IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22663
29 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 22671
29 april 2025
Uitspraak

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen IMPRO B.V. en Impro Techniek B.V.: voldoende onderscheid in werkzaamheden

 
IEF 1947

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank Haarlem, 14 april 2006, LJN: AW2496. Biretco B.V. tegen Halfords Nederland B.V.

“Geoorloofde (prijsvergelijkende) reclame door Halfords voor een Union merkfiets voor € 499. Niet aannemelijk is geworden die fiets geen “uitstekende merkfiets” is, zoals in de reclame wordt gesteld en dat een “vergelijkbaar model” bij de rijwielhandel niet € 749 kost. Overweging ten overvloede: in reclame met een vergelijking met de goederen of diensten van een concurrent in het algemeen - in het onderhavige geval met ‘de rijwielhandel’ – is voor degene die de reclame maakt meer “speelruimte” dan in reclame waarbij de concurrent met name wordt genoemd. Dat is alleen anders wanneer de consument de vergelijking kan herleiden tot een bepaald goed, dienst of merk. Daarvan lijkt in casu geen sprake.” Lees het vonnis hier.

- Rechtbank Arnhem, 8 maart 2006, LJN: AW2487. Primagaz Nederland B.V. & Compagnie Des Gaz De Pétrole "Primagaz" tegen Kavegas B.V.

“De rechtbank wil wel aannemen dat er Primagaz-flessen met nagemaakte seals in omloop zijn, maar overweegt dat het enkele feit dat kavegas Primagaz-flessen met namaakseals in haar bezit heeft (gehad) nog geen indicatie is dat Kaegas verantwoordelijk is voor het aanbrengen van die namaakseals op de Primagaz-flessen en het in omloop brengen van die flessen.” Lees hier meer.

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 april 2006 (bij vervroeging), HA ZA 05-2015. Wijbenga Machines B.V. Tegen  Eisenkolb Confectiemachines B.V. & Inprotec International B.V. Octrooirecht. Lees het vonnis hier. Eerder vonnis hier.

- Rechtbank Amsterdam, 19 april 2006, LJN: AW2164, Eiser tegen De Telegraaf Tijdschriften Groep B.V.

 “Onrechtmatige perspublicatie: Artikel met foto's van eiser in Privé van 20 april 2005 onrechtmatig jegens eiser. Artikel is niet gebaseerd op feitenmateriaal en daardoor onrechtmatig. Ook de foto's zijn in combinatie met de begeleidende tekst onrechtmatig en vormen een inbreuk op het privé-leven van eiser. TTG dient een bedrag van € 20.000,= aan schadevergoeding te betalen.” Lees het vonnis hier.

IEF 1946

Mercedes Novatie

Rechtbank Almelo, 19 april 2006, rolnr. 77614/ KG ZA 06-80. X B.V. tegen B. Executiegeschil.

Tussen partijen bestaat sinds het vroege najaar van 2004 een geschil over de intellectuele eigendom van de typeaanduiding ‘X5’, alsmede over een aantal door X geregistreerde domeinnamen. Het hof heeft X onder meer veroordeeld tot wijziging van de handelsnaam en doorhaling van de domeinnamen. Nu dit laatste niet gebeurd is, heeft B executoriaal beslag laten leggen op een automobiel van het merk Mercedes-Benz, type SLR McLaren. Dit beslag is de reden dat X thans B heeft gedagvaard in kort geding. X vordert de opheffing van het beslag.

X stelt dat de door partijen naar aanleiding van het arrest van het hof getekende overeenkomst dient te worden aangemerkt als een zogenaamde novatie in die zin dat de overeenkomst in de plaats van het arrest van het hof treedt. X stelt verder dat zij niet is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichting uit hoofde van die overeenkomst. De beslaglegging is daarom ongegrond en onrechtmatig.

De rechtbank oordeelt: "Uit de tekst van de overeenkomst leidt de voorzieningenrechter af dat partijen slechts in onderhandeling zijn getreden over de wijze waarop (een gedeelte van) de executie van het arrest van het hof zou plaatsvinden en dat de overeenkomst derhalve een aanvullende werking heeft, waarbij het dictum van het arrest onverkort in stand blijft. [...] Ook de stelling van X dat in het bijzonder de dwangsombepaling haar executoriale kracht heeft verloren gaat niet op."

"Dat X vervolgens heeft gedraald met de doorhaling dan wel opheffing van de op haar naam geregistreerde domeinnamen, is een omstandigheid waarvan de gevolgen thans voor rekening en risico van X dienen te komen. De stelling van X dat zij gewacht heeft met de doorhaling c.q. opheffing van de registraties omdat B volgens X een rechtspersoon zou moeten aandragen aan wie de domeinnamen overgedragen zouden kunnen worden, doet aan het voorgaande niet af. Uit het arrest van het hof valt dit in ieder geval niet af te leiden en de brief waarop X zich beroept is gedateerd vóór de procedure bij het hof en dat maakt dat aan deze brief in het kader van de onderhavige procedure geen waarde gehecht kan worden. Ook de stelling van X dat een definitieve doorhaling van de domeinnamen voor X zeer riskant zou zijn, gaat niet op als argument voor het niet tijdig doorhalen van de domeinnamen. Dat een derde er mee aan de haal zou kunnen gaan, is een omstandigheid waar X part noch deel aan heeft. In dat geval had B die derde kunnen aanspreken op eventueel onrechtmatig gedrag, zonder dat dit van invloed was op de rechtsverhouding tussen partijen."

De conclusie luidt dan ook dat X niet (volledig) heeft voldaan aan ten eerste het arrest van het hof en ten tweede de aanvullende overeenkomst. Hierdoor kan en mag B overgaan tot het vorderen van dwangsommen.
Lees hier het vonnis.

IEF 1945

2x RCC

- Discotheek The Palace in Groningen overtreedt de Reclamecode.  The Palace prijst bier aan voor minder dan de helft van de normale verkoopprijs, te weten een “halve euro”.  Dit is in strijd met artikel 20 van de Reclamecode voor Alcoholhoudende Drank .

- Commercials BankGiro Loterij misleidend. De Reclame Code Commissie heeft de commercials van de BankGiro Loterij misleidend bevonden. Deze geven een misleidende voorstelling van de kans dat men een prijs wint. Zowel in de radio- als in de televisiecommercial wordt gezegd dat “gemiddeld 1 op de 5” wint, “dus van elke 5 deelnemers wint er altijd 1”. De conclusie dat van elke 5 deelnemers er altijd één wint is onjuist, waardoor de uitingen een onjuiste, te gunstige voorstelling geven van de winkans.

Website RCC hier.

IEF 1944

Acht

Bas Le Poole vat het even samen in Zibb: “Vergelijkende reclame: acht regels. In korte tijd een grote naamsbekendheid? Klanten wegkapen bij de concurrent? Een simpele prijsvergelijking kan voldoende zijn. Maar houd u wel aan de acht voorwaarden van vergelijkende reclame.” Lees hier meer.

IEF 1943

1 Euro Provisioneel

Het Volk bericht dat over een veroordeling tot een symbolische auteursrechtveroordeling: “Tekenaar Suske en Wiske moet commentaar bij ontslag niet pikken. Mark Verhaegen heeft recht op 7.500 euro morele schadevergoeding van Studio Vandersteen, omdat in een persbericht over het beëindigen van de samenwerking ,,ongepast en overbodig commentaar werd geleverd''.

Anderzijds moet Verhaegen 1 euro provisioneel aan de Studio Vandersteen omdat hij de laatste ontwerptekening aan het Algemeen Dagblad had gegeven, terwijl de arbeidsovereenkomst voorzag dat het auteursrecht te allen tijde bij Studio Vandersteen berust.” Lees hier iets meer.

IEF 1942

De banden vol met wind (2)

Het ANP bericht dat “De winkelketen Halfords zijn reclamecampagne kan voortzetten waarin de Union als een fiets van topkwaliteit wordt aangeprezen. Het verzet dat concurrent Biretco tegen de reclame bood, is gestrand.
 
De rechtbank in Haarlem (wie het vonnis heeft mag het mailen) steunde Biretco dinsdag niet in zijn mening dat de campagne misleidend is. Biretco heeft de voorzieningenrechter er niet van kunnen overtuigen dat de Union niet van dezelfde kwaliteit is als de fietsen die via de vakhandel worden verkocht, zoals Gazelle en Batavus.” Lees hier meer (Zibb.nl). eerder bericht hier.

IEF 1941

Lichtpuntjes

Nieuwe FLA-Krant: Er zijn lichtpuntjes in auteursrechtenland.

"Lichtpuntje één: er komt een herziening van het ‘auteurscontractenrecht’ aan, waardoor  freelancers in de toekomst beter worden beschermd tegen de  aantasting van hun intellectueel eigendom. Zie het interview met  hoogleraar informatierecht Bernt Hugenholtz op pagina 3. 

Lichtpuntje twee: de belangrijke gerechtelijke procedure die de  FLA samen met anderen heeft aangespannen tegen uitgeefgigant  Sanoma nadert haar ontknoping. Eind april van dit jaar vinden de  pleidooien plaats, waarna het Hof in Den Haag arrest zal wijzen.  Zie het bericht over Sanoma op pagina 2. 

Lichtpuntje drie: het Algemeen Dagblad. Die krant stuurde eind  december 2005 een contract naar haar freelancers met allerlei vage  en slechte clausules over bijvoorbeeld digitaal hergebruik en opname  van freelance bijdrages in het archief. Na kritiek van onder  andere de FLA zegde de hoofdredactie andere voorwaarden toe. "

Lees hier meer.

IEF 1940

Artikelen

Nieuw op de website van het IVIR:

A. van Rooijen:  Liever misbruikt dan misplaatst auteursrecht: Het doelcriterium ingezet tegen oneigenlijk auteursrechtgebruik, gepubliceerd in AMI, 2006-2, p. 45-51.

De wetgever heeft voorzien dat subjectieve rechten niet altijd worden gebruikt waarvoor ze zijn geschreven. De hier besproken zaken illustreren dat dat voor het auteursrecht niet anders is. Het misbruikleerstuk biedt daarom uitkomst: misplaatst auteursrecht is – onder omstandigheden – misbruikt auteursrecht.” Lees het artikel hier.

S. van Gompel: De vaststelling van de thuiskopievergoeding, gepubliceerd in AMI, 2006-2, p. 52-62.

Op dit moment lijkt het echter verstandig om te wachten  op een Europees initiatief alvorens maatregelen te nemen  op nationaal niveau. De Europese Commissie heeft namelijk  aangegeven dat zij bezorgd is over de toenemende uitbreiding  van de privé-kopieheffingen op digitale apparatuur in  de verschillende lidstaten, met name omdat daardoor geen  rekening gehouden wordt met de opkomst van DRM-systemen. (…) Als het eenmaal zover  is, zou het niet misstaan als de wetgever – in lijn met een  dergelijke Europese maatregel – nadere regels zou stellen  om de vaststelling van de thuiskopievergoeding in overeenstemming  te brengen met de voorwaarden uit de wet en de  Auteursrechtrichtlijn.” Lees het artikel hier.

IEF 1939

Hoog van de toren

Rechtbank Arnhem, 16 februari 2006 (gepubliceerd op 18 april 2006), LJN: AW2074. Dr. van der Hoog Cosmetics B.V. / Dr. van der Hoog Licentie-Maatschappij B.V. tegen Louis Widmer N.V.

Interpretatie van de rechtbank die, achteraf, niet helemaal strookt met die van de AG van het Hof van Justitie.

Eiser is rechthebbende op het Benelux woord- en beeldmerk CLEARSKIN en brengt sinds 1992 diverse anti-acnéproducten op de markt. Widmer brengt sinds 1997 een anti-acnéstick op de Beneluxmarkt. In 2004 heeft zij de verpakking van die producten gewijzigd: op de verpakking van de anti-acnéstick staat nu de tekst CLEAR SKIN STICK respectievelijk CLEAR SKIN GEL met daaronder de naam Widmer. Gedaagde is, natuurlijk, van oordeel dat zij de tekst CLEARSKIN slechts productbeschrijvend gebruikt.

De voorzieningenrechter oordeelt: “In beginsel kan Dr. van der Hoog haar merk CLEARSKIN niet aan Widmer tegenwerpen, tenzij het merk na de inschrijving bij het BMB door inburgering bij het relevante publiek onderscheidend vermogen heeft gekregen en daardoor als herkomstaanduiding van de waren van Dr. van der Hoog kan gelden.”

Over de inburgering van het teken CLEARSKIN stelt de rechter, vooruitlopend op de EUROPOLIS-uitspraak, het volgende: “Niet in geschil is dat de ClearSkin producten in België en Luxemburg niet of nauwelijks worden vermarkt en dat van inburgering in die landen geen sprake is. Over de vraag in hoeverre een merk dat slechts in een deel van het Benelux-gebied is ingeburgerd onderscheidend vermogen kan hebben, loopt thans een procedure bij het Europese Hof. Hoewel die vraag daarom nog onbeantwoord is, vindt de voorzieningenrechter het verdedigbaar dat een merk onderscheidend vermogen heeft verkregen als het in een substantieel deel van de Benelux is ingeburgerd en dat Nederland als een substantieel deel van het Benelux-gebied kan gelden."

Inburgering wordt daarmee aangenomen en daarmee is er sprake van een geldig merk en tevens sprake van merkinbreuk door gedaagde. Lees het vonnis hier.

IEF 1938

Webforum

Rechtbank Arnhem, 22 februari 2006,  HA ZA 05=1070. Webeffekt - Webeffect. Vonnis in incident ten aanzien van forumkeuze.

Webeffekt stelt dat zij houdster is van de merken “Webeffekt” en “Metaposition” en dat Webeffect Nederland inbreuk maakt op haar merkrecht door “Webeffect” en “Metaposition” als merken te gebruiken en de domeinnamen www.webeffekt.nl, www.webeffect.nl en www.metaposition.nl te laten registreren.

Daarnaast legt Webeffekt aan haar vordering ten grondslag dat Webeffect Nederland inbreuk maakt op haar handelsnaam, nu het woord “Webeffect” in de handelsnaam “Webeffect Nederland” zeer grote gelijkenis vertoont met de handelsnaam “Webeffekt”. Bovendien stelt Webeffekt dat de gedragingen van Webeffect Nederland jegens haar onrechtmatig zijn. Webeffect beroept zich op een oudere overeenkomst waaruit de forumkeuze zou blijken.

De rechtbank oordeelt als volgt: "Zowel volgens artikel 37 A eerste lid van de Benelux Merkenwet als volgens artikel 2 juncto artikel 60 van de EEX-Verordening wordt de territoriale bevoegdheid van de rechter bepaald door de woonplaats van de gedaagde. Webeffect Nederland is statutair gevestigd te Arnhem. Hieruit volgt dat de rechtbank te Arnhem bevoegd is om van het geschil tussen partijen kennis te nemen."

Lees het vonnis hier.