Vermelding naam geschrapte advocaat voorkomt verwarring met andere advocaten
Vrz. Rechtbank Limburg 14 november 2016, IEF 16369; ECLI:NL:RBLIM:2016:10040 (Media Groep Limburg) Perspublicatie. Artikel in dagblad over beslissing hof van discipline, met vermelding naam van de advocaat. De relevante informatie is al op andere wijze openbaar gemaakt [ECLI:NL:TADRSHE:2016:57] en betreft de beroepsuitoefening, niet het privéleven. Er is een publiek belang om daarover te informeren en verwarring te voorkomen met andere advocaten. Met de belangen van die andere advocaten had MGL volgens Leidraad van de Raad voor de Journalistiek uit 2015 (C.1 Privacy) rekening te houden. De berichtgeving is ook niet op onderdelen onrechtmatig.
Journalist noemt rapport statiegeldsysteem 'gestuurd onderzoek'
Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 november 2016, IEF 16395; ECLI:NL:RBAMS:2016:7688 (Wageningen University tegen Trouw) Mediarecht. Wetenschapsjournalist van Trouw heeft zich in een tv-programma uitgelaten over een onderzoek naar de werking van het Nederlandse statiegeldsysteem voor PET-flessen. Het onderzoek is uitgevoerd door twee onderzoekers van een onderzoeksinstituut dat is verbonden aan de Universiteit Wageningen, in het kader van een samenwerkingsverband met de Stichting DDL. De Stichting DDL is opgericht door het Centraal Bureau Levensmiddelen en Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie, beiden tegenstanders van het statiegeldsysteem. De inhoud en de strekking van de uitlating van de journalist, zoals die ook door het televisiekijkend publiek is begrepen, komt er op neer dat bij de aanvang van het onderzoek de uitkomst ervan al leek vast te staan (met andere woorden, er was sprake van gestuurd onderzoek). De journalist heeft met deze uitlating niet de grenzen van de vrijheid van meningsuiting overschreden. De vordering tot rectificatie wordt afgewezen.
Gerecht EU: Eenvoudige schematische weergave van rij zonnepanelen is geen merk
Gerecht EU 24 november 2016, IEF 16394; IEFbe 2002; ECLI:EU:T:2016:674; T-578/15 (Weergave van een zonnecel) Het door Azur aangevraagde beeldmerk bestaande uit witte lijnen en blokjes op een zwarte achtergrond, wordt afgewezen vanwege ontbreken van onderscheidend vermogen. Het specialistisch publiek herkent dit als een heel eenvoudige schematische weergave van een rij zonnepanelen. Dat het een mogelijke opstelling van de producten zou kunnen zijn, betekent echter niet dat het helemaal geen onderscheidend vermogen zou hebben, aldus eisers. Het beroep alsnog wordt afgewezen; zonnepanelen staan nu eenmaal een een bepaalde hoek om de meeste zon te vangen. Zie T-614/15 voor de beslissing over het 'negatief' van het aangevraagde merk.
HvJ EU: Geen nieuwe conformiteitsbeoordeling EG-markering door parallelimporteur
HvJ EU 24 november 2016, IEF 16393; IEFbe 2001; LS&R 1395; ECLI:EU:C:2016:903; C‑662/15 (Lohmann & Rauscher tegen BIOS) Medische hulpmiddelen – Hulpmiddel van klasse I (chirurgisch wondverband) dat door de fabrikant aan een conformiteitsbeoordelingsprocedure werd onderworpen – Parallelimport – Toevoeging op de etikettering van gegevens betreffende de importeur – Aanvullende conformiteitsbeoordelingsprocedure. HvJ EU:
Artikel 1, lid 2, onder f), en artikel 11 van Medischehulpmiddelenrichtlijn 93/42/EEG moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet voorschrijven dat een parallelimporteur van een medisch hulpmiddel als in het hoofdgeding, dat voorzien is van een EG-markering en waarvoor een conformiteitsbeoordeling in de zin van voormeld artikel 11 is uitgevoerd, een nieuwe beoordeling dient uit te voeren om de conformiteit te attesteren van de informatie die zijn identificatie mogelijk maakt en die hij toevoegt aan de etikettering van dat hulpmiddel om het in de lidstaat van invoer in de handel te brengen.
Beschikking ingezonden door Daan van Eek, Hoogenraad & Haak advocaten.
Aangekruiste onderdelen ex parte schoonmaakmiddelenmerk DASTY van toepassing
Vzr. Rechtbank Den Haag 15 november 2016, IEF 16392 (Dasty tegen Fangoo & Zon Impex) Merkenrecht. Auteursrecht op de label van de flessen. Recht op afgifte en bewaarneming is voldoende aannemelijk gemaakt. De voorzieningenrechter beveelt staking binnen 24 uur van inbreuk op het Uniemerk DASTY ITALIA en Beneluxmerk DASTY, op last van dwangsom van €5.000 per dag(deel). Verlof tot leggen van beslag tot afgifte en bewaarneming op locatie, tevens ook de op of nabij de locatie bevindende voertuigen. Slechts de aangekruiste onderdelen van deze beschikking zijn van toepassing.
HvJ EU Levensmiddel dat voor 2015 als geneesmiddel werd verkocht, voorzien van (handels)merk, mag als levensmiddel worden blijven verkocht
HvJ EU 23 november 2016, IEF 16391; IEFbe 2000, RB 2796; LS&R 1394; ECLI:EU:C:2016:888; C-177/15(Bachbloesemproducten) Consumentenvoorlichting- en bescherming. Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Producten voorzien van handelsmerken of merknamen die bestonden vóór 1 januari 2005. Bachbloesempreparaten. Uniemerk RESCUE. Producten die vóór 1 januari 2005 als geneesmiddelen werden verkocht en die sindsdien als levensmiddelen worden verkocht. HvJ EU:
Artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel* [red. artikel 27] claimsVo moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling van toepassing is wanneer een van een handelsmerk of merknaam voorzien levensmiddel vóór 1 januari 2005 als geneesmiddel werd verkocht en sindsdien als levensmiddel wordt verkocht.
BenGH: Als rechtsmiddelen nog openstaan, kan houder van vervallenverklaard merk, nog merkrechten uitoefenen
BenGH 4 november 2016, IEF 16389; IEFbe 1999; A 2015/1/6 (Upper At Home tegen The Works) Merkenrecht. Upper At Home commercialiseert erotische homeparty's onder de naam Upper(date/athome). In een ander geding is op tegenvordering het merk UPPER volledig en UPPERDARE gedeeltelijk vervallenverklaard. Art. 4.5 lid 3 BVIE bepaalt dat de rechter ambtshalve de doorhaling uit van nietig of vervallen verklaarde inschrijvingen en dat heeft werking tegenover eenieder (ex BenGH Philips/BAT A 87/2). Benelux Gerechtshof:
13. De houder van een merk dat door de rechter vervallen werd verklaard, kan nog wel rechten die uit dat merk voortvloeien inroepen ten aanzien van andere personen dan haar wederpartij in de zaak die aanleiding heeft gegeven tot de vervallenverklaring, in de periode waarin tegen de vervallenverklaring nog rechtsmiddelen mogelijk of aanhangig zijn, maar de merkhouder kan deze rechten ook niet meer inroepen ten aanzien van de voornoemde personen zodra de vervallenverklaring onherroepelijk is geworden, doordat er geen rechtsmiddelen meer tegen openstaan, ook al is het verval nog niet opgenomen in het Merkenregister.
Niet inventieve aardappelrooimachine: obstakels om bypassband en verplaatsingsmechanisme in te passen zijn overkoombaar
Advies Octrooicentrum NL 18 maart 2016, IEF 163 (DeWulf tegen AVR) Octrooirecht. AVR is rechthebbende op NL1018309 voor een aardappelrooimachine. Verzoekster betwist de geldigheid op grond van een gebrek aan zowel nawerkbaarheid als inventiviteit en wijst op eerdere aardappelrooimachines uit 1995 en 1999 en octrooiaanvragen NL7707857, EP0212151 en WO 96/24240 A. Het advies van Octrooicentrum NL luidt dat de nawerkbaarheidsbezwaren geen doel treffen, maar de conclusies 1-11 niet inventief zijn. De door de uitvinder genoemde obstakels om de bekende bypassband én verplaatsingsmechanisme in te passen, zijn overkoombaar voor de vakman.
HR: 'Freihaltebedürfnis' van aardrijkskundige aanduiding L'ARGENTINA, intrinsieke kenmerken doen er niet toe
HR 11 november 2016, IEF 16387; ECLI:NL:HR:2016:2573 (Foralways tegen Quilate) Art. 81 lid 1 RO. Merkenrecht. Vordering tot nietigverklaring van inschrijving woordmerk L'ARGENTINA, omdat hier sprake zou zijn van een merk met een beschrijvende geografische aanduiding, het relevante publiek verwacht een verband van de aanduiding met de geografisch benaming en mist dus onderscheidend vermogen [vgl. Chiemsee, IEF 2814]. De HR volgt de conclusie AG [IEF 16284] en doet de zaak af ex artikel 81 lid 1 RO.
Uitspraak ingezonden door Martin Hemmer, AKD.
Derden mogen add-ons maken op niet-beschermde normtabellen met normgegevens
Hof Amsterdam 22 november 2016, IEF 16386 ; ECLI:NL:GHAMS:2016:5061 (Pearson tegen Bär Software) Geen databankenrecht. Geen onrechtmatige daad. Pearson geeft psychologische tests uit, waarop - volgens haar - databank- en auteursrechten rusten die door Bär c.s. worden geschonden. De rechtbank oordeelde dat de gegevens geen bescherming toekomen (IEF 12734). Het beroep op basis van databankrechtelijke bescherming van de normtabellen met normgegevens faalt. Ook vorderingen op basis van wanprestatie of onrechtmatige daad falen. Het is toegestaan voor derden, mits geen beschermde trekken van een product worden overgenomen, zogenoemde add-ons te ontwikkelen. Het hof wijst de vordering tot exhibitie van Pearson af en bekrachtigt de vonnissen in de hoofdzaak waarvan beroep.