" in Twente, terwijl Boels pas in 2003 actief is geworden in Twente, terwijl "gesteld noch gebleken is dat de handelsnaam "Boels verhuurt bijna alles!" in 1996 in Twente al enige bekendheid genoot."

Onrechtmatige daad. Het beroep van Boels op onrechtmatige daad door "aanhaking" en dreigende verwatering van het "exclusiviteitsimago" van Boels' merk, is volgens de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Hierbij speelt mij dat Lemerij de slagzin "verhuurt bijna alles" al jaren voert en dat deze slagzin, "weinig origineel en tamelijk voor de hand liggend [is] voor verhuurbedrijven zoals Boels en Lemerij."

Lees het vonnis hier.

IEF 1934

Als een rode lap

Red Bull heeft gisteren in kort geding voor de rechtbank Utrecht betoogd dat de Red Energy-snoepjes van fabrikant Procter & Gamble inbreuk maken op het merkrecht van Red Bull. P & G zou zo profiteren van alle inspanningen die energiedrankenfabrikant Red Bull de afgelopen jaren heeft gedaan om haar merk groot te maken. Volgens advocaat Sven Klos associeert het grote publiek de snoepjes met Red Bull. Red is het belangrijkste woord in dat merk, ‘dat zo sterk is geworden omdat Red Bull altijd keihard optreedt tegen inbreuken op zijn merkrecht’. Lees hier iets meer (Molblog).
IEF 1933

Pizzabodems vaak kanton

Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, 12 april 2006, LJN: AW0392.

Vrij zeldzaam, een IE-uitspraak van de kantonrechter in Sneek. Niettemin weinig spectaculaire auteursrecht-uitspraak over menu-kaarten van een Italiaans restaurant (en nee, geen vervolg op dit eerdere bericht).

A. heeft een illustratie van een Italiaans stadje ontworpen voor de menu-kaarten van restaurant Pizza Express Sebastiano. Het restaurant wordt overgedragen aan B., die vervolgens de illustratie gebruikt voor visitekaartjes, stempelkaartjes, ansichtkaarten etc., zonder hiervoor toestemming te hebben gehad van A. A. stelt dat zijn illustratie hierdoor 'het karakter van een logo heeft gekregen".

B betwist dat A. auteursrechtebbende is en stelt voorts dat hij niet op de hoogte was van het auteursrecht van A. en dus te goeder trouw heeft gehandeld. De kantonrechter is echter van oordeel dat het duidelijk is dat A. auteursrechthebbende is. De vraag die vervolgens voorligt is de vraag of B inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van A.
"Nu B heeft erkend de "illustratie" te hebben gebruikt in diverse reclame uitingen van de pizzeria, en voort vaststaat dat B daarvoor geen toestemming heeft gekregen van A, staat daarmee de inbreuk op het auteursrecht van A vast.

Partijen twisten over het feit of deze inbreuk aan B moet worden toegerekend. A is van mening dat dit het geval is, nu B volgens hem op de hoogte was van de rechten van A en op B voorts een onderzoeksplicht rust ten aanzien van het bestaan van auteursrechten op de "illustratie". B stelt echter te goeder trouw te hebben gehandeld, nu hij door de familie C (van wie B het restaurant heeft overgenomen, red) niet is gewezen op het bestaan van eventuele rechten en enig kenmerk van auteursrecht op het werk ontbreekt, waardoor hij niet heeft stilgestaan bij een eventuele onderzoeksplicht.

Vast staat dat op de "illustratie" geen copyright-notice of andere aanduiding is geplaatst waardoor B bedacht had moeten zijn op rechten van derden. Ondanks dit feit is de kantonrechter van oordeel dat op B in ieder geval een minimale onderzoeksplicht rust en hij de "illustratie" niet zonder meer als logo voor zijn bedrijf heeft mogen gaan gebruiken. B had alvorens de "illustratie" op die wijze te gaan gebruiken zich ervan dienen te vergewissen bij de vorige eigenaar van de pizzeria dat het hem vrijstond dit te doen.

Daaraan doet niet af de stelling van B dat hij door de familie C niet op de hoogte is gesteld van de rechten van A, welke stelling overigens door A uitdrukkelijk en gemotiveerd wordt betwist.

Nu B niet heeft voldaan aan de gestelde onderzoeksplicht, is de inbreuk op het auteursrecht hem toe te rekenen, en is hij aansprakelijk voor de door A als gevolg van die inbreuk geleden schade."

Leeshet vonnis hier.
IEF 1933

Pizzabodems vaak kanton

Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, 12 april 2006, LJN: AW0392.

Vrij zeldzaam, een IE-uitspraak van de kantonrechter in Sneek. Niettemin weinig spectaculaire auteursrecht-uitspraak over menu-kaarten van een Italiaans restaurant (en nee, geen vervolg op dit eerdere bericht).

A. heeft een illustratie van een Italiaans stadje ontworpen voor de menu-kaarten van restaurant Pizza Express Sebastiano. Het restaurant wordt overgedragen aan B., die vervolgens de illustratie gebruikt voor visitekaartjes, stempelkaartjes, ansichtkaarten etc., zonder hiervoor toestemming te hebben gehad van A. A. stelt dat zijn illustratie hierdoor 'het karakter van een logo heeft gekregen".

B betwist dat A. auteursrechtebbende is en stelt voorts dat hij niet op de hoogte was van het auteursrecht van A. en dus te goeder trouw heeft gehandeld. De kantonrechter is echter van oordeel dat het duidelijk is dat A. auteursrechthebbende is. De vraag die vervolgens voorligt is de vraag of B inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van A.
"Nu B heeft erkend de "illustratie" te hebben gebruikt in diverse reclame uitingen van de pizzeria, en voort vaststaat dat B daarvoor geen toestemming heeft gekregen van A, staat daarmee de inbreuk op het auteursrecht van A vast.

Partijen twisten over het feit of deze inbreuk aan B moet worden toegerekend. A is van mening dat dit het geval is, nu B volgens hem op de hoogte was van de rechten van A en op B voorts een onderzoeksplicht rust ten aanzien van het bestaan van auteursrechten op de "illustratie". B stelt echter te goeder trouw te hebben gehandeld, nu hij door de familie C (van wie B het restaurant heeft overgenomen, red) niet is gewezen op het bestaan van eventuele rechten en enig kenmerk van auteursrecht op het werk ontbreekt, waardoor hij niet heeft stilgestaan bij een eventuele onderzoeksplicht.

Vast staat dat op de "illustratie" geen copyright-notice of andere aanduiding is geplaatst waardoor B bedacht had moeten zijn op rechten van derden. Ondanks dit feit is de kantonrechter van oordeel dat op B in ieder geval een minimale onderzoeksplicht rust en hij de "illustratie" niet zonder meer als logo voor zijn bedrijf heeft mogen gaan gebruiken. B had alvorens de "illustratie" op die wijze te gaan gebruiken zich ervan dienen te vergewissen bij de vorige eigenaar van de pizzeria dat het hem vrijstond dit te doen.

Daaraan doet niet af de stelling van B dat hij door de familie C niet op de hoogte is gesteld van de rechten van A, welke stelling overigens door A uitdrukkelijk en gemotiveerd wordt betwist.

Nu B niet heeft voldaan aan de gestelde onderzoeksplicht, is de inbreuk op het auteursrecht hem toe te rekenen, en is hij aansprakelijk voor de door A als gevolg van die inbreuk geleden schade."

Leeshet vonnis hier.
IEF 1932

Meest tenenkrommende

"Spunk heeft de Blauwe Plank uitgereikt aan het Amsterdamse reclamebureau Combat. De Blauwe Plank is de prijs voor de meest tenenkrommende jongerencampagne. Spunk let niet op effectiviteit, maar vooral op veronderstellingen over jongeren en de creatieve uitvoering. In opdracht van NVPI, de brancheorganisatie van de entertainmentindustrie, maakte Combat de campagne BIG: Ban Illegale Games en software. De campagne richt zich tegen jongeren die illegaal games en software downloaden en kopiëren." Lees hier meer.

IEF 1931

Las Vegas aan de Hofvijver

Kamerstuk 24557, nr. 69, Tweede Kamer. Verslag van een algemeen overleg tussen de vaste commissie voor Justitie met de Minister van justitie en Staatssecretaris van Financiën, 23 maart 2006 naar aanleiding van schriftelijke vragen en brieven m.b.t het Nederlandse kansspelbeleid.

“De heer De Wit (SP) heeft de indruk dat er sinds de invoering van de Gedrags- en reclamecode kansspelen per 1 januari 2006 niets is veranderd ten opzichte van de situatie daarvoor.”

Het verslag bevat kritische kanttekeningen bij de rechtvaardiging voor het restrictieve kansspelbeleid in Nederland. In dit verband wordt gewezen op de uitspraak van de rechtbank in Breda van 2 december 2005. In deze uitspraak oordeelde de rechter dat de Minister van Justitie en de Minister van Economische Zaken moeten aantonen dat er samenhang en stelselmatigheid bestaat in het overheidshandelen aangaande de regulering van speelcasino's. In het geval dit niet kan worden aangetoond, is de rechtbank van oordeel dat de rechtvaardiging voor het monopolie van Holland Casino ontbreekt. Voorts wordt gewezen op uitlatingen van een Eurocommissaris, die had betoogd dat het Nederlandse kansspelbeleid niet voldoet aan de criteria om het te rechtvaardigen als een zaak van nationaal belang.

In reactie hierop meldt de Minister: "dat hem nog geen officiële berichten hebben bereikt dat de Europese Commissie een inbreukprocedure tegen het Nederlandse kansspelbeleid wil starten. Het is hem wel bekend, dat de Europese Commissie van mening is dat Nederland ofwel de kansspelen moet verbieden, ofwel buitenlandse bedrijven gelijke kansen moet bieden. Daarmee miskent de Europese Commissie dat het Nederlandse beleid veel restrictiever is dan alleen het hebben van een gereguleerde markt."

In beginsel is het monopoliseren van een beperkt aanbod het uitgangspunt om te voorkomen dat speelzucht wordt uitgebaat. Daarnaast speelt het belang dat er sprake moet zijn van een zodanig aanbod van kansspelen dat het illegale aanbod van de markt wordt gedrukt. Het antwoord van de Minister komt erop neer dat hij geen aanleiding ziet het huidige beleid aan te passen, dat zou slechts voeding geven aan het beeld dat het beleid tot nu toe niet restrictief genoeg is geweest.

Voorts worden er vragen gesteld over de vestiging van een groot casino en vermaakcentrum te Maastricht. De Minister antwoordt dat dit niet tegengehouden kan worden. "Of er een nieuwe vestiging kan komen op een locatie waar zich ook een zalencomplex met hotel bevindt, is een zaak van ruimtelijke ordening, want daar gaat de WOK niet over. Pas als op de nieuwe locatie sprake zou zijn van een disproportionele uitbreiding die verder gaat dan bedrijfseconomisch nodig is, of als de nieuwe vestiging een beeld zou oproepen van een Las Vegas aan de Maas, (…) zal hij zich genoodzaakt zien in te grijpen."

De Staatssecretaris wordt gevraagd nadrukkelijk afstand te nemen van het ("spionage")onderzoek van de Staatsloterij naar de directie van de Nationale Postcodeloterij. De Staatssecretaris antwoordt dat het onderzoek (inderdaad) niet door de beugel kan.

Tot slot stellen diverse commissieleden belangrijke vragen met betrekking tot de handhaving van de Gedrags- en Reclamecode. Bij de Minister wordt er op aangedrongen om zijn eerdere toezeggingen na te komen en te bewerkstelligen dat het Openbaar Ministerie tot vervolging overgaat. Ook is niet duidelijk wanneer de nieuwe Wet op de Kansspelen naar de Kamer wordt gestuurd. Een antwoord van de Minister laat (helaas) op zich wachten. Het overleg wordt afgebroken en op een nader te bepalen moment voortgezet.

IEF 1930

Eerst even voor jezelf lezen

- Sector kanton Rechtbank Leeuwarden, 12 april 2006, LJN: AW0392. "Inbreuk op auteursrecht. Grafisch vormgever verzorgt illustratie op menukaart pizzeria. Na verkoop pizzeria aan een derde gebruikt deze derde de illustratie op diverse andere documenten. Verbod op verder gebruik van de illustratie en toewijzing schadevergoeding." Lees het vonnis hier.

- Rechtbank Almelo, 5 april 2006, LJN: AW1835. Pierre Boels B.V.tegen Lemerij B.V. "Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Auteursrecht. Benelux Merkenwet. Handelsnaamwet. De vraag of het merk “verhuurt bijna alles” bescherming geniet als merk en/of als handelsnaam." Lees het vonnis hier.

- Rechtbank Amsterdam, 13 april 2004,  LJN: AW1843 (De ´Trix-tapes´). "Vordering van de vrouw tegen haar echtgenoot om hem te verbieden informatie ontleend aan een heimelijk opgenomen gesprek openbaar te maken wordt toegewezen. De vordering om de band waarop dit gesprek staat af te geven, wordt voorwaardelijk toegewezen. Alle overige vorderingen, ook de vorderingen die door de man in reconventie zijn ingesteld, worden afgewezen." Lees het vonnis hier.

IEF 1929

Sleutelbericht

Adformatie.nl bericht dat “Sleutelfabrikant Lips uit Dordrecht voelt zich in goede eer en naam aangetast door de ‘onjuiste en misleidende reclame-uitingen’ die concurrent M&C Protect uit Wehl over de slagsleutelmethode doet. Die vindt dat zijn eigen cilindersloten een betere beveiliging bieden dan die van Lips, omdat daarvan 95 procent niet tegen de slagsleutelmethode van het inbrekersgilde bestand zou zijn. Lips bestrijdt dit en stapte gisteren naar de kort gedingrechter in Zutphen om een rectificatie te eisen. De uitspraak is op 3 mei.” Lees hier meer.

IEF 1928

Goede Vrijdagmiddagberichten

- Nieuwe ronde, nieuwe kansen voor .eu-domeinnaam belangstellenden. EURid zal in juni de duizenden domeinnamen waarvan de eerste aanvrage geweigerd is, opnieuw ter beschikking stellen aan het publiek. Lees hier meer.

- Om bij .eu-domeinnamen te blijven: het EURid heeft zich inmiddels ook uitgelaten over verloting van de vele 'generieke' domeinnamen in de Sunrise I-periode, gebaseerd op merken die vaak via de weg van de Benelux spoedregistratie zijn aangevraagd. Zie hier. Zie hier ook eerder bericht.

- Stichting Brein heeft opnieuw de Nederlandse Bittorrent-site Torrentit.com uit de lucht gehaald. De maker hangt een schadeclaim boven het hoofd. Lees hier meer.

- O.a. Nu.nl bericht dat zoekmachine Google de betaalde link van Unicef naar een campagne tegen het Nederlandse vreemdelingenbeleid heeft verwijderd. Wie het trefwoord Verdonk intikte kwam op de link, maar de advertentie is niet in lijn met het beleid van Google, liet het bedrijf woensdag weten. "In de gesponsorde links mag niet geadverteerd worden op individuele namen", aldus een verklaring van Google. Zie hier.

- Lees meer over het Salamonsoordeel van gisteren, talpaanse begrippen, palindromen en andere taalkundige vondsten in marketing, media en de reclamewereld op de weblog van het Genootschap Nomen est Omen hier.

IEF 1928

Goede Vrijdagmiddagberichten

- Nieuwe ronde, nieuwe kansen voor .eu-domeinnaam belangstellenden. EURid zal in juni de duizenden domeinnamen waarvan de eerste aanvrage geweigerd is, opnieuw ter beschikking stellen aan het publiek. Lees hier meer.

- Om bij .eu-domeinnamen te blijven: het EURid heeft zich inmiddels ook uitgelaten over verloting van de vele 'generieke' domeinnamen in de Sunrise I-periode, gebaseerd op merken die vaak via de weg van de Benelux spoedregistratie zijn aangevraagd. Zie hier. Zie hier ook eerder bericht.

- Stichting Brein heeft opnieuw de Nederlandse Bittorrent-site Torrentit.com uit de lucht gehaald. De maker hangt een schadeclaim boven het hoofd. Lees hier meer.

- O.a. Nu.nl bericht dat zoekmachine Google de betaalde link van Unicef naar een campagne tegen het Nederlandse vreemdelingenbeleid heeft verwijderd. Wie het trefwoord Verdonk intikte kwam op de link, maar de advertentie is niet in lijn met het beleid van Google, liet het bedrijf woensdag weten. "In de gesponsorde links mag niet geadverteerd worden op individuele namen", aldus een verklaring van Google. Zie hier.

- Lees meer over het Salamonsoordeel van gisteren, talpaanse begrippen, palindromen en andere taalkundige vondsten in marketing, media en de reclamewereld op de weblog van het Genootschap Nomen est Omen hier.