IEF 22225
5 september 2024
Uitspraak

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

 
IEF 22224
5 september 2024
Uitspraak

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

 
IEF 22223
4 september 2024
Uitspraak

Hof bekrachtigt beschikking kantonrechter: ontslag docent op christelijke school terecht

 
IEF 1109

Aus Cloppenburg

GvEA 25 oktober 2005, zaak T-379/03, Peek & Cloppenburg - OHIM. Kan "Cloppenburg" worden aangemerkt als aanduiding van de plaats van herkomst? Alle partijen zijn het er allang over eens dat dat i.c. niet kan, maar het Gerecht komt toch nog met een uitspraak.

In 2000 heeft Peek & Cloppenburg inschrijving aangevraagd voor het woordteken Cloppenburg voor klasse 35, te weten detailhandeldiensten. In het beroep naar aanleiding van de afwijzing stelt het OHIM dat "Het woord „Cloppenburg” de naam is van een Duitse stad en een Duitse Landkreis. De kamer van beroep heeft opgemerkt dat de uitgang „burg” (burcht) in het Duits wordt waargenomen als een plaatsaanduiding, dat steden en gebieden die even groot als Cloppenburg zijn, geregeld worden genoemd in de weerberichten en weersvoorspellingen die in geheel Duitsland worden uitgezonden, en dat overeenkomstige aanwijzingen op de borden langs autosnelwegen staan vermeld, zodat ze tijdens een autorit kunnen worden gelezen, of in de verkeersinformatie te horen zijn. Bovendien duidt de naam „Cloppenburg” de vestiging van de dienstverrichter aan en dus de plaats waar de detailhandeldiensten zijn geconcipieerd en van waaruit ze worden verricht. De kamer van beroep heeft hieruit afgeleid dat de Duitse eindconsument het woord „Cloppenburg” als een aanduiding van de plaats van herkomst waarneemt."

Enige verwarring ontstaat wanneer blijkt dat het OHIM verzoeksters vordering tot vernietiging van de eigen OHIM-beslissing ondersteunt. Overeenstemming tussen de conclusies en de argumenten van de partijen ontheft het Gerecht echter niet van de verplichting, de regelmatigheid van de bestreden beslissing te onderzoeken tegen de achtergrond van de in het verzoekschrift aangevoerde middelen, mede omdat de bestreden beslissing immers gewijzigd noch ingetrokken is, aangezien het OHIM daartoe niet bevoegd is en evenmin daartoe aanwijzingen kan geven aan de kamers van beroep van het OHIM.

P&C voert ter ondersteuning van haar beroep (gegrond op art. 7 lid 1 sub c Vo) in de eerste plaats aan dat Cloppenburg een vaak voorkomende (in de telefoongids alleen al 16000 keer), in de tweede plaats dat plaatsaanduidingen in het Duits doorgaans worden aangegeven als 'aus Cloppenburg' of 'Cloppenburger'. Na aanhaling van het arrest Windsurfing Chiemsee gaat het Gerecht verder: "Gelet op een en ander kan het beschrijvende karakter van een teken slechts worden beoordeeld met betrekking tot enerzijds de betrokken waren of diensten en anderzijds de wijze waarop het relevante publiek het teken opvat." Hiertoe wordt niet betwist dat het relevante publiek, te weten de gemiddelde consument van 'detailhandeldiensten', uit de gemiddelde Duitse consument bestaat.

Het Gerecht acht niet overtuigend dat, hoewel een woord dat op 'burg' eindigt, vaak een geografische plaats aanduidt, deze uitgang op zich bewijst dat de consument in het woord 'Cloppenburg' de aanduiding van een bepaalde stad herkent. "In de tweede plaats overtuigt evenmin de stelling van de kamer van beroep dat steden en gebieden die ongeveer even groot zijn als Cloppenburg, geregeld worden genoemd in weerberichten en weersvoorspellingen in geheel Duitsland. [...]. In de derde plaats zijn vermeldingen van de stad Cloppenburg op borden langs autosnelwegen of rijkswegen en in de verkeersinformatie, als die daarin al wordt vermeld, bestemd voor een plaatselijk publiek. De borden langs de autosnelwegen in de gehele Bondsrepubliek vermelden alleen de grote steden waarvan de ligging alom bekend is [...]. Ten slotte heeft de kamer van beroep er niet op gewezen dat de stad Cloppenburg bij de consumenten in geheel Duitsland bekend staat omwille van een bepaalde attractie of economische activiteit."

"Zelfs indien wordt aangenomen dat het relevante publiek de stad Cloppenburg kent, vloeit daaruit niet automatisch voort dat het teken in de handel kan dienen tot aanduiding van de plaats van herkomst. Bij het onderzoek of is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de betrokken weigeringsgrond, dient rekening te worden gehouden met alle relevante factoren, zoals de aard van de door het teken aangeduide waren of diensten, de grote of minder grote bekendheid ervan, inzonderheid in de betrokken economische sector, de betrokken geografische plaats en de grote of minder grote bekendheid bij het relevante publiek, de gebruiken in de betrokken branche en de mate waarin de plaats van herkomst van de betrokken waren of diensten in de betrokken kringen relevant kan zijn bij de beoordeling van de kwaliteit of van andere kenmerken van de betrokken waren of diensten.

In casu is de stad Cloppenburg bij het relevante publiek weinig of hooguit middelmatig bekend. Niet alleen gaat het om een kleine stad, de kamer van beroep heeft evenmin gewezen op een bepaalde categorie van waren of diensten waarvoor deze stad bekend is als de plaats waar deze waren worden vervaardigd of deze diensten worden verricht. Bovendien heeft de kamer van beroep niet aangetoond dat het in de handel gebruikelijk is, de plaats van herkomst van detailhandeldiensten aan te duiden. Verder wordt de plaats van herkomst van dergelijke diensten doorgaans niet relevant geacht voor de beoordeling van de kwaliteit of van de kenmerken ervan.

Het relevante publiek legt aldus thans geen verband tussen de stad Cloppenburg en de betrokken categorie van diensten, en redelijkerwijze valt ook niet te verwachten dat de betrokken benaming kan dienen tot aanduiding van de plaats van herkomst van deze diensten." Lees hier het arrest.

IEF 1107

Onbeschermde Contouren

Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 9 september 2005, LJN:AY4917, 129154. Brink Kantoormeubelen tegen Eltink Projektmeubilering.  

Eltink heeft via een openbare aanbestedingsprocedure de opdracht van het Universitair Medisch Centrum te Utrecht (UMC) binnengehaald voor de levering van kantoormeubilair voor de periode van vijf jaar vanaf 1 september 2001. Eltink heeft daarvoor onder andere bij Brink  'Contour'- werkplekken afgenomen. Partijen hebben gecorrespondeerd over de levering van Brink- producten aan UMC. In het voorjaar van 2004 is Eltink eigen kantoormeubels onder de naam FMC aan UMC gaan leveren in plaats van de 'Contour'- werkplekken. Deze meubels heeft zij door een derde partij laten vervaardigen. Brink is hierdoor een groot aantal orders misgelopen.

Brink heeft Eltink daarop aansprakelijk gesteld voor de schade geleden vanwege het niet nakomen van de gemaakte afspraken. Daarnaast is er volgens Brink sprake van schending van haar auteursrechten. De door Eltink aan het UMC geleverde producten zouden een kopie zijn van de door Brink ontwikkelde 'Contour' lijn. Brink verliest het kort geding.

De voorzieningenrechter oordeelt: 'De genoemde intentie, de Brink meubilair bevattende offerte en de samenwerking gedurende ruim twee jaar brengen echter, voorshands geoordeeld, nog geen contractuele verplichting voor Eltink met zich mee om, zoals Brink in haar dagvaarding stelt, gedurende de gehele looptijd van de raamovereenkomst voor circa 2500/3000 werkplekken bureaumeubels uit de ‘Contour’-lijn van Brink aan het UMC te leveren.' Volgens de voorzieningenrechter lijkt de afnameverplichting van Eltink naar Brink niet verder te gaan dan de voorraden gereed product of gereed staande componenten van Brink.

Hoewel de voorzieningenrechter de 'Contour' bureaus auteursrechtelijk beschermd acht is er volgens hem geen sprake van auteursrechtschending. De voorzieningenrechter overweegt over de beschermingsomvang van het ‘Contour' bureau als volgt: 'De voorgaande kenmerken kúnnen echter, voorlopig geoordeeld, in combinatie met het meest karakteristieke element - de asymmetrische, aan één of meer zijden schuin (of rond) aflopende vormgeving - van de tafelbladen van Brink zoals toch een eigen, oorspronkelijk karakter geven aan de ‘Contour’ bureaus van Brink, zij het dat de reikwijdte van de auteursrechtelijke bescherming zeer gering wordt geacht en zich slechts uitstrekt tot identieke of nagenoeg identieke werken, waarbij de totaalindruk overeenstemmend is.' Niet is komen vast te staan of juist het kenmerkende element (asymmetrische bladvorm aan achterzijde daarvan) in het kantoormeubel van Eltink is overgenomen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af. Lees hier het vonnis.

IEF 1106

Architectuurpraktijken

De Groninger Internet Courant bericht dat "Architect Dennis Kaspori (The Maze Corporation) de architectuurwereld schokte met zijn pleidooi voor een open source architectuurpraktijk. Voor een ieder die waarde hecht aan auteursrecht en intellectueel eigendom, was dat natuurlijk even wennen: een jonge architect die voorstelt om architectonische ontwerpen vrij te geven zodat ze door anderen verder kunnen worden ontwikkeld en uitgewerkt.

Woensdag 26 oktober komt Kaspori naar Groningen om te vertellen wat deze gedachte de architectuur heeft opgeleverd en wat ze kan betekenen voor beeldende kunst en design." Lees hier meer.

IEF 1105

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank Den Haag, 26 oktober 2005, zaaknummer: 201754. Sara Lee / DE tegen Integro / Vomar. Senseo-zaak.

De rechtbank vindt geen aanleiding om in de onderhavige zaak anders te oordelen dan zij heeft gedaan in de procedure tussen Sara Lee en Drie Mollen, zoals hiervoor is weergegeven onder 1 sub k, meer in het bijzonder de geciteerde rechtsoverwegingen
2 en 3 uit het vonnis van 10 maart 2004. 8. Dat betekent dat ook in de onderhavige zaak de procedure ambtshalve zowel in
conventie als in reconventie op de voet van artikel 83, vierde lid, ROPW 1995, zal worden geschorst hangende de oppositieprocedure bij het EOB. Lees vonnis hier.

- GvEA 25 oktober 2005, zaak T-379/03, Peek & Cloppenburg - BHIM. Inschrijving van het woordmerk 'Cloppenburg.'

"50 In casu is de stad Cloppenburg bij het relevante publiek weinig of hooguit middelmatig bekend. Niet alleen gaat het om een kleine stad, de kamer van beroep heeft evenmin gewezen op een bepaalde categorie van waren of diensten waarvoor deze stad bekend is als de plaats waar deze waren worden vervaardigd of deze diensten worden verricht. Bovendien heeft de kamer van beroep niet aangetoond dat het in de handel gebruikelijk is, de plaats van herkomst van detailhandeldiensten aan te duiden. Verder wordt de plaats van herkomst van dergelijke diensten doorgaans niet relevant geacht voor de beoordeling van de kwaliteit of van de kenmerken ervan.

51 Het relevante publiek legt aldus thans geen verband tussen de stad Cloppenburg en de betrokken categorie van diensten, en redelijkerwijze valt ook niet te verwachten dat de betrokken benaming kan dienen tot aanduiding van de plaats van herkomst van deze diensten." Lees arrest hier.

IEF 1104

Ondertussen in België

"Foto's waarin tabaksreclame in verwerkt is zijn strijdig met de wetgeving. Wij hebben dit ook al gemeld aan de Raad van de Journalistiek zodat zij dit ook kunnen doorgeven aan alle media. Wij houden eraan u hierover te informeren (...) Schumacher die een testrit maakt in Italië (waar tabaksreclame bovendien niet mag) is geen internationaal evenement, maar een fait-divers. In dat geval is (incidentele of toevallige) tabaksreclame verboden.

Ook indirecte reclame kan niet. M.a.w. het argument dat een tabaksproducent ook kleding maakt gaat niet op. Wanneer zij hun naambekendheid halen uit hun tabaksproducten maakt de kledij op een indirecte manier reclame voor rookwaren." Lees hier meer.

IEF 1103

Twee keer nadenken

Volgens Peter Lowe, directeur van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC) en belast met het opsporen van namaakproducten, spekken kopers van nagemaakte en inbreukmakende waren de kas van criminele en terroristische organisaties. Maar "de link naar organisaties als Hezbollah en Hamas is niet het enige probleem van de almaar toenemende stroom namaakartikelen," zo bericht de Telegraaf vandaag,  "duizenden mensen, vooral in ontwikkelingslanden, overleden de afgelopen jaren door het gebruik van nepmedicijnen." Volgens Lowe zouden consumenten wel twee keer nadenken voordat ze namaak kopen als bezit daarvan strafbaar wordt en ze op de hoogte zijn van de band met criminelen en terrorisme. Lees bericht hier. (En lees ook nog eens dit bericht).

IEF 1102

In de eerste

Eindelijk weer eens een 1e Kamerstuk (vanzelfsprekend en vervolg op eerdere 2e Kamerstukken): Kamerstuk 29874, nr. A, 1e Kamer 2005-2006. Goedkeuring en uitvoering van de Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, het Verdrag inzake octrooirecht, het Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 en de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien. Gewijzigd voorstel van rijkswet

IEF 1101

Draairecht

Op zaterdag 29 oktober a.s. is het weer zover: de Dutch DJ Day tijdens het Amsterdam Dance Event (ADE). Het DJ Debat draait om de centrale vraag of een DJ onder het huidige repartitiesysteem als een juridisch volwaardige en zelfstandige auteur gezien kan worden. Kunnen DJ’s als draaiende muziekauteurs aanspraak maken op een eigen auteursrecht-vergoeding? Aan de hand van deze stelling maar ook onderwerpen als (dance) repertoire opgaven en digitale fingerprints gaan Rogier van Bueren (jurist, a.k.a. DJ Roog, Hardsoul), Anja Kroeze (juriste bij Buma/Stemra) en Bjorn Schipper (advocaat bij Van der Steenhoven Advocaten) met elkaar in discussie.

Dutch DJ Day: DJ Debat Zaterdag 29 oktober 2005, 13.00 uur – 13.45 uur Felix Meritus, Amsterdam

Het ADE is de grootste en belangrijkste elektronische (dance)muziekconferentie van Europa en vindt van donderdag 27 tot en met zaterdag 29 oktober a.s. plaats in Felix Meritus in Amsterdam. Het ADE wordt georganiseerd door Conamus en Buma/Stemra. Naast een dagconferentie is het ADE óók een nachtfestival waarbij meer dan 300 nationale en internationale DJ’s/dance artiesten optreden in een keur van clubs en DJ-café’s in Amsterdam. Voor meer informatie:Amsterdam Dance Event

IEF 1100

Geen soortnaam

Het Europese Hof van Justitie heeft besloten dat "Feta" als beschermde oorsprongsaanduiding geregistreerd kan blijven in de EU. Feta is volgens Griekenland en de Europese Commissie de oorsprongsbenaming van een levensmiddel. Om een beschermde status als oorspronbenaming te kunnen krijgen moet het product zijn kwaliteit en eigenschappen uitsluitend of in hoofdzaak danken aan de geografische omgeving, met inbegrip van natuurlijke en menselijke factoren. Er moet dus sprake zijn van een sterk verband tussen het produkt en de plaats van herkomst.

Volgens Denemarken en Duitsland, gesteund door Frankrijk en Engeland geldt dit niet voor Feta en is Feta inmiddels verworden tot soortnaam. Het Hof van Justitie is een andere mening toegedaan.

"The geographical area defined by the Greek legislation covers only the territory of mainland Greece and the department of Lesbos. Extensive grazing and transhumance, central to the method of keeping the ewes and goats used to provide the raw material for making Feta cheese, are the result of an ancestral tradition allowing adaptation to climate changes and their impact on the available vegetation. This has led to the development of small native breeds of sheep and goats which are extremely tough and resilient, fitted for survival in an environment that offers little food in quantitative terms but, in terms of quality, is endowed with an extremely diversified flora, thus giving the finished product its own specific aroma and flavour. The interplay between the natural factors and the specific human factors, in particular the traditional production method, which requires straining without pressure, has thus given Feta cheese its remarkable international reputation.

En over het argument dat Feta tot soortnaam is verworden zegt het het Hof van Justitie: "In other Member States, feta is commonly marketed with labels referring to Greek cultural traditions and civilisation. Thus, consumers in those Member States perceive feta as a cheese associated with Greece, even if in reality it has been produced in another Member State. As regards Denmark, the Court notes that the relevant Danish legislation does not refer to ‘feta’ but to ‘Danish feta’, which would tend to suggest that in Denmark the name ‘feta’, by itself, has retained a Greek connotation." Lees arrest hier, persbericht hier.

IEF 1099

Bedrieglijk gebruik

Ook bij onze zuiderburen wordt actie ondernomen tegen namaakhorloges, zij het op een een iets andere wijze dan in ons land (zie eerder bericht hier). Het Volk komt met het opvallende bericht dat een drager van een namaak-Rolex door de Dendermondse correctionele rechter is verooldeeld tot 6 maanden cel en 1000 euro boete voor het dragen (bedoeld zal waarschijnlijk zijn: 'aanschaffen') van het namaak-horloge. De rechter oordeelde dat, aangezien de verdachte wist dat hij een namaak uurwerk kocht, hij zich schuldig maakte aan heling. Daarnaast maakte de verdachte zich schuldig aan 'het bedrieglijk gebruik van een merk'.

Vonnis (helaas nog) niet gezien; wie het heeft kan het mailen. Lees hier iets meer.