IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 22222
4 september 2024
Artikel

Nieuw op IE-C.nl: inleidend commentaar op AI Act

 
IEF 22221
4 september 2024
Artikel

Uitspraak in AGA Rangemasters v UK Innovations

 
IEF 761

voor oppositie opengesteld

Goed nieuws: Het BMB heeft besloten om alle overblijvende klassen (1, 3-5, 7, 9, 10-12, 14, 16, 18, 22-26 en 28-45) versneld en wel per  1 januari 2006 voor oppositie open te stellen (voor depots verricht na deze datum). Kennelijk heeft de oppositie toch niet zo'n grote weerslag gehad op de werkdruk als van te voren gedacht. Misschien dat de kosten van de oppositie hier debet aan zijn, maar het aantal gepubliceerde uitspraken is in ieder geval gering. Lees hier de mededeling van het BMB.

IEF 760

buitensporig veel reclame

De Staatcourant bericht dat commerciële omroepen stelselmatig de reclameregels overtreden. Volgens 'verantwoordelijk commissaris' Brakman van het CvdM wordt  'De kijker overspoeld met reclame.' Vooral speelfilms blijken te vaak door reclameblokken onderbroken te worden. Om deze ontwikkeling een halt toe te roepen gaat het commissariaat intensiever controleren.

Hoewel de webstite van het CvdM zelf er nog geen melding van maakt, worden volgens het bericht de tv-zenders Net 5, Veronica en Yorin beboet met ruim een kwart miljoen euro 'voor het uitzenden van 'buitensporig veel reclame'. Net 5 krijgt een boete van 121 duizend euro Veronica  81 duizend euro en  Yorin ruim een halve ton. Begin september volgen nog hoorzittingen met de beklaagden, waarna de sancties definitief worden vastgesteld. De overtredingen zijn vastgesteld tijdens een steekproef in april.

IEF 759

U heeft gewonnen! Maar wat?

Persbericht Consumentenbond: "De Reclame Code Commissie heeft geoordeeld dat de BankGiro Loterij mensen ten onrechte winnaar van een prijs heeft genoemd. De reclamefolder van 22 juni 2005 wekt de onjuiste indruk dat de ontvanger uitverkoren is voor een prijs.

De Consumentenbond had daarom een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie. De Reclame Code Commissie heeft daarop uitgesproken dat de uiting in strijd is met de Reclame Code en dat ten onrechte de indruk wordt gewekt dat mensen “uitverkoren” zijn. De bond is blij met deze uitspraak." 

Het is te hopen dat er nog een bodemprocedure volgt. Met cassatie, zodat de Hoge Raad de mogelijkheid wordt geboden om in een gedenkwaardig arrest te oordelen dat het wekken van de indruk dat mensen “uitverkoren” zijn altijd en in alle omstandigheden onrechtmatig is.

De Reclame Code Commissie heeft geoordeeld dat de BankGiro Loterij mensen ten onrechte winnaar van een prijs heeft genoemd. De reclamefolder van 22 juni 2005 wekt de onjuiste indruk dat de ontvanger uitverkoren is voor een prijs. De Consumentenbond had daarom een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie.

De folder: “Van harte gefeliciteerd. U heeft gewonnen! Maar wat? Kijk snel op internet!” Aldus de reclame van de BankGiro Loterij, waarin de ontvanger wordt aangespoord zijn persoonlijke kluiscode te activeren teneinde “direct een prijs te winnen en tevens kans te maken op één van de vijf Fords Focus, de hoofdprijs van anderhalf miljoen en alle andere fantastische prijzen!”

Wie dat deed, ontdekte dat hij eerst een aantal loten moest kopen om een kans op een prijs te maken en om in aanmerking te komen voor…… een gratis autowasbeurt. Die wasbeurt kreeg iedereen die extra loten kocht en mag van de Reclame Code Commissie dan ook helemaal geen prijs worden genoemd.

Klachten
De Consumentenbond diende de klacht in nadat er vragen en klachten van leden waren gekomen. De Reclame Code Commissie heeft daarop uitgesproken dat de uiting in strijd is met de Reclame Code en dat ten onrechte de indruk wordt gewekt dat mensen “uitverkoren” zijn. De bond is blij met deze uitspraak.

Het is overigens niet de eerste keer dat een actie van een loterij irritatie opwekt door de manier van (mis)communiceren. De Consumentenbond gaat de BankGiro Loterij middels een brief verzoeken om in toekomstige mailings in heldere en eerlijke taal te vertellen wat een actie inhoudt en wat de consequentie van meedoen is.

Lees persbericht ook hier.

IEF 758

Otto verzandt

Een waarschuwing uit het oosten: altijd goed je Praktiker-arrest lezen en zorgvuldig je merk deponeren en gebruiken (of natuurlijk opnieuw deponeren). OTTO is alvast een hoop Duitse merken kwijt. "Daß ein Versandhandelsunternehmen, das für eine Vielzahl von Waren eingetragene Wort- und Wort-/Bildmarken, die das Unternehmenskennzeichen – im Streitfall: „OTTO“ - enthalten, lediglich auf Katalogen und Versandtaschen, nicht aber auf der Ware selbst anbringt, diese damit nicht in einer für den Erhalt der Marke maßgeblichen Weise benutzt.

Der Verkehr sieht in solchen Fällen in der Bezeichnung „OTTO“ oder „OTTO-VERSAND“ lediglich einen Hinweis auf das Versandhandelsunternehmen, nicht dagegen auch eine Bezeichnung der jeweils vertriebenen Ware als „OTTO-Ware“. Mitteilung der Pressestelle

IEF 757

De ander zijn brood

Het ANP bericht dat bij de Rechtbank Breda gisteren een kort geding heeft gediend in een curieuze reclamezaak tussen het Bisdom Breda en de Gilzense uitvaartondernemer Leo van der Velden. De doodgraver plaatste op 13 april een advertentie in een weekblad waarin hij de prijs van de door hem verzorgde uitvaartdienst vergeleek met het tarief dat parochies in rekening zouden brengen voor een uitvaartmis. Het Bisdom eist nu een rectificatie omdat, in de woorden van de advocaat, de ondernemer appels met peren zou verlijken en dus misleidende reclame maakt. Bovendien zouden de parochies ook geen vaste prijzen hanteren.

Volgens de advocaat van de uitvaartondernemer heeft zijn cliënt het publiek gewoon goed willen voorlichten en heeft het bisdom bovendien tot nu toe op geen enkele manier  waargemaakt dat het in de advertentie genoemde bedrag onjuist is. Voorzover relevant zou  het ook tegen de regels van de kerk zijn om geld te vragen voor een uitvaartmis. Wie het vonnis in handen krijgt, mag het vanzelfsprekend meteen mailen.

IEF 756

Langs Vlaamse wegen (3)

Het bestrijden van plagiaat is populair in Belgie, maar niet voorbehouden aan de Belgen zelf. Na Madonna en Vangelis (zie eerder bericht), wordt nu de Vlaamse zanger Helmut Lotti beschuldigd van plagiaat. De Zuid-Afrikaanse platenfirma Gallo Music beticht Lotti van het gebruik van drie composities, Qongqothwane, Tula tula en Jikela emaweni hamba, van Zuid-Afrikaanse artiesten voor zijn cd 'Out of Africa. 

Volgens Lotti's manager zou het echter gaan om ,,traditionele volksliederen. Maar in Zuid-Amerika heb je ook uitgeverijen die die traditionals hebben bewerkt en ze dan in hun portefeuille hebben gestopt. Dat noem ik pas stelen van het publieke domein.'' Of er ook bezwaar is gemaakt tegen de titel van de CD is niet bekend. Lees meer in de Standaard.

IEF 755

Big brother copycat uitgeschakeld

Het Kroatische Nova TV heeft door gebruik te maken van de naam en format van 'Big Brother' inbreuk gemaakt op de auteursrechten van Endemol, zo bepaalde de Kroatische rechtbank gisteren. Nova TV gebruikte de naam en format van Big Brother in 2003 voor een 'daily reality show', zonder dat zij hiervoor toestemming had van Endemol. Een jaar later was de gelicenseerde versie van Big Brother, uitgezonden door RTL Kroatië, daar een grote hit.

Wim Hoen, Endemol’s Intellectual Property rights manager: “We are regularly confronted with parties who want to take advantage of the success of our formats. Especially in Central Europe there are many copycats. It’s crucial that we deal with such matters. Our victory in the Croatia lawsuit gives us confidence for possible other cases in the future.” Lees hier het bericht.

IEF 754

Spinnenweb mag blijven

Rechtbank 's-Gravenhage, 13 juli 2005, zaaknr. 226001, Diamed AG c.s. tegen Sanquin Bloedvoorziening c.s. (Met dank aan Wouter Pors, Bird & Bird)

Na haar uitspraak in de zaak Stork/CFS Bakel van 19 januari 2005 (IER 2005, 40) heeft de Rechtbank Den Haag opnieuw een belangwekkende uitspraak gedaan inzake grensoverschrijdende bevoegdheid in octrooizaken. Dit keer in een vonnis van 13 juli 2005 in de zaak Diamed/Sanquin Bloedvoorziening c.s.(rolnummer 04/2567). In deze zaak is aan de orde of de vijf gedaagden (Sanquin Bloedverziening c.s.) inbreuk maken op het Europese octrooi van Stiftung Für Diagnostische Forschung. In reconventie vorderen Sanquin c.s. de vernietiging van het Nederlandse deel van het octrooi. Sanquin Bloedvoorziening is gevestigd in Nederland. De overige vier vermeende inbreukmakers zijn alle gevestigd in andere EG-landen (Zweden, Italië, Spanje en Duitsland).

Ten aanzien van de Nederlandse gedaagde Sanquin Bloedvoorziening heeft de rechtbank, gelet op artikel 22 lid 4 EEX-verordening, en onder verwijzing naar haar uitspraak inzake Stork/CFS, in de hoofdzaak haar definitieve beslissing over grensoverschrijdende bevoegheid aangehouden tot het Europese Hof uitspraak heeft gedaan in de zaak GAT/LuK (C-4/03). Sinds de conclusie van conclusie van Advocaat-Generaal Geelhoed in GAT/LuK is onduidelijk of de ruimhartige Nederlandse cross border-praktijk Europeesrechtelijk door de beugel kan.

Ten aanzien van de provisionele vordering zag de rechtbank in artikel 22 lid 4 EEX-verordening geen beletsel voor grensoverschrijdende bevoegdheid, omdat zij hierbij "geen (definitief) oordeel hoeft te vellen over het geldigheidsverweer, maar slechts een inschatting maken hoe de desbetreffende buitenlandse rechter daarover in voorkomend geval zal oordelen."

Ten aanzien van de buitenlandse gedaagden sub 2 t/m 5 oordeelt de rechter dat zij jegens deze gedaagden bevoegd is op basis van artikel 5 lid 3 EEX/EVEX/EEX-verordening, maar dat dit artikel volgens vaste rechtspraak geen grensoverschrijdende bevoegdheid schept. Bevoegdheid op basis van artikel 2 EEX/EVEX/EEX-verordening kan volgens de rechtbank alleen gegrond worden op de plaats van de statutaire zetel van de rechtspersoon. Onvoldoende is dat deze rechtspersoon tevens in Nederand een vestiging heeft.

Ten aanzien van grensoverschrijdende bevoegdheid op basis van artikel 6 lid 1 EEX/EVEX/EEX-verordening oordeelt de rechtbank dat zij de criteria hanteert die zijn geformuleerd door het Hof Den Haag in het arrest d.d. 23 april 1998, IER 1998, 30 (EGP c.s./Boston Scientific), m.a.w. de "spider- in- the-web"-doctrine. De rechtbank ziet onvoldoende redenen om de beoordeling hiervan aan te houden tot de beslissing van het Europese Hof in de zaak Roche/Primus (zie voor de verwijzingsbeslissing HR 19 december 2003, IER 2004, 32). De "spider- in- the-web-doctrine" blijft dus vooralsnog, in elk geval door de rechtbank, gehandhaafd. Lees het vonnis hier.

IEF 753

een beetje experimenteren

In de Staatscourant van vrijdag jl geven "kenners van het syteem alvast een voorzet" op de komende evaluatie van de ROW 1995. Een harde trap die desalniettemin zonder veel kan worden ingekopt. De hoogleraren/advocaten Hoyng en Brinkhof stellen in het paginagrote artikel dat het Nederlandse octrooirecht maar beter kan worden afgeschaft. Directeur Geijzers van het Octrooicentrum Nederland vindt dat alleen het zesjarige octrooi mag verdwijnen.

Volgens Hoyng is het hele systeem "goed voor octrooigemachtigden en advocaten, want het leidt tot veel ruzie, maar het is slecht voor het MKB. De ondernemer denkt dat hij een octrooi heeft, maar beseft niet dat het niets waard is. Aan de andere kant werkt het afpersers in de hand." En volgens Brinkhof hoeft wetgeving ook helemaal niet eeuwig mee te gaan. "Je kunt na vijf jaar evalueren of het  goed gaat. Dat is wat de Amerikanen doen. Zij experimenteren een beetje met het octrooirecht. Je kunt het altijd weer herstellen."

IEF 751

Geen substantiële overeenkomst

Geen onverbiddelijke bestseller zonder inbreukclaim: Lewis Perdue, schrijver van de boeken Daughter of God en The Da Vinci Legacy claimde dat Dan Brown met zijn bestseller The Da Vinci Code auteursrechtinbreuk maakte, zo meldt literatuurplein. Het boek van Brown zou zijn gebaseerd op Perdues eerdere boeken.

Het Federaal Districtshof in Manhattan vond van niet en stelde vast dat er “geen substantiële overeenkomst” is tussen de boeken van Perdue en dat van Brown. De gelijkenis tussen de betreffende boeken ligt volgens de rechter op het niveau van reeds eerder bekende en ook anderszins niet auteursrechtelijk beschermde ideeën.

Daughter of God, waarin ook de overgang van een door vrouwen naar een door mannen gedomineerde kerk onder keizer Constantinus een rol speelt, is volgens de rechter een “met name op de actie gerichte thriller, met verschillende vuurgevechten en gewelddadige doden”. Dit in tegenstelling tot The Da Vinci Code dat “een intellectuele, complexe speurtocht naar een schat is waarbij het meer gaat om raadsels en aanwijzingen dan om ‘fysieke avonturen’.” Perdue krijgt derhalve niet de schadevergoeding van 150 miljoen dollar die hij had gevraagd. Noch wordt er een verbod uitgevaardigd op de verkoop van The Da Vinci Code en de verfilming van het boek. Perdue heeft aangegeven in beroep te gaan.