Uitspraak ingezonden door Sikke Kingma en Maartje Möhring, Pels Rijcken en Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.
HR: CD afspelen in zorginstelling is openbaarmaking
HR 23 december 2022, IEF 21155; ECLI:NL:HR:2022:1938 (Dagelijks Leven Zorg B.V. tegen Sena en Buma) Dagelijks Leven biedt een woonvoorziening voor ouderen met geheugenverlies die begeleiding en verpleging nodig hebben. De locaties zijn kleinschalig en bevatten gemiddeld 20 bewoners. De organisatie vordert in dit geding een verklaring dat het afspelen van muziek van één van de bewoners, op diens verzoek, in de gemeenschappelijke woonkamers geen openbaarmaking in de zin van de auteurswet is. De kantonrechter en het hof hebben deze vordering afgewezen. Gelet op het doel van richtlijnen 2001/29/EG en 2006/115/EG moet het begrip 'mededeling aan het publiek' ruim worden uitgelegd. Onderdeel 1 van het middel in principale beroep is gericht op het argument van Dagelijks Leven dat in dit verband ook niet-geharmoniseerd recht moet worden uitgelegd, wat het hof heeft verworpen. Dit kan niet tot cassatie leiden, nu richtlijnconforme interpertatie ook zal resultering in een handeling die resulteert in een verplichting tot betaling. Onderdeel 4 is gericht tegen het oordeel van het hof dat het aantal personen de minimisdrempel overschrijdt. Dagelijks Leven betoogt dat het hof miskent dat het relevante publiek moet worden beoordeeld aan de hand van het aantal luisteraars per woonkamer, in plaats van op alle locaties. Ook dit leidt niet tot cassatie. De woonkamers zien wisselend publiek, nu hier vook visitie langskomt en er verschillende zorgverleners rondlopen. De Hoge Raad gaat contrair aan zijn A-G Langemeijer en verwerpt het principale beroep.
Executie Wodkamerken niet geschorst
Vzr. Rb. Den Haag 28 november 2022, IEF 21109; ECLI:NL:RBDHA:2022:1736 (Russische wodka) HVY zijn drie voormalige aandeelhouders van de Russische onderneming Yukos Oil Company, welke onderneming in 2006 is gefailleerd. FKP is een Russische staatsonderneming die zich onder meer bezig houdt met de exploitatie van verschillende merken met betrekking tot Russische wodka. Tussen 2006 en 2020 hebben FKP en Spirits in Nederland meerdere procedures gevoerd over de vraag wie van hen rechthebbende op deze merken is. In die procedures heeft FKP zich aanvankelijk op het standpunt gesteld dat de Russische Federatie de merkrechten in 2002 had ondergebracht bij FKP en dat FKP bevoegd was op eigen naam procedures te starten om deze merken op te eisen. FKP en de Russische Federatie hebben op 15 mei 2015 een overeenkomst gesloten waarin staat vermeld dat de rechten op de merken voor zover nodig zijn overgedragen aan FKP. De rechtsverhouding tussen de Russische Federatie en FKP wordt verder bepaald door de statuten van FKP, laatstelijk gewijzigd in 2019. Op 7 mei 2020 hebben HVY beslag gelegd op de merken. FKP vordert HVY te verbieden om tot verkoop van de merken- en auteursrechten over te gaan zolang de geopolitieke situatie in Oekraïne naar verwachting ongewijzigd van negatieve invloed is op de mogelijk te genereren opbrengst uit hoofde van zo een verkoop. De voorzieningenrechter wijst de vordering af.
Prejudiciële vragen over persvrijheid
Cour de cassation (Frankrijk) 28 november 2022, IEF 21154, IEFbe 3598, IT 4188; C-334/22 (Real Madrid) via MinBuza. Volgens de bestreden arresten is in de digitale uitgave van de krant Le Monde op 07-12-2006 een door EE, journalist en werknemer van deze krant, geschreven artikel gepubliceerd met de titel „ Real Madrid en Barça in verband gebracht met dokter Fuentes”. De volgende dag is het artikel in de papieren uitgave verschenen, samen met een interview met die arts. De krant beweerde dat Real Madrid Club de Fútbol gebruikmaakte van de diensten van dokter Fuentes, de initiatiefnemer van een bloeddopingnetwerk dat eerder in de wielerwereld aan het licht was gekomen. Op 23-12-2006 heeft Le Monde zonder verder commentaar een ingezonden brief van Real Madrid gepubliceerd waarin de club de geruchten ontkent. De club en een lid van zijn medisch team, AE, hebben tegen de uitgever van Le Monde en EE vorderingen tot schadevergoeding wegens aantasting van hun eer ingesteld.
Hoge Raad: geschil tussen advocaten
HR 18 november 2022, IEF 21153, IT 4187; ECLI:NL:HR:2022:1697 (appellanten tegen geïntimeerde) Geschil tussen advocaten. Advocaat A is advocaat van Springfield en verweerder 3. Advocaat B1 is samen met advocaat B2 advocaat van Faraday en Hampton. Springfield heeft op grond van een schriftelijke geldleningsovereenkomst betaling gevorderd van Faraday en Hampton. Volgens Faraday en Hampton is de geldleningsovereenkomst vals. Hierover ontstaat een geschil, advocaat B1 beschuldigt in zijn pleitnota advocaat A van valsheid in geschrift. Appellanten vorderen advocaat B1 de beschuldigingen in te trekken, tot schriftelijke rectificatie over te gaan en zich te onthouden van smadelijke en negatieve uitlatingen over advocaat A. De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen, het hof vernietigt dit vonnis. De Hoge Raad oordeelt dat de in het dictum van de bestreden uitspraak bedoelde uitlatingen niet door advocaat B1 zelf zijn gedaan. Het oordeel van het hof dat uit het samenstel van alle uitlatingen volgt dat advocaat B1 advocaat A ervan beschuldigt dat hij zijn cliënten heeft aangezet tot het vervalsen van de geldleningsovereenkomst en dat de uitlatingen aan advocaat B1 kunnen worden toegerekend is onbegrijpelijk.
Uitspraak ingezonden door Wouter Dammers en Nick Vrugt, LAWFOX.
Inbreuk op merkenrecht en handelsnaam aangenomen
Rechtbank Den Haag, 14 december 2022, IEF 21152, IEFbe 3597; C/09/566071 / HA ZA l9-18 ECLI:NL:RBDHA:2022:13582 (Online Publisher tegen Netmedia en Sparta Solutions) Zie [IEF 18502]. Online Publisher en Netmedia verlenen diensten die het retailers mogelijk maken hun reclamefolders online onder het voetlicht te brengen. Na een samenwerking van een aantal jaren is tussen Online Publisher en Netmedia een conflict ontstaan. Volgens Online Publisher heeft Netmedia na het verbreken van de samenwerking inbreuk gemaakt op de merken van Online Publisher, op haar handelsnaam en op het auteursrecht op door haar ontwikkelde en geschreven software. De rechtbank oordeelt dat Netmedia inderdaad inbreuk heeft gemaakt op de merken van Online Publisher, te weten op het 'wepublish-merk' en het 'publish-merk'. Verder oordeelt dat Netmedia inbreuk maakt op de handelsnaam 'wepublish' van Online Publisher, die zij onder meer exploiteert in haar domeinnaam en op Twitter. Met betrekking tot de gestelde auteursrechtinbreuk op de software, oordeelt de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat Online Publisher rechthebbende op de auteursrechten is. Netmedia moet €75.000 aan dwangsommen betalen.
Uitspraak ingezonden door Paul Trapman en Sarith Jonker, Ploum.
Merkaanvragen te kwader trouw ingediend
Rb. Rotterdam 14 december 2022, IEF 21151; ECLI:NL:RBROT:2022:10957 (VOF tegen Interchild) Zie [IEF 20515]. VOF exploiteert een webwinkel voor de verkoop van baby- en kinderproducten, Interchild is een groothandel in baby- en kinderproducten. Op 2 september heeft Interchild inschrijving van een tweetal merken aangevraagd, de naam van VOF komen in de merken voor. VOF gebruikte die naam sinds begin 2020. VOF meent dan ook dat de merken te kwader trouw zijn ingediend. Volgens Interchild is van een merkregistratie te kwader trouw geen sprake, omdat zij de naam van VOF al sinds 2015 gebruikt. In de visie van Interchild moet zij dan ook worden aangemerkt als voor-voorgebruiker van de merken en zijn de merkregistraties geldig. De rechtbank komt tot het oordeel dat Interchild haar merken heeft aangevraagd om VOF het gebruik van het teken te verhinderen en om zo op oneerlijke wijze afbreuk te doen aan de belangen van haar jonge concurrent. Interchild heeft de merken niet geregistreerd om op eerlijke wijze deel te nemen aan de mededinging. De aanvraag is dus te kwader trouw ingediend.
Artikel ingezonden door Erwin Angad-Gaur, raad van toezicht, Sena.
Minimumgages bij de publieke omroep: een eerste stap naar fair pay in de media
8 september ging de kogel door de kerk. De NPO kondigde in een persbericht aan dat artiesten die optreden bij de Publieke Omroep vanaf 1 oktober een redelijke vergoeding zullen ontvangen: “Voor artiesten en musici die optreden in programma’s van de publieke omroep is voortaan duidelijker welke vergoeding daar tegenover staat. Het gaat om een minimumvergoeding en duidelijkere regels over eventuele aanvulling van dit bedrag.”
Logo maakt geen inbreuk op rechten eisers
Vtr. Rechtbank Rotterdam 6 december 2022, IEF 21149; ECLI:NL:RBROT:2022:11018 (eisers tegen gedaagden) Eisers hebben op 20 maart 2018 een vennootschap opgericht die beveiligingsdiensten en verkeersregelaarsdiensten aanbiedt. Op 19 juli 2021 heeft eiser 1 de eenmanszaak Infra Verkeerdiensten opgericht, van waaruit hij verkeersregelaarsdiensten en arbeidsbemiddeling leverde. Voor beide ondernemingen wordt een soortgelijk logo gebruikt. Op 1 oktober 2021 hebben eiser 1 en gedaagde 2 eiser 3 opgericht. Deze samenwerking loopt op 1 december 2021 stuk. Gedaagde 2 richt gedaagde 1 op en gebruikt hierbij een logo dat wat wegheeft van de logo's die door eisers gebruikt worden. Op 24 mei 2022 zijn de beide logo's van eisers ingeschreven als beeldmerken. Eisers vorderen gedaagden de inbreuk op hun auteursrechten en merkenrechten te staken. De voorzieningenrechter wijst de vordering met betrekking tot de auteursrechten af omdat niet aannemelijk is geworden dat eisers maker zijn van de logo's. Met betrekking tot de merkenrechten oordeelt de voorzieningenrechter dat het logo van gedaagden onvoldoende overeenstemt met de logo's van eisers om vrees voor verwarringsgevaar te rechtvaardigen. Tot slot doen eisers een beroep op slaafse nabootsing, ook dit wordt afgewezen.
Prejudiciële vragen over auto-onderdelen Audi
Sąd Okręgowy w Warszawie (Polen) 7 juli 2022, IEF 21148, IEFbe 3596; C-334/22 (Audi) via MinBuza. Verzoekster, AUDI AG, gevestigd te Duitsland, is houdster van de uitsluitende rechten die verbonden zijn met het Uniemerk, dat onder nummer 000018762 onder meer in klasse 12 van de classificatie van Nice (voertuigen, reserveonderdelen, auto-accessoires) is geregistreerd. Het betreft een teken waarin de vier op dat teken afgebeelde cirkels of de twee centrale cirkels elkaar overlappen. Het heeft een sterk onderscheidend vermogen, is in Polen algemeen bekend en wordt ondubbelzinnig in verband gebracht met de onderneming van verzoekster. Verweerder, GQ, houdt zich bezig met de verkoop van reserveonderdelen voor auto’s. Hij verkoopt hoofdzakelijk waren aan andere ondernemers (distributeurs) en verkoopt niet aan consumenten. In de jaren 1986-2017 heeft verweerder via zijn website afdekkingen voor radiateurs (zogenoemde grilles of koelroosters) te koop aangeboden. Deze afdekkingen waren aangepast aan en bestemd voor oude Audi-modellen.
Schadevergoeding wegens inbreuk auteursrecht op foto's
Ktr. Rb. Rotterdam 25 november 2022, IEF 21147; ECLI:NL:RBROT:2022:10932 (eiser tegen gedaagde en Bedrijf) Eiser is een professioneel fotograaf. Bedrijf is een makelaardij in onroerende zaken en exploiteert daarvoor een website. Eiser is auteursrechthebbende op de Foto's, gedaagde heeft de Foto’s ter beschikking gesteld aan Bedrijf voor de verkoop van zijn appartement. Gedaagde heeft hiervoor geen toestemming aan eiser gevraagd of gekregen. Bedrijf heeft de Foto’s op haar eigen website en op de website van Funda geplaatst, zonder voorafgaande toestemming van eiser en ook zonder vermelding van eiser als maker van de Foto’s. Eiser heeft Bedrijf gevraagd de inbreuk op zijn auteursrecht te staken, de Foto's zijn van de websites verwijderd. Eiser vordert bij de kantonrechter schadevergoeding op grond van de inbreuk op zijn auteursrechten, de vordering wordt toegewezen.