Uitspraak ingezonden door Gregor Vos & Sjo Anne Hoogcarspel van Brinkhof.
Geen merkenrechtelijke bescherming voor de Tripp Trapp-stoel
Hof Amsterdam 4 februari 2019, IEF18251 (Hauck tegen Stokke c.s.) Zie ook: IEF 15458; IEF 15180; IEF 14209; IEF 12718; IEF 12554; IEF 11836; IEF 8503. Merkenrecht. Aan de orde is de vraag of de vorm van de Tripp Trapp-stoel op 8 mei 1998 rechtsgeldig als Benelux vormmerk voor ‘stoelen, met name kinderstoelen’ is gedeponeerd dan wel deze zich, gelet op het bepaalde in artikel 2.1 lid 2 BVIE, niet leent voor merkenrechtelijke bescherming. De opdracht aan het Hof van Amsterdam komt erop neer dat dit hof alsnog moet beoordelen of de uitsluitingsgronden van artikel 3 lid 1 sub e (i) en/of sub e (iii) Merkenrichtlijn van toepassing zijn. De Hoge Raad heeft dat zo verwoord dat dit hof moet onderzoeken of de vorm van de Tripp Trapp-stoel een teken is dat, gelet op bedoelde uitsluitingsgronden, “niet voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking komt hetzij op de ene grond, hetzij op de andere, hetzij volledig op elk van beide gronden”.
Het hof concludeert dat het merk zoals gedeponeerd waarop Stokke c.s. zich beroepen uitsluitend bestaat in de vorm van een kinderstoel. Dit is een vorm die door de aard van de waar wordt bepaald als in art. 2.1 lid 2 BVIE. Stokke c.s. komt dus geen merkenrechtelijke bescherming toe.
For your ears only - Rogier de Vrey
Afgelopen 24 januari vond het 12e IE-diner plaats in Hotel Arena. Rogier de Vrey was de tweede spreker van de avond en kwam ons vertellen over de "confidentiality club" binnen de IE-wereld. Lees hier het hele verhaal.
For your ears only
Ik zou eigenlijk moeten fluisteren, maar ik vrees dat u mij dan niet kan verstaan, zeker niet achterin. Fluisteren, omdat ik het met u wil hebben over geheime genootschappen. Ik besef mij het risico dat ik neem, door dit onderwerp vanavond, zo openlijk, aan te snijden. Met alle eeuwenoude, op strikte geheimhouding geënte afspraken die in die werelden spelen, is het een doodzonde om zo in de openbaarheid te spreken over zo'n onderwerp (al beperk ik mij tot u als illuster gezelschap vanavond). Ik neem dit risico. Wellicht dat de borrel die ik net heb gedronken mij heeft geholpen bij het aanvaarden van dit risico.
Geheime genootschappen bestaan al sinds mensenheugenis. Vele van u zullen bekend zijn met de Illuminati, zeker door de boeken van Umberto Eco en Dan Brown. Complotdenkers zien hen als de grondleggers van de Nieuwe Wereldorde, die de macht over de hele wereld zouden willen verkrijgen. Maar denk ook aan de Zwarte Hand, die een rol zou hebben gespeeld in de aanzet tot de 1e wereldoorlog. Of denkt u aan de – alleen al door de films – toch vrij populaire Mafia. Er zijn ook moderne, ultra geheime online genootschappen. Cicada 3301 (niemand weet wie het zijn) werft via het internet codekrakers. Dat doen zij door de meest ingewikkelde puzzels online te zetten die alleen door de besten gekraakt kunnen worden, met het doel om deze personen in te zetten voor cryptografie en cryptocurrency doeleinden. En vergeet niet dat op dit moment een geheime groep invloedrijke Britse politici actief is; "Plotters who try to hijack the Brexit process" als ik de BBC mag geloven.
Lees hier verder.
AB InBev krijgt geen inzage in bedrijfsgeheimen Heineken ogv 843a Rv
Rechtbank Den Haag 1 februari 2019, IEF 18213; ECLI:NL:RBDHA:2019:853 (Anheuser-Busch tegen Heineken) Octrooizaak. Inzagevordering 843a Rv. Afwijzing. De voorzieningenrechter oordeelt dat een kort gedingprocedure zich in dit geval niet leent voor het toestaan van inzage. De inzage ziet op reële bedrijfsgeheimen van Heineken. Een eenmaal verleende inzage is niet terug te draaien. Daar staat tegenover dat er een serieuze, niet te verwaarlozen, kans is dat het octrooi van Anheuser ongeldig is en dat de inbreukredenering van Anheuser niet opgaat. Bovendien had Anheuser sneller kunnen reageren. De inzage wordt daarom geweigerd, behalve met betrekking tot in beslag genomen monsters van “bag-in-containers”. Anheuser dient de inzage in een bodemprocedure te vorderen, waarbij de bodemrechter eerst kan beoordelen of het octrooi geldig is, of de inbreukredenering van Anheuser opgaat en vervolgens of inzage wel nodig is.
Uitspraak ingezonden door Ruby Nefkens, Van Der Steenhoven Advocaten.
Geen merkinbreuk op stoelen Montis door reviseren stoelen Klaver
Hof Amsterdam 29 januari 2019, IEF 18212; ECLI:NL:GHAMS:2019:216 (Montis tegen Klaver) Auteursrecht. Merkenrecht. Slaafse nabootsing. Montis brengt verschillende meubelen op de markt, waaronder de Charly en de Chaplin. De Chaplin is een kleinere versie van de Charly en belichamen in auteursrechtelijke zin hetzelfde werk. Klaver heeft tweedehandse stoelen van Montis gekocht, type Charly, en herstellingswerkzaamheden zoals stoffering verricht. Bij het aanbrengen van een nieuwe hoes is het label met het merk Montis niet opnieuw aangebracht. Stoelen zijn te koop aangeboden op o.a. Marktplaats en haar eigen website, waar vermeld wordt dat de stoelen zijn bijgevuld en opnieuw bekleed en afkomstig zijn van andere producenten. De meubelen komen geen auteursrechtelijke bescherming toe: modelrecht vervallen, auteursrechten zijn o.g.v. art. 51 Aw niet herleefd. Geen auteursrechtelijke bescherming hoes: geen eigen intellectuele schepping. Geen merkinbreuk, Klaver heeft telkens expliciet duidelijk gemaakt dat het gaat om tweedehands, door haar gereviseerde stoelen. Geen slaafse nabootsing. Hof bekrachtigt vonnis waarvan beroep.
Vereniging voor Auteursrecht studiemiddag 8 februari 2019
Hierbij is iedereen uitgenodigd voor de studiemiddag op vrijdag 8 februari om 14.00 uur in de Tolhuistuin (Tuinzaal) te Amsterdam. Het thema van de studiemiddag is: COPYRIGHT AND THE EUROPEAN CHARTER: A BALANCING ACT? Het auteursrecht wordt door het Europese Handvest beschermd als eigendom (artikel 17 lid 2). In vrijwel iedere beslissing van het Hof van Justitie wordt dit uitgangspunt herhaald. In een toenemend aantal zaken wordt echter ook een beroep gedaan op andere in het Handvest erkende grondrechten, zoals de vrijheid van informatie, de bescherming van de privacy, de vrijheid van ondernemerschap, de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van kunst. Wat betekent deze ‘clash’ tussen de diverse grondrechten voor het auteursrecht? Hoe brengt de rechter deze grondrechten in evenwicht? Wat is de impact op de beschermingsomvang? En hoe grijpen de grondrechten in op de handhaving van het auteursrecht? Waar gaat de rechtspraak van het HvJEU op dit punt naar toe? Welke grondrechten leggen meer gewicht in de schaal dan andere? Lees hier verder.
Uitspraak ingezonden door Yves Janssen (Huver advocaten).
Handelsnaam Appcomm maakt geen inbreuk op de reeds bestaande handelsnaam Addcomm
Hof Amsterdam 29 januari 2019, IEF 18210; zaaknr. 200.239.350/01 (Addcomm tegen Appcomm) Handelsnaamrecht. Zie eerder [IEF 17616]. Addcomm heeft gevorderd dat Appcomm wordt bevolen het gebruik van de handelsnaam Appcomm en de domeinnaam appcomm.nl te staken. De voorzieningenrechter heeft deze vorderingen afgewezen. Gelet op het feit dat beide ondernemingen werkzaam zijn op het gebied van (online) communicatie, acht het hof aannemelijk dat het publiek het identieke bestanddeel 'comm' in de beide handelsnamen zal opvatten als een verwijzing naar die activiteiten, zodat bij de beoordeling van de mate waarin het publiek de betrokken handelsnamen als overeenstemmend ervaart, meer nadruk ligt op vergelijking van de bestanddelen 'Add' en 'App', die niet identiek zijn. Verder betrok het hof in zijn beoordeling de verschillen in grafische presentatie van de handelsnamen op de websites, dat niet is gebleken dat Appcomm de handelsnaam opzettelijk heeft gekozen om daarmee Addcomm schade te berokkenen en het dat niet is gebleken van enig concreet geval van verwarring bij het publiek.
Het hof wijst de vorderingen van Addcomm derhalve af.
Marijn Kingma, Höcker advocaten.
De raadselen van het Orakel van Luxemburg: een auteursrechtelijk sprookje
Afgelopen 24 januari vond het 12e IE-diner plaats in Hotel Arena. Marijn Kingma was de eerste spreker van de avond en had een auteursrechtelijk sprookje voorbereid! Klik hier voor het gehele sprookje.
De raadselen van het Orakel van Luxemburg: een auteursrechtelijk sprookje
Er was eens een sprookjesbos. In het sprookjesbos leefden alle dieren harmonieus samen. Zo leefden er in het bos uilen, die prachtige boeken schreven. Er waren ook dieren die muziek maakten, zoals kevers, adelaren en apen. Sommige dieren maakten prachtige films, bijvoorbeeld de leeuwen en de muizen (of eigenlijk voornamelijk één muis). Zo was er in het sprookjesbos altijd veel te doen: de dieren konden mooie boeken lezen, naar spannende films kijken, of luisteren naar meeslepende muziek.
Er waren ook dieren die niet zoveel talent hadden als bijvoorbeeld de uilen, de kevers en de muis. Dat waren de gieren. Maar dat was niet zo’n groot probleem. De gieren hadden namelijk een slim truukje bedacht. Zij vertelden de andere dieren dat het héél belangrijk was om goede afspraken te maken over hun auteursrechten. En dat ze de dieren konden helpen met ruzies daarover oplossen. De gieren vroegen daar heel veel galjoenen voor, zodat ze hun buikjes heerlijk rond konden eten en heel veel vruchtennectar konden drinken. Omdat de gieren er wel een beetje eng uitzagen, besloten zij zich te verkleden als pinguïns. De andere dieren lachten de gieren wel een klein beetje uit in die rare pakjes, maar dat kon de gieren niets schelen. Zo ging het een hele lange tijd goed.
Maar toen brak er een nieuwe eeuw aan. En alles veranderde. Er waren namelijk een paar hele slimme tovenaars die een nieuwe glazen bol hadden uitgevonden. Met die glazen bol konden alle dieren opeens alle informatie in de wereld opzoeken en alles bekijken wat zij wilden. Er was één tovenaar die de beste glazen bol had. Dit was de grote tovenaar Goochel. De dieren vroegen Goochel alles wat zij altijd al hadden willen weten.
Uitspraak ingezonden door Rutger Stoop, Brinkhof.
Vordering Pacovis tot nietigverklaring Gemeenschapsmodel borden afgewezen, totaalindruk verschilt
EUIPO 22 februari 2018, IEF 18130; IEFbe 2797 (Pacovis tegen Natural Tableware) Modelrecht. Pacovis stelt dat de borden van de serie "Ellipse" van Natural Tableware ontbreekt aan nieuwheid omdat Pacovis een zelfde design had gemaakt en gepubliceerd. Oordeel is echter dat deze borden niet geopenbaard zijn overeenkomstig art. 7 GModVo en nu dit een vereiste is voor het toepassen van art. 5 en 6 GModVo, is het niet nodig de verdere validiteit in overweging te nemen met betrekking tot deze borden. Pacovis stelt ook dat de borden niet voldoen aan een eigen karakter, omdat, gezien de totaalindruk wordt gewekt, deze niet van andere eerder geopenbaarde ontwerpen verschilt. Deze stelling is onjuist, in het licht van de algemene indruk die wordt gewekt bij de geÏnformeerde gebruiker, wijken de eerdere ontwerpen wel af. De ovale vormen zijn onregelmatig en de contouren en materialen zijn anders. De vordering tot nietigverklaring van het ingeschreven Gemeenschapsmodel wordt afgewezen. Zie tevens onderstaande uitspraak.
Hof Amsterdam 20 maart 2018, IEF 18130, IEFbe 2797 (Pacovis tegen Natural Tableware). Procesrecht. Pacovis trekt het hoger beroep in, waarop Natural Tableware een proceskostenvergoeding vordert. Het hof wijst deze toe, op basis van het liquidatietarief.
Conclusie AG over art. 5 lid 3 Auteursrechtrichtlijn
Conclusie AG 10 januari 2019, IEF 18207; IEFbe 2812; IT 2711; C‑516/17; ECLI:EU:C:2019:16 (Spiegel Online tegen Volker Beck) Auteursrecht. AG stelt voor dat het hof de prejudiciële vragen van het Bundesgerichthof als volgt beantwoordt. Lidstaten zijn verplicht in hun nationale recht bescherming te waarborgen van de uitsluitende rechten zoals in art. 2 t/m 4 Auteursrechtrichtlijn. Die rechten kunnen enkel worden beperkt door toepassing van de beperkingen en restricties die uitputtend zijn beschreven in artikel 5 van die richtlijn. De lidstaten blijven echter vrij in hun keuze van de middelen die zij passend achten om die verplichting na te komen. Gebruik van een werk van letterkunde in kader van verslag actuele gebeurtenis valt niet onder beperking art. 5 lid 3 onder c Auteursrechtrichtlijn indien met het gebruik beoogde doel lezing van het gehele werk of deel daarvan vereist. Art. 5 lid 3 onder d Auteursrechtrichtlijn n.v.t. indien werk zonder toestemming in geheel beschikbaar wordt gesteld als los in te zien en te downloaden bestand. Art. 11 Handvest EU vormt geen begrenzing van uitsluitende rechten auteur om reproductie en mededeling aan publiek van zijn werk toe te staan of verbieden, en biedt geen rechtvaardiging voor beperking van of inbreuk van die rechten. Geldt eveneens in situatie waarin auteur betrokken werk een publieke functie uitoefent en dat werk zijn overtuiging openbaart ten aanzien van kwesties van algemeen belang, voor zover dat werk reeds voor het publiek beschikbaar is.
Carja Mastenbroek over gebruiksvoorwerpen tijdens IE Diner 2019
Presentatie IE Diner Carja Mastenbroek. Als het IE recht past, trekke hem dan aan. Gebruik het model als geheim wapen. Of anders gesteld: een pleidooi voor het gebruik van (niet) geregistreerde modellen voor gebruiksvoorwerpen. Elke bedrijfstak komt in aanraking met het kopiëren van producten. De vraag is vervolgens: hoe kunnen we hier tegen optreden? Naast de gebruikelijke IE-rechten zoals het merkrecht, auteursrecht en slaafse nabootsing, is er ook de optie om het modelrecht in te zetten. De bescherming van de vormgeving van gebruiksvoorwerpen via het modelrecht is - naar mijn mening - namelijk bij uitstek geschikt. In de loop der jaren is gebleken dat hier echter veel vooroordelen aan kleven en misverstanden over bestaan. Dit diner leek mij de uitgelezen mogelijkheid om bij u, geachte aanwezigen, te trachten wat koudwatervrees weg te nemen, mocht u dat hebben. Wellicht ga ik op enig moment spijt krijgen van het delen van mijn enthousiasme voor het modelrecht wanneer ik in een zaak wordt geconfronteerd met mijn eigen tips, maar dat zie ik dan wel weer. Lees verder.