Strafzaak: Merken leveren nooit in merkloze dozen
Rechtbank Midden-Nederland 22 januari 2018, IEF ECLI:NL:RBMNE:2018:207 (Valse merkgoederen in merkloze dozen) Strafrecht. Merkenrecht. Namaak. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan (...) het in voorraad hebben van valse luxe merkgoederen. Onherstelbaar vormverzuim om namaakgoederen voor contra-expertise te vernietigen, OM nog wel ontvankelijk. Merken leveren nooit in merkloze dozen. Gevangenisstraf van 8 maanden.
Licentie verleend voor specifiek de Go App en niet voor iedere 'naar aard en functionaliteit gelijksoortige' app
Rechtbank Den Haag 21 maart 2018, IEF 17595; IT 2527; ECLI:NL:RBDHA:2018:3285 (Mocreate tegen Samsung) Samenwerking. Mocreate heeft de Go App ontwikkeld en ge-rebrand tot Skoep APP. Zij heeft na staken van samenwerking met Samsung, in het nieuws vernomen dat de Upday App zou worden voorgeïnstalleerd op alle nieuwe Samsung toestellen. Uitleg licentieovereenkomst; is sprake van "gelijke" Apps? Er is Mocreate uitsluitend een licentie verleend voor specifiek deze Go App, en niet voor iedere app die naar aard en functionaliteit gelijksoortig is aan de Go App. De Rechtbank verklaart voor recht dat de licentieovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd. De vordering tot afgifte van de broncode in reconventie wordt afgewezen, omdat Mocreate inmiddels deze heeft verstrekt.
Vorderingen in aangehouden hoofdzaken afgewezen omdat octrooi vernietigd is in bodemprocedure
Vzr. Rechtbank Den Haag 28 maart 2018, IEF 17594; LS&R 1590; ECLI:NL:RBDHA:2018:3456 (ICOS tegen Teva/Sandoz/Mylan) De hoofdzaken zijn aangehouden totdat een eindvonnis zou zijn gewezen in de meervoudige bodemprocedure [IEF 17551]. In bodemprocedure is octrooi vernietigd wegens gebrek aan inventiviteit, de vorderingen hoofdzaken in deze kort gedingzaken daarom afgewezen.
Prejudicieel gestelde vragen over verkoop tweedehands e-books
Rechtbank Den Haag 28 maart 2018, IEF 17593; IT 2525; ECLI:NL:RBDHA:2018:3455 (NUV tegen Tom Kabinet) Auteursrecht. Verhandeling tweedehands e-books. Partijen mochten zich nog uitlaten over eerder geformuleerde vragen [IEF 16941] Definitieve prejudiciële vragen aan het HvJEU over uitleg artikel 2, artikel 4 lid 1 en 2 en artikel 5 Auteursrechtrichtlijn [MinbuZa]. Uitleg distributie. Distributierecht uitgeput.
1. Dient artikel 4 lid 1 van de Auteursrechtrichtlijn aldus te worden uitgelegd dat onder “elke vorm van distributie onder het publiek van het origineel van hun werken of kopieën daarvan door verkoop of anderszins” als daar bedoeld mede is te verstaan het op afstand door middel van downloaden voor gebruik voor onbeperkte tijd ter beschikking stellen van e-books (zijnde digitale kopieën van auteursrechtelijk beschermde boeken) tegen een prijs waarmee de houder van het auteursrecht een vergoeding verkrijgt die overeenstemt met de economische waarde van de kopie van het hem toebehorende werk?
Termijn voor oproeping in vrijwaring is vier weken
Rechtbank Den Haag 14 maart 2018, IEF 17592; ECLI:NL:RBDHA:2018:3076 (Hennessy tegen Loendersloot) Vrijwaringsincident na eerder bevoegdheidsincident [IEF 17588]. Het geschil in de hoofdzaak ziet in de kern op gestelde merkinbreuk door gedaagden op verschillende Unie- en Benelux-merken van Hennessy c.s. voor onder meer alcoholische dranken. De rechtbank acht de gevorderde vrijwaringen met betrekking tot gedaagden 7 t/m 14 in de gegeven situatie, waarin in de hoofdzaak hoofdelijke veroordeling is gevorderd, toewijsbaar. De termijn voor oproeping in vrijwaring zal worden bepaald op vier weken, ter voorkoming van verdere vertraging van de procedure. Er bestaat geen aanleiding voor het hanteren van een ruimere (of juiste krappere) termijn. De in vrijwaring op te roepen partijen zijn reeds partij bij en hebben zich alle gesteld in de hoofdzaak. Gedaagde sub 16, die in België woont, heeft al een advocaat in Nederland en is bovendien al bekend met het vrijwaringsincident omdat hij daarin tevens eiser is.
Uitspraak ingezonden door Paul Reeskamp, Marijn van der Wal, DLA Piper.
Het nat verpakken en de niet-gasdoorlatende verpakking dragen gezamenlijk bij aan de oplossing van hetzelfde probleem
Hof Den Haag 27 maart 2018, IEF 17591; LS&R 1589; ECLI:NL:GHDHA:2018:513 (Coloplast tegen Medical4You) Coloplast is houdster van EP1145729B1 voor een gebruiksklaar urinekathetersamenstel (dochter van EP398). EP729 is gewijzigd in stand gelaten bij de EOB oppositiedivisie, maar in beroep bij de TKB zijn het (ook in de Nederlandse procedure voorliggende) hoofd- en hulpverzoek herroepen [zie eerder IEF 16484]. Het Hof komt tot een ander oordeel over de geldigheid van de aangepaste conclusies van EP729 dan de TKB. De TKB achtte het nat verpakken van een van coating voorziene katheter inventief aangezien D1 juist het gebruik van een hydrofiele coating afraadt. Zoals Medical4You terecht stelt: "Eenmaal op het spoor van het 'nat verpakken' is het vervolgens een one way street om te kiezen voor een dampdichte (gas impermeable) verpakking". Conclusie 1, alsmede de volgconclusies 2 t/m 6 en 11 van het octrooi - waarvan Coloplast niet heeft onderbouwd waarin de inventiviteit daarvan gelegen zou zijn, ontberen inventiviteit.
Uitspraak ingezonden door Kurt Stöpetie, Gregor Vos en Rutger Stoop, Brinkhof.
Keerzijde is dat beschermingsomvang beperkt is tot die combinatie van onderdelen van de jeans
Rechtbank Den Haag 28 maart 2018, IEF 17590; ECLI:NL:RBDHA:2018:3212 (Just Brands tegen Çak Textile) Auteursrecht. Niet-ingeschreven modelrecht. Slaafse nabootsing. Just Brands ontwikkelt en verkoopt o.a. de PME Legend - Bare Metal jeans. Çak verhandelt de LTB Luciano. Door het gebruik van de combinatie van de door Just Brands onbestreden aangewezen vijf kenmerkende elementen (vgl. onder 3.2. l) voldoet het ontwerp van de Bare Metal jeans aan de hiervoor geschetste criteria. Het enkele feit dat bepaalde (onderdelen van) elementen al eerder werden gebruikt in spijkerbroeken of zouden zijn geïnspireerd op werkbroeken/carpenter pants, is onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat aan de Bare Metal jeans geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. De keerzijde is dat de beschermingsomvang beperkt is tot die combinatie van onderdelen. Aan de Luciano jeans is op een andere wijze vorm dat de totaalindruk van de voorzijde anders wezenlijk anders is. Aan de achterzijde met name voor wat betreft de belijning en vlakverdeling, zijn er wezenlijke verschillen. De vorderingen worden afgewezen.
Geen ruimte voor ruime interpretatie van 8 EEX-Vo bij meerdere gedaagden met woonplaats in het buitenland
Rechtbank Den Haag 6 december 2017, IEF ; ECLI:NL:RBDHA:2017:16306 (Hennessy tegen Loendersloot-vennootschappen) Bevoegdheidsincident opgeworpen door in België woonachtige gedaagde. Artikel 8 aanhef en onder 1 EEX-Vo. Gedaagden, waaronder gedaagden sub 1 tot en met 4 (hierna: de Loendersloot-vennootschappen), gedaagde sub 6 (hierna: Pure Handling) en gedaagden sub 7 tot en met 14 (hierna: de Van Caem-vennootschappen) zijn betrokken bij grootschalige inbreuk op de Hennessy-merken. Gedaagde sub 5 woont niet in Nederland, dus is de rechtbank niet bevoegd ex 4 EEX II-Vo. Terughoudendheid bij de uitleg van artikel 8 EEX II-Vo bij meerdere gedaagden, dus geen ruime interpretatie. Ook de alternatieve bevoegdheid via artikel 7 EEX II-Vo, plaats van het schadebrengend feit - het arrondissement Zeeland-West-Brabant - maakt het niet dat de Rechtbank Den Haag bevoegd is. De rechtbank verklaart zich deels bevoegd en deels onbevoegd.
Joint Statement on Brexit
MARQUES – along with AIM, APRAM, BMM, CITMA, ECTA and INTA – has sent a Joint Statement to the EU Commission’s Brexit team regarding the negotiations concerning the exit of the UK particularly with regard to trade marks and designs. The joint Statement can be downloaded from the MARQUES website here (PDF version).
Wijziging ter implementatie Leesgehandicaptenrichtlijn en -verordening
Wijziging Auteurwet, naburige rechten, databankenwet ter implementatie Leesgehandicaptenrichtlijn en -verordening, Kamerstukken II 34 912, 2017-2018. Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie van de Leesgehandicaptenrichtlijn3 en tot uitvoering van de Leesgehandicaptenverordening.4 De Leesgehandicaptenrichtlijn en Leesgehandicaptenverordening passen het EU-acquis aan zodat wordt voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit het WIPO Leesgehandicaptenverdrag.5 De richtlijn en de verordening plaveien daarmee de weg voor de ratificatie van en toetreding tot het Leesgehandicaptenverdrag door de Europese Unie en de lidstaten. Het Leesgehandicaptenverdrag voorziet, kort gezegd, in de introductie van een verplichte leesgehandicaptenexceptie zodat auteursrechtelijk beschermde werken rechtmatig in een voor leesgehandicapten toegankelijk format (zoals braille- of gesproken boeken) kunnen worden omgezet, zonder dat daarvoor toestemming van de auteursrechthebbende noodzakelijk is. Daarnaast bepaalt het verdrag dat onder de leesgehandicaptenexceptie omgezette werken tussen de bij het verdrag aangesloten partijen grensoverschrijdend kunnen worden uitgewisseld. Dit voorkomt dat meermaals kosten worden gemaakt voor het toegankelijk maken van werken. De richtlijn introduceert een verplichte leesgehandicaptenexceptie en regelt de uitwisseling van de onder de exceptie omgezette werken op de interne markt (dus tussen de EU-lidstaten onderling). De verordening regelt de uitwisseling van omgezette werken tussen EU-lidstaten en derde landen die partij zijn bij het Leesgehandicaptenverdrag. Nederland moet de richtlijn uiterlijk 11 oktober 2018 in nationale wetgeving hebben omgezet. De Leesgehandicaptenverordening is met ingang van 12 oktober 2018 van toepassing.