IEF 21272
2 april 2025
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair voor juli 2025 t/m september 2025

 
IEF 22688
9 mei 2025
Artikel

Fieldfisher Amsterdam breidt uit met Jos Klaus als partner

 
IEF 22689
9 mei 2025
Artikel

Toonkunst in loondienst. Over de houdbaarheid van het Nederlandse werkgeversauteursrecht na het ONB-arrest van het HvJ EU

 
IEF 1911

Sinds zondag

O.a. nu.nl bericht dat Playboy naar de rechter stapt als uitgelekte naaktfoto's van Bridget Maasland niet van internet worden verwijderd. Sinds zondag staan de de foto's uit de reportage die vanaf 20 april in de winkel ligt op diverse sites.'We sturen we brieven naar de betreffende websites waarin we sommeren de foto te verwijderen. Wanneer dat niet gebeurt, zijn we gedwongen om juridische stappen te ondernemen', zegt een woordvoerder van Playboy dinsdag." Lees hier meer.

IEF 1910

Geneeskrachtig

Rechtbank Rotterdam, 10 april 2006, LJN: AW0483. Belanghebbende tegen de Minister van VWS.

Samenvatting rechtspraak.nl: Warenwetboete wegens aanprijzing waren als geneeskrachtig. De rechtbank acht het aannemelijk dat eiser zijn best heeft gedaan om de medische claims te verwijderen. Het is echter de verantwoordelijkheid van degene die deze producten wil aanprijzen om zich goed te informeren.

Eiser had de tekst op zijn website bijvoorbeeld voor kunnen leggen aan de KOAG/KAG. Nu eiser dit heeft nagelaten heeft hij, nu hij immers niet deskundig is op dit gebied, het risico genomen dat er toch nog medische claims op de website aanwezig waren. Lees de uitspraak hier.

IEF 1909

Dubbele overtreding (2)

In aansluiting op dit eerdere bericht: De notulen raadsvergadering  gemeenteraad Loppersum 27 februari 2006 zijn inmiddels beschikbaar.

O.a: “De heer Bultje heeft er moeite mee dat het college de problematiek rondom de kunstwerken nu al uit handen geeft bij een verzekeraar. Namens zijn fractie vraagt hij of het voorstel van het college aan het Vormgevers Collectief volwaardig was of dat er alleen maar mitsen en maren in naar voren werden gebracht. Bovendien wil hij van het college vernemen of het toch niet beter is om gebruik te maken van een bemiddelaar om tot een compromis te komen.”

“(...) De fracties geven wethouder Boer de ruimte om de onderhandelingen met het Vormgevers Collectief opnieuw aan te gaan.”

Lees de volledige notulen hier.

IEF 1908

Volume open

Nu, dinsdag 11 april, 13.30 - 14.30 uur, behandeling wetsvoorstel intellectuele eigendommen / merken / modellen, Eerste Kamer. Luister mee via de website van de Eerste Kamer (hier).

IEF 1907

Hol van de leeuw

Adformatie.nl bericht vandaag dat Bousie advocaten met een advertentiecampagne in weekblad Privé  ‘de praktijk van aanklachten tegen ‘roddelbladen’ op scherp zet.’ “Bousie advocaten roept gedupeerden op om onrechtmatige publicaties aan te pakken en de uitgave ‘voor de rechter te slepen.’

De plaatsing in het gossipblad is een bewuste keuze, zo laat Bousie advocaten-oprichter Hans Bousie weten. Overigens wordt in de advertentie niet alleen Privé genoemd, maar worden ook de concurrenten Weekend en Aktueel opgevoerd. De kosten van rechtszaken tegen bladen als Privé blijken voor de gedupeerden vaak hoger uit te vallen dan de schadevergoeding die in vele gevallen wordt toegewezen, zo bleek onlangs uit onderzoek.” Lees hier meer.

IEF 1906

April 2006

WIPO Magazine, april 2006. Met o.a: The signing of the new Singapore Treaty on the Law of Trademarks, Trends and challenges in enforcement (the use of authentication technologies), Using photographs of copyrighted works en Bioethics and patent law. Lees het magazine hier.

IEF 1905

Momenteel niet bekend

Kamerstuk 28330, nr. 22, 2e Kamer. Herstructurering openbaar bibliotheekwerk; Verslag van een Algemeen Overleg gehouden op 15 maart 2006 over o.a. blindenbibliotheken

“Per amendement is om een tegemoetkoming voor blinden en slechtzienden in verband met de auteursrechten gevraagd. Klopt het dat dit nog niet vlekkeloos verloopt? Kan de staatssecretaris dit probleem zo snel mogelijk oplossen?"

Antwoord van staatssecretaris Van der Laan: “Eventuele problemen met auteursrechten zijn momenteel niet bekend. Bij de komende informatie naar aanleiding van het operationeel plan van de VOB wil de staatssecretaris dit punt meenemen. (…) Bij het operationele plan van de VOB zal aandacht aan het auteursrecht worden besteed.”

IEF 1904

Bolides

Vraag en antwoord in Autoweek; “Ik vroeg me af waarom teams als Midland, Super Aguri en Toro Rosso niet gewoon auto's van de topteams kopiëren. Dan weten ze dat het qua aërodynamica goed zit. Of is dit verboden?”

”(…) Ik zal je wat vertellen. Dat dachten ze dus ook in 1978 bij het destijds nieuwe team van Arrows. Een aantal kerels was overgestapt van Shadow, de ontwerper nam de tekeningen mee en ze bouwden de Shadow gewoon na. Heel simpel. Maar dat mocht dus niet, want het was een Shadow en geen Arrows. Intellectuele auteursrechten, zeg maar.  Toch zijn er bolides die verdacht veel lijken of andere auto's. (..) Het is dus duidelijk dat er flink wordt gespiekt en gekopieerd (in de ruimste zin) in de paddock. Een aparte vleugel en iedereen gaat kijken of die bij hen ook werkt. Niet voor niets lopen ingenieurs als Newey en Theissen op de startopstelling altijd zeer geconcentreerd langs de bolides van de concurrentie. Het mankeert er nog maar net aan dat ze op hun buik op het asfalt gaan liggen om onder de auto's te kijken!” Lees hier meer

IEF 1903

De gebruiksvriendelijke advocaat

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 30 maart 2006, LJN: AV9550. Beschikking. Appellant tegen BMB.

BMB weiger het teken EASYLAWYER te registreren voor de volgende diensten: Klasse 35 Reclame, marketing en bemiddeling ter zake; voeren van administraties; administratieve diensten. Klasse 42 Juridische diensten en bemiddeling. Appelant verzoekt het hof om het Bureau te bevelen het teken wel in te schrijven

BMB heeft de inschrijving geweigerd omdat het teken ieder onderscheidend vermogen mist. Appelant voert aan, dat de combinatie van de woorden ‘easy’ en ‘lawyer’ een creatieve nieuwe aanduiding oplevert die wel degelijk onderscheidend vermogen heeft voor de betrokken diensten. Hij wijst voorts op de inschrijving van tal van merken met het bestanddeel ‘easy’, waarbij hij het Bureau willekeur verwijt.

Het hof is het daar niet mee eens en vat het de voorwaarden voor inschrijving nog eens even kort samen.

"Het onderhavige teken bestaat uit de Engelse woorden ‘easy’ en ‘lawyer’. Het woord ‘easy’ betekent gemakkelijk. Het woord ‘lawyer’ laat zich vertalen als advocaat. Naar door appellant niet is bestreden, gaat het om twee bij het in aanmerking komend publiek in de Benelux bekende woorden. ‘Lawyer’ kan de aanduiding zijn van een kenmerk van diensten die bestemd zijn voor advocaten of die betrekking hebben op (de diensten van) een advocaat.

Ook het voorvoegsel ‘easy’ kan een kenmerk van de betrokken diensten aanduiden. Naar blijkt uit producties van het Bureau en door appellant niet is bestreden, is ‘easy’ in de Benelux gebruikelijk in samenstellingen. Het bergt dan in zich dat iets gemakkelijk, betaalbaar, begrijpelijk, eenvoudig te hanteren of gebruiksvriendelijk is. Beide bestanddelen zijn daarmee beschrijvend voor de betrokken diensten. Ook het teken zélf, met de letterlijke betekenis: gebruiksvriendelijke advocaat, kan dienen als een aanduiding voor diensten met betrekking tot een advocaat met het kenmerk dat zij gemakkelijk of gebruiksvriendelijk zijn.

Het teken verschilt daarbij niet merkbaar van de loutere som van zijn bestanddelen. Er is geen sprake van een teken dat een indruk wekt die voor de betrokken diensten ver genoeg is verwijderd van de indruk die uitgaat van de simpele aaneenvoeging van bestanddelen. De bestanddelen vormen niet een voor de betrokken diensten ongebruikelijke combinatie. Het gebruik van Engelse termen is ook voor diensten met betrekking tot advocaten in zwang, zeker waar diensten worden aangeboden op het Internet. Van een taalkundige vondst, of een ongebruikelijke wending in taalkundige zin is geen sprake. Het teken combineert woorden op een daarvoor gebruikelijke wijze, zonder begripsmatig, visueel of auditief de som van de afzonderlijke bestanddelen te ontstijgen.

Het teken EASYLAWYER is daarmee uitsluitend beschrijvend voor de diensten waarvoor het teken volgens appellant is bestemd en waarvoor het ook is ingeschreven. Aan het beschrijvend karakter van het teken in voormelde zin doet voorts niet af, dat – naar althans appellant aanvoert - de betrokken diensten niet zelf juridisch van aard zijn en (de diensten van) advocaten doorgaans niet eenvoudig of gebruiksvriendelijk zijn.

Tevergeefs verzoekt appellant in dit beroep de in het depot genoemde diensten van klasse 42 (‘Juridische diensten en bemiddeling’) te wijzigen in ‘bemiddeling’. Het Benelux-Gerechtshof heeft beslist dat de rechter in een procedure als deze geen kennis kan nemen van aanspraken die buiten de bestreden beslissing van het Bureau vallen of die niet aan het Bureau zijn voorgelegd. Op die grond heeft het Benelux-Gerechtshof geoordeeld dat een bevel tot inschrijving van een depot voor bepaalde waren of diensten van een bepaalde in het depot genoemde klasse niet mogelijk is indien het Bureau bij zijn beslissing tot weigering alleen de volledige klasse in aanmerking heeft genomen (arrest van 15 december 2003, ‘LANGS VLAAMSE WEGEN’, BIE 2004, 33 en NJ 2004, 347, alsmede HR 17 maart 2006, ‘EROTISCH HUISHOUDTEXTIEL’, LJN AV0657). D

Dit laatste is hier het geval. Het beroep van appellant op zijn brief van 17 februari 2005 faalt. Hij bepleit in die brief de inschrijving van het teken voor álle in het depot genoemde diensten, zonder daarin enige wijziging of beperking voor te stellen.

Het verzoek tot wijziging van het depot stuit af op een in de Benelux geldende beperking van de rechterlijke toetsing van beslissingen van het Bureau. Het is het hof ambtshalve bekend dat het Hof van Beroep te Brussel vragen van uitleg heeft voorgelegd aan het Hof van Justitie EG. Deze stellen aan de orde, hoe de bedoelde beperking zich verhoudt tot de hiervoor genoemde Richtlijn 89/104/EG (arrest van 30 mei 2005, ‘THE KITCHEN COMPANY’, aanhangig bij het Hof van Justitie als zaak C-239/05).

De vraag rijst of in verband daarmee de beslissing in deze zaak moet worden aangehouden. Het hof ziet daarvoor geen aanleiding. De door appellant beoogde wijziging maakt het teken niet minder beschrijvend voor de diensten waarvoor het volgens appellant is bestemd en die het depot ook na wijziging nog zou omvatten. De beoordeling van het teken EASYLAWYER zou door die wijziging niet anders uitvallen.

Het hof volgt appellant niet in zijn betoog dat het Bureau hem (in de bezwaarfase) onvoldoende in de gelegenheid heeft gesteld om tot nadere aanduiding van de diensten te komen.

Appellant stelt nog dat het teken inmiddels een bijzondere, eigen betekenis heeft gekregen door het gebruik dat daarvan is gemaakt. De stelling mist doel, nu appellant niet stelt en overigens niet is gebleken, dat het gaat om een betekenis in het normale spraakgebruik van het in aanmerking komend publiek, die los staat van de bestanddelen en die niet zelf beschrijvend is voor de betrokken diensten. Voor zover appellant zich er op zou willen beroepen dat het teken door het gebruik daarvan als merk is ingeburgerd faalt zijn betoog bij gebreke van een voldoende onderbouwing.

Het kan appellant voorts niet baten dat, zoals hij aanvoert, er Benelux-merken met het bestanddeel easy zijn, waarbij hij het Bureau willekeur verwijt. Het hof merkt op dat het voor een groot deel merken kan betreffen die zijn gedeponeerd vóór 1996 en die bijgevolg geen inhoudelijke toetsing hebben ondergaan.

Daartegenover valt te wijzen op de weigering van de tekens EASYTAP (kenbaar uit de beschikking van dit hof van 13 april 2000, zaak R98/443) en EASYBANK (kenbaar uit Hof van Beroep te Brussel, 1 september 2003, zaak 2001/AR 2075).

Beslissend is echter dat de inschrijvingen van andere tekens, al dan niet op gerechtelijk bevel, niet afdoen aan het gebrek aan onderscheidend vermogen van het onderhavige teken. Het hof dient het onderscheidend vermogen van het teken EASYLAWYER op zijn eigen merites en op basis van de toepasselijke regels te beoordelen. Van belang is dat de aard van de inhoudelijke toetsing van het gedeponeerde teken aan de in artikel 6bis, eerste lid, BMW vermelde criteria meebrengt dat daarbij algemene rechtsbeginselen, zoals het verbod op willekeur, geen bepalende rol kunnen spelen (Benelux-Gerechtshof 29 november 2001, ‘POSTKANTOOR’, BIE 2002,14). Het verwijt van willekeur snijdt in zoverre geen hout.

Uit het voorgaande vloeit voort dat het teken louter beschrijvend is voor de betrokken diensten en – mitsdien - elk onderscheidend vermogen mist voor die diensten in de zin van artikel artikel 6bis, eerste lid, onder c en onder b BMW. De inschrijving van het teken zou voorts niet stroken met het algemeen belang, dat er mede in bestaat dat beschrijvende tekens voor alle marktdeelnemers vrij beschikbaar blijven om de kenmerken van hun waren en diensten aan te duiden."

De slotsom is dat het verzoek van [appellant] zal worden afgewezen.

Lees de beschikking hier. Depot woordmerk hier. Geregistreerd beeldmerk hier.

IEF 1900

In het bredere verband

"Deze week bereikte mij het nieuws dat PCM, moederconcern van onder meer deze krant, besloten heeft om voorlopig niet naar de rechter te stappen om Google tot de orde te dwingen. Bestuursvoorzitter Bouwman broedt in het bredere verband van de Nederlandse dagbladuitgevers op een soort 'laatste waarschuwing' aan het Amerikaanse internetbedrijf: jullie begeven je op het randje van het toelaatbare, nog een stap verder en je passeert een grens die je wél voor de rechter brengt. Het gaat om Google News."

Lees hier meer (Volkskrant Weblog, via Webwereld.nl).