IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22663
29 april 2025
Uitspraak

Hof bevestigt dat verzameling van productgegevens door Tracpartz geen databank vormt

 
IEF 22671
29 april 2025
Uitspraak

Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen IMPRO B.V. en Impro Techniek B.V.: voldoende onderscheid in werkzaamheden

 
IEF 207

IE Bouwfraude

A Swiss judge is investigating possible bribery charges involving a $50 million contract to renovate the headquarters of a Geneva-based United Nations agency WIPO, according to government documents and Swiss and American officials. Lees meer in de New York Times.

IEF 205

Alle fotografen zijn welkom

Op woensdag 20 april 2005 organiseert de FotografenFederatie een bijeenkomst over
tarieven en contracten in de dagelijkse beroepspraktijk van de fotograaf. Sprekers zijn mevrouw mr.dr. Lucie Guibault (IVIR) en mr Michel Frequin (NUV).Daarna volgt een gesprek met de aanwezige fotografen onder leiding van Gerrit Jan Wolffensperger, voorzitter van de FotografenFederatie en Stichting Burafo. De avond vindt plaats in Cristofori, Prinsengracht 583, Amsterdam. Aanvang 20.15 uur. Alle fotografen zijn welkom.Toegang uitsluitend na reservering per e-mail: info@fotografenfederatie.nl

IEF 204

Linda Journaal

Net nu John de Mol op zoek is naar een nieuwe naam voor zijn tv-zender, deponeert de uitgever van Linda het merk Linda.tv (depotnr. 1074037) Misschien alleen de naam van haar nieuwe programma bij Talpa, maar eigenlijk geen slechte naam voor een hele zender: Vanavond bij Linda, Linda Presenteert, U kijkt naar Linda, Linda komt bij u terug na de reclame.

IEF 203

Alles

God ziet natuurlijk alles, dus dat zelfs de paus zich af en toe met intellectuele eigendom bezig houdt zou eigenlijk geen verrassing moeten zijn:

"The Holy See, consistent with the traditions of Catholic social thought, underlines that there is a "social mortgage" on all private property, namely, that the reason for the very existence the institution of private property is to ensure that the basic needs of every man and woman are met and sustained. This "social mortgage" on private property must also be applied today to "intellectual property" and to "knowledge" (John Paul II, Message to the "Jubilee 2000 Debt Campaign" Group, September 23, 1999). The law of profit alone cannot be applied to that which is essential for the fight against hunger, disease and poverty. Hence, whenever there is a conflict between property rights, on the one hand, and fundamental human rights and concerns of the common good, on the other, property rights should be moderated by an appropriate authority, in order to achieve a just balance of rights." Lees meer.

IEF 202

Elk afzonderlijk dier is niet origineel.

Hof van Cassatie, Brussel 11 maart 2005. Belgische zaak over karpetdessins, respectievelijk een boerderij-, een circus- en een katten en muizentafereel. Bevat, waarschijnlijk met het oog op de goede smaak, geen plaatjes van de katten en muizen, met uitstekende tong, bolletjes, strikjes, bloemen en een halsband, stal met paard dat over de halve staldeur kijkt, compositie met bloemen, vijver en lisdodde, clowns, muizen, leeuw, beer, koorddanser, circuswagen. En dat op een tapijt! En dan wil iemand ze kennelijk ook nog namaken. Hof van Cassatie vindt het prima.

Overwegende dat, om bescherming van de Auteurswet van 30 juni 1994 te genieten, het nodig maar voldoende is dat bewezen wordt dat het werk de uitdrukking is van de intellectuele inspanning van de maker, wat onontbeerlijk is om aan het werk het vereiste individuele karakter te geven waardoor een schepping ontstaat. Dat de loutere weergave van bestaande thema's zonder de keuze van een welbepaalde vorm die van persoonlijkheid getuigt, onvoldoende is om de auteursrechtelijke bescherming te verantwoorden.

Overwegende dat de appèlrechters, op grond van de concrete analyse van de dessins, vaststellen dat: met betrekking tot de afbeelding van boerderijen en een circus, zij "behoren tot het publiek domein", dat "het louter (gaat) om afbeeldingen van bekende elementen uit de kinderwereld weergegeven in de vorm van een tapijt" en dat "de tekeningen niet de stempel (dragen) van de tekenaar, maar een opsomming en een weergave (zijn) van gekende figuren" ;

met betrekking tot de afbeelding van katten en muizen, dit thema "geregeld (voorkomt) in stripverhalen en cartoons, in illustraties van kinderboeken, op verpakkingen" Dat de appèlrechters op grond hiervan oordelen dat "het geheel, noch enig onderdeel, noch de combinatie van de onderdelen, noch het feit dat de respectievelijke tekeningen op een karpet uitgedrukt zijn het dessin origineel (maken)", dat eiseres niet aantoont "dat de tekeningen op de karpetten het resultaat zijn van een persoonlijke denkinspanning of van een intellectueel opzoekingswerk, of van een analyse en synthese" en dat de creatieve inspanning van de maker ervan onvoldoende blijkt.

Dat de appèlrechters aldus, zonder miskenning van de regels in zake de bewijslast, hun beslissing dat de dessins 2475, 2476 en 2436 geen auteursrechtelijke bescherming genieten, naar recht verantwoorden ;

Overwegende dat de appèlrechters na te hebben beslist dat, onder meer de dessins 2475, 2476 en 2436 geen auteursrechtelijke bescherming genieten zodat verweerster zich niet schuldig heeft gemaakt aan namaak, oordelen dat "op grond van het voorgaande het beslag wegens namaak, dat (eiseres) gelegd heeft, onrechtmatig (was)" ;

Dat de appèlrechters door aldus de onrechtmatigheid van het beslag louter af te leiden uit het feit dat het beslag inzake namaak werd gelegd door een partij waarvan het auteursrecht
nadien door de rechter ten gronde niet werd erkend, hun beslissing niet naar recht verantwoorden.
Lees arrest op https://www.juridat.be

IEF 201

Bedreigde diersoort

Microsoft moet mogelijk de introductie van de opvolger van Windows XP, Longhorn, uitstellen na een uitspraak van de Californische rechter. Deze bepaalde dat Microsoft met het gebruiken van de zgn. 'SLIC' technologie in Longhorn inbreuk maakt op een tweetal octrooien van het datanetwerkbedrijf Alacritech. Het gerechtelijk bevel verbiedt Microsoft het maken, gebruiken, te koop aanbieden, verkopen, importeren of anderen aanzetten tot het gebruik van Microsofts [toekomstige Windows API] Chimney of Longhorn software.

Lees hier het gehele bericht

IEF 200

rechtsonzekerheid voor parallelimporteurs?

Arrest Hoge Raad, 15 april 2005, LJN: AS5238, C03/230HR, Euromedica tegen Merck & Co. Allereerst: De Hoge Raad ontkracht met dit arrest de onder advocaten levende gedachte dat rechters een beslissing aanhouden zodra de mogelijkheid zich aanbiedt, vanwege uitspraakquota  of gewoon door tijdgebrek, omdat die rechtsprekende part-timers kennelijk geen au pair kunnen betalen en altijd zelf de kinderen naar of van de crèche moeten brengen of halen. AG Verkade heeft de prejudiciële vragen al uitgeschreven, maar de HR aarzelt niet en spreekt meteen het eindoordeel uit in deze zaak. Ten tweede: De Hoge Raad mag dan zelf de inhoud van een arrest willen bepalen, maar zou er verstandig aan doen die inhoud door Verkade te laten uitwerken en opschrijven, dat bevordert de leesbaarheid enorm (en de omvang, maar daar valt mee te leven). Ten derde: Deze zaak gaat over parallellimport door Euromedica van het geneesmiddel RENITEC vanuit Griekenland, waarbij Euromedica ompakkings- en heretiketteringshandelingen verrichtte. Volgens jurisprudentie van het HvJ EG is dit onder (gedetailleerde) voorwaarden toegelaten.

De president van de rechtbank oordeelde dat Euromedica aan enige voorwaarden niét had voldaan, en legde aan Euromedica een in algemene termen vervat bevel op om inbreuken op de rechten op het merk RENITEC te staken en gestaakt te houden. In cassatie is aan de orde of een dergelijk algemeen verbod, versterkt met een dwangsom, gegeven had mogen worden, gelet op de in het middel als onvoldoende richtinggevend bestempelde ompakkingsjurisprudentie van het HvJ EG, en gelet op het belang van de vrijheid van goederenverkeer in de EU.

Het hof heeft geoordeeld dat het verbod is beperkt tot inbreuken op het recht van Merck op het merk RENITEC door ompakking van het product met deze merknaam door Euromedica en dat het is gebaseerd op de ompakkingsjurisprudentie van het HvJEG, waaraan het de gevolgtrekking heeft verbonden dat aldus aan de eis is voldaan dat in de omschrijving van het verbod een afdoende afbakening van de draagwijdte ervan is te vinden. Onderdeel 2.1 komt tevergeefs tegen dit oordeel op.
Het hof heeft kennelijk de hiervoor aan het slot van 3.5.1 bedoelde maatstaf gehanteerd en heeft bij de toepassing daarvan niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en zijn oordeel evenmin ontoereikend of onbegrijpelijk gemotiveerd. Het HvJEG heeft in zijn in een reeks van uitspraken ontwikkelde ompakkingsjurisprudentie, zoals in hoofdzaak weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 5.5 tot en met 5.8, een welomschreven opsomming gegeven van de eisen waaraan de parallelimporteur van merkgeneesmiddelen dient te voldoen. Nu het door de president gegeven verbod is beperkt tot gedragingen die, getoetst aan die rechtspraak, als inbreukmakend moeten worden bestempeld, is daarmee voldaan aan de eis dat het verbod toereikend is afgebakend. De omstandigheid dat ten tijde dat het verbod werd gegeven enkele van de van belang zijnde uitspraken van het HvJEG nog niet waren gedaan, behoefde het hof niet van zijn oordeel te weerhouden. Anders dan het onderdeel betoogt, zijn de in de jurisprudentie van het HvJEG ontwikkelde voorwaarden ook niet onvoldoende concreet om als grondslag voor het opgelegde verbod te dienen. Daarbij moet worden bedacht dat het bezwaar dat wordt gevormd door enige onzekerheid, die mede wordt veroorzaakt doordat toekomstige rechtsontwikkelingen in een verbod niet kunnen worden verdisconteerd, eigen is aan ieder algemeen luidend verbod. Tegenover het belang van de partij tegen wie het verbod is uitgesproken bij het verkrijgen van zoveel mogelijk zekerheid omtrent de vraag welke gedragingen onder het verbod zijn begrepen, in het bijzonder wanneer aan het verbod een dwangsom is verbonden, staat het belang van de rechthebbende bij bescherming van zijn recht, in het bijzonder als het gaat om rechten als het onderhavige merkrecht, die doorgaans slechts effectief kunnen worden beschermd door een verbod van verdere of dreigende inbreuken (waarbij een rol speelt dat de schade van dergelijke inbreuken zich vaak moeilijk laat bepalen). Dit belang wint bovendien aan gewicht ten opzichte van het rechtszekerheidsbelang van de verwerende partij indien die partij zich in het verleden reeds aan inbreuk schuldig heeft gemaakt.


Aan de klachten van onderdeel 2.2 ligt de stelling ten grondslag dat een algemeen verbod als hier gegeven, versterkt met een dwangsom, ook indien het verbod is afgebakend als door het hof vastgesteld, resulteert in een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve invoerbeperking in de zin van art. 28 EG - en derhalve ongeoorloofd is - omdat het de merkhouder in staat stelt de nationale markten af te schermen en het voortbestaan van eventueel tussen de lidstaten bestaande prijsverschillen bevordert. Het hierop toegespitste verweer in hoger beroep van Euromedica - waarvan de verwerping besloten ligt in 's hofs beslissing, zodat de in het onderdeel begrepen motiveringsklacht geen doel treft - berust op de gedachte dat de parallelimporteur, onder de dreiging van verbeurte van de dwangsom, door de merkhouder 'onder controle' wordt gehouden zolang hij niet zelf, door middel van een rechterlijke uitspraak in hoogste instantie, heeft aangetoond dat zijn (nieuwe) ompakking in overeenstemming is met de ompakkingsjurisprudentie van het HvJEG.
Uitgangspunt bij de beoordeling van deze klacht is dat de regeling van de uitputting van het merkrecht in art. 7 van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten en de daarop gebaseerde ompakkingsjurisprudentie van het HvJEG reeds de neerslag vormen van de afweging van enerzijds het belang van het in art. 28 (en 29) EG gewaarborgde vrije verkeer van goederen binnen de gemeenschap en anderzijds het belang van de bescherming van de industriële eigendom die volgens art. 30 EG in- en uitvoerbeperkingen kan rechtvaardigen. Derhalve kan een aan een parallelimporteur van merkgeneesmiddelen opgelegd, met een dwangsom versterkt rechterlijk verbod dat is geënt op de ompakkingsjurisprudentie van het HvJEG, zonder meer niet tot de gevolgtrekking leiden dat het verbod een 'maatregel van gelijke werking' inhoudt. Voor zover het onderdeel een daarop gerichte klacht inhoudt, faalt het. Voor zover wordt geklaagd dat dit anders is indien het gaat om een algemeen verbod met dwangsom, zoals hier aan de orde, omdat de parallelimporteur, teneinde het risico van het verbeurd raken van de dwangsom niet te lopen, geneigd is zekerheidshalve ook gedragingen te vermijden die hem op grond van regelgeving en rechtspraak zouden zijn toegestaan, miskent het onderdeel dat een algemeen verbod, naar hiervoor in 3.5.1 is overwogen, beperkt is tot handelingen waarvan in ernst niet kan worden betwijfeld dat zij, mede gelet op de gronden waarop het werd gegeven, daaronder begrepen zijn. Ook in zoverre mist het onderdeel dus doel.

HR verwerpt het beroep, veroordeelt Euromedica. Lees arrest.

IEF 199

Oorlog der uitgevers

Arjan Peters beschrijft vandaag in zijn column in de Volkskrant de inspanningen van een aantal Nederlandse uitgevers om nog voor de première in juni van Spielbergs verfilming van H.G. Wells'  (1866 - 1946) klassieker War of the Worlds met een Nederlandse vertaling op de markt te komen. Prometheus kocht de 'uitgeefrechten' en zocht een vertaler. Uitgeverij Aspekt meende dat Prometheus alleen de 'vertaalrechten' had gekocht, maar dat de 'uitgeefrechten' vrij waren omdat 'die knakker van een Wells al tijden dood is' en zette vervolgens ook een vertaler aan het werk. Uitgever Perry Pierik van Aspekt lijkt te vermoeden dat dat eigenlijk onzin is, maar heeft voor de zekerheid toch een advocaat op de zaak gezet: "Als die ook maar één gaatje vindt, dan gaan we die vertaling doorzetten." Benieuwd hoeveel tijd het de advocaat kost om 70 bij 1946 op te tellen en hoeveel hij daarvoor in rekening brengt.

IEF 198

.EU top level domein één stap dichterbij

Sinds de vaststelling van Verordening (EG) 733/2002 betreffende de invoering van het .eu-topniveaudomein is Europa bezig met de voorbereidingen van de start van het top level domein .eu. Het .eu domein zal het eerste werelddeel-gebonden top level domein zijn. Onlangs is bekend geworden dat de "sunrise period", waarbij overheidsinstanties en houders van oudere rechten die in de nationale en/of communautaire wetgeving zijn erkend of vastgesteld voorrang krijgen, gepland is om in het vierde kwartaal van 2005 van start te gaan. Tijdens deze periode is de registratie van domeinnamen uitsluitend gereserveerd voor overheidsinstanties en deze houders van oudere rechten die in de nationale en/of communautaire wetgeving zijn erkend of vastgesteld.

De "sunrise period" duurt vier maanden en bestaat uit twee fases, die elk twee maanden duren. Registraties vinden plaats op een "first come, first serve" basis. In de eerste fase kunnen alleen de domeinnamen geregistreerd worden die overeenkomen met de naam, of 'roepnaam' van een overheidslichaan, het gebied dat wordt bestuurd door een overheidslichaam, of geregistreerde gemeenschaps- of nationale merken. Fase 2 is bedoeld voor registratie van domeinnamen die overeenkomen met andere rechten, zoals handelsnamen en titels van beschermde auteursrechtelijke werken, maar alleen voor zover die rechten in de lidstaten erkend worden.

Meer informatie over de start van de .eu domeinnaam is te vinden op de website van EURid (de organisatie die door de Europese Commissie is aangewezen om de .eu registratie te coördineren): https://www.eurid.org/

IEF 197

NUV ziet niets

Het NUV ziet niets in een wettelijke regeling voor het auteurscontract, zoals door de onderzoekers Bernt Hugenholtz en Lucie Guibault van het Instituut voor Informatierecht is geadviseerd aan de minister van Justitie. Dat bevestigde NUV-voorzitter Loek Hermans nog eens tijdens het seminar over auteurscontracten dat gisteren werd georganiseerd. Boekblad.nl