IEF 22344
19 november 2024
Artikel

Laatste kans: Nationaal Mediarechtcongres 2024 aanstaande donderdag

 
IEF 22383
19 november 2024
Uitspraak

Hoger beroep slaagt, BNNVARA moet uitzending ‘Sluiproute Iran’ offline halen

 
IEF 22029
19 november 2024
Uitspraak

Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien

 
IEF 16061

De vorm van een bekistingsslot is nodig voor technisch resultaat

Gerecht EU (voorheen GvEA) 28 jun 2016, IEF 16061; ECLI:EU:T:2016:367 (Vorm van een bekistingsslot), https://ie-forum.nl/artikelen/de-vorm-van-een-bekistingsslot-is-nodig-voor-technisch-resultaat

Gerecht EU 28 juni 2016, IEF 16061; IEFbe 1847; T-656/14; ECLI:EU:T:2016:367 (vorm van een bekistingsslot)
Uniemerkenrecht. Vormmerk. Het teken bestaat uit de vorm van een bekistingsslot. Deze vorm van de waar bestaat enkel voor het bereiken van een technisch resultaat en kan zodoende geen geldig merk zijn. Het beroep tegen de beslissing van de Kamer van Beroep wordt afgewezen.

IEF 16060

IE Zomer Forum Congres - stellingen: hyperlinken

Volgende week donderdag, 7 juli a.s. vindt het grote, super actuele, IE Zomer Forum Congres plaats. Over hyperlinken, tussenpersonen en the value gap. U kunt mee praten en mee discussiëren onder meer over de volgende stellingen over hyperlinken. Heeft u input voor het congres of wilt u de stellingen over hyperlinken nuanceren? Mail het Dirk Visser? Wij zijn benieuwd naar uw mening. U kunt zich hier inschrijven.

1. Hyperlinken is
a.    Nooit een ‘communication to the public’ omdat er geen ‘transmission’ (doorgifte) plaatsvindt. (AG Wathelet in GS Media)
b.    Geen ‘communication to the public’ als er geen ‘nieuw publiek’ wordt bereikt. Van een 'nieuw publiek' is
- alleen sprake als er bij het hyperlinken technische beveiliging wordt omzeild. (HvJ in Svensson)
- ook sprake als er naar een illegale bron wordt gelinkt.
- ook sprake als er naar een evident illegale bron wordt gelinkt.
- ook sprake als er opzettelijk naar een illegale bron wordt gelinkt.
- ook sprake als er opzettelijk met winstoogmerk naar een (evident) illegale bron wordt gelinkt.

IEF 16058
IEF 16059

Uitspraak ingezonden door Sjo Anne Hoogcarspel, Brinkhof.

Verschil met prior art te groot, Auping-bed terug naar nietigheidsafdeling

EUIPO - OHIM 11 mei 2016, IEF 16059; (Koninklijke Auping tegen Napco Beds), https://ie-forum.nl/artikelen/verschil-met-prior-art-te-groot-auping-bed-terug-naar-nietigheidsafdeling

EU IPO Board of Appeal 11 mei 2016, IEF 16059; IEFbe 1846 (Koninklijke Auping tegen Napco Beds)
Modellenrecht. Auping is houdster van Gemeenschapsmodel 2094615-0001 voor een bed. Napco verzoekt om de nietigheid van het model vanwege ontbreken van nieuwheid of eigen karakter, de 'avek model noflik' waren eerder. De verschillen* beïnvloeden de algemene indruk en zullen door de geïnformeerde gebruiker worden opgemerkt. De nietigheidsafdeling heeft de het model nietig verklaard, de kamer van beroep vernietigt en verwijst de zaak terug.

IEF 16057

Bijdrage ingezonden door Sven Klos, KLOS c.s..

Sven Klos - Dear British IP friends

Dear British IP friends,

We will miss you. We will be much weakened and diminished without you.

It has been an immense privilege travelling a considerable part of the long and winding road to unity with you. It will be difficult reaching our goal of unity in the interest of lasting peace and prosperity without you.

We will sorely miss your sense of tradition, history, innate civility, benign conservatism, libertarian- and contrarian streaks, eccentricity, sense of fairness and humour. Your DNA, however, is woven into our union and we will therefore always recognize you as our brothers.
We will from now on be an incomplete family. We are left as orphans in the largest English-speaking IP jurisdiction in the world without native speakers to guide us.

IEF 16056

Licentieverlening auteursrecht versoepeld

Stemmingsuitslag 21 juni 2016, Kamerstukken II 34 243 (uitslag)
Het wordt voor auteursrechtenorganisaties makkelijker om licenties voor meerdere landen tegelijkertijd te verstrekken. Met die maatregel speelt minister Van der Steur (Justitie) in op de toenemende digitalisering. Veel makers van creatieve producten beleggen het recht om boeken te drukken, films te vertonen of muziek te streamen bij cbo's (collectieve beheersorganisaties). Deze cbo's komen op voor de belangen van hele groepen tegelijk en hebben daardoor meer slagkracht. Met een wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting cbo's maakt Van der Steur het onder meer eenvoudiger om één organisatie licenties in meerdere landen te laten verstrekken.

IEF 16055

IE Zomer Forum Congres - 'Hyperlinken, tussenpersonen en the value gap' - donderdag 7 juli

Volkshotel, Amsterdam, donderdag 7 juli 2016, 13.00 - 17.30 uur (inschrijven) Met onder meer Christiaan Alberdingk Thijm, Thijs van Aerde, Jens van den Brink, Remy Chavannes, Arnout Groen, Bernt Hugenholtz, Paul Keller, Sikke Kingma, Anja Kroeze, Joris van Manen, Antoon Quaedvlieg, Rita Zipora. De discussie staat onder leiding van en wordt opgestookt door Dirk Visser.

Als de conclusie van de Advocaat-Generaal [IEF 15842] in de Geen Stijl-Britt Dekker-zaak door het HvJ EU wordt gevolgd, is met winstoogmerk opzettelijk hyperlinken naar evident illegale bronnen straks geen auteursrechtinbreuk. Vermoedelijk is het naar Nederlands recht wel onrechtmatig. Maar wanneer precies? Hoe moet het verder met het auteursrecht als verveelvoudigingen overal en altijd plaatsvinden en het openbaarmakingsrecht (ook) te kort schiet? Loopt alles straks via de onrechtmatige daad en de aansprakelijkheid en de wettelijke verplichtingen van allerlei soort tussenpersonen die moeten helpen bij de bestrijding van illegaal aanbod? Hoe ver gaat die verantwoordelijkheid van tussenpersonen dan? Wie zijn allemaal tussenpersoon? En wat moet een tussenpersoon precies doen?

De lachende derden zijn momenteel platforms als YouTube en Facebook die veel geld verdienen, maar nauwelijks verantwoordelijkheid dragen voor inbreuken. Is er sprake van een lacune waardoor de waarde van het gebruik van beschermd werk weglekt en artiesten en auteurs te weinig verdienen?

Discussieer mee met de belanghebbenden, de deskundigen en alle anderen die er een mening over hebben.

Inschrijven

IEF 16054

Uitspraak ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.

Usenetproviders moeten identificerende gegevens van (inmiddels oud-) klanten verschaffen

22 jun 2016, IEF 16054; (Stichting BREIN tegen Eweka Internet Service en Usenetter), https://ie-forum.nl/artikelen/usenetproviders-moeten-identificerende-gegevens-van-inmiddels-oud-klanten-verschaffen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 22 juni 2016, IEF 16054 (Stichting BREIN tegen Eweka Internet Service en Usenetter)
Auteursrecht. Gedaagden zijn usenetproviders en beheren online platform voor het uitwisselen van digitaal materiaal. Onder de tag Dieselandblack worden net uitgebrachte ebooks en tijdschriften aangeboden, downloaders van content wordt gevraagd om ebooks te delen, die worden ontdaan van kenmerken die naar koper zouden verwijderen en weer gedeeld. Brein vordert met succes om identificerende gegevens te verschaffen van (voormalige) klanten onder deze alias en een opvolgende alias "Madammeke", "Lucifer". Onder omstandigheden kan op een usenet provider de rechtsplicht rusten indien (1) voldoende aannemelijk is dat de content onrechtmatig en schadelijk is, (2) een reëel belang is bij de verkrijging, (3) dat er geen minder ingrijpende mogelijkheid bestaat om de gegevens te achterhalen en (4) dat er een afweging plaatsvindt van de betrokken belangen. "Een zichzelf respecterende Usenetprovider wil immers niet geassocieerd worden met grootschalig onrechtmatig handelen."

IEF 16053

HvJ EU: Extra termijn voor vernieuwing verkeerd toegepast

HvJ EU 22 jun 2016, IEF 16053; ECLI:EU:C:2016:465 (Nissan - CVTC), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-extra-termijn-voor-vernieuwing-verkeerd-toegepast

HvJ EU 22 juni 2016, IEF 16053; IEFbe 1842; C-207/15P (Nissan, CVTC)
Merkenrecht. Gedeeltelijke weigering van vernieuwing door de onderzoeker. De opgeworpen rechtsvraag is niet alleen nieuw maar bovendien relevant voor de procedures voor de vernieuwing van merken, meer in het bijzonder wat de verduidelijking van de toepasselijke termijnen betreft. De hogere voorziening betreft de toepassing van artikel 47, lid 3 GemeenschapsmerkenVo, de extra termijn; "De aanvrage om vernieuwing moet worden ingediend binnen zes maanden voor het verstrijken van de maand waarin de beschermingsperiode eindigt. Binnen deze periode moeten ook de taksen worden betaald. De indiening van de aanvrage en de voldoening van de taksen kunnen nog binnen een extra termijn van zes maanden na het verstrijken van de in de eerste zin genoemde termijn geschieden, tegen betaling van een toeslag binnen deze extra termijn.". Het HvJ EU vernietigt het arrest van het Gerecht en van het EUIPO.

 

IEF 16052

HvJ EU over redelijke vergoeding voor feiten na publicatie gemeenschapsmerkaanvraag en voor inschrijving

22 jun 2016, IEF 16052; ECLI:EU:C:2016:467 (Nikolajeva), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-over-redelijke-vergoeding-voor-feiten-na-publicatie-gemeenschapsmerkaanvraag-en-voor-inschrij

HvJ EU 22 juni 2016, IEF 16052; IEFbe 1841; ECLI:EU:C:2016:467; C-280/15 (Nikolajeva)
Merkenrecht. Begrip ‚redelijke vergoeding’ wegens feiten die hebben plaatsgevonden ná de publicatie van een gemeenschapsmerkaanvraag en vóór de publicatie van de inschrijving, omvat slechts de terugvordering van de winsten die daadwerkelijk door derden zijn ontleend aan het gebruik van dit merk in die periode. HvJ verklaart voor recht:

1) Artikel 102, lid 1, van [UniemerkVo] moet aldus worden uitgelegd dat het zich er niet tegen verzet dat, ingevolge bepaalde beginselen van nationaal procesrecht, een rechtbank voor het Uniemerk een derde niet verbiedt inbreukmakende handelingen te verrichten op grond dat de houder van het betrokken merk geen daartoe strekkende vordering bij deze rechtbank heeft ingediend.

2) Artikel 9, lid 3, tweede zin, van verordening nr. 207/2009 moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een houder van een Uniemerk een schadevergoeding kan eisen wegens handelingen van derden van vóór de publicatie van een merkaanvraag. Met betrekking tot handelingen van derden die zijn gepleegd in de periode na de publicatie van de betrokken merkaanvraag, maar vóór de publicatie van de inschrijving ervan, omvat het in deze bepaling vermelde begrip „redelijke vergoeding” de terugvordering van de winsten die daadwerkelijk door derden zijn ontleend aan het gebruik van dit merk in die periode. Dit begrip „redelijke vergoeding” sluit daarentegen de compensatie van de uitgebreidere schade uit die de houder van het merk eventueel heeft geleden, met inbegrip van, in het voorkomende geval, de immateriële schade.