Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, voorzitter sectie uitvoerende kunstenaars Sena.
Erwin Angad-Gaur: coronacrisis raakt de culturele wereld hard
Onderzoek na onderzoek werd het de afgelopen jaren aangetoond: het is treurig gesteld met het inkomen van de meeste auteurs en artiesten, een enkele ster uitgezonderd. Aangezien de cultuursector volgens onder meer het CBS van een vergelijkbaar economisch belang is als de bouw en de agrarische sector – en er dus zeker geld aan cultuur verdiend wordt – hoeft men geen economische studie gedaan te hebben om al jaren te begrijpen dat er sprake is van een scheve verdeling van opbrengsten.
Enkelen profiteren – met name grote uitgevers, grote event-organisatoren, filmproducenten en mediaconglomeraten – en vooral de makers, de auteurs en de uitvoerenden, maar ook kleine producenten, komen er bekaaid af. Uiteraard worden ook de grotere spelers op de markt op dit moment getroffen, maar weinigen van hen moeten vrezen voor hun huis of letterlijk hun brood.
Lees verder in Sena Performers Magazine 1, 2020.
Artikel ingezonden door Bjorn Schipper, Schipper Legal.
Bjorn Schipper: waar muziekcontracten schuren
De muziekindustrie is op zichzelf in al zijn facetten een veelkoppig monster. Aan de ene kant zijn er de succesverhalen over artiesten die het gemaakt hebben en bij wie de wereld aan hun voeten ligt. Deze wereldsterren hebben een grote mate van leverage in onderhandelingen met muziekexploitanten zoals bijvoorbeeld muziekuitgevers en labels. Aan de andere kant zijn er in meerderheid artiesten die flink aan de weg timmeren maar (nog) niet die grote stap in hun carrière hebben gezet en nog steeds hopen op de grote doorbraak. Hoewel hun leverage doorgaans kleiner zal zijn, onderhandelen ook zij met verschillende muziekexploitanten. En dat is natuurlijk goed, iedereen heeft namelijk het recht om te onderhandelen en mag streven naar een voor hem of haar zo gunstig mogelijke deal.
Lees verder op Schipperlegal.nl. Dit artikel verscheen eerder in Muziekwereld 3-2019.
Artikel ingezonden door Timme Geerlof en Gerard van der Wal, Windt Le Grand Leeuwenburgh.
Op voorraad houden door Amazon van inbreukmakende goederen vormt geen merkinbreuk
Met zijn arrest van 2 april 2020 heeft het Hof van Justitie van de EU (“het Hof”) – in antwoord op prejudiciële vragen van de hoogste Duitse rechter – uitleg gegeven aan de merkenrechtelijke gebruikshandeling “het in voorraad hebben” in de zin van het Unierechtelijke merkenrecht [IEF 19119]. Merkhouder Coty Germany (“Coty”) verweet twee ondernemingen uit de groep Amazon (verantwoordelijk voor de online marktplaats van Amazon) merkinbreuk wegens het in de EU (fysiek) in voorraad hebben van goederen die niet door of met toestemming van Coty op de markt in de Europese Economische Ruimte (“EER”) waren gebracht. De goederen werden in voorraad gehouden voor de adverteerders-verkopers op Amazon. Het Hof maakt duidelijk dat het in voorraad houden voor derden als zodanig onvoldoende grond biedt aan de stelling dat sprake is van merkinbreuk. Daarvan is alleen sprake als het op voorraad houden plaatsvindt met het oogmerk om zelf de goederen op de markt te brengen in de EER, welk oogmerk ontbreekt bij Amazon.
Jurisprudentielunch merken-, modellen- en auteursrecht
Een beproefd concept: de Jurisprudentielunch merken-, modellen- en auteursrecht. Deze keer staat de lunch niet voor u klaar, maar de presentaties gaan door! Onverstoorbaar als altijd geven Tobias Cohen Jehoram (De Brauw Blackstone Westbroek), Charles Gielen (NautaDutilh) en Joris van Manen (HOYNG ROKH MONEGIER) op woensdag 6 mei een compleet overzicht van actuele rechtspraak in het merken- , modellen- en auteursrecht.
Enkele voorbeelden van te behandelen uitspraken auteursrecht:
Tom Kabinet (tweedehands E-books), IEF 18898; Brompton Bicycle (auteursrecht op vervallen octrooi), IEF 19008; Martin Garrix, IEF 18905.
Enkele voorbeelden van te behandelen uitspraken modellenrecht:
Gerecht 27 feb. 2020, Bog-Fran/EUIPO, IEF 19061; HvB Brussel 30 augustus 2019 - FM c.s./Telenet c.s; HvJ 19 december 2019, CVVP/Sanchis, IEF 19058.
Accreditatie: 3 opleidingspunten. Tijd: 13:00 – 16:15 uur.
LET OP: dit webinar is bijna vol, er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar.
Inschrijven kan direct via de website. Wil je meer informatie? Mail naar info@delex.nl.
Artikel ingezonden door Frans-Jan Hulsbergen, Le Poole & Bekema.
Frans-Jan Hulsbergen: the saga continues, het embedden van content en het auteursrecht
Al jarenlang bestaat discussie over de vraag of het embedden van auteursrechtelijke werken op het internet een auteursrechtinbreuk oplevert of niet. Recentelijk heeft de Rechtbank Amsterdam (Rb. Amsterdam 12 maart 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:1721) geoordeeld dat het feit dat een foto en een recept embedded waren op een website, niet in de weg staat aan het oordeel dat sprake was van een auteursrechtinbreuk [IEF 19104]. Als deze uitspraak gevolgd wordt, zou dit grote gevolgen hebben voor de mogelijkheid van het embedden van auteursrechtelijk beschermde content. In deze blog bespreekt Frans-Jan Hulsbergen wat embedden precies is en hoe in de (Europese) rechtspraak tegen het embedden van auteursrechtelijk beschermde content wordt aangekeken.
Lees verder op Lepoolebekema.nl.
Uitspraak ingezonden door Arnoud Martens, Ploum.
HvJ EU: geen gebruik merken voor eigen commerciële communicatie
HvJ EU 2 april 2020, IEF 19119, IEFbe 3062; ECLI:EU:C:2020:267 (Coty tegen Amazon) Prejudiciële beslissing in het kader van een geding tussen Coty Germany GmbH enerzijds en Amazon Services Europe Sàrl, Amazon Europe Core Sàrl, Amazon FC Graben GmbH en Amazon EU Sàrl anderzijds betreffende de verkoop op een marktplaats van de website www.amazon.de, door een derde verkoper, zonder toestemming van Coty, van parfumflesjes waarvoor de aan het betrokken merk verbonden rechten niet zijn uitgeput.
Het betreft de uitlegging van artikel 9, lid 2, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het [Uniemerk] (PB 2009, L 78, blz. 1), in de versie van vóór de wijziging ervan bij verordening (EU) 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 (PB 2015, L 341, blz. 21), en van artikel 9, lid 3, onder b), van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (PB 2017, L 154, blz. 1).
HvJ EU: verhuur van auto met radio is geen mededeling aan publiek
HvJ EU 2 april 2020; IEF 19118, IEFbe 3061; ECLI:EU:C:2020:268 (Stim en SAMI) Zie ook [IEF 18245] en [IEF 18963]. Stim en Sami zijn Zweedse organisaties voor het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten. Fleetmanager Sweden AB en Nordisk Biluthyrning AB zijn Zweedse autoverhuurbedrijven. Laatsgenoemden verhuren voertuigen aan bedrijven, die op hun beurt de voertuigen weer verhuren aan particulieren. De voertuigen zijn uitgerust met een radio. Houdt de verhuur van auto’s die standaard zijn uitgerust met een radio in dat de verhuurder van die auto’s een gebruiker is die een ‚mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 respectievelijk een ‚mededeling aan het publiek’ in de zin van artikel 8, lid 2, van richtlijn 2006/115 doet?
5 vragen over IE naar aanleiding van ´Zondag met Lubach´ over RUMAG
Naar aanleiding van de uitzending van tv-programma Zondag met Lubach over RUMAG beantwoordt het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom de volgende vragen:
- Mag je berichten en quotes die online staan gewoon gebruiken?
- Als je een quote vastlegt als merk bij BOIP, mag iemand anders die quote, of een deel daarvan, dan zomaar gebruiken?
- Als je een citaat van iemand anders een eigen vormgeving geeft, mag je het citaat dan wel verveelvoudigen zonder toestemming?
- In de uitzending was er regelmatig sprake van een “grijs gebied”. Wat betekent dat eigenlijk?
- Is bescherming van intellectuele eigendom zinvol?
Lees verder op www.boip.int.
Artikel ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Oscar Lamme en Gertjan Kuipers, De Brauw Blackstone Westbroek.
Tref zo snel mogelijk een tijdelijke regeling voor virtuele zittingen in IE-zaken
Juist nu de samenleving behoefte heeft aan efficiënte rechtspraak dreigt het Corona-virus de rechtsbedeling in IE-zaken te vertragen. Een enorme wachtlijst van zaken en schade aan IE-rechten is het gevolg. Wij pleiten er daarom voor zo spoedig mogelijk een tijdelijke regeling te treffen om de rechtbanken te openen voor virtuele zittingen in IE-zaken.* Dat kan, en er is maar weinig aanpassingsvermogen voor nodig.
Het sluiten van de rechtbanken voor onbepaalde tijd vanwege het Corona-virus, maakt dat het houden van fysieke zittingen ook voor onbepaalde tijd onmogelijk is. Dit leidt tot vertraging in reeds lopende procedures, waaronder in IE-zaken. In VRO-procedures leidt het er zelfs toe dat er nu al zaken zijn waarbij van het reeds vastgelegde processchema moet worden afgeweken. Dit terwijl de VRO-procedure in het leven is geroepen een procedure te bieden waarin met behoud van processuele waarborgen op aanvaardbare en voorzienbare termijn, een bodembeslissing kan worden verkregen. Voor octrooirechten en andere IE-rechten geldt immers dat iedere dag dat een inbreuk voortduurt het IE-recht verder wordt aangetast en de schade oploopt. Juist in deze onzekere tijden, hebben houders van IE-rechten behoefte aan zekerheid. Nu de Corona-maatregelen zijn verlengd, is het van groot belang dat de overheid zo spoedig mogelijk aanvullende middelen ter beschikking stelt aan de IE-rechtspraak om in deze moeilijke tijden te kunnen blijven functioneren. Virtuele zittingen zouden hier een grote bijdrage aan kunnen leveren. De electronische middelen zijn beschikbaar, betaalbaar en praktisch goed bruikbaar. Deze mogelijkheid ongebruikt te laten liggen, leidt tot onnodige achterstanden en het onnodig onthouden van recht aan de maatschappij.
Lisette den Butter en Tessa van den Ende over het Besluit kansspelen op afstand
Recently, the Remote Gambling Decree was submitted to the Dutch parliament, accompanied by two letters answering questions raised in the previous parliamentary debates relating to the plans to extend the cooling-off period by six months and to ban advertisements for (online) gambling. Lisette den Butter and Tessa van den Ende (Bird & Bird) elaborate on the regulations set out in the Remote Gambling Decree and discuss the confirmation of the extended cooling-off period and the decision not to ban advertising for online gambling.
On 3 March 2020, the Dutch Minister of Justice responsible for online gambling policy, submitted the Remote Gambling Decree (Besluit Kansspelen op afstand) (the “Decree”) to the Dutch Parliament’s lower chamber, the House of Representatives. The Decree is part of secondary legislation in which the Remote Gambling Bill (Wet Kansspelen op afstand) is further developed and completed. The Decree contains the conditions applicable to online gambling licences and lays out vital secondary regulation that applies to online gambling in the Netherlands. In addition to the Decree, the Dutch minister also published two letters answering questions which were raised in previous parliamentary debates, including relating to the cooling-off period and the decision not to ban advertising for online gambling.
Lees verder op Mediawrites.law.