Perspublicaties over vastgoedondernemer niet onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 28 oktober 2020, IEF 19563, IT 3313; ECLI:NL:RBNNE:2020:3814 (Eiser tegen NDC Mediagroep) Onrechtmatige uiting. Eiser is een vastgoedondernemer. NDC is een uitgeverij van kranten en exploiteert te website Sikkom, een zogenaamde stadsblog gericht op Groningse studenten. Tussen partijen is in geschil of NDC onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld door de publicatie op de website Sikkom van het artikel: "Groninger verhuurder [eiser] zit vast op verdenking van fraude", alsmede door de publicatie van de column: "Column | Peter R. de Vries strijdt in de media tegen criminelen, zijn zoon strijdt namens [eiser] tegen ons".
Cassatieberoep over schending van art. 155 Rv verworpen
Hoge Raad 6 november 2020, IEF 19560; ECLI:NL:HR:2020:1735 (Professionele fotografen) Procesrecht. In cassatie wordt geklaagd dat de raadsheer ten overstaan van wie het voorlopig getuigenverhoor heeft plaatsgevonden, op grond van art. 155 Rv het eindarrest had behoren mee te wijzen, dan wel dat het hof van een afwijken van deze regel en de oorzaak daarvan in het bestreden arrest [IEF 18526] melding had behoren te maken. Het tweede onderdeel betreft een klacht over toepassing van art. 21 Rv. De Hoge Raad volgt de conclusie van de A-G [IEF 19446] en verwerpt het cassatieberoep ex artikel 81 lid 1 RO. Verweerder maakt aanspraak op vergoeding van zijn proceskosten ter hoogte van € 17.649,60. Eiseres maakt daartegen bezwaar op de grond dat de zaak eenvoudig van aard is en de hoogte van de proceskosten daarom niet redelijk en evenredig zijn. De Hoge Raad acht een vergoeding ter hoogte van driekwart van het maximumtarief voor een eenvoudige zaak redelijk en evenredig, omdat in cassatie nog slechts twee processuele kwesties aan de orde waren en dat, gelet op het aantal uren dat is geschreven, enige overlap tussen de verrichte werkzaamheden aannemelijk is.
Beantwoording prejudiciële vragen over ‘technisch voorschrift’
HvJ EU 22 oktober 2020, IT 3311; ECLI:EU:C:2020:856 (Sportingbet en IOE tegen Santa Casa) Prejudiciële verwijzing. Sportingbet en Internet Opportunity Management (‘IOE’) bieden gokdiensten aan via het internet en hebben door middel van Portugese wetgeving een boete opgelegd gekregen omdat zij binnen de staatsmonopolie op gokdiensten zou opereren. Op grond van artikel 8 lid 1 Richtlijn 98/34/EG moeten lidstaten elk ontwerp voor een technisch voorschrift meedelen aan de Europese Commissie. Niet-nakoming van die verplichting is een zeer ernstige procedurefout, die wordt bestraft met de niet-toepasselijkheid van deze technische voorschriften. De vraag is of de wettelijke bepaling een ‘technisch voorschrift’ is. Artikel 1 punt 11 Richtlijn 98/34/EG, gelezen in samenhang met artikel 1 punt 5 van deze richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat een nationale wettelijke regeling waarin is bepaald dat het aan een overheidsinstantie verleende exclusieve recht om voor het gehele nationale grondgebied bepaalde kansspelen te exploiteren zich mede uitstrekt tot de exploitatie van deze spelen op het internet, een ‘technisch voorschrift’ is in de zin van eerstgenoemde bepaling. Het feit dat dit technisch voorschrift niet is meegedeeld aan de Europese Commissie ex artikel 8 lid 1 van die richtlijn, heeft tot gevolg dat de regeling niet kan worden tegengeworpen aan particulieren.
BRight Advocaten verwelkomt Nadiya Disveld als nieuwe collega
Wij zijn blij dat Nadiya Disveld sinds 1 november deel uitmaakt van het team van BRight Advocaten. Zij is door haar internationale ervaring op het gebied van intellectueel eigendomsrecht een perfecte aanvulling op ons team en gaat onze klanten en hun bedrijf helpen hun producten en merken te beschermen en te laten groeien.
Uitspraak ingezonden door Marcel de Zwaan, Bremer & De Zwaan.
Opschorting dwangsom wegens procedure ex art. 611d Rv
Vzr. Rechtbank Amsterdam 5 november 2020, IEF 19559; ECLI:NL:RBAMS:2020:5373 (Gemeente Amsterdam tegen kunstenares) Kort geding. Procesrecht. De gemeente Amsterdam heeft de kunstenares opdracht gegeven tot de vervaardiging van een definitief ontwerp van haar kunstwerk. De plaatsing van het kunstwerk is uiteindelijk na protest van buurtbewoners niet doorgegaan. Het hof Amsterdam heeft geoordeeld [IEF 17472] dat de gemeente het kunstwerk binnen twee jaar op een alternatieve locatie moet plaatsen, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Dit heeft de gemeente niet gedaan. De gemeente vordert samengevat primair de kunstenares te verbieden het arrest ten uitvoer te leggen, althans subsidiair totdat het hof heeft beslist op een door de gemeente nog in te stellen vordering om de dwangsom te matigen of op nihil te stellen op de voet van artikel 611d Rv.
Proceskostenveroordeling na intrekking kort geding IE-zaak
Vzr. Rechtbank Gelderland 5 oktober 2020, IEF 19558; ECLI:NL:RBGEL:2020:5868 (Philips tegen Hesdo) Kort geding. Procesrecht. Philips heeft een dagvaarding uitgebracht waarin zij een verbod voor Hesdo vorderde om verdere inbreuk te maken op de auteursrechten van Philips op de Avent flessenwarmer. Vooruitlopend op de zitting heeft Hesdo producties in het geding gebracht, waarop zij zich ter zitting zou gaan beroepen. Naar aanleiding van deze producties trok Philips de zaak in, omdat zij nader onderzoek moest verrichten naar de houdbaarheid van haar vorderingen. Hesdo vordert € 25.052,62 aan proceskosten ter voorbereiding van de ingetrokken inbreukzaak. Vooropgesteld wordt dat de Hoge Raad in zijn uitspraak van 3 juni 2016 [IEF 15988] heeft geoordeeld dat het mogelijk is voor een gedaagde partij om alsnog een proceskostenveroordeling te vorderen, in geval een eisende partij een kort geding intrekt. Dat geldt ook voor kort gedingen met betrekking tot het intellectueel eigendomsrecht. Hesdo heeft echter de door haar gestelde kosten niet voldoende gespecificeerd, waardoor Philips zich niet, althans niet behoorlijk heeft kunnen verweren. De te vergoeden kosten worden daarom op de gebruikelijke wijze begroot op € 1.636,00.
Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht op 18 november
Binnenkort, op woensdag 18 november, is het weer tijd voor de halfjaarlijkse Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht, met Tobias Cohen Jehoram, Charles Gielen en Joris van Manen. Schuif aan en u bent in een paar uur weer helemaal bij!
Enkele voorbeelden van de te behandelen uitspraken:
Vacature: advocaat-medewerker IE en reclamerecht bij Holla
Holla zoekt een gevorderd advocaat-stagiair(e) / beginnend advocaat-medewerker intellectuele eigendom (IE) en reclamerecht.
Standplaats: Eindhoven.
Heb jij inmiddels enkele jaren ervaring met het rechtsgebied IE en/of het reclamerecht? Of zou je je graag willen ontwikkelen op dit gebied? We komen graag met je in contact!
De Business Unit Intellectuele Eigendom, ICT & Privacy van Holla bestaat uit een team van acht advocaten. Het team is gespecialiseerd in onder andere het merken-, auteurs- en modellenrecht, ICT-recht en nieuwe media. Jij gaat je vooral bezighouden met IE en het (geneesmiddelen) reclamerecht, maar ook met zaken op het gebied van medische hulpmiddelen, cosmetica en voedingsmiddelen. Het team is actief in zowel de adviespraktijk als de specifieke procespraktijk van het intellectuele eigendom als in het procederen voor de codecommissies van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Reclame Code Commissie (RCC).
Lees verder.
Geen inbreuk op octrooi draadloze communicatie
Rechtbank Den Haag 4 november 2020, IEF 19556, IT 3310; ECLI:NL:RBDHA:2020:11108 (Sisvel tegen Xiaomi) Tussenvonnis. De Sisvel-groep beheert een uitgebreide octrooiportefeuille op het gebied van draadloze communicatie, waaronder octrooi EP 272. De vraag ligt voor of Xiaomi met de verhandeling van haar mobiele telefoons inbreuk maakt op EP 272. Volgens Sisvel wordt in de LTE-standaard door Xiaomi gebruik gemaakt van de uitvinding van EP 272. Xiaomi voert aan dat vanwege de tussen de netwerkarchitectuur van het octrooi en die van de LTE-standaard bestaande verschillen niet kan worden gezegd dat zij met de verhandeling van mobiele telefoons die de LTE-standaard ondersteunen, inbreuk maakt op het octrooi. De vordering van Sisvel in de hoofdzaak in conventie wordt afgewezen. De ingeroepen conclusies van het als standaard-essentieel aangemelde octrooi zijn niet geïncorporeerd in de LTE/4G-standaard die de mobiele telefoons van Xiaomi ondersteunen. De andere niet-inbreuk verweren van Xiaomi behoeven geen bespreking meer, net zo min als haar FRAND-verweer.
Uitspraak ingezonden door Terry Häcker, Häcker Marktonderzoekadvies.
Uitingen hoortoestellenreclame zijn misleidend
SRC College van Beroep 4 november 2020, IEF 19555, RB 3456; 2020/00299 - CVB (Specsavers) Klacht over de Specsavers-reclame voor hoortoestellen. In de bestreden uitingen wordt sterk de indruk gewekt dat de consument die twee hoortoestellen koopt bij Specsavers met geen enkele betalingsverplichting zal worden geconfronteerd. Heeft de consument echter nog een bedrag wegens eigen risico openstaan, dan kan de zorgverzekeraar – na vergoeding van de hoortoestellen aan Specsavers – de consument een rekening sturen voor het (resterende) eigen risico. Dit zal de consument als een vorm van betaling beschouwen. Dat het gebruikmaken van de onderhavige aanbieding tot een dergelijke betalingsverplichting kan leiden, is essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen. De consument moet daarom tijdig en op duidelijke wijze op de essentiële informatie over een eventuele betaling wegens verrekening van het eigen risico attent worden gemaakt. Er wordt geoordeeld dat dit in de bestreden uitingen onvoldoende is gedaan. De uitingen zijn daarom misleidend.