IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18798

Ten onrechte claimen van lidmaatschap is misleidende reclame

Rechtbank Oost-Brabant 29 okt 2019, IEF 18798; ECLI:NL:RBOBR:2019:6262 (ASPB tegen Bibi/Denito en Hati), https://ie-forum.nl/artikelen/ten-onrechte-claimen-van-lidmaatschap-is-misleidende-reclame

Rechtbank Oost-Brabant 29 oktober 2019, IEF 18798, RB 3351; ECLI:NL:RBOBR:2019:6262 (ASPB tegen Bibi/Denito en Hati) Kort geding. Misleidende reclame, inbreuk IE-recht. De ASPB, een brancheorganisatie van schoorsteenvegers in Nederland, heeft de behartiging van economische, sociale en technische belangen van haar leden als doel. De organisatie is tevens houdster van een beeldmerk. Overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de ASPB mag haar logo door gewone leden, aspirant leden, seniorleden, serviceleden en ereleden worden gevoerd. Denito B.V. betaalde als gewoon lid van de ASPB jaarlijks contributie voor het lidmaatschap van drie t/m vijf personen en een jaarlijkse bijdrage voor de lidmaatschapspasjes. In 2019 is Denito B.V. uitgeschrveen uit het handelsregister. De bestuurder van Denito B.V. is tevens bestuurder van Bibi. Bibi handelt ook onder de naam Denito schoorsteentechniek en heeft geen werknemers in dienst.

IEF 18797

Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant, Boekx.

Vergoeding freelance journalist is niet billijk

Kantonrechter 1 nov 2019, IEF 18797; ECLI:NL:RBAMS:2019:8119 (Journalist tegen De Persgroep), https://ie-forum.nl/artikelen/vergoeding-freelance-journalist-is-niet-billijk

Rechtbank Amsterdam 1 november 2019, IEF 18797; ECLI:NL:RBAMS:2019:8119 (Journalist tegen De Persgroep) Eiseres is freelance journaliste. De Persgroep is uitgever van regionale kranten als de Twentsche Courant Tubantia. Eiseres kreeg betaald volgens het basistarief voor regionale bijdragen, per woord € 0,13. Bij tussenvonnis [IEF 18475] is partijen opgedragen nadere informatie te verstrekken over welke vergoedingen (andere) freelance journalisten bij De Persgroep en elders (in het bijzonder bij andere uitgevers) voor hun werk krijgen, nu en in het verleden. Die informatie is nu, samen met de al beschikbare informatie, gewogen. De Persgroep moet eiseres ruim 300 euro extra betalen voor het recht om 9 tussen november en december 2017 aangeleverde artikelen te gebruiken. De eerder betaalde vergoeding is niet billijk.

IEF 18796

Uitspraak ingezonden door Olaf van Haperen en Nadiya Disveld, Eversheds Sutherland.

Vorderingen staken eindvonnis afgewezen

Rechtbank Den Haag 11 okt 2019, IEF 18796; (VG Colours tegen HE Licenties en Hanson Uitgevers), https://ie-forum.nl/artikelen/vorderingen-staken-eindvonnis-afgewezen

Vzr. Rechtbank Den Haag 11 oktober 2019, IEF 18796; (VG Colours tegen HE Licenties en Hanson Uitgevers). HE Licenties is de exclusieve licentiehoudster voor de exploitatie van NL 904 voor een ‘substance introduction method for plant and plant obtained therewith’. Op 19 juni jl. is onder meer geoordeeld [IEF 18535] dat VG Colours inbreuk heeft gemaakt op het octrooi door Royal Blue Phalaenopsis te verhandelen en is VG Colours veroordeeld tot afdracht van winst behaald met de verhandeling. HE Licenties is de executie aangevangen en heeft derdenbeslagen laten leggen voor de betaling van de kostenveroordeling en voor de vordering tot vergoeding van de schade nader op te maken bij staat. Eveneens heeft HE Licenties bewijsbeslagen gelegd. In dit kort geding vordert VG Colours dat de voorzieningenrechter zal bevelen dat HE Licenties de verdere tenuitvoerlegging van het eindvonnis moet staken vanwege een onvolledige beoordeling van het geschil en misslagen van de rechtbank. Ook stelt zij dat op buitenproportionele wijze wordt geëxecuteerd en dat hierbij sprake zou zijn van onrechtmatig wapperen. De vorderingen van VG Colours worden afgewezen. Ook het wapperverbod wordt afgewezen.

IEF 18792

Nationaal Mediarechtcongres 14/11: battle of the platforms?

De strijd om de kijker: battle of the platforms?

De snelle groei van bestaande en nieuwe mediaplatforms is inmiddels onontkoombaar. Wat betekent dat voor de verhoudingen in de media? Hoe verhouden omroep en zogenaamde ‘superplatforms’ zich tot elkaar? En welke juridische implicaties heeft dit voor de diverse spelers?

Discussieer mee tijdens het Mediarechtcongres van deLex op 14 november, waar het panel met Marijn Poeschmann (Youtube), Janneke Slöetjes (Netflix),  Frank Volmer (STER) en Rik Welling (RTL) zich over deze kwesties buigt, onder begeleiding van dagvoorzitters Remy Chavannes (Brinkhof) en Madeleine de Cock Buning (UU)

IEF 18795

Prejudiciële vragen: is artistieke vrijheid een geldige reden?

BenGH 14 okt 2019, IEF 18795; (Hennessy tegen Cedric Art), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-is-artistieke-vrijheid-een-geldige-reden

Benelux Gerechtshof 14 oktober 2019, IEF 18795, IEFbe 2983; A 2018/1/8 (Hennessy tegen Cedric Art) Hennessy houdt zich wereldwijd bezig met het produceren en verhandelen van champagnewijnen, waaronder de Dom Pérignon. De fles kenmerkt zich door een lange hals met een schildvormig etiket met daarop de naam Dom Pérignon. Voor deze vormgeving deed Hennessy destijds een beroep op kunstenaar Andy Warhol. Hennessy is houdster van de merkrechten betreffende deze vormgeving. Cédric Peers is kunstenaar en verkent in zijn werken de grenzen tussen marketing en kunst. In zijn schilderijen zijn de Don Pérignon-merken duidelijk identificeerbaar of er is sprake van speelse variaties op deze merken, waarbij de werken een ironiserende en soms ook erotische inslag hebben.

IEF 18791

Prejudiciële vragen over termijn bij vervallenverklaring Uniemerk

HvJ EU 6 jun 2019, IEF 18791; (Husqvarna tegen Lidl E-Commerce), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-termijn-bij-vervallenverklaring-uniemerk

HvJ EU 6 juni 2019, IEF 18791, IEFbe 2981; C-607/19 (Husqvarna tegen Lidl E-Commerce) Via MinBuza Husqvarna produceert gereedschappen voor tuinonderhoud. Zij is houdster van het merk dat in de kleuren oranje-grijs-lichtgrijs is aangevraagd voor de waar ´Bewässerungsspritze´. Het door Husqvarna verkochte sproeitoestel komt overeen met het litigieuze merk. Verweerster, een vennootschap van het Lidl-concern, bood in haar online-winkel een spiraalslang-set aan. Husqvarna beweert dat hierdoor inbreuk is gemaakt op haar merkrecht en heeft staking, alsmede schadevergoeding en vergoeding van de aanmaningskosten, gevorderd. Verweerster heeft daarentegen in reconventie doorhaling van het litigieuze merk geëist omdat het merk volgens haar is vervallen doordat het minmaal vijf jaar niet is gebruikt. Nadat de vorderingen van Husqvarna in hoger beroep werden afgewezen en de reconventionele vorderingen werden toegewezen, is een procedure bij de Duitse Bundesgerichtshof gestart. Deze verwijzende rechter wenst nog meer duidelijk over de uitleg en betekenis van het Unierecht in deze zaak ten aanzien van de berekening van het termijn voor vervallenverklaring van het merk, alsmede de vraag wat het doorslaggevende tijdstip is.

IEF 18790

Mondelinge afspraken credits filmproducer niet afdwingbaar

Hof Den Haag 17 okt 2019, IEF 18790; ECLI:NL:GHDHA:2019:2750 (Credits filmproducer), https://ie-forum.nl/artikelen/mondelinge-afspraken-credits-filmproducer-niet-afdwingbaar

Hof Den Haag 17 oktober 2019, IEF 18790, IT 2928; ECLI:NL:GHDHA:2019:2750 (credits filmproducer) Geïntimeerde is initiatiefnemer van een film en werkt aan de productie daarvan. Appellant was associate producer en deelde geïntimeerde mee dat hij een filmcredit als executive producer zou willen. Geïntimeerde mailde appellant dat dit niet bespreekbaar was, maar dat hij een co-productie credit zou aanvaarden indien appellant aan bepaalde voorwaarden zou voldoen, waaronder een betaling van 2000 euro, het volledig terugtrekken uit de productie en het beschikbaar stellen van de scriptie-aantekeningen. Vervolgens hebben partijen met elkaar overlegd in een mondeling gesprek dat ze hebben opgenomen. Na het gesprek heeft appellant zich uit de productie teruggetrokken, echter heeft hij zijn scriptie-aantekeningen niet beschikbaar gesteld. Om deze reden heeft geïntimeerde de afgesproken co-producer credits niet voor appellant vermeld. Appellant vordert nakoming van de overeenkomst, met name door de afgesproken credits te vermelden, alsmede een verbod om de film te distribueren als de openingstitel en aftiteling van de film deze credits niet vermeldt. Deze vorderingen worden niet toegewezen, omdat beide partijen achteraf hebben gemaild dat ze allereerst een schriftelijk contract willen vaststellen voordat enige verplichting op grond van het gesprek zou worden nagekomen. Dit brengt mee dat de partijen niet over en weer konden verwachten dat de afspraken zouden nagekomen.

IEF 18789

Nieuw model van Porsche is niet nieuw

Gerecht EU (voorheen GvEA) 6 jun 2019, IEF 18789; (Porsche tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/nieuw-model-van-porsche-is-niet-nieuw

Gerecht 6 juni 2019, IEF 18789, IEFbe 2980; T-209/18 (Porsche tegen EUIPO) Het geschil is ontstaan naar aanleiding van het verzoek tot nietigverklaring van de inschrijving van het gemeenschapsmodel van Porsche bij het EUIPO. Volgens de indiener van dit verzoek, Autec, was het litigieuze model noch nieuw, noch had het een eigen karakter. Het litigieuze model zou zich niet merkbaar onderscheiden van andere modellen van het autotype 'Porsche 911'. Het EUIPO had het verzoek van Autec toegewezen en het model nietig verklaard. Volgens het EUIPO staat het bestaan van het model van de oudere serie van het autotype 'Porsche 911' reeds in de weg aan het eigen karakter van het model van de nieuwe serie van deze zelfde auto. Porsche tracht hiertegen in rechte op te treden op de grond dat de algemene indruk van het litigieuze model bij de geïnformeerde gebruiker van dit type auto verschilt van de indruk die wordt gewekt door het oudere model. De twee conflicterende modellen zouden zich door hun uiterlijke verschijningsvorm onderscheiden, waardoor het litigieuze model wel degelijk een eigen karakter zou hebben, aldus Porsche. In dit geval heeft het EUIPO objectief rekening gehouden met alle verschillen tussen de conflicterende modellen en kon het EUIPO tot de slotsom komen dat verschillen te zwak waren om de bij de geïnformeerde gebruiker algemene indruk aanmerkelijk te beïnvloeden. Deze indruk wordt ook volgens het Gerecht gevormd door de wezenlijke kenmerken van de modellen.

IEF 18788

Uitspraak ingezonden door Carja Mastenbroek en Sander Verbeek, Good Law.

Feitelijk gebruik van model kan enkel verduidelijken

Rechtbank Den Haag 30 okt 2019, IEF 18788; ECLI:NL:RBDHA:2019:11620 (Wahl tegen Kappershandel), https://ie-forum.nl/artikelen/feitelijk-gebruik-van-model-kan-enkel-verduidelijken

Rechtbank Den Haag 30 oktober 2019, IEF 18788; ECLI:NL:RBDHA:2019:11620 (Wahl tegen Kappershandel) Wahl c.s. produceert producten voor de schoonheids- en kappersbranche en levert producten in Nederland via diverse distributeurs, de eigen website en sociale media. Een van de producten is de Premium Attachment Combs, Wahl USA is houdster van het Gemeenschapsmodel van dit product. Kappershandel verkoopt via haar webshop professionele kappers- en schoonheidsproducten van diverse merken in Nederland en België, waaronder opzetkammen onder de aanduiding StyleME. Wahl stelt dat de StyleME-opzetkammen inbreuk maken op het Premium Attachment Combs-model. De kammen zijn nagenoeg een exacte kopie zijn van dit PAC-model. De vorderingen van Wahl worden afgewezen. Geoordeeld wordt o.a. dat het feitelijk gebruik van het model ter verduidelijking kan dienen maar niet ter uitbreiding van de bescherming. Dit om te voorkomen dat onderdelen van het model die door gebruikmaking van stippelijnen nadrukkelijk buiten de bescherming zijn geplaatst via de achterdeur toch weer tot de bescherming zouden kunnen worden gerekend. De rechtszekerheid van derden zou daarmee te zeer in het gedrang komen.

IEF 18787

Wijziging Rijksoctrooiwet

De Eerste Kamer heeft gisteren, 29 oktober, de wijziging van de Rijksoctrooiwet in verband met het eengemaakt octrooigerecht en de Verordening eenheidsoctrooibescherming  aanvaard.
https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35187_overeenkomst_eengemaakt

De wetswijziging zal binnenkort in het Staatsblad worden gepubliceerd en op een later tijdstip, samen met de Verordening eenheidsoctrooibescherming en het Verdrag voor de oprichting van het Eengemaakt octrooigerecht, in werking treden. Het is op dit moment nog onduidelijk wanneer dat het geval zal zijn.