Prejudiciële vragen over mededingingsrecht SEO-houder
Landgericht Düsseldorf (Duitsland) 3 mei 2021, IEF 20351, IT 3723, IEFbe 3326; C-182/21 (Nokia Technologies) Via Minbuza. Verzoekster (Nokia Technologies) heeft een Europees octrooi voor een verzendmethode van gegevens in een telecommunicatiesysteem. Nokia Corporation heeft ETSI in kennis gesteld van de aanmelding van het litigieuze octrooi. Zij heeft verklaard dat zij deze als essentieel voor de LTE-standaard beschouwt en een FRAND-verklaring afgegeven. In verweersters voertuigen zijn onder andere TCU’s (Telematics Control Units) ingebouwd waarmee de voertuigen (Connected Cars), met name via het LTE-netwerk, verbinding kunnen maken met het internet. Nokia vordert staking van de inbreuk op het litigieus octrooi. Volgens verweerster volgt uit artikel 102 VWEU en ook uit de afgegeven FRANDverklaring, dat een SEO-houder aan elke licentieverzoeker die bereid is een licentie te nemen een eigen onbeperkte licentie moet aanbieden voor alle octrooirechtelijk relevante vormen van gebruik van dit SEO. De verwijzende rechter overweegt dat artikel 102 VWEU ruimte laat voor verschillende uitleggingen die voor een ervaren jurist redelijkerwijs in gelijke mate mogelijk zijn, en dat de voor het oordeel relevante vragen nog niet door het Hof zijn uitgelegd, en vooral niet afdoend zijn beantwoord in het arrest Huawei/ZTE.
Commentaar Handelsnaamwet door Roderick Chalmers op IE-C
Nieuw commentaar gepubliceerd in de databank Intellectuele Eigendom Commentaren (IE-C). Het commentaar, geleverd door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, betreft het eerste artikel van de Handelsnaamwet. De komende tijd verschijnen er van zijn hand meer handelsnaamrechtelijke commentaren op IE-C.
Litigieuze model wekt déjà-vu-indruk
Gerecht EU 10 november 2021, IEF 20348 , IEFbe 3322 ; ECLI:EU:T:2021:782 (Eternit tegen EUIPO) Verzoekster, Eternit is houdster van het gemeenschapsmodel dat in 2014 bij EUIPO is aangevraagd en ingeschreven. In 2016 heeft interveniënte, Eternit Österreich GmbH een vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model ingediend. Interveniënte voerde aan dat het litigieuze model niet nieuw was in de zin van artikel 5 van verordening nr. 6/2002, dat het geen eigen karakter had in de zin van artikel 6 van deze verordening en dat de uiterlijke kenmerken ervan uitsluitend door de technische functie werden bepaald in de zin van artikel 8, lid 1, van deze verordening. De nietigheidsafdeling verklaarde het litigieuze model nietig omdat het geen eigen karakter heeft ten opzichte van een model dat in 2013 openbaar was gemaakt in een brochure. Verzoekster heeft bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling. De derde kamer van beroep van het EUIPO heeft het beroep verworpen op grond dat het litigieuze model geen eigen karakter had aangezien het voor de geïnformeerde gebruiker in het algemeen overeenstemde met het oudere model. Eternit verzoekt nu het Gerecht deze beslissing te vernietigen. Het beroep wordt verworpen omdat het litigieuze model bij de geïnformeerde gebruiker een déjà-vu-indruk ten opzichte van het oudere model wekt.
Kwartaalbericht CvTA
Het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (CvTA) heeft een nieuw kwartaalbericht gepubliceerd.
Lees verder >>
Inbreuk op auteursrecht van voormalig werkgever
Ktr. Rechtbank Limburg 25 oktober 2021, IEF 20346; ECLI:NL:RBLIM:2021:8632 (Verzoekster tegen Vita Natura) Verzoekster is op staande voet ontslagen door Vita Natura. De arbeidsovereenkomsten van verzoekster bevatten een non-concurrentiebeding met een werkingsduur van twee jaar na einde van die arbeidsovereenkomsten. Na haar ontslag benadert verzoekster klanten van Vita Natura en biedt zij producten te koop aan met logo van Vita Natura. Verzoekster vordert in geding primair voor recht te verklaren dat het non-concurrentiebeding uit haar arbeidsovereenkomsten komt te vervallen en zij niet meer gebonden is aan dit beding. Verzoekster voert daarvoor onder andere aan dat het non-concurrentiebeding uitdrukkelijk opnieuw schriftelijk overeengekomen had moeten worden omdat door haar functiewijziging (van medewerkster verkoop binnendienst naar leidinggevende callcenter) het non- concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken.
Vacature: merken- en modellengemachtigde in opleiding bij V.O.
V.O., een van de grootste octrooibureaus in Europa, is op zoek naar een merken- en modellengemachtigde in opleiding.
Als merken- en modellengemachtigde in opleiding leer je in een 3-jarig intern opleidingstraject merken- en modellenportefeuilles van cliënten in binnen- en buitenland te beheren. Samen met een mentor ga je aan de slag met het adviseren van cliënten inzake de bescherming en handhaving van merken, modellen, handelsnamen en auteursrecht. Gaandeweg leer je registratieprocedures te begeleiden en te bewaken en hoe je het beste contacten onderhoudt met cliënten en instanties. Ook het voeren van oppositie en nietigheidsprocedures behoren tot het opleidingstraject. Bij dit alles zorg je voor een optimale behartiging van de commerciële belangen van jouw cliënten. Je wordt in de gelegenheid gesteld de externe BBMM opleiding tot merkengemachtigde te volgen en het beroepsexamen af te leggen.
Lees verder >>
Uitspraak ingezonden door Lex Keukens, TeekensKarstens.
Schending waarheidsplicht
Vzr. Rechtbank Den Haag 18 november 2021, IEF 20344; C/09/616944 / KG ZA 21-806 (Hornbach tegen AMS) Kort geding. Hornbach c.s. vorderen een verbod jegens AMS Digital c.s. (exploitant voucherplatform) op grond van merkinbreuk. De voorzieningenrechter oordeelt dat sprake is van schending van art. 21 Rv (waarheidsplicht) door Hornbach c.s. doordat een schikkingsvoorstel van AMS Digital c.s. niet is opgenomen in de dagvaarding en pas kort voor de zitting onder druk van de advocaat van AMS Digital c.s. in het geding wordt gebracht. Er is ook geen sprake van spoedeisend belang aangezien AMS Digital c.s al een onthoudingsverklaring op straffe van een boete had afgegeven. Geen sprake van bestuurdersaansprakelijkheid omdat de website op naam stond van bestuurder.
Uitspraak ingezonden door Fleur Tuinzing-Westerhuis, Houthoff.
Vernietiging octrooien op kentekendocument met chip
Rechtbank Den Haag 17 november 2021, IEF 20343; ECLI:NL:RBDHA:2021:12827 (RDW tegen Octrooihouder) Gedaagde in conventie en eiser in reconventie (hierna: gedaagde) is houder van de octrooien NL 286 en NL 756 voor een kentekendocument met geïntegreerde RFID-chip. De RDW (Dienst Wegverkeer) is het publiekrechtelijke rechtspersoon dat belast is met het uitgeven van kentekens van motorrijtuigen, het inschrijven en tenaamstellen van motorvoertuigen in het kentekenregister, en het afgeven van kentekenbewijzen. Na berichtgeving in de media over tests met kentekenplaten met RFID-chips in 2012 en de invoering van de kentekencard in 2014, heeft gedaagde de RDW aangegeven dat hij betrokken wenst te worden bij RFID-ontwikkelingen. Gedaagde is van mening dat RDW althans de overheid zijn idee gebruikte en aldus inbreuk maakte op zijn rechten. In deze procedure vordert de RDW de vernietiging van octrooien NL 286 en NL 756 wegens gebrek aan inventiviteit. De rechtbank vernietigt de octrooien.
Conclusie A-G over kosten octrooigemachtigde
HvJ EU Conclusie A-G 11 november 2021, IEF 20341, IEFbe 3322 ;ECLI:EU:C:2021:917 (NovaText GmbH tegen Ruprecht-Karls-Universität Heidelberg) De Universiteit van Heidelberg heeft bij het Landgericht Mannheim tegen NovaText een vordering tot staking van de inbreuk op haar Uniemerken en tot erkenning van haar rechten op deze Uniemerken ingesteld. De vertegenwoordiger van de universiteit heeft in het verzoekschrift gewezen op de bijstand van een octrooigemachtigde. Het geding werd beëindigd door een schriftelijke schikking tussen de partijen. Daarop heeft NovaText bij het Oberlandesgericht Karlsruhe hoger beroep ingesteld tot nietigverklaring van de beschikking over de begroting van de kosten, voor zover deze zag op de voor rekening van NovaText komende kosten van de octrooigemachtigde.
Inhoudsopgave Berichten Industriële Eigendom
Inhoudsopgave van het tijdschrift Berichten Industriële Eigendom 5-2021.
Artikelen
De bescherming van de functies van het merk − Marjolein Bronneman 226
Een evaluatie van de merkkwalificatie − Jorn Torenbosch 235
Terugblik
Vormgevingsbescherming − Allard Ringnalda 242