IEF 22220
3 september 2024
Uitspraak

‘2e bril cadeau’ en 'stapelkorting' reclames in strijd met de NRC

 
IEF 22219
2 september 2024
Uitspraak

Prejudiciële vragen merkenrecht: is een verkeerd vermeld oprichtingsjaar misleidend?

 
IEF 22218
2 september 2024
Artikel

Openbare raadpleging over ambachtelijke en industriële geografische aanduidingen

 
IEF 1435

Even wachten (4)

Vonnis in de eerder hier aangestipte New York Pizza-zaak. Advocaat Evert van Gelderen levert het middels het corporate weblog van De Gier & Stam Advocaten (Utrecht): vonnis en samenvatting hier.

“(…) Vooralsnog kan echter niet worden aangenomen dat het merk op die grond geldigheid mist. De combinatie van New York met Pizza is immers niet een geografische aanduiding van de plaats van herkomst. Aannemelijk is dat het Nederlandse publiek bij deze benaming niet zal denken aan New York als de plaats van herkomst van het product, maar aan de onderneming waar het product vandaan komt, namelijk de New York Pizza keten. Daarbij is van belang dat mag worden aangenomen, zoals onder meer naar voren komt uit de overgelegde publicaties van de Consumentenbond en uit het boek Coolbrands, dat “New York Pizza” een bekend merk is bij het Nederlandse publiek.”

“(..) Anders dan bijvoorbeeld de pizza Hawaii, die altijd als ingrediënt ananas bevat, staat de Pizza New York niet bekend als een pizza volgens een bepaald recept. De pizza met de naam New York van New York Pizza heeft ook geheel andere ingrediënten dan de New York Pizza van Dr. Oetker. De benaming “Pizza New York” of “New York Pizza” kan dan ook niet worden aangemerkt als een gebruikelijke (beschrijvende) aanduiding voor een bepaald soort pizza, met bepaalde ingrediënten. Dr. Oetker had dan ook voor een andere naam kunnen kiezen dan nu juist de merkenrechteljk beschermde naam “New York Pizza”. Ook de omstandigheid dat andere bedrijven pizza’s aanbieden met de naam New York maakt deze niet tot een algemene benaming, nog daargelaten dat niet duidelijk is hoe lang en sinds wanneer zij deze naam in gebruik hebben. De conclusie uit het voorgaande luidt voorshands dat “New York Pizza” een merk is in de zin van de Eenvormige Beneluxwet op de merken (BMW), te weten een benaming die dient ter onderscheiding van waren (in dit geval pizza’s) van een onderneming.”

“(…)Anders dan Dr. Oetker heeft betoogd, acht de voorzieningenrechter de aanduiding “Pizza New York” gelijk aan het merk “New York Pizza”, nu alle bestanddelen daarin (de drie woorden) gelijkluidend zijn en daaraan niets is toegevoegd. Het feit dat de woordvolgorde niet hetzelfde is doet daaraan niet af, nu dit verschil dermate onbeduidend is dat dit aan de aandacht van de gemiddelde consument kan ontsnappen. Dit betekent dat Dr. Oetker door het gebruik van de aanduiding “Pizza New York” voor pizza’s, in beginsel inbreuk maakt op het merk “New York Pizza”. De enkele omstandigheid dat op de pizzaverpakkingen van dr. Oetker tevens “Dr, Oetker” en “Big Americans” staat, zodat de consument kan weten wat de herkomst van het product is, ontneemt aan de nogal prominente vermelding van de term “Pizza New York” niet het inbreuk makende karakter.”

“(…) Niet in geschil is dat New York Pizza geen exclusieve (intellectuele eigendoms-) rechten heeft op de benamingen “BBQ Chicken” en “Hot Texas”, noch op de recepten voor de desbetreffende pizza’s. Dat Dr. Oetker niettemin onrechtmatig jegens New York Pizza zou handelen door pizza’s onder die of soortgelijke namen en met soortgelijke ingrediënten als die van New York Pizza op de markt te brengen, kan niet worden gevolgd. Het staat Dr. Oetker immers vrij om pizza’s met een bepaalde receptuur op de markt te brengen, ook als dat een nabootsing zou zijn van een reeds bestaande pizza. Ook kan niet worden aangenomen dat Dr. Oetker door namen te hanteren die enigszins lijken op de namen van pizza’s van New York Pizza, onrechtmatig profiteert van enlof parasiteert op de reputatie en naamsbekendheid van New York Pizza. De omstandigheid dat Dr. Oetker, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, inbreuk heeft gemaakt op het merk New York Pizza is onvoldoende om op dit punt tot een andere slotsom te komen, De vordering onder II van het petitum zoals vermeld in de dagvaarding zal daarom worden afgewezen.”:

“(…)New York Pizza heeft terecht aangevoerd dat zij met de mededelingen in het persbericht met name haar mening heeft weergegeven. Het oordeel van Dr. Oetker dat New York Pizza een lichtvaardige beschuldiging heeft geuit die juridisch kant noch wal raakt en daarom moet worden gerectificeerd, deelt de voorzieningenrechter niet. Alleen als sprake zou zijn van emstige beschuldigingen die geen steun vinden in de daaraan ten grondslag gelegde feiten, althans van onnodig grievende mededelingen aan het adres van Dr. Oetker, zou mogelijk aanleiding bestaan om de vrijheid van meningsuiting van New York Pizza aan te tasten en haar te gelasten tot het plaatsen van een rectificatie. Dat is hier echter niet aan de orde. Deze vordering van Dr, Oetker zal dan ook worden afgewezen.”

IEF 1434

Tewerkstelling van gezinsleden

Niet-dossierstuk buza050423, 2e Kamer, 3 januari 2006. Brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake drie verdragen, o.a inzake tewerkstelling gezinsleden.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen moge ik u hierbij het volgende ter kennis brengen: De op 6 april 2005 te Den Haag  totstandgekomen notawisseling houdende een Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Octrooiorganisatie inzake de tewerkstelling van gezinsleden (Trb. 2005, 185).

(O.a: 1. The following persons shall be authorised to engage in gainful employment in the Netherlands:
a) the spouse of an employee of the Office or a registered partner of an employee of the Office;
b) children under the age of 18 of an employee of the Office;
c) children between 18 and 27 years of age of an employee, provided that they formed part of his or her household prior to their first entry into the Netherlands and still form part of this household, and that they are:
(i) unmarried,
(ii) financially dependent on the employee concerned, and
(iii) receiving an education in the Netherland)

Ingevolge artikel 7, onderdeel a, van genoemde Rijkswet behoeft dit verdrag niet de goedkeuring van de Staten-Generaal. De minister van Buitenlandse Zaken, B.R. Bot

IEF 1433

Als bedoeld in de Auteurswet

Kamerstuk 30300 VI, nr. 103, 2e Kamer, 3 januari 2006. Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2006; Gewijzigde motie over vrijstelling van leenrecht voor kleine niet-openbare bibliotheken.

 “De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat een groot aantal kleinere bibliotheken die zich richten op een specifieke doelgroep in hun bestaan worden bedreigd door de vordering van leenrechtvergoedingen, die bovendien met terugwerkende kracht plaatsvindt; overwegende, dat deze bibliotheken hierdoor onevenredig zwaar worden getroffen, mede omdat zij werken met vrijwilligers en zij veelal niet gesubsidieerd worden; overwegende, dat dergelijke vrijwillige initiatieven met het oog op het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid in de samenleving en het beleid van leesbevordering juist ondersteuning verdienen; verzoekt de regering te bevorderen dat hiervoor een oplossing wordt gevonden: – door te beoordelen of er werkelijk sprake is van publiek toegankelijke instellingen als bedoeld in de Auteurswet; – door bijvoorbeeld het schrappen van terugwerkende kracht en/of, indien er sprake is van publiek toegankelijke instellingen, het bevorderen van een gelijkwaardige toegang tot subsidiemogelijkheden in vergelijking met reguliere (openbare) bibliotheken, en gaat over tot de orde van de dag. Van der Staaij Rouvoet Van Haersma Buma.”

IEF 1432

Voorshands niet onder het bereik (2)

Gerechtshof Arnhem, 3 januari 2006, rolnummer 2005/1110 KG. Farmaceuten tegen Zorgverzekeraars (Menzis). Hof bekracht dit vonnis van de Rechtbank Arnhem.

O.a: “Wat de door Astrazeneca c.s. gestelde strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid betreft, is het hof voorshands van oordeel dat de beweerdelijk geschonden norm, te weten dat artsen niet in hun voorschrijfbeleid moeten worden beïnvloed door financiële stimulansen, evenmin beoogt het belang van Astrazeneca c.s. bij behoud of vergroting van de afzet van haar producten te beschermen. Bedoelde norm strekt ter bescherming van de professionele verantwoordelijkheid van de arts en ter bescherming van het individuele patiëntenbelang.

Dit brengt mee dat Astrazeneca c.s. zich ook niet kunnen beroepen op de gestelde schending van deze norm door zorgverzekeraar Menzis. Ten aanzien van de stelling van Astrazeneca c.s. dat Menzis ook in strijd handelt met de algemene zorgvuldigheidsnorm dat zij niet zo maar een ander schade mag toebrengen als zij van die schade op de hoogte is, overweegt het hof het volgende. Menzis tracht met de module rationeel voorschrijven te bewerkstelligen dat van de cholesterolverlagers en de maagzuurremmers, zo vaak als dat verantwoord mogelijk is, het goedkoopste geneesmiddel wordt voorgeschreven.

Aldus streeft Menzis naar een normale werking van de markt, waar, bij onderling vergelijkbare geneesmiddelen, gekozen wordt voor het goedkoopste product in plaats van voor dure middelen. Als Astrazeneca c.s. daardoor marktaandeel verliezen, is dit niet door het doelbewust toebrengen van schade door Menzis, maar door de werking van de markt." Lees het arrest hier.

IEF 1431

Symposium Zeist

Het programma van het jaarlijkse Aippi symposium dat dit jaar plaats zal vinden op 7 maart 2006 is inmiddels vrijgegeven en hier te vinden. In de ochtend zullen 3 presentaties gegeven worden: Octrooien en strategisch IPR management (Mr. Severin de Wit), Het nieuwe IE-procesrecht n.a.v. de Handehavingsrichtlijn (Mr. W. Tonkens-Gerkema), Scope of protection of trade marks in Europe (Sir Hugh Laddie). Naar goed gebruik is de middag gereserveerd voor 3 parallelle debatten:

Debat 1: Duikbootoctrooien, hoe diep mag de duikboot gaan? – voorzitter: Prof. Mr. Willem Hoyng, panelleden: Ir. Leo Jessen en Dr. Jeroen den Hartog. (Zou het hier over gaan?).

Debat 2: Handhaven maar!, een casus onder het nieuwe IE-procesrecht – voorzitter: Prof. Mr. Charles Gielen, panelleden/pleiters: Mr. Richard Ebbink en Mr. Wouter Pors.

Debat 3: Cumulatie van beschermingsregimes van modellen: teveel van het goede? – voorzitter: Prof Mr. Dirk Visser, panelleden: Mr. Tobias Cohen Jehoram en Mr. Wolter Wefers Bettink.

IEF 1430

Ondertussen in Friesland

De domeinnaam www.ednijpels.nl lijkt te zijn gekaapt door de Friese nationalistische actiegroep 'Stifting Fryske Aksje'. De organisatie zou dit hebben gedaan uit protest tegen het feit dat de commissaris van de koningin in Friesland na zes jaar nog geen Fries spreekt.

De actiegroep stelt voor teruggave van de gegijzelde domeinnaam heeft een opmerkelijke eis: “Nijpels kan zijn domeinnaam terugkrijgen als hij een keer een Statenvergadering in het Fries leidt. Nijpels is een uitstekende commissaris van de koningin, maar het is natuurlijk belachelijk dat een vertegenwoordiger van een tweetalige provincie maar één van die twee talen machtig is.” Krekt lykas mei de Kameleonfilm is ek dit wer in aksje mei in knypeach. Lees hier of hier meer.

IEF 1429

Hartstikke gezond

Het valt allemaal wel mee, althans het gaat de goede kant op. John de Mol in de kerstspecial van Elsevier: “Ik ben in de muziek gestapt toen iedereen riep dat er in die industrie geen cent meer te verdienen was wegens het illegaal kopiëren en downloaden. Maar over twee, drie jaar is de muziekindustrie weer hartstikke gezond. Dat komt door wetgeving en de techniek. Nu kost een liedje illegaal downloaden 99 cent, straks 35 cent. Dan loont illegaal downloaden niet meer.” (Elsevier 2005, nr. 50/51)

IEF 1428

De Verdeelsleutel

Zo te zien heeft de Stichting de Thuiskopie een nieuwe website, inclusief alle formulieren en documenten, van opgaveformulieren tot voorwaarden vrijstelling audiovisuele productiebedrijven, marktonderzoeken vacatures voor de adviescommissie van het ThuisKopie Fonds (1 audio- en 1 videolid), het incasso-overzicht en de verdeelsleutel. Lees hier alles.

IEF 1427

Kunst, omdat het mag

Voor veel uitgevers, (muziek)producenten, drukkers van ansichtkaarten en andere verveelvoudigers is de 1ste januari een vrolijke dag, voor veel erven en nabestaanden niet. Werk van kunstenaars en andere makers die in 1935 overleden, is in Nederland en andere '70-jaren landen' sinds gisteren niet langer auteursrechtelijk beschermd.

Kazimir Malevitsj (1878 -1935). Suprematisme (wit kruis). Olie op doek, 88 x 68,5 cm. Collectie Stedelijk Museum Amsterdam. Meer Malevitsj hier. Andere bekende doden uit 1935 o.a. hier en hier.

IEF 1426

Koffietijd /Vrijdagmiddagbericht

Na eerder succes in Rusland wint koffiegigant Starbucks nu ook een zaak tegen een Chinese inbreukmaker. De Chinese keten Xingbake is door de rechtbank verboden een logo te gebruiken dat sprekend lijkt op dat van Starbucks. Bovendien werd het bedrijf veroordeeld tot een schadevergoeding van een 57.000 euro. Naast het logo dat nagenoeg identiek was, klinkt Xingbake hetzelfde als de Chinese uitspraak van Starbucks: 'Xing' betekent ster, terwijl 'bake' ongeveer klinkt als 'bucks'. Zie iets meer hier.