IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 7950

Een aanzienlijk deel van de betrokken kringen

Gerechtshof ’s-Gravenhage, beschikking van 26 mei 2009, zaaknr. 105.007.848/01, Bovemij Verzekeringen N.V. tegen BBIE (Met dank aan het BBIE).

Merkenrecht. Beschikking in de langlopende (via het HvJ en weer terug) Bovemij-zaak. Hof bekrachtigt i.c. de weigering van het BBIE om het merk EUROPOLIS in te schrijven. “Niet valt uit te sluiten dat inburgering in één (aanzienlijk) gedeelte van het Beneluxgebied, in welk gedeelte zich een aanzienlijk deel van de betrokken kringen bevindt (zoals Nederland), voldoende moet worden geacht.” Maar ook dat mag niet baten, ook inburgering in het Nederlandstalige gebied is onvoldoende  aangetoond.

7. Uit de hiervoor geciteerde overwegingen uit het voornoemde arrest van het Hof van Justitie van 7 september 2006 volgt dat de inschrijving van een merk op grond van artikel 3, lid 3 van de richtlijn enkel toelaatbaar is indien wordt aangetoond dat dit merk door het gebruik ervan onderscheidend vermogen heeft verkregen in het gehele grondgebied van een lidstaat of, in het geval van de Benelux, in het gehele gedeelte van het Beneluxgebied waar een weigeringsgrond bestaat. Hoewel niet valt uit te sluiten dat inburgering in één (aanzienlijk) gedeelte van het Beneluxgebied, in welk gedeelte zich een aanzienlijk deel van de betrokken kringen bevindt (zoals Nederland), voldoende moet worden geacht, hoeft deze vraag thans niet te worden beantwoord aangezien het hof van oordeel is dat het teken EUROPOLIS geen onderscheidend vermogen heeft gekregen door gebruik in het Nederlandstalige gedeelte van het Beneluxgebied.

9.  Bovemij heeft niet aangetoond, noch door middel van een onderzoek noch anderszins, dat het gebruik van het teken Europolis door een aanzienlijk deel van het in aanmerking komende publiek in het gehele Nederlandstalige gebied van de Benelux wordt opgevat als teken bestemd ter onderscheiding van diensten als afkomstig van één bepaalde onderneming (en dus niet louter als handelsnaam). (…) De slotsom moet zijn dat Bovemij de door haar gestelde inburgering onvoldoende heeft aangetoond. 

Lees de beschikking hier.

IEF 7949

Grenspost (conclusie)

Hoge Raad, 29 mei 2009, conclusie A-G Langemeijer in zaak 07/13259, Stichting De Thuiskopie tegen Opus Supplies Deutschland GmbH (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).

Auteursrecht. Uitleg van het begrip ‘importeur’ in artikel 16c Auteurswet  (de importeur (of fabrikant) van blanco dragers dient de thuiskopievergoeding aan Thuiskopie af te dragen). Opus GmbH is een onderneming die vanuit Duitsland op basis van bestellingen via internet blanco CD’s en DVD’s levert aan afnemers in Nederland. Voor de door Opus aan Nederlandse afnemers geleverde CD’s wordt geen thuiskopievergoeding aan de Stichting Thuiskopie betaald.

Het Hof Den Haag (zie IEF 4391) oordeelde eerder dat de importeur zich in het land van import bevindt, zodat Opus nooit als importeur kan worden aangemerkt. De A-G denkt daar anders over en meent dat het begrip importeur zo moet worden uitgelegd dat daaronder wordt verstaan ‘degene die opdracht geeft tot import naar Nederland’. Dat is in de bovenomschreven situatie derhalve de Nederlandse consument.

De A-G onderkent echter dat dit ertoe kan leiden dat in het geheel geen thuiskopievergoeding wordt afgedragen: In Duitsland wordt geen vergoeding afgedragen omdat de dragers geëxporteerd worden en in Nederland wordt geen vergoeding afgedragen omdat de Nederlandse wetgever in de memorie van toelichting bij art. 16c Auteurswet heeft aangegeven dat de Nederlandse consument in de omschreven situatie ‘mogelijk’ niet betalingsplichtig is als hij de dragers alleen voor eigen gebruik inkoopt. De AG vraagt zich af of deze lacune geen strijd met de Auteursrechtrichtlijn oplevert en stelt voor prejudiciële vragen te stellen aan het Europese Hof van Justitie. De Hoge Raad zal voor zover nu bekend op 2 oktober 2009 arrest wijzen.

Lees de conclusie hier.

IEF 7948

Feitelijke of juridische macht

Vzr. Rechtbank Alkmaar, 28 mei 2009, LJN: BI5235, K.S. Verlichting B.V. tegen Tierlantijn B.V.
 
Executiegeschil in buitenlampenzaak (slaafse nabootsing, zie IEF 7750). Onvoldoende aannemelijk geworden dat KS het in haar juridische en/of feitelijke macht heeft om het te koop aanbieden door de vof op bepaalde website te staken. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat eiseres dwangsommen heeft verbeurd met betrekking tot de lampen van het type Bordeaux en Provence. Twee van de drie nieuwe Viena-lampen die eiseres op de markt wenst te brengen, zijn geen ongeoorloofde nabootsingen van de lampen van gedaagde.

Geen juridische en/of feitelijke macht m.b.t. websites.  4.4 Op basis van hetgeen hiervoor werd overwogen, is onvoldoende aannemelijk geworden dat KS het in haar juridische en/of feitelijke macht heeft om het te koop aanbieden door de vof op meergenoemde website te staken. Dat kennelijk de foto's van de nabootsingen van de online webshop van buitenlampentotaal zijn gehaald, leidt niet tot een ander oordeel. Uit overgelegde e-mailberichten blijkt dat zulks kennelijk is gebeurd nadat de vof van de uitkomst van het kort geding door KS op de hoogte is gesteld. Feitelijke of juridische macht van KS over de vof en haar websites kan daaruit niet afgeleid worden. Evenmin is voldoende aannemelijk geworden dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen KS en KSTotaalverlichting. Het (doen) verkopen van de desbetreffende lampen door KS na betekening van het vonnis van 26 maart 2009 via de website is dan ook onvoldoende komen vast te staan. Tierlantijn kan derhalve niet volhouden dat KS dwangsommen heeft verbeurd, doordat de lampen nog op de assortimentslijst van de feitelijk door de vof geëxploiteerde website voorkomen.

Viena 2 wel ongeoorloofde nabootsing. 4.12 Ten aanzien van de Viena 2 geldt het volgende. Net als bij de lampen van Tierlantijn is de kap van de Viena 2 voorzien van één enkele bolling. Hoewel de bolling een ander is dan die van de lampen van Tierlantijn, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de Viena 2 eenzelfde totaalindruk biedt als de zogenaamde Lucce-lampen. Hiervoor is van belang dat niet alleen de kap min of meer gelijk is, maar dat ook de beugel - in het bijzonder de kromming daarvan - bij beide lampen min of meer hetzelfde is en dat ook het aantal bevestigingspunten van de rozetten overeenkomen. Dat het rozet van de Viena 2 niet voorzien is van groeven, is van dermate ondergeschikt belang voor het totaalbeeld van de lamp, dat dit KS niet kan baten.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de Viena 2 een ongeoorloofde nabootsing van de lampen van Tierlantijn vormt. Voor het opleggen van een verbod om meergenoemd vonnis ten aanzien van het (doen) verkopen van de Viena 2 bestaat derhalve onvoldoende aanleiding.

Lees het vonnis hier.

IEF 7947

Vlechtwerkmeubelen

Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 23 april 2009, sector kanton,  LJN: BI6162, Fonkel Meubelmarketing B.V. tegen Loom Furniture B.V.

Pseudo-IE. Agentuurovereenkomst in het kader waarvan Fonkel door Loom vervaardigde meubels verkoopt. Beëindiging door Loom wegens dringende redenen.

Als belangrijkste reden heeft Loom opgevoerd dat Fonkel in strijd heeft gehandeld met de exclusiviteitsbepalingen door een alternatief weefsel (stoelen van Cabana Loom of Natural Coco) op de markt te brengen. Deze exclusiviteit houdt volgens de agentuurovereenkomst in dat Fonkel niet gerechtigd zal zijn vlechtwerkmeubelen, vervaardigd volgens een systeem ontwikkeld door Marshall B. Lloyd (…) te verkopen voor anderen dan voor Loom.
Haviltex-criterium. Fonkel heeft de agentuurovereenkomst redelijkerwijs zo mogen begrijpen dat de exclusiviteit ziet op Lloyd Loom-meubelen met een vlechtwerk voorzien van een schering met metalen kern, en dat Loom redelijkerwijs niet heeft mogen verwachten dat Fonkel zou begrijpen dat de exclusiviteit ook zou zien op meubelen met een vlechtwerk zonder metalen draad.

3.7. De kern van de exclusiviteit heeft, conform artikel 1.1 van de overeenkomst, betrekking op vlechtwerkmeubelen, vervaardigd volgens een systeem ontwikkeld door Marshall B. Lloyd. Ten eerste moet worden vastgesteld dat het derhalve niet om vlechtwerkmeubelen zonder meer gaat. Dat opent voor Fonkel reeds de mogelijkheid om vlechtwerkmeubelen die niet zijn geproduceerd door Loom, te verkopen, namelijk als deze niet zijn vervaardigd volgens het door Marshall Lloyd ontwikkelde systeem.

De Cabana Loom meubelen en de Natural Coco meubelen missen deze metalen draad. Geen dringende reden voor beëindiging. Loom is schadeplichtig. 

Lees het vonnis hier.

IEF 7946

Codicil Persoonlijkheidsrechten

Codicil AR NRBezoekers van de IEForum.nl Wereld IE Dag Borrel hebben hem al in gedrukte vorm, maar vanaf vandaag is het Codicil Persoonlijkheidsrechten ook als gratis download beschikbaar.

Het Codicil is een schijnbaar ludiek, maar in werkelijkheid bijzonder serieus document waarmee je er voor kunt zorgen dat een of meer aangewezen personen, bijvoorbeeld degenen die jouw auteurs- of naburige rechten erven, ook je persoonlijkheidsrechten kunnen uitoefenen (artt. 4:97 BW, 25 AW en 5 WNR).

Na overlijden gaan de auteurs- of naburige rechten (openbaarmaking en verveelvoudiging) namelijk vanzelf via het erfrecht over aan de erfgenamen, of aan een andere partij, als dat zo bij testament is geregeld, maar de persoonlijkheidsrechten (zoals naamsvermelding, recht op wijziging, tegengaan van verminking) vererven niet vanzelf. Die vererving moet expliciet door de erflater geregeld worden, bijvoorbeeld middels een codicil.

Het Codicil is ontwikkeld in samenwerking met de BNO (de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers) en is na de introductie op 24 april jl. in het kader van de Wereld IE-dag ook door de BNO in gedrukte vorm verspreid onder de leden en relaties van de BNO.

Het Codicil bevat een voorbeeldtekst en een toelichting. Voor wie het aangaat (en wie is dat niet): Vul het codicil in, dagteken en onderteken het en bewaar het op een plek waar je erfgenamen het kunnen vinden na je overlijden.

Download het Codicil hier.

IEF 7945

VvA Ledenvergadering

VvA Ledenvergadering, 5 juni 2009 (morgen): Toezicht en geschillenbeslechting collectief beheer. Van 2 tot 6 in het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29 in Amsterdam.

De Vereniging voor Auteursrecht wijdt haar vergadering op 5 juni a.s. aan het thema Toezicht en geschillenbeslechting collectief beheer. Het concept-rapport van de Studiecommissie Toezicht wordt in dat kader besproken. Verder komt het resultaat van de werkgroep Pastors aan de orde.

Programma wetenschappelijk gedeelte:

14.00 uur - 14.45 uur:  Jacqueline Seignette (Höcker Advocaten)
14.45 uur – 15.30 uur:  Kamiel Koelman (Van Diepen van der Kroef Advocaten)
15.30 uur – 15.45 uur: pauze
15.45 - 16.15 uur: Michiel Frequin (directeur VOICE)
16.15 – 17.15 uur: Paneldiscussie - Antoon Quaedvlieg (Klos, Morel, Vos & Schaap)
17.00 - 18.00 Borrel.

IEF 7944

Een beroepsfout hebben gemaakt

Hoge Raad, 29 mei 2009, LJN: BH4042 (Beroepsaansprakelijkheid octrooigemachtigde)

Beroepsaansprakelijkheid octrooigemachtigde. Cassatie. Toegewezen incidentele vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad; belangenafweging; restitutierisico. ROW 1910. In het kort:

 [A] heeft in de hoofdzaak gevorderd dat [B] c.s. zullen worden veroordeeld tot schadevergoeding op de grond dat [B] c.s. een beroepsfout hebben gemaakt bij het aanvragen van een Nederlands octrooi ten behoeve van [A].  De rechtbank heeft bij eindvonnis van 8 oktober 2003 de vordering toegewezen en [B] c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan [A] van een bedrag van € 660.710,35, te vermeerderen met de wettelijke rente.

Het hof heeft in zijn eindarrest van 29 mei 2008, voor zover thans van belang, het vonnis van 8 oktober 2003 vernietigd en [B] c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van - in hoofdsom - € 6.223,60. Het hof heeft voorts [A] veroordeeld tot terugbetaling aan [B] c.s. van hetgeen krachtens het vonnis van 8 oktober 2003 meer is betaald dan het in het eindarrest van het hof toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente. Tegen (onder meer) dit eindarrest is door [A] principaal cassatieberoep ingesteld en door [B] c.s. incidenteel cassatieberoep.

De Hoge Raad verklaart het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 mei 2008 uitvoerbaar bij voorraad, voor zover het betreft de daarin uitgesproken veroordeling van [A] tot terugbetaling aan [B] c.s. van hetgeen krachtens het eindvonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 8 oktober 2003 meer is betaald dan het in het dictum van het eindarrest van het gerechtshof toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag van die betaling tot aan de dag der algehele voldoening.

Lees het arrest hier

IEF 7943

De nieuwste niche

"Per 1 juni jl. zetten Gert-Jan van den Bergh, Aad Stoop en Berber Brouwer hun praktijk voort aan de Leidsegracht 3 onder de nieuwe naam Bergh Stoop & Co. Martijn Sanders en Theo Bremer zijn aan het kantoor verbonden als adviseur.
 
Bergh Stoop & Co voert een uiteenlopende praktijk met gespecialiseerde advocaten op het gebied van intellectuele eigendom, reclame- en mediarecht en handels- en ondernemingsrecht. Bergh Stoop & Co richt zich op een brede cliëntenkring variërend van (beursgenoteerde) ondernemingen – veelal met internationaal bekende merkenportefeuilles –, culturele instellingen, en non-profitorganisaties tot individuele artiesten en ontwerpers. Bergh Stoop & Co biedt een alternatief voor de verzakelijking en stijgende tarieven van de grote kantoren, waarbij het hoge kwaliteit juridische dienstverlening combineert met een klantgerichte benadering en aanpak van zaken door advocaten met een uitgebreide staat van dienst.
 
Bergh Stoop & Co verwacht op korte termijn uit te breiden met een medewerker intellectueel eigendom /  mediarecht en een medewerker ondernemingsrecht / arbeidsrecht."

IEF 7942

Uit de Raad voor Concurrentievermogen (28/29 mei)

Community Patent: As regards the unified patent litigation system, discussions have focused on a draft agreement and a draft statute of the future court. EU delegations made progress on a better understanding of the functioning of the envisaged court system. Important areas that have been addressed and further developed are mainly: the composition of the panels of judges, the implementation and operation of the envisaged agreement, the role of the European Court of Justice (ECJ) in the interpretation of Community law and transitional arrangements. The analysis of economic aspects was carried out on the basis of an expert study highlighting the saving costs for businesses of a unified patent litigation system.

In this regard, the Council reached an agreement in principle for requesting an opinion to the ECJ on whether the envisaged agreement, to be concluded between the Community, its member states and other contracting parties to the European Patent Convention1, is compatible with the EC Treaty.

Google  project: The Council took note of information provided by the German delegation concerning the “Google Books Project”  (scanning of books in US libraries for establishing a database on the basis of digital copies) and its possible legal implications as regards copyright matters (10221/09). The Commission was asked to elaborate an assessment and to report back in due course.

Lees hier meer.

IEF 7941

Personalia

Willem LeppinkWillem Leppink (1968) is per 1 juni jl. als equity partner toegetreden tot de maatschap van Ploum Lodder Princen Advocaten en Notarissen in Rotterdam. Hij maakt de overstap van Simmons & Simmons. Willem bouwt de intellectuele eigendoms- en marketingpraktijk verder uit.

Duco Lodder, maatschapvoorzitter van Ploum Lodder Princen: "Wij zijn buitengewoon verheugd over de komst van Willem Leppink. Willem brengt een dynamiek en enthousiasme mee die naadloos passen bij ons kantoor. Net als wij gelooft hij in de internationale slagkracht van een Rotterdamse no-nonsense aanpak. Zijn brede Europese ervaring op het gebied van intellectuele eigendom en marketing sluit goed aan bij een van de belangrijke pijlers van onze Osborne Clarke Alliance. Bovendien draagt zijn komst bij aan de gestage groei van ons kantoor.”

Willem procedeert en adviseert vooral op het gebied van het merken-, auteurs- en reclamerecht. Zo treedt hij bijvoorbeeld, in samenwerking met douane en andere overheidsinstanties, namens diverse merkhouders in heel Europa op tegen namaak. Ook heeft hij grote ervaring op het gebied van het coördineren van pan-Europese marketingprojecten. Daarnaast procedeert hij in Nederland in merkengeschillen en in zaken over misleidende en vergelijkende reclame.

Hij is bestuurslid van MARQUES, de Europese organisatie van merkhouders en oprichter en secretaris van de Vereniging voor Reclamerecht (VvRr). Als geschillenbeslechter in domeinnaamgeschillen is hij verbonden aan de World Intellectual Property Organization (WIPO) in Genève en het Tsjechisch Arbitragehof, de instantie die zich bezighoudt met geschillen over .eu-domeinnamen.