Verzoek voorlopig getuigenverhoor stichting BREIN toegewezen
Rechtbank Den Haag 1 augustus 2016, IEF 17027; ECLI:NL:RBDHA:2017:9026 (Stichting Brein-voorlopig getuigenverhoor) Verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Geen fishing expedition. Auteursrecht. Stichting Brein heeft geconstateerd dat zich op door Ecatel gehoste websites inbreukmakend materiaal bevond. Het netwerk van Ecatel is overgenomen door Quasi Networks. Stichting Brein heeft binnen het netwerk van Quasi Networks meerdere websites aangetroffen met evident inbreukmakende content. Quasi Networks reageert structureel niet op verzoeken tot afsluiting van websites. Stichting Brein wenst [verweerders] als getuigen te horen om verdere duidelijkheid te krijgen over de structuur van en de relatie tussen deze ondernemingen, waar de servers zich bevinden en welke personen de verantwoordelijken achter Quasi Networks zijn. De rechtbank beveelt het voorlopig getuigenverhoor.
Karakter “Striker Lucian” in het computerspel League of Legends maakt inbreuk op portretrecht Edgar Davids
Rechtbank Amsterdam 9 augustus 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:5415 (Edgar Davids tegen Riot Games) Portretrecht. Met het gebruik van de skin “Striker Lucian” in het computerspel League of Legends wordt inbreuk gemaakt op het portretrecht van een bekende oud-voetballer Edgar Davids. De rechtbank concludeert dat de skin is aan te merken als een portret. Striker Lucian bevat zoveel elementen van de oud-voetballer – een donkere huidskleur, sportief postuur, agressieve speelstijl, zwarte dreadlocks en een sportbril, gecombineerd met een voetbaluniform – dat met de skin en afbeeldingen van Striker Lucian het beeld van de voetballer wordt opgeroepen. Bij die beoordeling is ook aangesloten de context en de bedoeling waarmee het portret wordt gebruikt.
De verzilverbare populariteit van de oud-voetballer vormt in dit geval ook voldoende belang voor hem om zich tegen het gebruik van zijn portret te verzetten. Dit belang weegt zwaarder dan het commerciële belang van de exploitant van het spel om de skin Striker Lucian aan te bieden als verfraaiing van haar computerspel. Daarvoor is geen redelijke vergoeding aangeboden. Riot Games moet daarom een schadevergoeding aan de oud-voetballer betalen. Om de hoogte van de vergoeding te bepalen moet Riot Games nu laten zien hoeveel er (in Nederland) is verdiend met deze skin. De rechtbank zal in een volgend vonnis beslissen over de hoogte van de schadevergoeding.
Bijdrage ingezonden door Piet-Hein Boekel, LegalMatters.com.
Piet-Hein Boekel - Chelsea ownes Mourinho
Kent u hem nog? Mourinho ‘the special one’? José Mourinho was de eerste coach die vond dat hij meer salaris moest ontvangen dan de spelers zelf. Hoe kun je als coach serieus genomen worden als je net boven de Balkendendenorm zit, terwijl de spelers dat salaris per zes minuten verdienen? Daar valt wat voor te zeggen. Alhoewel er vermoedelijk niet heel veel shirtjes met het rugnummer van Mourinho over de toonbank zullen gaan. Hoe verdient de club dan het miljoenensalaris van Mourinho terug? Chelsea heeft daar wel een creatieve oplossing voor.
Ingezonden door Renate Keijser, LinkedIn.
Renate Keijser - Hoe de maatman een fietsmand wel én niet beschermd laat zijn
Artikel ingezonden vanwege het derde IE-Zomerforum rondom modellenrecht/slaafse nabootsing. Uit de uitspraken in de zaak tussen Burgers en Basil blijkt dat de Basil Denton fietsmand wel bescherming geniet onder het modellenrecht, maar niet tegen slaafse nabootsing. Uit het tweede tussenvonnis van de rechtbank Den Haag in de bodemzaak blijkt het modellenrecht een lagere beschermingsdrempel te hebben dan de slaafse nabootsing.[1] Het verschil tussen het eigen karakter van het modellenrecht en het voor de slaafse nabootsing vereiste onderscheidend vermogen voor een eigen plek op de markt is te herleiden naar het verschil in maatman.[2]
Uitspraak mede ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD advocaten.
Bram Ladage zegt ten onrechte franchiseovereenkomst op
Vzr. Rechtbank Rotterdam 31 maart 2017, IEF 17022; ECLI:NL:RBROT:2017:2457 (X tegen Bram Ladage c.s.) Contractenrecht. Bram Ladage heeft de franchiseovereenkomst met X opgezegd. X vordert voortzetting van de overeenkomst. Nastreving van uniformiteit in alle franchisecontracten is geen rechtvaardiging voor opzegging. Weigering van ondertekening nieuwe standaard franchiseovereenkomst door X was geen gegronde reden voor staking van samenwerking. Toewijzing vordering: de franchiseovereenkomst dient voortgezet te worden.
AU CHATEAU MAGIQUE en LASER MAGIQUE zijn beschrijvend
Hof van Beroep Brussel 30 juni 2017 en Hof van Beroep Brussel 30 juni 2017, IEFbe 2303 (Au chateau magique tegen BBIE) Benelux merkenrecht. Uitspraken alleen beschikbaar in het Frans. Au chateau magique is houdster de woordmerken AU CHATEAU MAGIQUE en LASER MAGIQUE. AU CHATEAU MAGIQUE bestaat uitsluitend uit beschrijvende tekens en is daarom beschrijvend in de zin van art. 2.11.1.c. BVIE, voor de attracties van een themapark in de vorm van een kasteel en tevens betreffende diensten van pretparken met een kasteelthema. Nu het teken beschrijvend is, blijft onderzoek naar het onderscheidend vermogen achterwege.
Het teken LASER MAGIQUE geeft niet de indruk dat het voldoende afwijkt van de samenvoeging van de woordelijke bestanddelen waaruit het bestaat, het is niet meer dan de som der delen. De consument zal het teken herkennen als een term ontworpen voor een product dat dient om lichtstralen te versterken met buitengewone effecten. De registratie van het teken is terecht geweigerd voor klasse 9. Het teken is beschrijvend voor de soort en kwaliteit van het product.
Inbrengen vervalst rapport in procedure, is schending auteursrecht
Vzr. Rechtbank Rotterdam 30 mei 2017, IEF 17021; ECLI:NL:RBROT:2017:4087 (executiegeschil dwangsommen verbeurd) Mediarecht. Executiegeschil over de vraag of dwangsommen zijn verbeurd. Gedaagden hebben in het verleden gezamenlijk een advocatenkantoor geëxploiteerd in de vorm van een maatschap. Het Hof gebiedt eisers en website om de op internet geplaatste publicaties te (laten) verwijderen en voorts alle overige publicaties van internet te (laten) verwijderen voor zover daarin uitlatingen worden gedaan over het advocatenkantoor of gedaagde die het beeld oproepen dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte en/of het aannemen van een valse hoedanigheid en/of samenspanning. Dit op straffe van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere keer met een maximum van € 30.000. Met de inbreng van een vervalst rapport heeft gedaagden c.s. het auteursrecht van eisers geschonden. Wie verantwoordelijk is geweest voor het produceren van de afwijkende versie(s) en daarmee samenhangend de vraag of gedaagden c.s. het auteursrecht van eisers heeft geschonden, kan met de voorliggende stukken vooralsnog niet worden vastgesteld. Eisers c.s. vordert zonder succes de staking van inning van dwangsommen.
Omsnoeren DEWALT-producten levert merkinbreuk op
Vzr. Rechtbank Den Haag 3 augustus 2017, IEF 17023; ECLI:NL:RBDHA:2017:8947 (Stanley Black & Decker c.s. tegen HBL Online c.s.) Merkenrecht. Stanley Black & Decker c.s. zijn houders van de DEWALT-merken, waaronder Uniemerk DEWALT, en distributeur van gereedschapsproducten onder deze merken. HBL legt zich toe op de verkoop van gereedschappen via internet, waaronder de producten van Stanley Black & Decker c.s. Producten die door HBL uit Groot-Brittannië worden betrokken en zijn voorzien van een voor de Engelse markt geschikte stekker, worden door HBL omgesnoerd door een voor de Europese markt geschikte stekker. Inbreuk op merkrechten door omsnoeren wordt vastgesteld: de toestand van de DEWALT-producten is na het omsnoeren verslechterd. Voor de beantwoording van de vraag of ook het ‘’ompakken’’/uitpakken ten behoeve van de verzending inbreuk op merkrechten oplevert, is het van belang of ook erkende DEWALT-dealers, met wetenschap van de merkhouder dezelfde handelwijze hanteren als HBL. Hiervoor is verdere bewijslevering vereist, waarvoor in kort geding geen ruimte bestaat.
Ontbreken van licentieovereenkomst levert geen gegronde reden voor twijfel omtrent juiste gang van zaken Body Engineers
Hof Amsterdam 7 juli 2017, IEF 17020; ECLI:NL:GHAMS:2017:2701 (Eisenhouwer tegen Body Engineers c.s.) Merkenrecht. Eisenhower heeft Uniemerk Body Engineers gedeponeerd. Eisenhouwer en Madrugada zijn beide aandeelhouders van Body Engineers. Madrugada is voornemens een licentieovereenkomst te sluiten met Body Engineers met betrekking tot de rechten op het logo van Body Engineers. Geschil omtrent bestaan van licentieovereenkomst en hoogte van vergoeding. Verzoek tot gelasten van onderzoek bij Body Engineers. Ontbreken van licentieovereenkomst tussen Eisenhower en Madrugada wordt bevestigd. Bij rechtbank Den Haag is reeds een procedure aanhangig over de rechthebbende van het beeldmerk. Afwijzing verzoek: geen gegronde reden voor twijfel aan juist beleid en juiste gang van zaken. Hoogte van licentievergoeding doet hier niets aan af.
Meubelset 'Emily' maakt geen inbreuk op meubelset 'York' van Meubar
Rechtbank van Koophandel Brussel 30 december 2016, IEF 17012; IEFbe 2295 (Meubar tegen Oosterlynck) Intellectuele eigendomsrechten. Beide partijen zijn actief in de meubelsector. Eiser voert aan dat haar meubelstuk 'York' beschermd is door intellectuele eigendomsrechten en dat Oosterlynck hierop een inbreuk pleegt door de commercialisatie van een eetkamerset 'Emily' die bestaat uit een glaskast, een dressoir, een TV-meubel, een eettafel, een salontafel en een torenkast. Naar het oordeel van de rechter is het meubelset van verweerder sterk verschillend van het meubelset van eiser. Dit blijkt vooral uit de visuele waarneming van de stalen die ter zitting werden voorgelegd. De meubelen maken wel deel uit van een landelijke stijl maar hebben duidelijk een eigen algemene indruk. De rechter stelt vast dat de beide meubelsets sterk verschillend zijn wat betreft gebruikte materialen, textuur, kleur, afmetingen, afwerkingen etc. Conform artikel 3 VoGM zijn het die kenmerken die een model definiëren. Nu de geïnformeerde gebruikers van oordeel zijn dat de meubelset "EMILY" een andere algemene indruk wekt ten opzichte van de meubelset "YORK", en eiser geen namaak bewijst, kan er van enige inbreuk op intellectuele rechten geen sprake zijn. De vordering is ongegrond.