IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22663
29 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 22671
29 april 2025
Uitspraak

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen IMPRO B.V. en Impro Techniek B.V.: voldoende onderscheid in werkzaamheden

 
IEF 2176

Reisje langs de Rijn

Rechtbank Amsterdam, 7 juni 2006, H 04.3793. GTI German Travel Int. GmbH tegen GTI Travel. (Met dank aan Till Kolle, Heitman von Meding).

Torosluoglu en Görüglü richten in 1994 in Duitsland het reisbureau GTI International op. In 1997 richt GTI International in Nederland GTI Travel op. In 1998 gaan Torosluoglu en Görüglü uit elkaar. Torosluoglu neemt het Nederlandse GTI Travel over terwijl Görüglü  doorgaat met het Duitse GTI International. In 2003 is Görgülü de Nederlandse markt opgegaan met DTI Dutch Travel International.

GTI International heeft in 1997 en 2002 internationale depots verricht voor het woord/beeldmerk GTI GERMAN TRAVEL INT. Deze merkenworden ook in de Benelux beschermd. Bij het uit elkaar gaan zijn geen afspraken gemaakt over het gebruik van de merken. GTI Travel heeft in 2003 een Beneluxdepot verricht voor het woord/beeldmerk GTI TRAVEL. GTI International heeft in 2004 GTI Travel gedagvaard om het gebruik van GTI te staken.

GTI Travel verweert zich onder meer met de stelling dat zij de handelsnaam GTI Travel al sinds 1994 gebruikt. Ook na de scheiding heeft GTI International geen bezwaar gemaakt tegen het gebruik van GTI door GTI Travel.

De rechtbank oordeelt dat er verwarringsgevaar bestaat in de zin van art. 13A lid 1 sub b BMW. Voorts oordeelt de rechtbank dat er geen sprake is van stilzwijgende toestemming om het merk te gebruiken. Het had op de weg van GTI Travel gelegen, aldus de rechtbank, om bij de scheiding een eventuele toestemming schriftelijk vast te leggen.

Het verweer dat GTI Travel reeds lange tijd GTI in haar handelsnaam voert, stuit af op het feit dat het eerste merkdepot (januari 1997) ouder is dan de in Nederland gevoerde handelsnaam (GTI Travel is in april 1997 opgericht).

Lees het vonnis hier. Andere GTI uitspraak hier.

IEF 2175

Afgekort

Rechtbank ‘s-Gravenhage, 9 juni 2006, KG 06-0690. Nachtveiligheidsdienst Bewaking Haarlem B.V. tegen Naastenliefde, Vrijheid & Diversiteit.

Reputatieschade door gebruik merknaam als naam van een politieke partij. Gebruik van een afkorting als url is merkinbreuk.

Eiseres, NVD Beveiligingen, specialiseert zich in beveiligingsdiensten en geniet landelijke bekendheid. Hiertoe heeft ze in de Benelux de merken NVD en NVD Beveiligingen doen registreren. Eiseres wordt op 30 mei jl. onplezierig verrast door het nieuws inzake de oprichting van een nieuwe politieke partij: Naastenliefde, Vrijheid & Diversiteit (afgekort tot NVD), voortkomend uit een belangenorganisatie voor pedofielen.

Eiseres vreest ernstige afbreuk aan de reputatie van het merk/de naam NVD op grond van art. 13A lid1 sub c en d BMW. Inmiddels heeft zij geconstateerd dat haar internetsite (www.nvd.nl) sinds 30 mei veel vaker wordt bezocht dan normaal.

De internetsite van gedaagde is www.nvd.nu. Verder heeft zij inmiddels een flink aantal, veelal verontwaardigde, e-mails ontvangen van derden. Bovendien heeft een aantal werknemers van NVD Beveiligingen te kennen gegeven (voorlopig) geen kleding van NVD Beveiligingen (waarop de letters NVD staan gedrukt) meer te willen dragen.

Tegen gedaagde is verstek verleend. Nu de vordering de voorzieningenrechter noch onrechtmatig noch ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen.

De voorzieningenrechter zal het verbod eerst drie dagen na betekening van dit vonnis doen ingaan om gedaagde een termijn te vergunnen om haar website onder een domeinnaam met daarin het teken/de afkorting NVD te verwijderen, haar statuten met betrekking tot haar afgekorte naam te wijzigen en haar inschrijving bij de kamer van koophandel aan te passen.

Lees  het vonnis hier.

IEF 2174

Uit twee of vier strepen

Rechtbank Amsterdam, 8 juni 2006, KG 06-591 P. Adidas-Salomon AG tegen  M.J.R. Retail N.V., Just Men N.V. & Scapa Of Scotland. (Met dank aan Gregor Vos en Bastiaan van Ramshorst, Klos Morel Vos & Schaap).

Voor Adidas begint het WK alvast goed. De Rechtbank Amsterdam oordeelt in deze strepenzaak dat de twee strepen op de (sport-)kleding van Scapa inbreuk maken op het als bekend gekwalificeerde 3-strepenmerk van Adidas. Het is aannemelijk is dat het 3-strepen merk een commerciële waarde vertegenwoordigt en geschikt is als merk, als aanduiding van de herkomst van de kleding.

Het gebruik van strepen op (sport-)kleding mag dan wijd en zijd gebruikelijk zijn, maar dat geldt niet voor de strepen zoals Adidas die als merk gebruikt, met de specifieke kenmerken zoals vermeld in de omschrijving van het merk (de drie strepen zijn van dezelfde kleur zijn, contrasteren met de kleur van de kleding, liggen op gelijke afstand van elkaar, gescheiden door twee tussenruimten, lopen parallel lopen en verticaal zijn aangebracht over de gehele lengte van de schouders, mouwen en/of broekspijpen van het kledingstuk).

Ook bij gebruik van een teken dat niet exact hetzelfde is, maar heel dicht tegen het 3-strepen merk van Adidas aanligt - ook als dat een teken is bestaand uit twee of vier strepen - kan volgens de rechter sprake zijn van verwarringsgevaar en kan ongerechtvaardigd voordeel wordt trekken uit of afbreuk worden gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk.

Het  betoog van Scapa dat de strepen op de kleding louter als versiering zijn aangebracht, gaat niet op. Het is voldoende aannemelijk dat de strepen geschikt zijn als herkomstaanduiding van de kleding, dat zij een commerciële waarde vertegenwoordigen omdat zij door consumenten in verband kunnen worden gebracht met de producent van de kleding en met bepaalde kwaliteitseigenschappen. Voldoende aannemelijk is ook dat het publiek een verband legt tussen de Scapa kleding en de strepen van Adidas. De resultaten van het marktonderzoek ondersteunen dat. De kritische noten van professor Wagenaar met betrekking tot (de in) het onderzoek (gehanteerde methode) leiden vooralsnog niet tot een andere conclusie.

Van verwatering is geen sprake. Adidas heeft genoegzaam aangetoond stelselmatig tegen merkinbreuk te hebben opgetreden.

Lees het vonnis hier.

IEF 2173

Aanmerkelijk lager

HvJ EG, 8 juni 2006, gevoegde zaken C-7/05 tot en met C-9/05. Saatgut-Treuhandverwaltungs GmbH tegen diverse Deppe’s. Duitse verzoeken om een prejudiciële beslissing.

Hardcore-kwekersrechtuitspraak. Hoogte van billijke vergoeding die moet worden betaald aan houder van communautair kwekersrecht, artikel 5, leden 2, 4 en 5, van verordening (EG) nr. 1768/95. Begri 'vergoeding die aanmerkelijk lager is dan bedrag dat in rekening wordt gebracht voor in licentie produceren van teeltmateriaal.’

Wie zich in staat acht het arrest te bespreken, wordt daartoe van harte uitgenodigd.

Lees het arrest hier.

 

IEF 2172

Op haar beurt nieuwsgierig

Persbericht: Businessclub WTC Almere, bijeenkomst op 29 juni, onder de titel 'Meer omzet met muziek, of niet?

Gastspreker is Berdien Stenberg. 'mede-oprichter van VIE, de Vereniging Intellectueel Eigendom Uitvoerende Kunstenaars en directeur van IRDA, een rechten verdeelorganisatie voor musici en acteurs.'

Het bedrijfsleven wordt steeds opnieuw geconfronteerd met allerlei heffingen die voortvloeien uit het Auteursrecht. Het gaat jaarlijks om honderden miljoenen, die door het bedrijfsleven worden opgehoest. Terecht of onterecht? Wie profiteert van al deze miljoenen? En hoe wordt de hoogte van al die heffingen eigenlijk vastgesteld; en betaalt het bedrijfsleven niet veel te veel aan dit soort heffingen?

Berdien Stenberg, zal al deze vragen in haar verhaal aan de orde stellen en is op haar beurt nieuwsgierig naar de ervaringen die de aanwezige ondernemers zelf hebben op dit gebied."  

Lees hier meer.

IEF 2171

Nadere afstemming noodzakelijk

Kamervragen met antwoord, nr. 1569, 2e Kamer. Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Europese Zaken) over de Europese verplichting om strafrechtelijke sancties te harmoniseren om misbruik van intellectueel eigendom te bestrijden. (Ingezonden 1 mei 2006); Mededeling

“ Mededeling van staatssecretaris Nicolaï (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken. (Ontvangen 31 mei 2006). Naar aanleiding van de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel, wil ik u meedelen, mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken, dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat nadere interdepartementale afstemming noodzakelijk is.”

IEF 2170

Het dagelijks bestaan (2)

K.J. Koelman, noot bij Rechtbank Amsterdam,  9 maart 2006 (Curry/Weekend), AMI 2006, p. 92-93.

“Vervolgens neemt de voorzieningenrechter m.i. te gemakkelijk aan dat Weekend aan de CC-licentie is gebonden. ‘Door plaatsing (van de foto’s) op de website’ zou de licentie van toepassing zijn. Maar voor totstandkoming van een overeenkomst is nog altijd aanbod en aanvaarding nodig. In de CC-licentie wordt gezegd dat men zich akkoord verklaart ‘door het uitoefenen van de in deze licentie verleende rechten met betrekking tot het werk’.

Uiteraard kan zo’n beding geen werking hebben, voordat de overeenkomst is aanvaard. Maar wellicht kan op basis van het gemene recht inderdaad worden betoogd dat degene die de licentie heeft gezien zijn wil om haar te aanvaarden uitdrukt door het werk vervolgens te gebruiken.”

Lees de volledige noot hier. Vonnis en eerder bericht hier.

IEF 2169

Strijd met het merkenrecht

Molblog bericht “De Postbankpas was volgens Marketeer of the Year  Hagenaars een groot succes (…) Nu zijn er 300.000 aanvragen verwerkt, 12 procent van deze aanvragen wordt echter afgekeurd. Veel vieze plaatjes en racistische teksten naar het schijnt, maar ook veel verzoeken om een logo te plaatsen, en dat is in strijd met het merkenrecht (…) ruim eenderde van de afgekeurde verzoeken betreft het Heineken-logo.”

Lees hier meer.

IEF 2168

Klokhuis

Zibb.nl bericht dat Nederlandse  winkels die de aanduiding Apple Centre gebruiken door de Apple zijn gesommeerd die naam voor de zomer van de gevel te halen en te vervangen door de term Premium Reseller. Apple heeft geen reden gegegeven voor de maatregel, maar vermoed wordt dat de fabrikant na het succes van de eigen Apple Stores in andere landen de aanduiding ook in Nederland zelf wil gaan gebruiken.

Lees hier iets meer.

IEF 2167

Advocaat van Orange (2)

Rechtbank Haarlem,  7 juni 2006, LJN: AX7108 (Met  dank aan zowel Alexandra van Beelen, DLA SchutGrosheide, als Wouter Pors, Bird & Bird.) 

Het omgekeerde van een schaars goed: een telecomreclamevonnis.

Orange voert op haar website en via haar televisiecommercials een reclamecampagne rondom de slogan “Bij Orange betaal je altijd per seconde, dus als je vijf seconden belt, betaal je ook vijf seconden”. KPN heeft gesommeerd het gebruik van de slogan in al haar reclame-uitingen met onmiddellijke ingang te staken.

KPN stelt dat Orange met de slogan ten onrechte pretendeert dat haar klanten uitsluitend voor het aantal gebelde seconden betalen. In werkelijkheid wordt daar bovenop immers voor ieder uitgaand gesprek een starttarief in rekening gebracht. KPN stelt dat aldus sprake is van misleidende reclame. Orange betwist dat.

Vast staat dat Orange bovenop de kosten voor het aantal gebelde seconden of minuten altijd een starttarief in rekening brengt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter wordt dit feit in de televisie-commercials van Orange onvoldoende duidelijk kenbaar gemaakt en wordt door de slogan de suggestie gewekt dat de consument uitsluitend betaalt voor het aantal gebelde seconden.

In het laatste beeld van de commercial is weliswaar te lezen “Kijk voor de voorwaarden op www.orange.nl”, maar die toevoeging is te summier om de hiervoor genoemde suggestie te relativeren. De voorzieningenrechter acht de gewraakte reclame-uiting in de televisiecommercials van Orange daarom misleidend.

Dat geldt niet voor de reclame-uiting op de website. Daar is per 23 mei 2006 aan de slogan de zin toegevoegd “plus per gesprek het Orange starttarief voor het tot standbrengen van de verbinding.” Deze zin is - in een duidelijk leesbaar lettertype - tegelijk met de slogan te lezen. Daardoor wordt hier de suggestie dat uitsluitend voor de gebelde seconden moet worden betaald voldoende gerelativeerd. De reclame-uiting op de website is daarom niet (meer) misleidend te achten.

Orange stelt zich op het standpunt dat KPN door de gewraakte reclame-uitingen niet wordt benadeeld, omdat haar naam daarin niet wordt genoemd. Dit argument gaat echter niet op. Voldoende aannemelijk is geworden dat consumenten naar aanleiding van de door Orange gedane uitingen en de suggestie die daarvan uitgaat, de keuze zullen maken om van een andere aanbieder van telecomdiensten over te stappen naar Orange. Hierdoor zullen die andere aanbieders in het algemeen en KPN, als één van de grootste aanbieders, in het bijzonder, schade lijden in de vorm van omzetverlies.

Het belang van KPN bij de ingestelde vorderingen is dan ook voldoende aannemelijk geworden. Orange moet rectificeren, maar hoeft niet te vermelden dat de slogan onrechtmatig is jegens KPN, aangezien het niet zo kan zijn dat in de rectificatie reclame wordt gemaakt voor KPN.

Lees het vonnis hier (pdf) of hier(rechtspraak.nl). Eerder bericht hier.