HR: sprake van merkenrechtelijke rechtsverwerking in zaak "Lucovitaal" tegenover "LEEF VITAAL"

HR 10 oktober 2025, IEF 23001; ECLI:NL:HR:2025:1549 (PK tegen Vemedia). PK is merkhouder van het woord- en beeldmerk "Lucovitaal". PK verwijt Vemedia inbreuk te maken op haar merkenrecht. Vemedia heeft namelijk het merk "LEEF VITAAL". Versailles, het moederbedrijf van Vemedia, is merkhouder van "LEEF VITAAL". Bij de procedure bij de rechtbank werd een beroep op rechtsverwerking gehonoreerd [IEF 20548]. PK gaat in hoger beroep, maar het hof komt tot dezelfde conclusie als de rechtbank [IEF 21675]. PK gaat in cassatie. A-G van Peursem onderbouwt in zijn conclusie dat het cassatieberoep niet slaagt [IEF 22418].
Uitlatingen House of Animals zijn onrechtmatig

Vzr. Rb. Midden-Nederland 2 oktober 2025, IEF 22999; ECLI:NL:RBMNE:2025:5164 (Het melkveebedrijf, de B.V en [eiser sub 3] tegen House of Animals c.s.). [eiser sub 3] is bestuurder en aandeelhouder van de B.V. De B.V. fokt honden en exploiteert een hondenpension. [gedaagde sub 2] is voorzitter van dierenbeschermingsorganisatie House of Animals. House of Animals c.s. hebben op hun sociale media negatieve uitlatingen over de B.V. gedaan. Zij beschuldigen de B.V. van ernstige misstanden en dierenmishandeling. De B.V. zegt dat deze uitlatingen onrechtmatig zijn. De vorderingen van het melkveebedrijf en [eiser sub 3] worden meteen afgewezen omdat zij volgend de rechtbank geen belang hebben bij de vordering. De voorzieningenrechter maakt een belangenafweging tussen de reputatie van de B.V. en de vrijheid van meningsuiting van House of Animals c.s.
"MAGIC PUSSY" niet in strijd met de openbare orde of goede zeden

DECISION of Fifth Board of Appeal 7 februari 2025, IEF 22998; R1009/2024-5 (Rocket Bean Café tegen EUIPO). Rocket Bean Café doet aanvraag voor EU-woordmerk "MAGIC PUSSY" voor virtuele en echte koffie (klasse 9 en 30). De examiner van het EUIPO wijst de aanvraag af wegens strijd met de openbare orde/goede zeden wegens de dubbele betekenis van het woord "pussy". Primair betekent het "katje" maar het Engelstalige publiek zal het teken opvatten als "the magical female external genitalia" (magische vrouwelijke genitaliën). Volgens de examiner wordt dit als vulgair, schokkend en ongepast beschouwd. Rocket Bean Café voerde aan dat andere merken wel met het woord "pussy" worden ingeschreven.
HvJ EU: hoger beroep Boehringer niet toegelaten

HvJ EU 1 oktober 2025, IEF 23000; ECLI:EU:C:2025:740 (Boehringer Ingelheim Pharma GmbH & Co. KG tegen EUIPO en Glenmark Pharmaceuticals Europe Ltd). Het Hof laat het door Boehringer Ingelheim op 23 januari 2025 ingestelde hoger beroep tegen het arrest van het Gerecht van 13 november 2024 in zaak T-524/23 Shape of inhaler niet toe. Op grond van artikel 58a van het Statuut en de artikelen 170a en 170b van het Reglement van Orde moet de appellant in een aparte toelatingsaanvraag duidelijk en gedetailleerd aantonen dat het beroep een kwestie opwerpt die significant is voor de eenheid, de consistentie of de ontwikkeling van het Unierecht. De drie ingeroepen middelen, te weten een schending van artikel 7 lid 1 onder e punt ii van Verordening nr. 40/94 over vormmerken met technische uitkomst, verdraaiing van feiten en bewijs, en een motiveringsklacht ontleend aan artikel 94 van Verordening 2017/1001, blijven volgens het Hof te algemeen. Zij richten zich vooral op feitelijke waarderingen en verwijzen in abstracte zin naar rechtspraak, waaronder Gömböc, zonder concreet te maken waarom er een rechtsvraag van het vereiste gewicht speelt. Het Hof herinnert er bovendien aan dat artikel 94 van Verordening 2017/1001 ziet op de motiveringsplicht van EUIPO en niet op die van het Gerecht.
Verwarringsgevaar bevestigd: “LUX 1991” te veel op “LUX TOOLS”

Gerecht EU 1 oktober 2025, IEF 22996; IEFbe 4009; ECLI:EU:T:2025:933 (Group Pack sp. z o.o. tegen EUIPO en Obi Group Sourcing GmbH). Het Gerecht (Zevende kamer) wijst in zaak T-566/24 het beroep van Group Pack sp. z o.o. af tegen de beslissing van de Eerste Kamer van Beroep van het EUIPO van 30 augustus 2024 (R 494/2024-1). De aanvraag betrof het EU-beeldmerk LUX 1991 voor waren in klassen 6, 16 en 21; oppositie was ingesteld op basis van het oudere EU-beeldmerk LUX TOOLS van OBI Group Sourcing/Emil Lux voor o.m. identieke waren in diezelfde klassen. De Kamer van Beroep nam het Italiaans- en Spaans-sprekende deel van het relevante EU-publiek als referentie (voldoende is verwarringsgevaar in een deel van de EU) en oordeelde dat de waren identiek zijn, de tekens visueel gemiddeld en fonetisch ten minste gemiddeld overeenstemmen, en dat de begripsmatige vergelijking neutraal blijft.
Artikel ingezonden door Roland Wigman.
De kont van een koe en de overdracht van auteursrecht.

Bron foto: https://jollycontrarian.com/index.php?title=Albert_Haddock; fotograaf onbekend, het lijkt een still uit of persfoto van de BBC film A Negotiable Cow uit 1967.
Het nieuwe schriftelijkheidsvereiste voor de overeenkomst tot overdracht van auteursrecht.
Roland Wigman
Voor de levering [1] van auteursrecht en naburige rechten heeft altijd het zogeheten aktevereiste gegolden. De eis van een akte volgt uit artikel 3:95 BW. In dat artikel is geregeld dat goederen (daaronder vallen ook auteursrechten) waarvoor geen aparte regeling is opgenomen in de artikelen 3:89 tot en met 3:94 BW worden geleverd door een daartoe bestemde akte.
Per 1 januari 2026 zullen naar verwachting de Auteurswet en de Wet op de Naburige Rechten worden gewijzigd. Vanaf dat moment zal ook voor de overeenkomst tot overdracht [2] gelden dat die schriftelijk moet worden aangegaan.
Schriftelijk
Wat betekent dat schriftelijkheidsvereiste nu precies? Betekent dat dat de overeenkomst op papier moet zijn vastgelegd. En zo ja, is dan krantenpapier of WC papier ook goed? In 2018 heeft de Procureur Generaal bij de Hoge Raad zich over deze kwestie uitgelaten.[3] In die zaak speelde de vraag wat nu precies een akte is. De Procureur Generaal begon met vast te stellen dat de akte een ‘geschrift’ is. En wat was dan een geschrift? Een geschrift is “iedere drager van verstaanbare leestekens die een gedachte-inhoud vertolken. Op welk materiaal deze leestekens zijn aangebracht is irrelevant, evenals in welke taal dit is gebeurd.” Deze eis zal dus ook gelden voor de ‘schriftelijk aangegane overeenkomst’, die is immers ook een geschrift.
Met “verstaanbaar” zal niet zozeer ‘leesbaar’, maar veeleer ‘begrijpelijk’ zijn bedoeld, maar dat is een interpretatie van schrijver dezes. Interessanter is echter dat de Procureur Generaal aangeeft dat het materiaal irrelevant is. Dat betekent dat ik het auteursrecht kan overdragen (en leveren) bij een overeenkomst geschreven op de kont van een koe.[4][5]
Persbericht - Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (SONT) over de nieuwe tarieven en voorwerpen thuiskopievergoeding per 1 januari 2026

SONT Besluit tarieven en voorwerpen thuiskopievergoeding 2026
De Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (SONT) heeft de tarieven voor de thuiskopievergoeding voor 2026 vastgesteld. De tarieven blijven ongewijzigd ten opzichte van 2025. Dit besluit geldt voor een periode van één jaar, ingaand op 1 januari 2026. Op dit moment loopt bij het Hof van Justitie van de Europese Unie een procedure over de vraag of downloads uit betaalde streamingdiensten (zoals Spotify en Netflix) moeten worden gezien als thuiskopieën. Een uitspraak in deze zaak wordt pas in 2026 verwacht. Gegeven de onzekerheid over de uitkomst en timing van deze procedure, heeft de meerderheid van het SONT-bestuur besloten de tarieven in 2026 ongewijzigd te laten. Parallel hieraan werkt de SONT door aan de in 2024 gestarte brede herijking van de tarieven. In dat kader is besloten de onderliggende onderzoeken de komende maanden uit te breiden. Er is behoefte gebleken aan meer metingen om te komen tot een voldoende robuuste en verdedigbare basis voor toekomstige tariefstelling.
Verloop octrooi sluit merkenrechtelijke bescherming niet uit

KvB 6 december 2024, IEF 22993; IEFbe 4008; R0012/2024-4 (Tetra Laval Holdings & Finance tegen Lami Packaging). Tetra Laval had een EU-vormmerk geregistreerd in 2004 voor verpakkingscontainers en –materiaal (klasse 16). Na afloop van een octrooi op een vergelijkbare verpakking stelde Tetra inbreuk vast door Lami Packaging en beriep zich op het merkenrecht. Lami Packaging diende in 2022 een vordering tot nietigverklaring in, met als hoofdgrond dat de vorm van het merk uitsluitend technisch was bepaald in de zin van artikel 7 lid 1 sub e onder ii UMVo 2017/1001. De Cancellation Division wees het verzoek toe en oordeelde dat alle essentiële kenmerken van het vormmerk noodzakelijk waren voor het verkrijgen van een technisch resultaat (000052444). Daarbij werd het eerdere octrooi als vrijwel onweerlegbaar bewijs beschouwd voor de technische functie van de vorm.
Geen prioriteit voor COLORATURA door eerdere Duitse aanvraag

Gerecht EU 8 oktober 2025, IEF 22992; IEFbe 4007; ECLI:EU:T:2025:940 (Capella EOOD tegen EUIPO enRichemont International SA). Capella EOOD vroeg in 2018 het EU-woordmerk COLORATURA aan en claimde prioriteit per 28 september 2017 op basis van een Duitse aanvraag. Richemont (rechtsopvolger van Cartier) verzette zich met een ouder Duits woordmerk COLORATURA (aangevraagd op 28 december 2017). De Oppositieafdeling oordeelde voorlopig dat Capella’s prioriteitsclaim ongeldig was; de Tweede Kamer van Beroep bevestigde dat (29 augustus 2024). Capella stelde beroep in bij het Gerecht en voerde vijf middelen aan: (i) schending van het mededingings- en interne-marktstelsel, (ii) miskenning van het prioriteitsrecht (art. 34 UMVo 2017/1001), (iii) motiveringsgebrek (art. 94 lid 1 UMVo), (iv) schending van goede trouw en rechtszekerheid, en (v) buitensporige duur van de EUIPO-procedure en schending van art. 6 EVRM. Het Gerecht verwerpt eerst de motiveringsklacht: de Kamer van Beroep legde afdoende uit waarom de Duitse indiening van 21 februari 2017 maakte dat de indiening van 28 september 2017 géén “eerste aanvraag” is in de zin van art. 34 lid 1. De klacht over procedureduur faalt ook: zelfs indien lang, is geen nadeel voor de verdediging gesteld of aannemelijk.
De Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in Zembla-zaak over granuliet

HR 10 oktober 2025, IEF 22990; IT 4967; ECLI:NL:HR:2025:1524 (GIB tegen BNNVARA). In 2020 heeft Zembla zich in een tv-uitzending kritisch uitgelaten over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB is de producent van granuliet en meent dat haar reputatie door de uitzending is geschaad. Bij de rechtbank kreeg GIB gelijk [IEF 20936]. Maar in hoger beroep oordeelde het hof dat de uitingen niet onrechtmatig waren [IEF 22061]. A-G Hartlief concludeerde dat de cassatieklachten falen en adviseerde tot verwerping. Hij benadrukt dat er geen sprake is van rechtseenheidsproblemen omdat in deze civiele procedure niet de vraag centraal staat of granuliet als grond moet worden aangemerkt, maar of de uitlatingen van Zembla destijds voldoende feitelijke steun hadden. Ook tegen de uitspraken van de deskundige in de uitzending werd geprocedeerd [IEF 22900]. Ook deze werden in hoger beroep als niet onrechtmatig bestempeld [IEF 22067]. Hier heeft de A-G zich ook over uitgesproken (ECLI:NL:PHR:2025:912).