IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 18681

HvJ EU: bepaling 'perssnippets' is niet van toepassing zonder mededeling aan Commissie

HvJ EU 12 sep 2019, IEF 18681; ECLI:EU:C:2019:716 (VG Media tegen Google LLC), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-bepaling-perssnippets-is-niet-van-toepassing-zonder-mededeling-aan-commissie

HvJ EU 12 september 2019, IEF 18681, IEFbe 2939; ECLI:EU:C:2019:716, (VG Media tegen Google LLC) VG Media is een Duitse beheermaatschappij voor auteursrechten. Google zou inbreuk hebben gemaakt op de naburige rechten van de leden, persuitgevers, door op haar zoekmachine en haar geautomatiseerde informatiesite "Google Nieuws" gebruik te maken van zogenoemde "perssnippets". Meer specifiek gaat het erom dat Google fragmenten of samenvattingen van persteksten online zet, zonder daarvoor een vergoeding te betalen. Dit zou in strijd zijn met een Duitse bepaling, strekkende tot de bescherming van persuitgevers, die op 1 augustus 2013 in werking is getreden. Het Landgericht Berlin vraagt antwoord op de volgende vragen: (i) is de bepaling in kwestie een "technisch voorschrift" in de zin van richtlijn 98/34 betreffende normen en technische voorschriften en zo ja, (ii) had het ontwerp van de bepaling aan de Commissie moeten worden voorgelegd, voorafgaande aan de inwerkingtreding van de bepaling in Duitsland?
Het feit dat de bepaling in kwestie een regel is brengt mee dat het gaat om een "technisch voorschrift" in de zin van de richtlijn betreffende normen en technische voorschriften. De bepaling strekt voornamelijk tot de bescherming van persuitgevers tegen inbreuken op het auteursrecht door online zoekmachines. Een dergelijke bescherming is alleen noodzakelijk tegen systematische aanvallen op de werken van online-uitgevers door dienstverleners van de informatiemaatschappij. Bijgevolg is de bepaling specifiek gericht op de diensten van de informatiemaatschappij. Het ontwerp van het technische voorschrift had voorafgaand aan de inwerkingtreding aan de Commissie moeten worden meegedeeld. Het ontbreken van deze mededeling heeft de niet-toepasselijkheid van de bepaling ten gevolge. Zie ook [IEF 18187] en [IEF 17053].

IEF 18680

HvJ EU: geen auteursrechtelijke bescherming modellen louter vanwege esthetisch effect

HvJ EU 12 sep 2019, IEF 18680; ECLI:EU:C:2019:721https://redactie-delex.netcon.nl/articles/add (Cofemel tegen G-Star Raw), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-geen-auteursrechtelijke-bescherming-modellen-louter-vanwege-esthetisch-effect

HvJ EU 12 september 2019, IEF 18680, IEFbe 2938; ECLI:EU:C:2019:721 (Cofemel tegen G-Star Raw) Bij de Supremo Tribunal de Justica in Portugal is een procedure gestart tussen Cofemel en G-Star naar aanleiding van G-Stars beschuldigingen dat Cofemel jeans, sweatshirts en T-shirts zou hebben geproduceerd en verkocht die namaak vormen op de eigen modellen van G-Star. Cofemel zou inbreuk hebben gemaakt op het auteursrecht van G-Star. Auteursrechten overeenkomstig de richtlijn inzake het auteursrecht komen toe aan auteurs van "werken". Dit geeft de auteur het exclusieve recht om reproductie, mededeling aan het publiek en distributie toe te staan of te verbieden. Daarnaast bestaat voor modellen afzonderlijke bescherming, gebaseerd op de richtlijn inzake de rechtsbescherming van modellen en de verordening betreffende Gemeenschapsmodellen. Naar nationaal Portugees recht bestaat daarnaast nog de mogelijkheid om tekeningen en modellen auteursrechtelijk te beschermen, echter zonder aan te geven aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om deze bescherming en de daaraan verbonden rechten te kunnen uitoefenen. De rechtsvraag die centraal staat, luidt: staat de richtlijn inzake het auteursrecht in de weg aan auteursrechtelijke bescherming van modellen naar Portugees auteursrecht op grond van het teweegbrengen van een specifiek esthetisch effect?
De vraag of een model kan worden aangemerkt als "werk" heeft niet te maken met het esthetisch effect dat al dan niet teweeg wordt gebracht. Om van een "werk" te kunnen spreken is vereist: (i) het voorwerp in kwestie is met voldoende nauwkeurigheid en objectiviteit identificeerbaar, en (ii) het voorwerp is een intellectuele schepping waardoor de keuzevrijheid en de persoonlijkheid van de auteur worden weergespiegeld. Geconcludeerd wordt dat een specifiek esthetisch effect dat door een model wordt teweeggebracht niet rechtvaardigt dat dergelijke modellen als "werken" worden aangemerkt. Zie ook [IEF 17471] en [IEF 18448].

IEF 18679

Uitspraak is ingezonden door Yves Jansen, Huver Advocaten.

Gebruiksrecht handelsnaam Derma is niet exclusief

Rechtbank Limburg 2 sep 2019, IEF 18679; (Derma tegen Qill), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruiksrecht-handelsnaam-derma-is-niet-exclusief

Rechtbank Limburg 2 september 2019, IEF 18679; (Derma tegen Qill) Eiser heeft een onderneming met handelsnaam 'Huidkliniek Derma'. Verweerder Qill houdt zich bezig met schoonheidsverzorging en detailhandel via internet en heeft onder meer de volgende handelsnamen geregistreerd: TC Derma Roermond en Derma Huidkliniek Roermond. In 2017 moet eiseres wegens omstandigheden stoppen met het bedrijf. De inventaris verkoopt ze aan de verhuurder van de bedrijfsruimte, die op zijn beurt de invenatris doorverkoopt aan Qill. Eiseres vordert het gebruik van de handelsnaam DERMA in al haar uitingen te staken en gestaakt te houden. Dit omvat mede de uitingen op pand, bedrijfskleding en voertuigen. Ook vordert ze de handelsnaam aan te passen zodat er geen gelijkenis met de handelsnaam Derma meer bestaat. Alle vorderingen worden afgewezen. Het gebruiksrecht is niet exclusief zoals dat in het merkenrecht of het octrooirecht het geval is. De stelling van eiseres dat de handelsnaam haar eigendom is - zodat reeds daarom sprake is van een inbreuk op haar recht - is dus niet juist.

IEF 18677

Beperkte omvang schade door auteursrechtinbreuk foto

30 jan 2019, IEF 18677; ECLI:NL:RBZWB:2019:3997 (Jazzfoto), https://ie-forum.nl/artikelen/beperkte-omvang-schade-door-auteursrechtinbreuk-foto

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 januari 2019, IEF 18677; ECLI:NL:RBZWB:2019:3997 (Jazzfoto) Omvang schade als gevolg van auteursrechtinbreuk door publiceren foto. Eiser is ambtenaar van de Gemeente Amsterdam en heeft een eenmanszaak op het gebied van fotografie. Gedaagde is als zzp’er werkzaam als alfahulp en heeft een eenmanszaak waarin hij een jazzmagazine uitgeeft op internet. Gedaagde heeft zonder toestemming een foto van eiser in/op het jazzmagazine geplaatst. Eiser heeft het auteursrecht op de foto als maker van de foto. De foto heeft een eigen oorspronkelijk karakter en draagt het persoonlijk stempel van de maker. Bij de beoordeling van de omvang van de schade wordt betrokken dat de artiest zelf de foto als promotie gebruikte, het artikel in het jazzmagazine ter aankondiging van een concert van deze artiest diende en zowel de fotografie van eiser als het jazzmagazine van gedaagde nevenactiviteiten betreffen.

IEF 18676

Conclusie AG: distributierecht wordt niet uitgeput door levering van gedownloade e-books

HvJ EU 10 sep 2019, IEF 18676; ECLI:EU:C:2019:697 (NUV tegen Tom Kabinet), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-distributierecht-wordt-niet-uitgeput-door-levering-van-gedownloade-e-books

Conclusie AG HvJ EU 10 september 2019, IEF 18676, IEFbe 2937;  ECLI:EU:C:2019:697 (NUV tegen Tom Kabinet) Auteursrecht. Beschikbaarstelling van e‑books op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd. Zie eerder [IEF 17593], [   IEF 16941] en [IEF 16945]. Antwoord op de vragen of het tegen betaling op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van een ebook al dan niet een distributiehandeling kan zijn in de zin van artikel 4(1) Auteursrechtrichtlijn. Of daarmee het distributierecht kan zijn uitgeput in de zin van artikel 4(2) is niet evident. De AG concludeert dat levering van e‑books door middel van online downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd niet onder het distributierecht valt.

IEF 18675

Prejudiciële vraag over gebruik radiofrequentie

HvJ EU 7 aug 2019, IEF 18675; (Vodafone España), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudici-le-vraag-over-gebruik-radiofrequentie-1

Tribunal Superior de Justicia del País Vasco (Spanje) 7 augustus 2019, IEF 18675, IT&R 2858; C-443/19 (Vodafone España) Via MinBuza. Telecommunicatie. Vodafone España is een exploitant van telecommunicatiediensten. Over dit gebruik wordt op grond van een richtlijn een ‘spectrumbijdrage’ geheven door de bevoegde overheidsdienst. De Spaanse dienst Indirecte Belastingen en Milieubelastingen heeft naast deze spectrumbijdrage nog een algemene belasting geheven. Vodafone heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. Zij stelt zich op het standpunt dat deze aanvullende heffing een dubbele belastingheffing ten aanzien van de spectrumbijdrage inhoudt, wat in strijd is met artikel 13 van de richtlijn. Het is lidstaten verboden andere heffingen of vergoedingen op te leggen dan die waarin de richtlijn voorziet. Het provinciebestuur stelt dat van dubbele belastingheffing geen sprake is, omdat in de provinciale belastingwet een onderscheid geldt tussen ‘belasting’ en ‘bijdrage’. Het provinciebestuur stelt dat de artikelen 12 en 13 van de richtlijn geen beperkingen stellen aan de algemene bevoegdheid van de lidstaten om andere fiscale concepten toe te passen. De verwijzende rechter wenst te vernemen of de lidstaten bovenop de in artikel 13 van de richtlijn zogeheten spectrumbijdrage, andere heffingen of vergoedingen mogen opleggen ten aanzien van hetzelfde recht van de exploitant van telecommunicatiediensten om particulier gebruik te maken van radiofrequenties.

IEF 18674

Publicaties over voormalig bestuurder GVB niet onrechtmatig

Hof Amsterdam 3 sep 2019, IEF 18674; ECLI:NL:GHAMS:2019:3221 (Bestuurder tegen GVB), https://ie-forum.nl/artikelen/publicaties-over-voormalig-bestuurder-gvb-niet-onrechtmatig

Hof Amsterdam 3 september 2019, IEF 18674, IT 2857; ECLI:NL:GHAMS:2019:3221 (bestuurder tegen GVB) Publicaties over een persoon. Vennootschap. Naar aanleiding van krantenberichten over mogelijke misstanden bij het vennootschap GVB Holding heeft een onderzoeksbureau in opdracht van de raad van commissarissen een rapport uitgebracht. De raad van commissarissen heeft conclusies uit dat rapport getrokken die mede betrekking hebben op een ex-bestuurder, en die conclusies gepubliceerd in een persbericht en later ook in een jaarverslag. Het hof oordeelt dat de vennootschap daarmee niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens de ex-bestuurder.

IEF 18673

Verbod achtergrondmuziek Color Hair

Rechtbank Den Haag 23 aug 2019, IEF 18673; ECLI:NL:RBDHA:2019:8724 (Buma tegen Color Hair), https://ie-forum.nl/artikelen/verbod-achtergrondmuziek-color-hair

Rechtbank Den Haag 23 augustus 2019, IEF 18673; ECLI:NL:RBDHA:2019:8724 (Buma tegen Color Hair) Auteursrecht. Naburige rechten. Buma is de enige collectieve organisatie in Nederland en beheert het auteursrechtelijk beschermde muziekrepertoire. Buma sluit tegen betaling licentiecontracten af met de openbaarmakers van muziekwerken. Color Hair voert een kappersbedrijf en exploiteert twee vestigingen. Buma heeft aan Color Hair een licentieovereenkomst aangeboden onder de voorwaarde dat Color Hair de factuur met betrekking tot een licentie voor achtergrondmuziek zou betalen. De factuur is onbetaald gebleven, waarna Buma haar relatiemanager opdracht heeft gegeven Color Hair te controleren op openbaarmaking van muziek als bedoeld in artikel 12 Aw en artikel 7 lid 1 WNR. Buma vordert onder meer Color Hair te verbieden om in haar bedrijfsruimten in het kader van de beroepsuitoefening of bedrijfsvoering enig muziekwerk behorende tot het Buma-repertoire ten gehore te brengen of openbaar te maken. De vorderingen worden toegewezen.

IEF 18672

Gebruiksvergoeding foto's niet-professionele fotograaf

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 sep 2019, IEF 18672; ECLI:NL:GHARL:2019:7104 (Dutch-Creators tegen Drent), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruiksvergoeding-foto-s-niet-professionele-fotograaf

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 september 2019, IEF 18672; ECLI:NL:GHARL:2019:7104 (Dutch-Creators tegen Drent) Auteursrecht. Appellante houdt zich bezig met design van websites en het maken van foto’s. Geïntimeerden zijn de vennoten van Drent Schilderwerken en Binnenhuis. Partijen hebben in 2013 gesproken over een samenwerking. Appellante heeft in die periode onder meer de Facebookpagina voor Drent opgezet en hiervoor interieur-/stylingfoto’s gemaakt met een niet-professioneel fototoestel. Deze foto's zijn zonder toestemming van de maakster op de website en Facebookpagina geplaatst/blijven staan. De rechtbank oordeelde op 30 augustus 2017 dat Drent er vanuit mocht gaan dat een stilzwijgende licentie tot het gebruik van de foto’s was toegekend. Hiertegen is appellante onder aanvoering van 10 grieven in hoger beroep gekomen. Het eerdere vonnis wordt vernietigd. Iedere inbreuk op het auteursrecht op de litigieuze foto’s van appellante wordt verboden. De tarieven van Stichting Foto Anoniem bieden in dit geval onvoldoende aanknopingspunten. Dit wordt compenseerd door een redelijke gebruiksvergoeding.

IEF 18671

Zonder tegenbewijs curator is Nordisk mede-auteursrechthebbende op tv-format

Rechtbank Amsterdam 14 aug 2019, IEF 18671; ECLI:NL:RBAMS:2019:6085 (Nordisk tegen curator), https://ie-forum.nl/artikelen/zonder-tegenbewijs-curator-is-nordisk-mede-auteursrechthebbende-op-tv-format

Rechtbank Amsterdam 14 augustus 2019, IEF 18671; ECLI:NL:RBAMS:2019:6085 (Nordisk tegen curator) Artikel 4 Auteurswet. Nordisk is producent van een tv-format waarin helderzienden onopgeloste moordzaken oplossen. Een medewerker van Nordisk was voor een groot deel verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het format (format 1). De medewerker heeft samen met een medewerker van TéVé gesproken over het geschikt maken van dit format voor de internationale markt. Dit leidde tot format 2, waarvoor door de medewerker van TéVé een document is geschreven, de ‘format bible'. TéVéPartners/TéVé Holland is later failliet gegaan. Gedaagde is de curator.
Nordisk stelt onder meer dat de auteursrechten op het format voor ten minste 50% -  toekomen aan Nordisk. En dat de curator inbreuk heeft gemaakt op haar auteursrechten door zonder toestemming van Nordisk distributieovereenkomsten over exploitatie van het format aan te gaan met Banijay. Een handshake deal voor toekomstige projecten, betekent nog niet dat partijen zijn overeengekomen dat TéVé Partners/TéVé Holland het auteursrecht voor dit concrete format voor de helft zou overdragen aan Nordisk. Indien de curator slaagt in het leveren van tegenbewijs, zullen de vorderingen van Nordisk worden afgewezen.